[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Appreciatie uitbreidingspakket Europese Commissie

Bijlage

Nummer: 2008D17506, datum: 2008-11-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Europese Commissie / Uitbreidingspakket 2008-2009 (2008D17505)

Preview document (šŸ”— origineel)


Appreciatie uitbreidingspakket Europese Commissie

Inleiding

In deze appreciatie van het uitbreidingspakket van de Europese Commissie
gaat het kabinet in op de vraag in hoeverre de weergave van de feiten en
de analyse van de Commissie overeenkomen met de Nederlandse beoordeling
en in hoeverre Nederland de conclusies van de Commissie kan delen. Het
kabinet zal haar visie actief uitdragen in contacten met de Commissie,
de lidstaten en de (potentiƫle) kandidaat-lidstaten. Deze appreciatie
vormt de basis voor de Nederlandse inbreng in de voorbereidingen voor de
conclusies die de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen op 8
december 2008 over het uitbreidingspakket zal aannemen. 

1. 	Mededeling ā€˜The Enlargement Strategy and Main Challenges
2008-2009ā€™

Vijf jaar ā€˜Laken 10ā€™ 

Binnenkort is het vijf jaar geleden dat de Europese Unie tien nieuwe
lidstaten in haar midden opnam. Het lidmaatschap van de ā€˜Laken 10ā€™
bracht structurele veranderingen met zich mee voor het functioneren van
de Unie. Ondanks de grondige voorbereidingen die met het
toetredingsproces van de nieuwe lidstaten waren gemoeid, werden veel
burgers binnen de Unie toch nog overvallen door deze grootschalige
uitbreiding. Mede in reactie hierop kwam de Europese Raad in december
2006 een strategie overeen die de basis vormt voor de verdere
uitbreiding van de EU. Deze strategie staat ook centraal in het
uitbreidingspakket dat de Commissie dit jaar presenteert. 

Inmiddels zijn de nieuwe lidstaten goed geĆÆntegreerd - een Unie zonder
hen is niet meer voor te stellen. Tsjechiƫ, ƩƩn van die nieuwe
lidstaten en inkomend EU Voorzitter, zal in het voorjaar van 2009
uitgebreid aandacht besteden aan het eerste lustrum van de Laken 10.
Tsjechiƫ zal in dit kader een conferentie organiseren, waarbij met name
de financieel-economische voordelen van de uitbreiding worden belicht.
De conferentie zal een goede gelegenheid bieden om de opgedane
ervaringen te evalueren en tevens stil te staan bij de uitdagingen van
huidige uitbreidingsproces. 

Het Verdrag van Lissabon en uitbreiding

Het kabinet spreekt de wens uit dat medio 2009 meer duidelijkheid
bestaat over de toekomst van het Verdrag van Lissabon. Het Verdrag van
Lissabon is hard nodig om de slagvaardigheid, transparantie en het
democratisch functioneren van de Unie te verbeteren. Dat geldt voor een
Unie van 27 lidstaten, maar wordt nog urgenter bij verdere uitbreiding.
De Unie moet zelf institutioneel in staat zijn nieuwe leden te
verwelkomen. Nederland hecht er daarom politiek sterk aan dat het
verdrag in werking treedt voor de eerstvolgende uitbreiding van de Unie
en draagt, met enkele anderen, dit standpunt ook actief uit. De
ontwikkelingen rond het Verdrag van Lissabon doen overigens niets af aan
het EU perspectief van de kandidaat-lidstaten en de potentiƫle
kandidaat-lidstaten; als zij voldoen aan de criteria, zal de EU niet
terugkomen op eerder gedane toezeggingen.  

Het uitbreidingspakket van de Europese Commissie

Op 5 november jl. publiceerde de Europese Commissie haar jaarlijkse
uitbreidingspakket. Het pakket bestaat dit jaar uit een Mededeling,
waarin de Commissie haar visie uiteenzet op de uitdagingen in het
pre-accessie traject van Turkije en de landen van de Westelijke Balkan,
en de reguliere voortgangsrapportages. De voortgangsrapportages bevatten
het oordeel van de Commissie over de vorderingen die zijn geboekt in het
toenaderingsproces van de drie kandidaat-lidstaten (Kroatiƫ, Turkije en
Macedoniƫ) en de vijf overige landen met EU toetredingsperspectief
(Albaniƫ, Bosniƫ-Herzegovina, Montenegro, Serviƫ en Kosovo). 

Algemene Overwegingen

Het kabinet constateert dat het uitbreidingspakket van de Commissie in
hoofdlijnen overeenkomt met de Nederlandse visie. Het kabinet
onderschrijft de meeste bevindingen en conclusies van de Commissie.
Terecht stelt de Commissie dat een consistente implementatie van de
uitbreidingsstrategie van 2006 belangrijker is dan ooit. Uitgangspunt
van deze strategie is dat het tempo van toenadering tot de EU
afhankelijk is van de mate waarin de noodzakelijke hervormingen in de
individuele landen worden doorgevoerd. Daarbij wordt ieder land op zijn
eigen merites beoordeeld. Van een groepsgewijze benadering van de
kandidaat-lidstaten en potentiƫle kandidaat-lidstaten kan geen sprake
zijn. Sleutelwoorden blijven consolidatie, conditionaliteit en
communicatie: 

consolidatie: het perspectief op EU toetreding heeft in Turkije en op de
Westelijke Balkan ambitieuze hervormingsprocessen in gang gezet;
consolidatie van het transitieproces is cruciaal.  

conditionaliteit: nieuwe stappen in het pre-accessie traject kunnen
alleen worden genomen op basis van objectief meetbare hervormingen en
onomkeerbare resultaten.

communicatie: om het draagvlak voor het uitbreidingsproces in de
(potentiƫle) kandidaat-lidstaten Ʃn de huidige lidstaten te behouden
en te vergroten is het van groot belang dat de voordelen van integratie
met de EU duidelijk over het voetlicht worden gebracht en moeten de
toetredingscriteria aantoonbaar strikt worden nageleefd. 

Een overweging die in de onderhavige Mededeling van de Commissie in de
visie van het kabinet onderbelicht blijft is de absorptiecapaciteit van
de Unie. Het kabinet zal de Commissie eraan blijven herinneren dat het
tempo van de uitbreiding, nog los van de ontwikkelingen rond het Verdrag
van Lissabon, afgestemd moet zijn op de capaciteit van de Unie om nieuwe
leden op te nemen.       

  

In haar Mededeling refereert de Commissie aan de lessen die vorige
uitbreidingsrondes ons hebben geleerd. De recente kritische rapportages
van de Commissie over het Verificatie en Samenwerkingsmechanisme met
Roemeniƫ en Bulgarije demonstreren eens te meer het belang van een
zorgvuldig en kwalitatief hoogwaardig uitbreidingsproces, waarin niet
wordt gemarchandeerd met criteria en condities. Terecht staat de
noodzaak van hervormingen op het terrein van goed bestuur en JBZ mede
door de ervaring met deze twee nieuwe lidstaten nu nog prominenter op
ons netvlies. Nederland onderschrijft de waarschuwing van de Commissie
volledig en draagt deze notie ook pro-actief uit in raadskader en
bilaterale contacten.

 

De krediet- en financiƫle crises hebben eens te meer aangetoond hoezeer
landen in Europa, lidstaten en niet-lidstaten, afhankelijk zijn van
elkaar en dat lidmaatschap van de Unie zorg draagt voor grotere
politieke en economische stabiliteit. De EU werkt beschermend tegen de
grootste schokken van de mondialisering. Dit gegeven, en de crisis in
Georgiƫ, zijn voor de Commissie aanleiding om - meer dan in voorgaande
jaren - de strategische belangen van de EU bij verdere uitbreiding te
benadrukken. Nieuwe stappen in het pre-accessie traject lijken door de
Commissie mede te worden gerechtvaardigd door overwegingen die
betrekking hebben op stabiliteit, veiligheid, conflictpreventie en
energievoorzieningszekerheid. Het kabinet heeft altijd het strategische
belang van uitbreiding onderschreven, maar is tegelijkertijd van mening
dat de Commissie uiterst zorgvuldig en integer met deze analyse om  moet
gaan. De kwaliteit van het uitbreidingsproces dient wat Nederland
betreft altijd voorop te staan. Het noemen van concrete streefdata is
wat Nederland betreft niet aan de orde.

