[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Bijlage 1 Stand van zaken Agrologistiek 2008/2009

Bijlage

Nummer: 2008D17938, datum: 2008-11-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Stand van zaken Agrologistiek 2008/2009 (2008D17937)

Preview document (🔗 origineel)


Bijlage 1

Stand van zaken Agrologistiek  2008/2009

Het Platform Agrologistiek is door het ministerie van LNV opgericht om
efficiëntere logistiek van agrarische goederen te stimuleren. Gekozen
is voor een netwerkorganisatie. De ministeries van LNV, V&W, VROM en EZ
werken onderling en met het bedrijfsleven nauw samen om de
doelstellingen van de Visie Agrologistiek te verwezenlijken. 

Het Platform hanteert daarbij een vernieuwende wijze van werken. In
opdracht van de Tweede Kamer startte het Platform met de selectie en
ondersteuning van private initiatieven, die als pilotproject de helpende
hand werd geboden. Medio 2008 zijn onder de beschermende paraplu van het
Platform 

15 projecten in uitvoering.

Een aantal daarvan is afgerond, andere zijn nog in ontwikkeling.

Het Platform Agrologistiek fungeert nog immer als aanjager voor
vernieuwend denken en doen als het gaat om logistieke processen in de
agrosector te optimaliseren. Voor betrokken partijen in het publieke en
private domein is het begrip agrologistiek geen abstractie meer, maar
een speelveld waarop door gezamenlijke inspanning aantoonbare winst valt
te behalen. Het idee van het Platform Agrologistiek om 2009 te
bestempelen als ‘Jaar van de Agrologistiek’ sluit aan bij andere
Rijksbreed gedragen initiatieven en wordt mede daardoor breed gedragen.
Het ‘jaar van de agrologistiek’ schept een kader voor nieuwe
activiteiten en biedt handvatten om de boodschap van het Platform in
ruimere kring uit te dragen

Uitgangspunten Visie Agrologistiek

De uitgangspunten van de Visie Agrologistiek staan nog recht overeind.
De centrale pijlers in de Visie zijn clusteren, verbinden en regisseren.

Clusteren staat voor het tegengaan van versnippering bij de primaire
productie, verwerking en distributie van agrarische producten en
voedingsmiddelen. Bijeenbrengen van deze activiteiten doet het aantal
transportbewegingen aanzienlijk dalen.

Bij verbinden gaat het er om aan- en afvoerstromen van grondstoffen en
producten slim te bundelen tot dikkere vervoersstromen, waardoor de
vervoersbehoefte als totaal afneemt. Afstemming met, en inzet van andere
modaliteiten als railvervoer en binnenvaart, passen in dit plaatje. 

De huidige stand van de informatie- en communicatietechnologie levert
een belangrijke bijdrage aan het regisseren van goederenstromen. Een
virtuele markt biedt in potentie vele voordelen. Minder kilometers, geen
sanitaire en fytosanitaire risico’s, en geen onnodig transport van
dieren.

De implementatie van bijvoorbeeld elektronische im- en
exportcertificaten (CLIENT) bespoedigt niet alleen de inklaring van
goederen, maar maakt ook gerichtere controles mogelijk.

Er is nog veel te winnen met de ontwikkeling van een digitale
infrastructuur. Het Platform Agrologistiek, dat zich in hoofdzaak richt
op het vervoer van goederen, is zich ervan bewust dat de oplossing deels
ligt in een intelligent beheer van het transport van data.

De genoemde pijlers hebben alle als kenmerk dat zij het probleem bij de
bron willen aanpakken. Zij dagen overheid en bedrijfsleven uit een open
oog te hebben voor innovaties en waar mogelijk die te implementeren.

Met als gevolg: een beter milieu door minder transportbewegingen,
efficiëntere bedrijfsprocessen en minder kosten voor de ondernemers in
de keten.

En dat is zowel goed voor het bedrijf, de consument en het milieu, als
de Nederlandse economie als geheel.

Speelveld

Agrologistiek bestrijkt derhalve een breed speelveld. Agrologistiek
handelen heeft positieve effecten op meerdere maatschappelijke thema’s
en aandachtsvelden. Hieronder zijn die schematisch in beeld gebracht. 

