[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofin Raad van 1 en 2 december 2008

Bijlage

Nummer: 2008D18077, datum: 2008-11-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Toezending geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofin van 1 en 2 december 2008 (2008D18076)

Preview document (🔗 origineel)


Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofin Raad van 1 en 2 december 2008 

Economische situatie

Document: niet van toepassing

Aard bespreking: niet van toepassing

Toelichting: 

Het onderwerp “economische situatie” staat niet separaat geagendeerd
voor de komende Ecofin maar hierover zal gedurende verschillende
momenten wel gesproken worden. Sinds de publicatie van de
Najaarsvoorspellingen van de Commissie is het economische beeld verder
verslechterd. Realisatiecijfers voor het derde kwartaal laten voor
enkele belangrijke Europese landen (o.a. het Verenigd Koninkrijk en
Duitsland) en voor het eurogebied als geheel een krimp zien. Het
eurogebied is hiermee officieel in een recessie beland. Ramingen van het
IMF laten zien dat voor de Europese Unie in 2009 een krimp van de
economie van 0,5% verwacht wordt. Dit is fors lager dan de raming van de
Commissie ten tijde van de Najaarsvoorspellingen (+0,1%). 

De situatie op de financiële markten is nog steeds gespannen. Daar
staat tegenover dat de rentes op de interbancaire geldmarkt langzaam
maar zeker dalen. De maatregelen van autoriteiten om het financiële
systeem te stabiliseren hebben enige tijd nodig om effect te hebben.
Momenteel is er nog sprake van de nodige onzekerheid, wat naar
verwachting zal leiden tot een daling van de investeringsgroei. Dit is
volgens de Commissie de belangrijkste oorzaak van de teruglopende
economische groei in de Europese Unie.

In reactie op de verslechterende economie en de daaruit voortvloeiende
afnemende inflatiedruk, zijn sinds de Herfstvoorspellingen enkele
belangrijke beleidsrentes verlaagd. De ECB heeft de rente op 6 november
met 0,5%-punt verlaagd, naar 3,25%. Daarnaast hebben enkele landen
stimuleringsmaatregelen gepresenteerd. Nederland hecht eraan dat
maatregelen blijven binnen de geldende voorwaarden, zoals de regels van
de interne markt en van het Stabiliteits- en Groeipact.

Voorbereiding van de bijdrage van de Ecofin aan de Europese Raad:
Stimuleringsplan Economische activiteit in Europa

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: opstellen van Raadsconclusies

Toelichting: De Ecofin Raad zal een bijdrage aan de Europese Raad
voorbereiden met betrekking tot de Europese reactie op de financiële
crisis en de economische teruggang. Hiertoe wordt door de Europese
Commissie een kader uitgewerkt waarin een reeks gerichte korte-termijn
initiatieven, met name op het gebied van de Lissabon-agenda, worden
gebundeld. Deze initiatieven moeten de negatieve effecten van de
financiële crisis op de reële economie tegengaan. Onduidelijk is nog
wat deze initiatieven precies zullen inhouden. Nederland wacht de
voorstellen van de Commissie af. 

Voor zover lidstaten binnen de kaders van de Europese begrotingsregels
en het SGP over de budgettaire ruimte beschikken, kunnen zij ervoor
kiezen om met concrete maatregelen de economie te ondersteunen. De Raad
heeft eerder uitgesproken dat deze maatregelen tijdig, tijdelijk en
doelgericht dienen te zijn. Nederland onderschrijft deze mening.

Voorbereiding van de bijdrage van de Ecofin aan de Europese Raad: Olie;
rapport van de Commissie

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: uitwisseling van visies en mogelijk aannemen
Raadsconclusies 

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid

Toelichting:

De Ecofin Raad zal een bijdrage aan de Europese Raad voorbereiden over
de ontwikkelingen in de oliemarkt, op basis van een rapport van de
Commissie. De inhoud van het rapport van de Commissie is op dit moment
nog onbekend. 