 

In dit verband signaleert het kabinet tevens dat de Commissie de
onderlinge samenhang tussen de landen van de Westelijke Balkan sterk
aanzet. De Mededeling benadrukt dat de gehele regio kampt met
vergelijkbare problemen: ontoereikende bestuurlijke capaciteiten,
gebrekkige implementatie van justitiƫle hervormingen en inter-etnische
spanningen. Dit roept de vraag op of de Commissie de landen wel strikt
op eigen merites beoordeelt, zoals de uitbreidingsstrategie
voorschrijft. Nederland zal zich verzetten tegen eventuele pogingen de
landen van de Westelijke Balkan in een groepsgewijs proces dichter aan
de EU te binden.

    

Nabuurschapsbetrekkingen en ā€˜people tot peopleā€™contacten  

Goede nabuurschapsbetrekkingen zijn essentieel in het toenaderingsproces
tot de EU. Dit betreft zowel de betrekkingen tussen de (potentiƫle)
kandidaat-lidstaten onderling als de betrekkingen met de huidige
lidstaten. De naamkwestie tussen Macedoniƫ en Griekenland en het
geschil over de ecologische- en visserijzone (ZERP) tussen Kroatiƫ en
Sloveniƫ en in mindere mate Italiƫ zijn in het oog springende
voorbeelden van moeilijke bilaterale vraagstukken die het
toenaderingsproces tot de EU de afgelopen periode hebben gecompliceerd.
De Commissie roept alle betrokken partijen op voorrang te geven aan de
oplossing van eventuele bilaterale geschillen. Het kabinet steunt deze
oproep. In de visie van Nederland dienen bilaterale kwesties zoveel
mogelijk buiten het pre-accessie proces te blijven.

De Commissie betoont zich in haar Mededeling een groot voorstander van
versterking van de contacten tussen de bevolkingen van de (potentiƫle)
kandidaat-lidstaten en de lidstaten. De Commissie wil hierbij
voortbouwen op de eerder in gang gezette beurzenprogrammaā€™s, deelname
aan gemeenschapsprogrammaā€™s en agentschappen en contacten tussen het
maatschappelijk middenveld. Het kabinet zou een verdere invulling van
dit streven verwelkomen. Nederland werkt ook bilateraal aan versterking
van de onderlinge contacten, onder meer door het onlangs voor de
Westelijke Balkan opengestelde Matra-programma. Het kabinet kan zich
vinden in het voornemen van de Commissie meer gericht informatie te
verstrekken over het toenaderingsproces, mits dit bij de beoogde
doelgroepen geen onrealistische of verkeerde verwachtingen wekt met
betrekking tot het toetredingsproces.   

De Commissie heeft zich het afgelopen jaar tevens ingezet om een succes
te maken van de visumdialoog met de landen van de Westelijke Balkan, die
in het uitbreidingspakket van 2007 werd aangekondigd. De dialoog heeft
geresulteerd in stappenplannen voor alle landen van de regio die
uiteindelijk tot visumvrijdom moeten leiden. Nederland zal zich ook in
dit verband houden aan gemaakte afspraken; als landen voldoen aan de
gestelde criteria, waaronder functionerende Terug- en
Overnameovereenkomsten, komen zij in aanmerking voor verdere stappen. 

Pre-accessie steun

Uit het Instrument voor Pre-Accessie Steun (IPA), dat in 2007 de
programmaā€™s CARDS en PHARE verving, bekostigt de Commissie
activiteiten die het toetredingsproces bevorderen. De Commissie beoogt
de inzet van middelen uit dit instrument - ā‚¬1,4 mrd. voor 2008 - aan
te laten sluiten bij de uitdagingen die zijn geĆÆdentificeerd in eerdere
voortgangsrapportages en partnerschappen. Het kabinet waardeert de
inspanningen van de Commissie, maar ziet ruimte voor verdere
verbetering. Het kabinet acht de afgestemde inbreng van lokale
vertegenwoordigingen van Commissie en lidstaten hierbij essentieel. Het
kabinet verwelkomt in dit verband het initiatief van de Commissie om de
coƶrdinatie tussen de verschillende donoren prominenter op de agenda te
zetten. Een sterke coƶrdinerende en begeleidende rol van de Commissie
is te meer van belang daar het European Agency for Reconstruction, dat
in 2000 werd opgericht om de wederopbouw van Kosovo en later Serviƫ,
Montenegro en Macedoniƫ te begeleiden, zijn taken per december 2008
definitief aan de Commissie overdraagt.    

Nederland draagt bilateraal ook ruimhartig bij aan het
pre-accessieproces: zowel via deelname in EU-twinning en het MATRA
programma als door middel van de samenwerkingsprogrammaā€™s van onder
meer de ministeries van Economische Zaken, Financiƫn, Justitie, BZK,
VROM, Landbouw en Verkeer en Waterstaat.  

					*	*	*

De Commissie snijdt in haar mededeling niet alleen themaā€™s van een
meer algemene aard aan, maar geeft ook een politiek oordeel over het
EU-perspectief van de kandidaat-lidstaten en de overige landen met
toetredingsperspectief. Hieronder treft u per land een appreciatie aan
van dit politieke oordeel.

Kandidaat-lidstaten

Turkije 

De Commissie constateert terecht dat het hervormingsproces in Turkije
het afgelopen jaar weinig concrete resultaten heeft opgeleverd. De
Commissie wijt dit vooral aan de binnenlandspolitieke onrust die in het
voorjaar van 2008 ontstond door de aanklacht tegen de regerende AK
Partij en lijkt enig begrip te tonen voor het resulterende gebrek aan
voortgang. De Commissie verwijst opvallend direct naar de constructieve
stabiliserende rol die Turkije het afgelopen jaar speelde in de regio
(Kaukasus, Midden-Oosten) en refereert tevens aan de rol van Turkije in
de energievoorzieningszekerheid van de EU. Het kabinet erkent dat
Turkije een waardevolle strategische partner is, maar is van oordeel dat
dit de aandacht niet mag afleiden van de uitdagingen in het
hervormingsproces. Deze boodschap is ook overgebracht door minister
Verhagen tijdens zijn bezoek aan Turkije op 10 oktober jl. Bijzondere
aandacht dient wat Nederland betreft uit te gaan naar de vrijheid van
meningsuiting, de vrijheid van godsdienst en de positie van vrouwen en
minderheden. Turkije dient daarnaast een constructieve rol te spelen in
de door de Verenigde Naties gefaciliteerde onderhandelingen over de
mogelijke hereniging van Cyprus. Normalisering van de betrekkingen
tussen Turkije en Cyprus is in de visie van het kabinet een cruciaal
onderdeel van het toenaderingsproces. Omdat Turkije het aanvullende
protocol bij het Verdrag van Ankara nog steeds niet volledig heeft
geĆÆmplementeerd, zal ook het komende jaar niet worden onderhandeld over
de acht hoofdstukken van het acquis communautaire die in 2006 werden
bevroren. De derde en laatste evaluatie van de Turkse implementatie van
het Ankara Protocol zal in het najaar van 2009 plaatsvinden. 

