Europese opleiding rampenbeheersing
Bijlage
Nummer: 2008D17425, datum: 2008-11-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Aanv. Geann. Agenda JBZ Raad 27 en 28 november 2008 (2008D17397)
Preview document (🔗 origineel)
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 november 2008 (19.11) (OR. en) 15520/08 PROCIV 169 COCON 33 COSDP 1016 DEVGEN 217 ENV 799 FORETS 64 ONU 97 RECH 346 RELEX 887 SAN 256 TELECOM 188 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers / de Raad nr. vorig doc.: 13742/2/08 REV 2 PROCIV 136 COCON 25 COSDP 844 DEVGEN 167 ENV 631 FORETS 48 ONU 79 RECH 296 RELEX 711 SAN 208 TELECOM 147 Betreft: Conclusies van de Raad over een Europese opleiding rampenbeheersing - Aanneming Ingevolge de conclusies van de Raad van 16 juni 2008 over "Versterking van het reactievermogen van de Unie bij rampen - naar een geïntegreerde aanpak van rampenbeheersing", met name punt 15, heeft de Commissie aan de door het voorzitterschap georganiseerde workshop van 29 tot en met 31 juli 2008 in Aix-en-Provence het ontwerp voorgelegd van een regeling voor het bundelen van de bestaande nationale opleidingsactiviteiten op het gebied van rampenbeheersing, enerzijds, en voor het diversifiëren en versterken van de bestaande opleiding op EU-niveau, anderzijds. In het licht van het bovenstaande heeft de Groep civiele bescherming in diverse vergaderingen een reeks ontwerp-conclusies besproken. De groep heeft op 11 november 2008 overeenstemming bereikt over een ontwerp-tekst. Het Comité van permanente vertegenwoordigers wordt derhalve verzocht de Raad in overweging te geven de conclusies in de bijlage bij deze nota aan te nemen, en deze in zijn notulen op te nemen. BIJLAGE Conclusies van de Raad over een Europese opleiding rampenbeheersing 1. Gelet op de beschikking van de Raad van 8 november 2007 tot vaststelling van een communautair mechanisme voor civiele bescherming (herschikking), met name op artikel 5, waarin wordt bepaald dat de Commissie een opleidingsprogramma opzet om de coördinatie van de bijstandsverlening in het kader van civiele bescherming te verbeteren, welk programma gezamenlijke cursussen en oefeningen en een permanent systeem voor uitwisseling van deskundigen omvat, en op artikel 12, waarin wordt bepaald dat de Commissie de uitvoeringsregels voor dat programma vaststelt; 2. Gelet op de beschikking van de Raad van 5 maart 2007 tot instelling van een financieringsinstrument voor civiele bescherming, met name op artikel 4, lid 1, onder b), dat bepaalt dat communautaire financiële steun kan worden verleend voor opleiding, oefeningen, workshops, uitwisseling van personeel en deskundigen, oprichting van netwerken, demonstratieprojecten en overdracht van technologie, ter verbetering van preventie, paraatheid en doeltreffende reactie; 3. Gelet op artikel 9 van dezelfde beschikking, waarin wordt bepaald dat de Commissie erop moet toezien dat, voor interventies in derde landen, de door de Gemeenschap gefinancierde acties worden gecoördineerd en samenhang vertonen met die van internationale organisaties en instellingen, met name de organisaties die deel uitmaken van de structuur van de Verenigde Naties; 4. Herinnerend aan de gemeenschappelijke verklaring van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, het Europees Parlement en de Europese Commissie - De Europese consensus betreffende humanitaire hulp, en met name de punten 57 tot en met 60, waarin in punt 58 de beginselen voor het gebruik van Europese civielebeschermingsmiddelen in humanitaire operaties worden vastgesteld: "In een humanitaire crisis moet het gebruik van civielebeschermingsmiddelen op de behoeften worden gebaseerd, de humanitaire hulp aanvullen en hiermee coherent zijn."; 5. Herinnerend aan de briefwisseling van 28 oktober 2004 tussen de Europese Commissie en het VN-Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden (UN-OCHA); 6. Herinnerend aan de Resolutie van de Raad van 28 januari 2002 ter versterking van de samenwerking op het gebied van de opleiding