 

De olieprijs is sinds de piek in juli 2008 van USD 147,72 (per barrel;
Brent) sterk gedaald. Op 17 november 2008 bedroeg de prijs van olie USD
50,59. De verwachte lagere economische groei zorgt voor een neerwaartse
druk op de vraag naar olie. Ondanks de recente daling van de olieprijs
wordt in veel analyses geconcludeerd dat de olieprijs, wanneer de
economische situatie enigszins is genormaliseerd, structureel hoog zal
blijven. De Herfstvoorspellingen van de Commissie gaan uit van een prijs
van gemiddeld USD 104 per vat in 2008, USD 86 in 2009 en USD 90 in 2010.

Tijdens de Europese Raad van 19 en 20 juni zijn verschillende
maatregelen besproken als reactie op de destijds hoge olieprijzen. De
focus van de voorstellen lag op maatregelen die de juiste prikkels geven
om tot aanpassing te komen aan een situatie met een structureel hogere
olieprijs. Nadrukkelijk is gesteld dat marktverstorende fiscale en
andere beleidsmaatregelen vermeden moeten worden. Dit is in
overeenstemming met de Manchester Agreement uit 2005. Frankrijk heeft
destijds een BTW-verlaging op brandstoffen voorgesteld. Dit voorstel kon
niet op steun van de Europese Raad rekenen aangezien het een verstorende
fiscale beleidsmaatregel betreft. Ook Nederland kan een dergelijk
voorstel niet steunen. Een verlaagd tarief zou het prijssignaal dat het
gevolg is van de discrepantie tussen vraag en aanbod vertroebelen en de
noodzakelijke structurele aanpassing vertragen. Het is zeer
onwaarschijnlijk dat Frankrijk dit voorstel herhaalt.

Nederland is van mening dat als er straks sprake is van een structureel
hogere olieprijs, maatregelen gericht moeten zijn op het leveren van
structurele oplossingen als reactie op die hogere olieprijzen. Het
vergroten van transparantie op de oliemarkt (met als doel de
volatiliteit te verlagen) is één van de mogelijke maatregelen die als
zodanig in de conclusies van de Europese Raad van juni 2008 werden
genoemd. Nederland is voorstander van een grotere transparantie mits er
afdoende waarborgen komen voor de kwaliteit van de data en wanneer de
extra administratieve lasten in verhouding staan tot de additionele
baten. Andere structurele oplossingen zijn het introduceren van
financiële instrumenten die leiden tot verhoogde energie-efficiëntie
en het gebruik van alternatieve energiebronnen.

Voorbereiding van de bijdrage van de Ecofin aan de Europese Raad:
Internationale Financiële Architectuur

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: uitwisseling van visies en mogelijk aannemen
Raadsconclusies 

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid

Toelichting:

De Ecofin Raad zal een bijdrage aan de Europese Raad voorbereiden met
betrekking tot de internationale financiële architectuur. Het
voorzitterschap zal tijdens de Ecofin Raad een terugkoppeling geven met
betrekking tot de uitkomsten van de G20 top van 15 november.

De slotverklaring van de G20 top komt in grote mate overeen met het
Nederlandse standpunt zoals verwoord in het Nederlandse non-paper
“Reshaping the international financial system”. Het document bevat
alle belangrijke elementen om de stabiliteit van het financieel systeem
en het toezicht te versterken en wordt door Nederland gesteund. 

De slotverklaring bevat aanbevelingen voor elk van de vijf principes
waarop de hervormingen betrekking hebben: 

verhogen transparantie en accountability;

verbeteren van regulering; 

bevorderen van de integriteit van financiële markten; 

versterken internationale samenwerking;

hervormen van de internationale financiële instellingen (IFI’s).

Nederland zal pleiten voor een effectieve en efficiënte implementatie
van de aanbevelingen. Aandacht zal daarbij uitgaan naar de concrete,
meer gedetailleerde, invulling van de voorstellen, onder andere op het
gebied van regulering en risicomanagement, kredietbeoordelingsbureaus en
boekhoudregels. Behalve de voortgang in mondiaal en G20 verband, is het
overigens ook belangrijk om binnen Europa voortgang te blijven boeken,
omdat versterkte samenwerking binnen de EU het meest relevant en op
korte termijn het meest effectief kan worden gerealiseerd. Er zijn
bovendien al concrete Europese afspraken gemaakt. Internationale
initiatieven zoals deze, vormen een aanvulling en mogen geen aanleiding
zijn voor vertraging van de samenwerking binnen Europa