   

Kroatiƫ 

De Commissie stelt vast dat de onderhandelingen met Kroatiƫ voorspoedig
verlopen. In haar Mededeling zet de Commissie Kroatiƫ neer als
voorbeeld voor de regio. Mede vanuit dat oogpunt doet de Commissie een
voorstel voor een indicatief tijdpad voor afronding van de
onderhandelingen eind 2009. Nederland verwelkomt weliswaar de
aanzienlijke voortgang die Kroatiƫ het afgelopen jaar heeft geboekt in
het toenaderingsproces tot de EU, maar is tegen het noemen van data. Het
kabinet is voorts van mening dat het voorgestelde tijdpad niet
realistisch is wegens het gebrek aan voortgang op een aantal cruciale
dossiers, onder meer op het gebied van justitiƫle hervormingen en
mededinging. Ook moet op een aantal terreinen de implementatie van
regelgeving nog overtuigend gerealiseerd worden. De ervaring leert
bovendien dat het voortijdig noemen van streefdata in het
onderhandelingsproces de druk op een land vermindert om tijdig de
noodzakelijke hervormingen door te voeren. In de visie van het kabinet
handelt de Commissie hiermee in strijd met de geest van de
uitbreidingsstrategie. Minister Verhagen heeft de bedenkingen van het
kabinet over dit advies van de Commissie reeds overgebracht aan de
Commissaris belast met uitbreiding, de heer Rehn. Ook op andere
bilaterale en multilaterale niveaus heeft Nederland dit aan de orde
gesteld. In de komende onderhandelingen over de formulering van de
conclusies van de Raad over het uitbreidingspakket zal Nederland zich
verzetten tegen het noemen van een datum, zelfs al is die geclausuleerd.
De kwaliteit van het proces moet leidend zijn. 

Macedoniƫ

De Commissie schetst een gebalanceerd beeld van de voortgang die
Macedoniƫ het afgelopen jaar heeft geboekt. Zij uit zich onder meer
positief over de Macedonische resultaten ten aanzien van de economische
criteria en op het visumdossier. Anderzijds wijst de Commissie op de
vele uitdagingen die nog wachten op een daadkrachtige aanpak van de
autoriteiten. De Commissie refereert daarbij aan de voortdurend
haperende dialoog tussen regering en parlement, de voortschrijdende
politisering van het overheidsapparaat en de aanhoudende corruptie, die
symptomatisch zijn voor het politieke klimaat in Macedoniƫ. Het
teleurstellende verloop van de verkiezingen in juni jl. heeft de
Commissie verder gesterkt in haar oordeel dat Macedoniƫ de afgelopen
twaalf maanden onvoldoende resultaten heeft behaald om het geven van een
datum voor de start van de onderhandelingen te kunnen rechtvaardigen.
Dit oordeel wordt gedeeld door het kabinet. 

Overige landen met toetredingsperspectief

Albaniƫ 

Het kabinet deelt de constructief kritische beoordeling van de Commissie
ten aanzien van Albaniƫ. De Commissie constateert terecht dat de
grootste uitdagingen voor Albaniƫ betrekking hebben op de versterking
van het democratiseringsproces, de ontwikkeling van de rechtsstaat, de
bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad en de opbouw van
bestuurlijke capaciteit. Het kabinet huldigt de opvatting dat, voordat
sprake kan zijn van nieuwe stappen in het toenaderingsproces tot de EU,
het land eerst verder zal moeten werken aan de implementatie van zijn
Stabilisatie- en Associatieovereenkomst die in april 2006 werd
ondertekend. Het kabinet onderschrijft het oordeel van de Commissie dat
een transparant en democratisch verkiezingsproces in 2009 een
belangrijke toetssteen voor het Albanese toenaderingsproces zal zijn.  

Bosniƫ-Herzegovina

Het kabinet erkent dat de afgelopen periode voortgang is geboekt op een
aantal belangrijke terreinen, waaronder op het gebied van de
politiehervormingen en in de samenwerking met het Joegoslaviƫ Tribunaal
die thans als ā€˜bevredigendā€™ wordt gekwalificeerd. Desalniettemin
worden de zorgen die de Commissie uitspreekt over de situatie in
Bosniƫ-Herzegovina gedeeld. Het gebrek aan een gedeelde visie over de
toekomst van het land en het onverwerkte oorlogsverleden ondermijnen het
pre-accessie traject en het Dayton vredesakkoord. Hervormingen stagneren
en het ontbreekt aan politieke wil en daadkracht om de impasse te
doorbreken. Een lichtpuntje vormt het zeer recente akkoord tussen de
leiders van de drie grootste etnische partijen, dat op punten als de
pragmatische, Dayton-conforme, grondwetshervormingen en de voorziene
volkstelling met het oog op afronding van de terugkeer van vluchtelingen
het potentieel heeft dit tij te keren. Bosniƫ-Herzegovina zal zich de
komende tijd moeten concentreren op de implementatie van de
Stabilisatie- en Associatieovereenkomst, die in juni jl. werd
ondertekend. 

Montenegro

Het kabinet onderschrijft de aanmoediging van de Commissie aan de
Montenegrijnse autoriteiten om de inspanningen gericht op de
implementatie van de Stabilisatie- en Associatieovereenkomst, die in
oktober 2007 werd ondertekend, te continueren. Deze boodschap heeft
minister Verhagen ook neergelegd bij zijn Montenegrijnse ambtgenoot
Rocen, die hij sprak op 4 november jl. Naar verluidt zou Montenegro
voornemens zijn op korte termijn een lidmaatschapsaanvraag in te dienen.
In Nederlandse ogen is het op dit moment nog te vroeg voor nieuwe
kwalitatieve stappen in het uitbreidingsproces. De jonge republiek heeft
nog veel huiswerk op het gebied van de strijd tegen de georganiseerde
misdaad en corruptie. De Montenegrijnse autoriteiten ontberen vooralsnog
de benodigde capaciteit om een daadkrachtige aanpak te realiseren. 

Serviƫ

In april 2008 ondertekende de Raad de Stabilisatie- en
Associatieovereenkomst met Serviƫ. Tegelijkertijd besloot de EU - mede
op aandringen van Nederland - de aanbieding aan de parlementen van de
lidstaten van de overeenkomst ter ratificatie aan te houden, totdat de
Raad constateert dat Serviƫ volledig samenwerkt met het Joegoslaviƫ
Tribunaal. Voorts besloot de Raad de inwerkingtreding van de
interim-overeenkomst (waarmee grote delen van de overeenkomst
vooruitlopend op de ratificatie reeds in werking treden en die bij
overeenkomsten als deze gebruikelijk is) aan te houden. Hoewel de
Commissie terecht constateert dat met de uitlevering van Radovan
Karadzic een belangrijke stap is gezet, is van volledige samenwerking
met het Joegoslaviƫ Tribunaal op dit moment nog steeds geen sprake. In
haar Mededeling stelt de Commissie dat Serviƫ in 2009 de status van
kandidaat-lidstaat tegemoet kan zien, mits het land voldoet aan alle
gestelde voorwaarden. De Commissie, die de sleutelrol van Serviƫ in de
regio benadrukt, verbindt aan deze uitspraak niet de in de
uitbreidingsstrategie vastgelegde noodzaak eerst de Stabilisatie- en
Associatieovereenkomst in voldoende mate te implementeren (opbouw van
een overtuigend ā€˜track recordā€™). Het kabinet is van oordeel dat de
Commissie zich had moeten onthouden van het noemen van een datum, maar
onderschrijft wel de nadruk die de Commissie legt op de voorwaarden,
waaraan Serviƫ moet voldoen om de status uiteindelijk te verkrijgen.
Ook dit punt heeft minister Verhagen aangekaart bij Commissaris Rehn. 

Kosovo

Hoewel met Kosovo nog geen Stabilisatie- en Associatieovereenkomst werd
ondertekend, heeft ook dit land ā€“ op langere termijn - perspectief op
lidmaatschap van de EU. Complicerende factor daarbij is dat niet alle
lidstaten Kosovo hebben erkend, hetgeen een obstakel vormt voor de
afsluiting van een dergelijk gemengd akkoord. Het kabinet steunt het
voornemen van de Commissie in het najaar van 2009 een
haalbaarheidsstudie te presenteren over de wijze waarop het
integratieproces van Kosovo nader vorm kan krijgen. 