	

 

	

	

Positiebepaling

Het Platform Agrologistiek is zich ervan bewust dat het een radertje is
binnen een groter geheel van actoren en beleidsvelden die minder files,
minder CO2-uitstoot, betere bereikbaarheid en verhoogde logistieke
concurrentiekracht nastreven. Dit brengt met zich mee dat het Platform
zich periodiek moet beraden op zijn positie in een veranderende
omgeving. Zich gesteund wetende door ministeries en vertegenwoordigers
van bedrijfsleven is in eerste instantie gekozen voor een inductieve
aanpak. Geen beleid maken vanachter het bureau, maar door adoptie en
ondersteuning van pilotprojecten zicht krijgen op wat er in de praktijk
mogelijk is. Het initiatief ligt bij de ondernemer. Het Platform staat
hem/haar terzijde met advies, menskracht, onderzoek, het creëren van
openingen naar overheden en financiers en het in kaart brengen van
belemmeringen.

Die pilotprojecten, hoe belangrijk ook, dienen een groter doel. Zij
kunnen als voorbeeld dienen voor andere ondernemers, de sector en lokale
overheden. De opgave is een vermenigvuldigingseffect te bewerkstelligen.
Het secretariaat van het Platform Agrologistiek zelf is qua menskracht
en middelen beperkt en begeleiding van tientallen projecten zou de
spankracht van de organisatie te boven gaan.

Vandaar dat het Platform veel energie gestoken heeft in het uitdragen
van de boodschap. Via de website, congressen, workshops, nieuwsbrieven
en persexcursies heeft het Platform zich ingespannen om het
agrologistieke denken ingang te doen vinden bij relevante partijen. Om
effecten op landelijk niveau te bewerkstelligen is nodig dat de drie
pijlers ‘clusteren, verbinden en regisseren’ op grote schaal worden
toegepast. Dit is in een eerdere brief  (2007) ’Massa Maken’
genoemd.

Brede aanpak

Zonder afscheid te nemen van de projecten en nog immer vervuld van
zendingsdrang, staat het Platform voor een nieuwe fase. Initiatieven van
onderop blijven hun waarde behouden, maar er is meer nodig. 

Tegelijkertijd moet er door alle betrokken partijen, en niet in de
laatste plaats de overheid, gestreefd worden naar een meer
overkoepelende aanpak. Een benadering die zich vertaalt in een meer
voorwaardenscheppend beleid, het beter op elkaar afstemmen van
programma’s, het schrappen of aanpassen van wet- en regelgeving.

Agrologistiek heeft vergezichten nodig die richting geven aan het
handelen. Dus meer aandacht voor infrastructuur, de samenhang van
maatregelen en incentives en de scoop richten op grotere verbanden.

Alleen dan komt die systeemsprong tot stand die fundamentele oplossingen
op de middellange termijn mogelijk maken.

Voor veranderingen in systemen en ketens is doorgaans meer nodig dan de
beschikbaarheid van nieuwe technologie. Essentieel is dat mensen anders
tegen een bepaalde problematiek aankijken en daardoor activiteiten en
processen anders gaan organiseren. Die veranderingsgezindheid neemt toe
als er krachtige incentives zijn die nut en noodzaak daarvan
onderstrepen. Op het terrein van Agrologistiek winnen die incentives
niet alleen aan kracht, het worden er ook meer!

Bij het opstellen van de Visie stond het sterk toenemende
goederenvervoer en het dichtslibben van de wegen centraal. Dit vraagstuk
is alleen maar nijpender geworden. Alle beschikbare voorspellingen gaan
er van uit dat het vrachtvervoer in 20 jaar een verdubbeling te zien zal
geven. Naast de gevolgen voor het milieu zal ook het internationale
handelsverkeer ernstige belemmeringen ondervinden vanwege langere
transporttijden.

Verkeersindigestie is niet de enige drijfveer om logistieke processen
anders aan te pakken. Er zijn andere issues bijgekomen zoals de
klimaatverandering en de hoge brandstofprijzen ten gevolge van
schaarste.

Dit alles maakt dat de uitgangspunten van de Visie Agrologistiek,
gericht op het terugdringen van onnodige transportbewegingen, actueler
zijn dan ooit.

Monitoring (BCI, 2007) van 13 projecten geadopteerd door het Platform
Agrologistiek  heeft uitgewezen dat er aanzienlijke besparingen behaald
kunnen worden. Bij welslagen van alle projecten scheelt dat al 3 miljoen
ritkilometers en 2600 ton CO2-uitstoot op jaarbasis.

Wereldwijd, zo bleek op het International Transport Forum in Leipzig
(mei 2008), wordt het merendeel van de oplossingen gezocht in
technologische vernieuwingen, zoals zuiniger auto‘s.