terzake van de civiele bescherming, waarin gevraagd wordt om de oprichting van een netwerk van scholen en opleidingscentra; 7. Herinnerend aan de mededeling van de Commissie van 5 maart 2008 over de versterking van het reactievermogen van de Unie bij rampen, waarin wordt aangekondigd dat de Commissie voorstellen zal indienen voor een Europees opleidingsnetwerk voor reactie op rampen, en de conclusies van de Raad van 16 juni 2008 over de versterking van het reactievermogen van de Unie bij rampen - naar een geïntegreerde aanpak van rampenbeheersing, waarin wordt gevraagd dat dit netwerk alle fasen van rampenbeheersing bestrijkt en de Commissie verzocht wordt een breed scala aan opties te beoordelen voor het opzetten en coördineren van een duurzaam Europees opleidingsnetwerk voor rampenbeheersing dat alle fasen van rampenbeheersing omvat; 8. Overwegende dat het met het oog op de verdere verbetering van de coördinatie tussen de VN-agentschappen die op ramplocaties belast zijn met de coördinatie van de internationale reactie op humanitaire crisissen, en het noodhulppersoneel en de middelen van de EU, van belang is om de opleiding en de oefeningen voor het diverse noodhulppersoneel, complementair te maken; 9. De uitstekende resultaten benadrukkend die zijn behaald met de opleiding die reeds wordt verstrekt in het kader van het communautaire mechanisme voor civiele bescherming en de wens uitsprekend dat die opleiding gediversifieerd en geïntensiveerd wordt; 10. Overwegende dat het netwerk scholen en instellingen moet omvatten die zich met civiele bescherming en rampenbeheersing bezighouden, en zo nodig gekoppeld moet worden aan universiteiten en opleidingscentra inzake humanitaire hulpverlening, en dat daarbij het naar elkaar toegroeien en het elkaar aanvullen van operationele praktijken, wederzijdse kennis, interoperabiliteit van civielebeschermingsteams en -modules, en synergieën tussen actoren op het gebied van civiele bescherming en humanitaire hulp moeten worden bevorderd; 11. Benadrukkend dat het belangrijk is dat verdere activiteiten op het gebied van civiele bescherming gebaseerd zijn op het bestaande communautaire Mechanisme voor civiele bescherming en het Financieringsinstrument; 12. Overwegende dat het netwerk van scholen en opleidingscentra ook de Europese virtuele academie voor civiele bescherming kan omvatten; 13. Overwegende dat een blijvende structuur nodig is om enerzijds het communautaire programma voor opleiding in rampenbeheersing te versterken en te diversifiëren, en anderzijds als drijvende kracht voor het opleidingsnetwerk rampenbeheersing te dienen; 14. Herinnerend aan de mededeling van de Commissie van 11 maart 2008 over " Europese agentschappen - Verdere ontwikkelingen", waarin de Commissie aankondigt geen nieuwe regelgevende agentschappen te zullen voorstellen, zolang de evaluatie van de bestaande agentschappen niet is afgerond. De Raad van de Europese Unie 15. Roept op tot de vaststelling van een Europese regeling voor de opleiding rampenbeheersing die ertoe strekt: de wederzijdse kennis van de civiele beschermingssystemen en -structuren van de lidstaten en van de grensoverschrijdende samenwerking binnen de Europese Unie te verbeteren; zowel op EU- als op internationaal niveau de kennis van bestaande instrumenten, mechanismen en richtsnoeren inzake samenwerking op het gebied van rampenbeheersing te verbeteren; de samenwerking tussen het Europese opleidingsnetwerk en andere opleidingsstructuren aan te moedigen; via oefeningen en opleiding goede samenwerking met humanitaire actoren te bevorderen; in Europa een kwalitatief hoogwaardige rampenbeheersingscultuur te ontwikkelen en in stand te houden, om te bevorderen dat er in de Europese Unie goed opgeleid personeel beschikbaar is; de hulp bij rampenbeheersing die via het communautair mechanisme voor civiele bescherming en de relevante instrumenten van de Europese Unie aan de lidstaten en getroffen derde landen wordt verleend, effectiever te maken; de interoperabiliteit van civielebeschermingsteams en -modules te bevorderen; en de uitwisseling van goede praktijken te bevorderen. 