II	Voortgangsrapportages

Kandidaat-lidstaten

Kroatiƫ

Nederland deelt de mening van de Commissie dat Kroatiƫ het afgelopen
jaar aanzienlijke voortgang heeft geboekt in het toetredingsproces, met
name waar het gaat om het aannemen van nieuwe wetgeving en het
formuleren van strategieƫn en actieplannen. Het is echter nog te vroeg
om te kunnen beoordelen in hoeverre de behaalde resultaten beklijven.
Het kabinet wijst er op dat het nu vooral op implementatie van
geformuleerde actieplannen aankomt, zowel op nationaal als op lokaal
niveau. 

De voortgangsrapportage schetst een helder en realistisch beeld van de
vorderingen ten aanzien van de politieke criteria en de 35
onderhandelingshoofdstukken van het acquis communautaire. Op vrijwel
alle terreinen is voortgang geboekt, maar blijkt verdere verbetering
wenselijk en zelfs noodzakelijk. In de visie van het kabinet schijnt
enig licht tussen de behoudende en ook terecht kritische analyse die de
Commissie heeft neergelegd in de voortgangsrapportage en de positieve
boodschap in de Mededeling. Van de vijf condities die de Commissie
eerder dit jaar formuleerde om het geven van een indicatief tijdpad voor
de afronding van de onderhandelingen met Kroatiƫ eind 2009 te
rechtvaardigen, is aan Ć©Ć©n voorwaarde geheel en de overige vier niet
of slechts gedeeltelijk voldaan. Mede daar op een aantal cruciale
hervormingsdossiers nog de nodige stappen gezet dienen te worden, acht
het kabinet het voorgestelde tijdpad vooralsnog niet realistisch. 

De Commissie spreekt zich positief uit over het actieplan voor de
rechtsprekende macht dat werd aangenomen in juni 2008. Het kabinet deelt
evenwel de zorg van de Commissie ten aanzien van het uitblijven van
voortgang op de onderhandelingshoofdstukken 23 en 24 die betrekking
hebben op de rechterlijke macht en fundamentele rechten, resp. justitie,
vrijheid en veiligheid. Teneinde de inspanningen van de Kroatische
overheid te steunen heeft het Nederlandse ministerie van BZK onlangs met
Kroatiƫ afspraken gemaakt over samenwerking op het gebied van
binnenlandse veiligheid en civiele crisisbeheersing. Ook het ministerie
van Justitie en het ministerie van Buitenlandse Zaken en de EVD steunen
de Kroatische overheid op deze gevoelige onderwerpen, onder meer via het
Matra pre-accessie programma.

Het voortgangsrapport gaat niet in op de meest recente kabinetswijziging
van premier Sanader, die begin oktober een nieuwe minister van Justitie
en minister van Binnenlandse Zaken, alsmede een nieuw hoofd van politie
benoemde in reactie op een moordaanslag op een advocate in Zagreb. De
nieuwe ministers hebben sinds hun aantreden (kort na de sluiting van het
voortgangsrapport) een aantal hervormingen in gang gezet die vooralsnog
voorzichtig positief worden beoordeeld.    

Nederland hecht veel belang aan het op juiste wijze afhandelen van de
resterende rechtszaken inzake oorlogsmisdaden. Op dit moment zijn de
door Kroatiƫ geleverde inspanningen op zijn best gemengd. De Kroatische
autoriteiten erkennen een zekere etnische vooringenomenheid in lokale
rechterlijke uitspraken in deze zaken, maar verbinden hieraan geen
praktische consequenties. De voorstellen van de Kroatische regering
inzake de herbehandeling van in de jaren ā€™90 afgedane in absentia
zaken zijn een belangrijke indicatie voor voortgang op dit terrein. De
Commissie merkt terecht op dat zich opnieuw problemen hebben voorgedaan
in de samenwerking met het Joegoslaviƫ Tribunaal. De laatste berichten
in dat verband zijn weinig bemoedigend, problemen doen zich voor met de
overhandiging van documenten. Het kabinet blijft van oordeel dat
volledige samenwerking met het Tribunaal uiteindelijk voorwaarde blijft
voor toetreding. Minister Verhagen heeft dit tijdens zijn bezoek aan
Zagreb op 7 oktober jl. opnieuw benadrukt.  

Het kabinet kan zich vinden in de analyse van de Commissie dat de
wijdverbreide corruptie op politiek, economisch en institutioneel niveau
te wijten is aan het gebrek aan een cultuur van politieke
verantwoording. Het kabinet onderschrijft de voorzichtig positieve lijn
van de Commissie ten aanzien van het functioneren van USKOK (Office for
the Fight against Corruption and Organised Crime). Evenals vorig jaar
zal Kroatiƫ op dit gebied extra inspanningen moeten leveren, niet
alleen in de sfeer van sancties, maar ook op het gebied van preventie en
bewustwording. Terecht constateert de Commissie dat de vrije media waar
het gaat om rapportages over corruptie en georganiseerde misdaad in de
praktijk onder druk staat. Recente aanslagen in Zagreb hebben dit nog
eens onderstreept, hetgeen voor het kabinet aanleiding is op snelle en
effectieve maatregelen op dit terrein aan te blijven dringen.   

Terecht wordt door de Commissie geconstateerd dat de implementatie van
wet- en regelgeving ten aanzien van nationale minderheden te wensen
overlaat. De terugkeer en re-integratie van vluchtelingen verdient
verdere aandacht. Een en ander wordt onder meer bemoeilijkt door etnisch
gemotiveerde incidenten en discriminatie op lokaal overheidsniveau. De
Commissie merkt op dat de door Kroatiƫ voor 2007 geformuleerde
doelstelling voor huisvesting voor terugkerende vluchtelingen
grotendeels is behaald. Het kabinet hecht veel belang aan dit punt en
zal mede op grond van rapportages van andere internationale organisaties
en instellingen beoordelen of dit een terechte constatering is. 

Ten aanzien van het milieu wil het kabinet het volgende opmerken. Het
acquis op het gebied van milieu is omvangrijk. Het proces van omzetting
in nationale regelgeving, en vervolgens uitvoering en naleving van deze
regels is langdurig en kostbaar. Het kabinet heeft daar begrip voor. In
het toetredingsproces zou in de Nederlandse visie voorrang moeten worden
gegeven aan een viertal punten: 

1) bevordering van publieke participatie in de totstandkoming van het
milieubeleid; 

2) implementatie, naleving en handhaving van kaderregelgeving; 

3) horizontale milieuregelgeving (m.n. milieueffectrapportage en
integrale milieuvergunning);  4) klimaatverandering. 

Nederland is bereid zich in de onderhandelingen over de toetreding van
de kandidaatlidstaten ruimhartig op te stellen ten aanzien van gevraagde
overgangstermijnen. Wanneer de effecten van uitstel onomkeerbaar zijn
(bijvoorbeeld achteruitgang in biodiversiteit) of indien sprake is van
grensoverschrijdende effecten (met name bij de preventie en aanpak van
luchtvervuiling of watervervuiling), is uitstel van implementatie van
het acquis echter ongewenst.

Op het gebied van economische criteria steunt het kabinet het oordeel
van de Commissie dat Kroatiƫ beschouwd kan worden als een
functionerende markteconomie. Op middellange termijn zou het land in
staat moeten zijn de concurrentiekracht binnen de Unie het hoofd te
bieden, mits Kroatiƫ voortgang maakt met de implementatie van het
hervormingsprogramma. Consolidatie van de overheidsfinanciƫn, met name
aan de uitgavenkant, geniet prioriteit. 

Het kabinet is verheugd over het feit dat over het algemeen de Europese
integratie ten aanzien van handel en investeringen voorspoedig verloopt
en dat handel met omringende landen verder groeit. Het kabinet
onderstreept evenwel de beperkte voortgang van het juridische systeem,
met name het feit dat de tekortkomingen van het juridisch apparaat
verdere economische groei kunnen beperken. Rechtszaken worden te traag
afgehandeld en eigendomsrechten worden onvoldoende beschermd. Dit is met
name van belang voor de MKB-sector die aan belang heeft gewonnen in de
afgelopen periode. Privatisering van de staalindustrie en de
scheepswerven verdient prioritaire aandacht, conform de onderhandelingen
over het mededingingshoofdstuk uit het acquis communautaire.