Bij de daar gevoerde discussie kwamen de sociale en culturele aspecten,
die processen in sterke mate beĂŻnvloeden, nauwelijks aan de orde.
Evenals de mogelijkheden om vernieuwings- processen op gang te houden en
korte en lange termijndoelen met elkaar te verbinden. Kortom: het
verduurzamen van vernieuwingsprocessen. Voor agrologistiek de grote
uitdaging. Vandaar dat het Platform Agrologistiek opnieuw bijeenkomsten
voor het werkveld zal entameren en ondersteunen waarin dit aspect nader
wordt uitgewerkt.

Instrumenten en faciliteiten

Het Platform Agrologistiek blijft actief op het gebied van voorlichting
en informatieverschaffing. Bewustwording is een voorwaarde voor
gedragsverandering. Vandaar dat het Platform doorgaat om leerzame
voorbeelden en oplossingen onder de aandacht te brengen van betrokkenen.
Door middel van door de doelgroep zelf ontwikkelde businesscases worden
vervoerders, verladers, ondernemers in de agribusiness en lokale
overheden overtuigd van de voordelen die agrologistiek hen en de
samenleving als geheel te bieden heeft, zoals kostenbesparingen en
milieuvoordelen.

De communicatiestrategie  is op een aantal punten aangepast. Het streven
is een groter publiek te bereiken. Eind 2008 is de vernieuwde website te
raadplegen. Het Jaar van de Agrologistiek (2009) wordt ingeluid met de
verschijning van een speciaal magazine dat in brede kring verspreid zal
worden. Via verschillende acties en media zullen de mogelijkheden en
resultaten van agrologistiek worden gecommuniceerd. De boodschap is dat
Agrologistiek niet alleen voordelen biedt op economisch en ecologisch
gebied, maar dat het ook leuk en uitdagend is om vernieuwingen in de
bedrijfsvoering in te voeren. Hierbij zal zo veel mogelijk contact
worden gezocht met de Stichting Nederland is Logistiek (zie kopje
samenwerking). 

Ook met het beschikbaar stellen van faciliteiten wil het Platform
bijdragen leveren om gedragsverandering te bevorderen.

Bijvoorbeeld door in samenwerking met Brainport Eindhoven kleine
innovaties, die reeds op de plank liggen, aan te bieden. Deze zogenaamde
Plug & Play benadering wordt momenteel verder verkend. 

In opdracht van het Platform heeft Wageningen UR (WUR) de mogelijkheden
van Cradle to Cradle (C2C) en de daaraan gekoppelde logistiek voor
Agrologistiek verkend. Kerngedachte is dat C2C ons uitdaagt om producten
intelligenter te ontwerpen en om productieprocessen volledig
eco-effectief in te richten. Op basis van interviews met deskundigen en
een beknopte literatuurstudie identificeren Wageningse onderzoekers op
agrologistiek terrein twee kansrijke initiatieven, te weten: mineraal
retourlogistiek en verpakkingen. 

De onderzoekers komen ook met een waarschuwing. Er moet voor gewaakt
worden dat het principe van C2C in de praktijk niet meer en dunnere
goederenstromen, (dus meer verkeer), genereert. Het is bovendien de
vraag of de huidige (agro-)productiesystemen in staat zijn om de slag te
maken naar volledige C2C productiesystemen, maar het is de moeite waard
om de mogelijkheden verder te verkennen.

In deze tijd van globalisering is een onderstroom waarneembaar om dicht
bij de markt te gaan produceren. De ‘local for local’ gedachte wint
terrein, mede als gevolg van monetaire ontwikkelingen. C2C zal mogelijk
vooral betekenis hebben voor kringlopen die op lokaal en regionaal
niveau gesloten moeten worden.

Het onderwijs is een ingang om gedragsverandering op een bredere schaal
te realiseren. Vandaar dat het Platform samenwerkingsverbanden is
aangegaan om de toekomstige generatie van logistieke managers en
medewerkers bewust te maken van clusteren, verbinden en regisseren.

Er worden agrologistieke modules ontwikkeld door ‘groene‘
HBO-instellingen en de WUR, waarbij de leerstof voor MBO, HBO en
universiteit op elkaar zijn afgestemd.

Samenwerking

Eerder spraken we in deze notitie over de noodzaak om het thema
Agrologistiek niet louter tot een verzameling individuele projecten en
initiatieven te beperken, maar daarnaast een meer deductieve,
overkoepelende zienswijze te hanteren. Voor het Platform betekent dit
input leveren aan de ideeënvorming. Daar vloeit ook de 

verplichting uit voort om met andere organisaties in het speelveld hecht
samen te werken. Wie clusteren, verbinden en regisseren predikt, zal
deze zelf ook in de praktijk moeten brengen.