16. Roept op tot de ontwikkeling van twee soorten activiteiten: Bevorderen van de samenhang van de nationale opleidingsprogramma's inzake rampenbeheersing, en werk maken van de verbetering van de opleidingsprogramma's die de lidstaten verstrekken aan noodhulppersoneel; Op communautair niveau, aanbieden van een breed spectrum aan opleidingsmogelijk–heden voor deskundigen en interventiepersoneel op het gebied van de beheersing van rampen, in de eerste plaats door het bestaande opleidingsprogramma van het Mechanisme te diversifiëren en te versterken. Dit zou worden uitgevoerd via specifieke opleidingscentra die overeenkomstig de toepasselijke financiële procedures door de Commissie worden gekozen op basis van voorstellen of aanbiedingen die haar worden voorgelegd. 17. Is van mening dat de Europese regeling voor de opleiding rampenbeheersing door versterking van de samenwerking tussen de opleidingsstructuren eveneens zal bijdragen tot de opleiding van bij de beheersing van rampen betrokken essentiële medewerkers, in het bijzonder van de diensten voor civiele bescherming van de lidstaten, en zo nodig van personen met verantwoordelijkheid op humanitair gebied. Om dat te bereiken zullen de inspanningen gericht worden op alle aspecten van rampenbeheersing: preventie (vaststelling van tekortkomingen, terugkoppeling, analyse van goede praktijken, bewustmaking, risicoanalysemethoden, effectstudies, modellerings- en analyse-instrumenten, onderzoek en ontwikkeling, enz.); paraatheid (vaststelling van tekortkomingen, terugkoppeling, analyse van goede praktijken, oefeningen en simulaties op het gebied van rampen- en crisisrespons, verbeterde coördinatie van samenwerking en respons, ontwikkeling van gemeenschappelijke operationele richtsnoeren, enz.); respons (vaststelling van tekortkomingen, terugkoppeling, analyse van goede praktijken, enz.); herstel (strategieën voor geleidelijke stopzetting van civielebeschermingsactiviteiten). 18. Is van mening dat deze Europese regeling voor de opleiding rampenbeheersing met het oog op efficiënte praktijken en samenwerking, het ook mogelijk zal maken samen met VN-OCHA gezamenlijk opleidingen en oefeningen te ontwikkelen; 19. Wenst dat personeel met sleutelfuncties dat betrokken is bij de oprichting van Europese civiele beschermingsmodules, wordt opgeleid conform gemeenschappelijke operationele richtsnoeren, om zijn interoperabiliteit te faciliteren, en dat de Europese regeling voor de opleiding rampenbeheersing met name opleiding verstrekt voor teamleiders, leiders van civiele beschermingmodules en hun plaatsvervangers, en verbindingsofficieren; De Raad, gelet op het bovenstaande, 20. Verzoekt de Commissie: - voorbereidende stappen te nemen om de Europese regeling voor de opleiding rampenbeheersing vast te stellen en in het kader daarvan de groep opleidingsbeleid in te stellen - waarin de lidstaten vertegenwoordigd zijn -, het netwerk te activeren en het opleidingsprogramma voor civiele bescherming te versterken en te diversifiëren; - geschikte administratieve ondersteuning te verlenen; - zo spoedig mogelijk en uiterlijk eind 2009 passende voorstellen in te dienen. ___________________ 10128/08. De Deense delegatie maakt een voorbehoud voor behandeling door het parlement. PB L 314 van 1.12.2007, blz. 9. PB L 71 van 10.3.2007, blz. 9. PB C 25 van 30.1.2008, blz. 1. PB C 43 van 16.2.2002, blz. 1. Doc. 7562/08, COM (2008) 130. 10128/08. De specifieke kenmerken van Europese civielebeschermingsmodules zijn beschreven in Beschikking 2008/73/EG, Euratom van de Commissie van 20 december 2007 tot wijziging van Beschikking 2004/277/EG, Euratom met betrekking tot de uitvoeringsbepalingen voor Beschikking 2007/779/EG, Euratom van de Raad tot vaststelling van een communautair mechanisme voor civiele bescherming (PB L 20 van 24.1.2008, blz. 23). 7972/08. 15520/08 van/GRA/mv PAGE 1 DGH4 NL 15520/08 van/GRA/mv PAGE 8 BIJLAGE DGH4 NL