Turkije

Het kabinet onderschrijft de algemene lijn van het voortgangsrapport en
constateert met de Commissie dat het afgelopen jaar maar heel beperkt
resultaat is geboekt op het gebied van de politieke Kopenhagencriteria. 

Het kabinet is bezorgd over de beperkte voortgang, die ook door de
Commissie wordt geconstateerd, op het gebied van de vrijheid van
meningsuiting. Het kabinet wijst in dit verband op de vervolgingen die
nog steeds plaatsvinden op grond van artikel 301 (en de gerelateerde
artikelen 215, 216 en 217) van de Turkse strafwet, dat belediging van
het turkendom strafbaar stelt. Zelfs als vervolging niet leidt tot
veroordeling, heeft het aanhangig maken van een zaak al schadelijke
effecten voor de betrokken journalist of schrijver. Vooralsnog is
onduidelijk of de recente amendering van artikel 301 het gewenste effect
zal hebben. Zo heeft minister Verhagen opheldering gevraagd en zorgen
uitgesproken over de recente arrestatie van de Turkse schrijver Temel
Demirer naar aanleiding van diens uitlatingen over de Armeense kwestie.
Daarnaast vormen de beperkingen op het gebruik van elektronische media,
waaronder de sluiting van websites als Youtube, een bron van zorg.

De vrijheid van godsdienst wordt volgens de Commissie algemeen
gerespecteerd. Het kabinet is op dit punt minder positief. Voor het
kabinet weegt zwaar dat, zoals de Commissie terecht opmerkt, niet-Moslim
gemeenschappen op diverse terreinen nog steeds worden gediscrimineerd.
Nederland steunt de oproep van de Commissie aan Turkije de vrijheid van
religie en de dialoog tussen religieuze organisaties verder te
bevorderen. Het kabinet kan nog geen oordeel vellen over de
implementatie van de in februari 2008 geamendeerde Wet op de
Stichtingen, daar de uitvoeringsregelingen pas op 9 oktober jl. in
werking zijn getreden.

Nederland is van mening dat de Turkse autoriteiten onvoldoende aandacht
besteden aan vrouwenrechten. Het gebrek aan gendergelijkheid baart het
kabinet zorgen: 60% van de vrouwen tussen 15-30 jaar gaat niet naar
school of werk en de participatie van vrouwen in het arbeidsproces is
het laagste van alle OESO-landen. Geweld tegen vrouwen, gedwongen
huwelijken en eerwraak blijven serieuze problemen. De Commissie merkt
terecht op dat de bestaande instrumenten om aan deze praktijken een halt
toe te roepen niet volstaan. Een extra inspanning is nodig om de kloof
tussen mannen en vrouwen te dichten. De oprichting van een Gender
Equality Body en een parlementair comitƩ op dit gebied kan hiertoe
bijdragen. Het Nederlandse ministerie van SZW heeft een twinning project
ter zake uitgevoerd.

Dat nog steeds gevallen van martelingen worden gerapporteerd, baart
Nederland grote zorgen. De Commissie constateert dat het aantal klachten
bij mensenrechtenorganisaties over gevallen van marteling, vooral buiten
detentie-instellingen, is gestegen. Het pleidooi van de Commissie voor
de strikte implementatie van een zero-tolerance beleid ten aanzien van
martelingen wordt door het kabinet onderschreven. De straffeloosheid van
daders van martelingen is het kabinet een doorn in het oog. Terecht
dringt de Commissie aan op de spoedige ratificatie van het optioneel
protocol bij het VN-martelingenverdrag. 

De oplossing van het Koerdische probleem vergt een bredere aanpak.
Daarin past de erkenning van de (culturele) rechten van de Koerdische
minderheid en de sociaal-economische ontwikkeling van het Zuid-Oosten.
In de visie van het kabinet oordeelt de Commissie te positief over het
voorgenomen besluit van het kabinet de ontwikkeling van het Zuid-Oosten
verder ter hand te nemen. Eerst zal moeten blijken of het besluit ook
daadwerkelijk wordt geĆÆmplementeerd.

Het kabinet houdt de vinger aan de pols ten aanzien van illegale
migratie en asielkwesties. Mede in dit licht is het kabinet
teleurgesteld dat Turkije de onderhandelingen over terug- en overname
overeenkomsten met de EU sinds december 2006 heeft opgeschort. Nederland
steunt de Commissie in haar streven de onderhandelingen voort te zetten.

Mede naar aanleiding van de sluitingszaak die de hoogste aanklager in
het voorjaar van 2008 aanspande tegen de AKP onderschrijft het kabinet
het pleidooi van de Commissie de wetgeving met betrekking tot de
politieke partijen in lijn te brengen met de jurisprudentie van het
Europees Hof voor de Rechten van de Mens.   

Ten aanzien van de interactie van de Turkse regering met andere
politieke actoren kan het volgende worden opgemerkt. Terecht uit de
Commissie zorgen over de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de
rechterlijke macht. In dit verband spreekt het kabinet de hoop uit dat
de Turkse autoriteiten uitvoering geven aan hun voornemen aan het eind
van het jaar een alomvattend plan voor de hervorming van de justitiƫle
sector aan te nemen. Aandacht dient eveneens uit te gaan naar de nog
steeds moeizame civiel-militaire relaties. De legerleiding doet nog
steeds politieke uitlatingen op terreinen waarvoor het leger geen
primaire verantwoordelijkheid draagt, zoals ten aanzien van Cyprus, de
sociaal-economische situatie in het Zuid-Oosten en de sluiting van
politieke partijen. Het kabinet is van mening dat de Turkse regering een
serieuze dialoog moet aangaan met het maatschappelijk middenveld over
het democratisch proces en de mensenrechten en daarbij ook de meest
kritische organisaties moet betrekken. In dat verband acht het kabinet
het positief dat niet alleen de oppositiepartijen maar ook het
maatschappelijk middenveld zich heeft kunnen uitspreken over het
Nationaal Programma voor de Adoptie van het Acquis, de werkkalender van
de Turkse autoriteiten voor het EU hervormingsproces.   

Voor de visie van de Nederland ten aanzien van het milieu kan worden
verwezen naar het gestelde bij de appreciatie van de
voortgangsrapportage over Kroatiƫ.  

Het kabinet steunt het oordeel van de Commissie dat Turkije kan worden
aangemerkt als een functionerende markteconomie op grond van de
economische Kopenhagencriteria. Het land moet de concurrentie binnen de
EU op de middellange termijn aankunnen, als het verder werkt aan de
benodigde hervormingen. Turkije heeft een krachtig stabilisatieprogramma
geĆÆmplementeerd en moet zich nu richten op versterking van het
groeipotentieel door middel van overheidsinvesteringen en sectorale
hervormingen. De Turkse economie blijft relatief goed presteren en lijkt
de financiƫle crisis tot nu toe redelijk goed het hoofd te bieden. De
Commissie constateert evenwel terecht dat de aanzienlijke
afhankelijkheid van buitenlandse financieringsbronnen risicoā€™s met
zich meebrengt voor de macro-economische stabiliteit. Het aflopen van
het IMF-programma in mei 2008 onderstreept het belang van een strak
fiscaal beleid en terugdringing van de overheidsuitgaven. Op het terrein
van budgettair en monetair beleid, arbeidsmarktbeleid, privatisering en
staatssteun zijn meer hervormingen nodig. 

Ondanks een zekere stabilisering van de handel tussen de EU en Turkije,
blijft de EU voor Turkije de grootste handels- en investeringspartner.
Van verdere marktopenheid en EU-integratie zou een stimulerende invloed
kunnen uitgaan. De toename van het tekort op de lopende rekening zou
kunnen duiden op een negatieve concurrentieontwikkeling. 