Het ministerie van Verkeer en Waterstaat (V&W) heeft in 2006 namens het
kabinet de Beleidsbrief Logistiek en Supply Chains aan u gezonden. De
hoofdboodschap uit deze brief is dat meer maatschappelijk rendement moet
worden gehaald uit logistiek. Het daaraan gekoppelde
implementatieproject Impuls heeft aansluiting gezocht bij LNV, waardoor
in april 2008 een Ronde Tafel Agrologistiek heeft plaatsgevonden.
Hierbij hebben topmanagers uit het bedrijfsleven, hoogleraren en
overheden in een unieke setting gesproken over agrologistieke
onderwerpen. Acties die hieruit voortgekomen zijn deels belegd bij het
Platform Agrologistiek en deels bij V&W.

De Ronde Tafel is ook aanleiding geweest voor een samenwerking tussen
LNV en V&W bij de Maatschappelijke Innovatie Agenda (MIA) Duurzame
Agroproductie voor het initiëren van duurzame innovatieve logistieke
oplossingen in agroketens. Er worden twee vernieuwingsrichtingen
uitgewerkt: fundamentele innovatie van de agroketens (w.o.
agrologistieke innovatieve concepten) en nieuwe biobased producten en
processen. Dit najaar vindt een interviewronde plaats met personen van
buiten de agrosector en bedrijfsleven en zullen workshops gehouden
worden over de vernieuwingsrichtingen met partijen uit de sector.

Op een aantal terreinen bestaat nauwe samenwerking met het programma
Duurzame Logistiek (Connekt) van V&W. Ook met Govera (Goederen Vervoer
Randstad) waarin Rijkswaterstaat, de Randstadprovincies en de vier grote
gemeenten zijn vertegenwoordigd, vindt intensieve afstemming plaats.

Samen werken in grotere verbanden, afspraken maken voor de langere
termijn en het thema Agrologistiek inbedden in beleidsdiscussies en
nota’s over milieu, mobiliteit en economie hebben de aandacht. Als
voorbeeld dient het convenant “Schone en Zuinige Agrosectoren”. De
afspraken en doelstellingen opgenomen in dit convenant werden juni j.l.
onderschreven door de ministers Verburg en Cramer enerzijds en diverse
partijen in de agrosector anderzijds. Ook het Platform behoorde tot de
ondertekenaars. 

Al met al moet de samenwerking ertoe leiden dat de initiatieven van het
Platform Agrologistiek niet solitaire acties zijn. Massa maken en
resultaat behalen kan alleen dan wanneer initiatieven rondom logistiek
elkaar blijven ondersteunen. Ook in de toekomst moet dit gewaarborgd
blijven en moet er pro-actief worden gehandeld. In dat licht zullen de
vorderingen die de markt bij monde van de Commissie Van Laarhoven maakt
in haar beoogde toetreding tot de EZ-innovatieprogrammering nauwgezet
worden gevolgd. Dit innovatieprogramma beoogt een innovatie-impuls
vanuit de markt en zal leiden tot Rijksbrede aandacht voor Logistiek en
Supply Chains in het algemeen. Ook de door V&W gesubsidieerde
imagocampagne Nederland is Logistiek zal invloed hebben op andere
logistieke initiatieven. Zeker met het oog op 2009: het jaar van de
agrologistiek is het zaak om daar waar mogelijk aansluiting te vinden
bij deze ontwikkelingen.

Greenports

De vijf Greenports, verenigd in Greenport(s) Nederland, leggen de
laatste hand aan een visie voor het jaar 2040. De visie brengt
knelpunten en kansen in beeld en geeft aan wat er moet gebeuren als de
tuinbouwsector haar leidende positie in het internationale speelveld in
de toekomst wil  behouden. Langs vijf ‘kijkrichtingen’ ontvouwt zich
de visie, te weten de Verdienende, Versterkende, Verbindende,
Vernieuwende en Verduurzaamde Greenport. Hoge prioriteit geven de
opstellers aan de oplossing van logistieke vraagstukken, ook in
internationaal perspectief. Bij de verbindende kijkrichting wordt onder
meer als doelstelling genoemd dat er in 2040 een co-modaal
kwaliteitsnetwerk beschikbaar is voor het goederenvervoer.

Co-modaal

De pijler ‘verbinden’, zeker als het gaat om de verschillende
vervoersmodaliteiten beter op elkaar aan te laten sluiten, wint aan
betekenis. Niet zelden fungeert het bedrijfsleven als aanjager voor de
implementatie van nieuwe logistieke concepten.