Mede in het licht van bovenstaande appreciatie, hecht Nederland sterk
aan de besluitvormingsprocedure in de uitbreidingsstrategie volgens
welke onderhandelingshoofdstukken louter met unanimiteit kunnen worden
geopend. Het gebrek aan voortgang bij de implementatie van het Ankara
protocol betekent dat de acht ā€˜bevrorenā€™ onderhandelingshoofdstukken
niet geopend kunnen worden.   

Macedoniƫ

Het kabinet deelt de evenwichtige appreciatie en het gros van de
bevindingen van de Commissie. Ofschoon zeker de nodige positieve
resultaten zijn geboekt in de uitvoering van de door de Commissie
gestelde voorwaarden en prioriteiten, concludeert de Commissie in de
visie van het kabinet met recht dat Macedoniƫ nog niet toe is aan een
volgende stap in het toetredingsproces. 

De Commissie benadrukt in haar rapportage de nog steeds duidelijk
haperende dialoog tussen regering en parlement. Ontegenzeggelijk is met
het aantreden van de nieuwe regering een betere basis voor constructieve
besluitvorming ontstaan. Niettemin tonen de ontwikkelingen rondom de
boycot van het wetgevende proces door twee oppositiepartijen dat nog de
nodige stappen moeten worden gemaakt alvorens van een functionerende
parlementaire democratie kan worden gesproken. Ook het in de afgelopen
periode oneigenlijk toegepaste gebruik van de noodprocedure voor
wetgeving door de Macedonische regering heeft de kwaliteit van wetten en
democratiseringsproces ondermijnd. Aan deze praktijk is overigens
inmiddels een einde gekomen door de aanvaarding van een nieuw reglement
van orde voor het parlement. De gespannen samenwerking tussen de
president en de premier heeft een negatief effect op de noodzakelijke
eenheid in beleid, hetgeen zich met name wreekt in het dispuut met
Griekenland over de naamkwestie. Het kabinet deelt de zorgen van de
Commissie met betrekking tot de beperkte invloed van het maatschappelijk
middenveld op het politieke proces. 

Het kabinet deelt het oordeel van de Commissie dat verdere hervorming en
versterking van het overheidsapparaat noodzakelijk is. De
voortschrijdende politisering en de gebrekkige transparantie bij
rekrutering en benoemingen binnen de ambtenarij ondermijnen het
functioneren van de overheid. De zwakke capaciteit van de overheid werkt
ook door op de implementatie van het acquis communautaire, zowel op
centraal als gemeentelijk niveau. 

De uitvoering van het Ohrid Framework (OFA) verloopt relatief goed. Wel
is het kabinet met de Commissie van mening dat meer inspanningen nodig
zijn met betrekking tot de integratie van etnische minderheden. Deze
verloopt met name in de onderwijssector slecht en is de oorzaak van
inter-etnische spanningen. Het kabinet deelt de zorgen van de Commissie
met betrekking tot de slechte levensomstandigheden van Roma. Deze worden
zichtbaar achtergesteld en leven in grote armoede.

Positief is de voortgang met betrekking tot de justitiƫle hervormingen
waarbij de onafhankelijkheid van de magistratuur geleidelijk verbetert,
hoewel politiek gemotiveerde benoemingen nog steeds voorkomen.
Personeels- en financieringstekorten ondermijnen echter de efficiency
van de justitiƫle sector. Het kabinet is van mening dat de Commissie
meer zou mogen benadrukken dat het nog vaak schort aan uitvoering van
(nieuwe) wetgeving. 

Het kabinet is het eens met de aandacht die de Commissie besteedt aan de
bestrijding van corruptie en constateert dat enige voortgang wordt
geboekt, hetgeen onder meer blijkt uit enkele prominente zaken die onder
de rechter liggen. De uitvoering van aanbevelingen van de State Audit
Office en de State Anti-Corruption Commission blijft echter dikwijls
achterwege. Macedoniƫ blijft een doorgangsland voor mensenhandel.
Bestrijding van de georganiseerde misdaad dient serieus ter hand te
worden genomen. 

Het Nederlandse ministerie van BZK onderzoekt de mogelijkheden voor het
aangaan van structurele niet-operationele samenwerking met Macedoniƫ.

Het kabinet constateert dat de economie zich goed blijft ontwikkelen. De
macro-economische stabiliteit werd verbeterd door effectiever
belastinginning, verlaging van de arbeidsbelasting en toegenomen
investeringen in het onderwijs en de infrastructuur. Tegelijkertijd
wordt een toename van zowel de inflatie als ook het handelstekort
waargenomen en lijkt de Macedonische regering voor 2009 aan te sturen op
een begrotingstekort van 3%, in weerwil van de adviezen van het IMF.
Deze ontwikkelingen, gecombineerd met de huidige mondiale financiƫle
crisis, kunnen afbreuk doen aan de recent gerealiseerde
macro-economische verbeteringen. 

Op termijn moet de Macedonische economie in staat worden geacht
concurrentie uit de EU aan te kunnen. Maar dat vereist wel dat
Macedoniƫ vast blijft houden aan een stevig hervormingsprogramma. De
werkloosheid is nog steeds erg hoog. Er is sprake van een grote
informele economie. Corruptie en georganiseerde misdaad hinderen een
gezonde economische ontwikkeling. Met betrekking tot de overname van het
acquis communautaire zijn op veel economische terreinen duurzame
resultaten geboekt. Voortgang blijft evenwel achter op het terrein van
vrij verkeer van werknemers en diensten, de overname van intellectuele
eigendomsrechten en op het terrein van voedselzekerheid en het
veterinaire en fytosanitair beleid. 

Albaniƫ

Het kabinet onderschrijft de voorzichtig positieve toon van het
voortgangsrapport. De verbeterde samenwerking tussen politieke actoren
heeft inmiddels tot tastbare resultaten in de uitvoering van de
hervormingen geleid. Positief is ook het gevoerde buitenlands beleid dat
op handhaving van de stabiliteit in de regio is gericht. Niettemin
resteert, zoals de Commissie terecht aangeeft, een groot aantal serieuze
uitdagingen. 

Net als de Commissie is het kabinet van oordeel dat het politieke
klimaat weliswaar verbeterd is, maar dat het functioneren van de
parlementaire democratie voortdurende aandacht behoeft. Naar de mening
van het kabinet zou in dat verband in het rapport een verwijzing naar
het nog altijd heersende nepotisme en de autocratische stijl van regeren
van minister-president Berisha op zijn plaats zijn. Ook de bij tijd en
wijle dreigende vermenging van uitvoerende, wetgevende en rechtsprekende
macht had prominenter benoemd kunnen worden. Terecht wijst de Commissie
erop dat de aanpassing van de kieswet, mede met het oog op de
parlementaire verkiezingen in 2009, prioritaire aandacht verdient. Een
ordelijk, transparant en democratisch verloop van die verkiezingen is
voor Albaniƫ van cruciaal belang.

Nederland onderschrijft de zorgen van de Commissie over de zwak
functionerende Albanese overheid. Positief is dat institutionele
aanpassingen zijn doorgevoerd ter bevordering van de EU-coƶrdinatie, de
uitvoering van verplichtingen die voortvloeien uit de Stabilisatie- en
Associatieovereenkomst en de implementatie van het acquis communautaire.
Deze dienen verder versterkt te worden. De ambtenarij is verregaand
gepolitiseerd; er is sprake van frequente stafwisselingen en een gebrek
aan transparantie in de uitvoering van wet- en regelgeving.
Verantwoordingsstructuren zijn zwak ontwikkeld waardoor misbruik en
willekeur worden bevorderd. 

Net als de Commissie is het kabinet van mening dat slechts beperkte
voortgang is geboekt ten aanzien van de benodigde justitiƫle
hervormingen. De rechterlijke macht functioneert weinig efficiƫnt. De
rechtsgang verloopt traag en is weinig transparant. Dit is mede het
gevolg van het ontbreken van een omvattende strategie voor de
hervormingen, een onvolledig wettelijk kader en personele en financiƫle
tekorten. 

Nederland onderschrijft de hoge prioriteit die de Commissie geeft aan
corruptiebestrijding. De resultaten die op dit terrein zijn geboekt
beperken zich voornamelijk tot de kleinschalige ā€œadministratieveā€
corruptie. De Commissie benadrukt terecht dat het voor de
geloofwaardigheid van de Albanese regering cruciaal is dat het lopend
onderzoek naar vermeende corruptie en illegaliteit rond de Gerdec-ramp
doortastend wordt aangepakt. De Commissie had echter in de Nederlandse
visie ook moeten verwijzen naar het grote aantal andere prominente zaken
waarbij betrokkenheid van (zeer) hooggeplaatsten aan de orde zou kunnen
zijn. 

 

Het kabinet kan zich vinden in het oordeel van de Commissie dat de
Albanese economie zich verder heeft ontwikkeld richting een
functionerende markteconomie. De economische groei in Albaniƫ zet door,
de overheid wist de inflatie te bedwingen en belangrijke stappen zijn
gezet ter verbetering van het ondernemersklimaat. Desalniettemin kampt
Albaniƫ nog steeds met grote problemen. De gebrekkige infrastructuur,
haperende elektriciteitsvoorziening, een tekort aan gekwalificeerd
personeel en corruptie blijven de concurrentiekracht van de economie
ondermijnen. Het bestaan van een grote informele economie wijst verder
op een inadequaat functionerend handhavingsapparaat en is een bedreiging
voor de verdere ontwikkeling van de formele economie. Eigendomsrechten
zijn nog niet volledig gegarandeerd hetgeen de instroom van
noodzakelijke buitenlandse investeringen niet ten goede komt. En nog
steeds hinderen corruptie en de georganiseerde misdaad een gezonde
economische ontwikkeling in Albaniƫ. Verdere structurele hervormingen
en investeringen op genoemde terreinen zijn cruciaal om op termijn met
succes toe te kunnen treden tot de EU.  

Bosniƫ-Herzegovina

Hoewel de Commissie enige voortgang in Bosniƫ-Herzegovina constateert,
legt zij in haar rapportage nadruk op de politieke onwil om serieus werk
te maken van de benodigde hervormingen. 

De Commissie uit terecht bezorgdheid over de niet aflatende retoriek van
de politiek leiders en de resulterende stagnatie in het
hervormingsproces. In haar rapportage wijst de Commissie met name de
Republika Srpska aan als schuldige partij. De Commissie stelt een
gebrekkige voortgang vast ten aanzien van de grondwetsherziening,
hetgeen ten koste gaat van de opbouw van functionele en duurzame
institutionele structuren ā€“ Ć©Ć©n van de prioriteiten van het Europese
Partnerschapsdocument. 

Met betrekking tot de kwaliteit van het bestuur worden de inmiddels
bekende gebreken vastgesteld. Het legislatieve proces is traag, wordt
vaak onderbroken en levert zeer weinig wetgeving op. In het parlement en
door het presidentschap wordt grotendeels langs etnische lijnen gewerkt
en gestemd. De gehanteerde etnische verdeelsleutel vertraagt benoemingen
en heeft niet zelden tot gevolg dat belangrijke functies worden bezet
door minder gekwalificeerde personen. De Commissie belicht onvoldoende
de nadelen van de rotatieafspraken met betrekking tot het
voorzitterschap van parlement en presidentschap. 

De samenwerking van Bosniƫ-Herzegovina met het Joegoslaviƫ Tribunaal
wordt beschouwd als bevredigend. Wel zou de Republika Srpska in gebreke
blijven om de ontsnapte Radovan Stankovic te arresteren. Het State Court
heeft de zaken die het Tribunaal heeft overgedragen naar tevredenheid in
behandeling genomen en houdt zich tevens bezig met een aantal verwante
zaken. 

De Commissie benoemt in haar rapportage de aanhoudende corruptie, maar
had hier in de visie van het kabinet nog meer aandacht aan kunnen
schenken. Dat Bosniƫ-Herzegovina op dit terrein hekkensluiter van de
regio dreigt te worden, baart het kabinet zorgen. De Commissie noteert
onvoldoende inspanning van de Bosnische autoriteiten om de rechten van
teruggekeerde vluchtelingen te waarborgen. In algemene termen is
beperkte voortgang geboekt ten aanzien van economische en sociale
rechten, maar schort het nog aan de uitvoering van wettelijke bepalingen
ter zake.

Het kabinet deelt de mening van de Commissie dat de voortgang van
Bosniƫ-Herzegovina richting een functionerende markteconomie matig is.
De Commissie constateert dat de economie van Bosniƫ-Herzegovina blijft
groeien. De coƶrdinatie van het economisch beleid is verbeterd. De
macro-economische stabiliteit van Bosniƫ-Herzegovina is daarentegen
afgenomen ten gevolge van toegenomen buitenlandse schulden en inflatie,
evenals de expansiegerichte fiscale politiek. De grote publieke sector
drukt nog steeds zwaar op de economie en het privatiseringsproces is nog
steeds traag. Werkloosheid blijft daarnaast hoog. De regelgeving voor
het zakendoen is enigszins versoepeld, maar de Commissie constateert dat
verbeteringen nodig zijn om tot een aantrekkelijke ā€˜business
environmentā€™ te komen. Op verschillende aan de interne markt
gerelateerde terreinen, zoals staatssteun, aanbesteding en intellectueel
eigendom, is ook in de visie van het kabinet onvoldoende vooruitgang
geboekt.

Montenegro

Het beeld dat de Commissie schetst ten aanzien van de voortgang in
Montenegro is voorzichtig positief. Het kabinet deelt de observatie van
de Commissie dat Montenegro het afgelopen jaar niet alleen een grondwet,
maar ook belangrijke wetgeving op het gebied van onder meer energie en
ruimtelijke planning heeft aangenomen. Tegelijkertijd signaleert de
Commissie in haar voortgangsrapportage een gebrek aan politiek draagvlak
binnen en buiten het parlement, dat de duurzame implementatie van deze
wetgeving kan belemmeren. 

De zorgen van de Commissie over het rechtssysteem van Montenegro, dat
kampt met een gebrek aan onafhankelijkheid en capaciteitsproblemen,
worden door het kabinet onderschreven. Het parlement en de president
zijn betrokken bij de benoeming van openbaar aanklagers en de rechters
van het constitutionele hof. Aanklagers beschikken over te weinig
personeel, onvoldoende technische apparatuur en ontberen actuele kennis
over moderne onderzoekstechnieken op het gebied van bijvoorbeeld fraude.


Ten onrechte maakt de Commissie in haar rapportage nauwelijks melding
van de problematiek die wordt veroorzaakt door de regels die gelden voor
dubbele nationaliteit (Montenegrijns en Servisch), die gevolgen heeft
voor de kiesregisters. Dit is niet alleen van belang voor het
functioneren van de interne democratie, maar heeft ook een negatieve
weerslag op de betrekkingen met Serviƫ. 

De Commissie constateert dat corruptie een groot probleem blijft in
Montenegro. Weliswaar hebben de Montenegrijnse autoriteiten een begin
gemaakt met de versterking van het juridische kader voor
corruptiebestrijding, zijn de salarissen van ambtenaren verhoogd en
werden anti-corruptie instellingen beter uitgerust, maar van adequate
controle op het staatsbudget, financiering van politieke partijen,
privatiseringen en openbare aanbestedingen is nog geen sprake. Het
kabinet onderschrijft de conclusie van de Commissie dat de
Montenegrijnse autoriteiten gedane beloftes ten aanzien van
corruptiebestrijding met voorrang moeten waarmaken. 