In dit verband is het project ‘Fresh Corridor’ illustratief, dat de
binnenvaart een belangrijke rol toekent bij het vervoer van groenten en
fruit tussen het Rotterdams havengebied, Venlo, Vlissingen, fruitpact
Betuwe en Antwerpen. Het project, waarvan Frugi Venta initiatiefnemer
is, wordt mede gefinancierd door het programma Pieken in de Delta (EZ).

Naast de verbindingen en voorzieningen voor verslogistiek op de
knooppunten in het netwerk, omvat Fresh Corridor ook systemen voor
planning, controle en inrichting van douanetaken.

Dat de binnenvaart een goed alternatief voor het traditionele wegvervoer
kan zijn, bewijzen ook de eerste proefprojecten van Agroship. Dit
samenwerkingsverband van partners uit Vlaanderen en Nederland ontving
steun van het Europese Fonds voor Regionale ontwikkeling. Bij de
pilotprojecten ging het met name om het vervoer van aardappelproducten
en rijst.

Een nieuw vervoersconcept dat zich aandient is dat van vervoer door de
lucht in combinatie met “Sneller Spoorconcepten” (goederenspoor met
passagierssnelheid). 

Railvervoer dient zich als alternatief voor wegvervoer nadrukkelijker
aan.

De mogelijkheden worden momenteel onderzocht om een “vers
treinverbinding “ tot stand te brengen tussen Rotterdam en Berlijn.
Bleiswijk zou daarin kunnen fungeren als overslagpunt. Initiatiefnemers
van deze haalbaarheidstudie zijn het bedrijfsleven en het Productschap
Tuinbouw. Een dergelijk project is geheel in lijn met het Europese
beleid ter bevordering van co-modaliteit.

Internationaal

Agrologistiek houdt niet op bij de landsgrenzen. De ons omringende
landen kampen met soortgelijke problemen. 

En voor Nederland als agrarisch exportland bij uitstek en gezien de
belangrijke distributiefunctie die ons land vervult, zou agrologistiek
ook in internationaal perspectief het gewicht moeten krijgen dat het
verdient.

Het Platform heeft zich niet alleen georiënteerd welke ontwikkelingen
er internationaal gaande zijn, maar is tevens doende een transnationaal
netwerk uit te bouwen met overheden en instituten.

Zo wordt er met de Duitse detailhandel een expertmeeting over
Agrologistiek voorbereid. Onderwerp van overleg is onder andere
standaardisatie (GS1). 

Toepassingen van Radio Freqency Identication (RFID) bieden ongekende
mogelijkheden om bijvoorbeeld het internatonale handelsverkeer soepeler
te doen verlopen. Minder papierwerk, snellere informatie-uitwisseling
over grenzen heen, vlottere afhandeling van inklaring, betere
traceerbaarheid en een aanzienlijke besparing op kosten. RFID
technologie maakt het allemaal mogelijk. 

Voorwaarde is wel, dat de betrokken partijen eenzelfde standaard
hanteren.

Van belang is dat binnen de  Europese Unie het onderwerp Agrologistiek
hoger op de agenda komt te staan. Wat dat betreft is er beweging in
Brussel waar te nemen. Agrologistiek als thema wordt momenteel onder de
aandacht gebracht bij o.a. DG Enterprise. 

De uitdaging voor de toekomst ligt in het integreren van systemen. Dit
leidt tot grotere doeltreffendheid van netwerken en systemen, ruimte
voor ontkoppeling van verkoop- en logistiek-processen en lagere
administratie- en transactiekosten. De economie digitaliseert en
automatiseert.

Goed functionerende logistieke netwerken binnen en tussen de lidstaten,
leveren niet alleen aanzienlijke milieuwinst op, maar dragen tevens bij
aan een sterke concurrentiepositie van de Europese Unie op de
wereldmarkt.

 Zie onderdeel samenwerking in deze brief.

 De Commissie Van Laarhoven heeft als haar doelstelling geformuleerd het
stimuleren van bedrijvigheid in de logistiek door innovatie. De nadruk
ligt dus op de economische betekenis van (innovatie in) de logistiek,
dat wil zeggen, op werkgelegenheid en toegevoegde waarde.

 "Co-modaliteit" betekent het efficiënte gebruik van vervoerswijzen die
afzonderlijk worden

geëxploiteerd of op multimodale wijze worden geïntegreerd in het
Europese vervoerssysteem teneinde de middelen optimaal en duurzaam te
benutten.

Economie

Innovatie

Vers en Gezond

Duurzaamheid

Milieu