De Montenegrijnse economie is sterk gegroeid, maar vertoont nogal wat
onevenwichtigheden. Van verdere diversificatie van de economie was de
afgelopen periode geen sprake. De lopende rekening vertoont een groot
tekort. De financiering daarvan is onder druk komen te staan door de
recente kredietcrisis. Ondanks het grote aantal inactieven nemen de
lonen toe, omdat vraag en aanbod op de arbeidsmarkt niet op elkaar
aansluiten. Eveneens bleef een adequate verbetering van de regelgeving
achterwege. Het kabinet is bezorgd over de corruptie en criminele
activiteiten, die een gezonde ontwikkeling van de formele economie
verhinderen en een obstakel vormen voor een efficiƫnte en transparante
vergunningverlening en eigendomsregistratie. Met betrekking tot de
overname van het acquis communautaire is de voortgang op veel
economische terreinen slechts marginaal. 

Serviƫ

Uit de rapportage van de Commissie blijkt dat Serviƫ het afgelopen jaar
weinig voortgang heeft geboekt in het aannemen en implementeren van
nieuwe wetgeving. De samenwerking tussen regering en parlement verliep
de afgelopen periode uiterst moeizaam. Dit kan onder meer worden
verklaard door de binnenlandspolitieke spanningen als gevolg van de
onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo en de daarmee samenhangende
presidents-verkiezingen in februari respectievelijk mei 2008 alsmede de
uitlevering van de van oorlogsmisdaden verdachte Radovan Karadzic, die
op politieke weerstand stuitte.

Het kabinet onderschrijft de kritische observatie van de Commissie dat
in Serviƫ de scheiding der machten onvoldoende gewaarborgd is.
Politieke partijen hoeven parlementariƫrs niet volgens de
verkiezingslijsten aan te stellen en kunnen hen op ieder moment uit hun
functie ontheffen. Daarnaast heeft het parlement een rol bij de
aanstelling van rechters. De Commissie signaleert dat de Servische
autoriteiten onvoldoende middelen beschikbaar stellen voor het adequaat
functioneren van onafhankelijke overheidsorganen als de ombudsman, de
nationale rekenkamer, de commissaris voor vrije toegang tot openbare
informatie en de publieke aanbestedingscommissie. De Commissie geeft aan
dat zij van de betrokken instanties klachten heeft ontvangen over de
werkomstandigheden die hun onafhankelijkheid ondermijnen. Hun
aanbevelingen zouden bovendien onvoldoende worden opgevolgd. Het kabinet
meent dat Commissie Serviƫ hier namens de lidstaten directer op mag
aanspreken.

De Commissie beschrijft op evenwichtige wijze het gebrek aan voortgang
op de voor Nederland prioritaire gebieden. Zij vraagt aandacht voor de
problemen rond de rechterlijke macht (wegwerken van achterstanden,
bevorderen van de onafhankelijkheid en het uitbreiden van de
mogelijkheden voor hoger beroep) en voor de noodzaak witwaspraktijken
tegen te gaan. Daarnaast wordt Serviƫ opgeroepen de bewegingsvrijheid
van het maatschappelijk middenveld te vergroten en het minderhedenbeleid
te versterken, met name ten aanzien van LGBT, religieuze minderheden en
Roma. Ook benoemt de Commissie met een verwijzing naar de intimidatie
van kritische journalisten het belang van bescherming van de vrijheid
van meningsuiting. 

De Commissie schetst een gemengd beeld van het functioneren van de
Servische politie. Serviƫ heeft in september 2008 een overeenkomst voor
strategische samenwerking met Europol getekend en onlangs een nieuwe
politieschool geopend. Daarnaast ratificeerde Serviƫ de Conventie voor
Zuid-Europese Politiesamenwerking. Tegelijkertijd constateert de
Commissie dat geloofwaardige strategieƫn voor de strijd tegen
georganiseerde misdaad, terrorisme, drugsmisbruik en buurtpolitie
ontbreken. Voor de goede orde merkt het kabinet op dat de gevraagde
strategieƫn te zijner tijd ook met bevredigende resultaten
geĆÆmplementeerd zullen moeten worden. Het Nederlandse ministerie van
BZK beziet thans de mogelijkheden voor intensivering van de structurele
niet-operationele politiesamenwerking met Serviƫ. 

Het kabinet is het eens met de Commissie dat in Serviƫ nauwelijks
voortgang is richting een functionerende markteconomie. Het
voortgangsrapport meldt stijgende groeicijfers en intensievere handel
met de EU. De Commissie waarschuwt dat Serviƫ met het oog op de
financiƫle crisis en grote overheidsuitgaven moet werken aan hogere
belastinginkomsten. Ook een minder expansief monetair beleid is gewenst.
Het kabinet kan zich vinden in deze aanbevelingen en in de bevinding van
de Commissie dat de regeldruk nog steeds te hoog is en de arbeidsmarkt
te rigide. In de strijd tegen corruptie is te weinig voortgang geboekt.
Het kabinet onderschrijft de opvatting van de Commissie dat
privatisering van staatsbedrijven dient te worden voortgezet.
Structurele hervormingen blijven hard nodig. De overheidsbureaucratie
moet worden teruggedrongen, mede om de ontwikkeling van de private
sector meer kansen te geven.

Kosovo

Het kabinet kan zich in grote lijnen vinden in de appreciatie van de
Commissie. De uitdagingen voor Kosovo, dat in februari 2008 de
onafhankelijkheid uitriep, zijn talrijk. 

Positief is dat de veiligheidssituatie in Kosovo relatief goed is. Sinds
het land zich begin dit jaar onafhankelijk verklaarde, is er weinig
inter-etnisch geweld geweest en zijn er geen vluchtelingenstromen op
gang gekomen. Het kabinet verwelkomt de beheerste en soms zelfs
verzoenende houding van de Kosovaarse regering ten opzichte van de
Servische gebieden. Dit blijft onderbelicht in de rapportage van de
Commissie. De Commissie verwijt de autoriteiten in Pristina dat de
doelstellingen ten aanzien van de vertegenwoordiging van de Servische
minderheid niet zijn gehaald en dat de rechtshandhaving in de Servische
gebieden te wensen overlaat. In het oordeel van het kabinet had de
Commissie in dit verband meer aandacht mogen vragen voor de rol van de
andere betrokken partijen. De medewerking van de Kosovo-Servische
autoriteiten is immers beperkt en het massale vertrek van leden van de
Kosovo-Servische politiedienst heeft de situatie evenmin verbeterd.

De rapportage bevat een positief oordeel over het juridische kader
(grondwet, lagere regelgeving) dat in lijn is met Europese en
internationale standaarden. Het komt nu aan op implementatie en de
capaciteit die daarvoor nodig is - politieke beĆÆnvloeding en nepotisme
moeten worden uitgebannen. Het kabinet acht vooral de rechten van
minderheden van belang. Corruptie en georganiseerde misdaad blijven,
ondanks de door de Commissie geconstateerde vooruitgang, een punt van
grote zorg. De Kosovaarse regering ontbeert op dit punt een
geloofwaardige strategie.

De Commissie constateert dat de Kosovaarse economie sneller groeit dan
in vorige jaren. Buitenlandse investeringen nemen toe en de economie
wordt steeds meer gedreven door de private sector. Tegelijkertijd
drukken ongeplande budgettekorten, stijgende inflatie, hoge werkloosheid
en oplopende tekorten in de handel met het buitenland de
macro-economische prestaties. De economische ontwikkeling wordt
belemmerd door de stagnerende privatisering, haperende
energievoorziening, onvoldoende rechtszekerheid, gebrekkige
infrastructuur, en ontoereikende scholing en capaciteit. Het kabinet
acht verdere voortgang in de harmonisatie met Europees beleid met name
ten aanzien van douane, landbouw en vrij verkeer van goederen van groot
belang en betreurt het dat de implementatie en handhaving vooralsnog
beperkt blijft. 

       

 vrij verkeer van goederen; transport; douane unie; landbouw; visserij;
externe betrekkingen; vrij verkeer van vestiging en diensten;
financiƫle diensten. 

 PAGE   17 

 PAGE   1