Daarnaast zullen de G20 Ministers van Financiën aanbevelingen gaan
formuleren ten aanzien van prikkels die voortkomen uit
beloningssystemen, het minder procyclisch maken van regelgeving, het
versterken van derivatenmarkten en het verminderen van gerelateerde
systeemrisico’s. Verder zullen aan bod komen de hervorming van de
mandaten, governance en kapitaalbehoeften van de IFI’s, en het bepalen
van de reikwijdte van systeemrelevante instellingen en het gewenste
toezicht. Ook worden landen opgeroepen om de inrichting van de
toezichtsstructuur te analyseren. Nederland pleit in dat verband vaak
voor het bij ons ingevoerde model van “Twin Peaks” van financieel
toezicht, waarbij toezicht niet plaats vindt langs de lijn van
financiële sectoren (banken, verzekeraars) maar op basis van
prudentieel toezicht en gedragstoezicht.

Het merendeel van de Nederlandse aanbevelingen uit het non-paper zijn
terug te vinden in de slotverklaring, zoals de verplichte IMF Financial
Sector Assessments, het ontwikkelen van mechanismen voor
conflictresolutie en bankruptcy laws voor grensoverschrijdende
financiële ondernemingen, verbeterde standaarden en toezicht op
kredietbeoordelaars, de oprichting van supervisory colleges voor alle
grote internationale financiële instituties, het versterken van het
internationale crisismanagement en de uitbreiding van het lidmaatschap
van het Financial Stability Forum en de versterking van de financiële
surveillance van het IMF. De principes zijn grotendeels op hoofdlijnen
gedefinieerd. De uitdaging zal de komende periode zitten in de concrete
uitwerking van deze principes en de specifieke invulling van bepaalde
voorstellen.

Kapitaalvereistenrichtlijn

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: bereiken aannemen Raadsconclusies 

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid

Toelichting:

De Ecofin Raad zal spreken over de herziening van de
kapitaalvereistenrichtlijn en afspraken maken over de algemene
benadering hiervan. Al voor het uitbreken van de kredietcrisis werd
besloten tot een herziening van de Europese kapitaalvereistenrichtlijn
(CRD). Doel van deze herziening was om onduidelijkheden en
inconsistenties uit de richtlijn te halen en nadere invulling te geven
aan openstaande punten. 

Artikel 47(2) van het verdrag vormt de rechtsbasis voor dit
herzieningsvoorstel. Het betreft een codecisie voorstel (gekwalificeerde
meerderheid) waarmee instemming van het EP vereist is. Met deze
voorstellen wordt de richtlijn op bovengenoemde punten aangescherpt en
verbeterd. Nederland kan het wijzigingsvoorstel steunen. De voorstellen
dienen vervolgens eind oktober 2010 geïmplementeerd te zijn, en treden
op 31 december 2010 in werking.

Met het uitbreken van de kredietcrisis werd de reikwijdte van de
herziening uitgebreid van het rechtzetten van enkele technische punten,
naar een volledige aanscherping van de richtlijn op de onderdelen
securitisatie, Europees toezicht, hybride kapitaalsinstrumenten, grote
posities, liquiditeit en technische amendementen. Daarnaast zorgen de
verbetervoorstellen op het terrein van Europees toezicht er voor dat er
een belangrijke stap voorwaarts wordt gezet in de samenwerking en
informatie uitwisseling tussen toezichthouders. Nederland kan het
herzieningsvoorstel steunen. 

Solvency II

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: bereiken overeenstemming algemene benadering 

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid

Toelichting:

Voor de Ecofin Raad staat een compromisvoorstel voor de onderhandelingen
over de nieuwe verzekeringsrichtlijn Solvency II geagendeerd. Deze
richtlijn heeft enerzijds tot doel een betere polishouderbescherming en
een verdere integratie van de EU-verzekeringsmarkt te bewerkstelligen en
anderzijds niet verder te gaan dan nodig. Gegeven de weerstand van
bepaalde lidstaten op bepaalde onderdelen is het inmiddels lastig in te
schatten of deze richtlijn al onder het Frans voorzitterschap wordt
aangenomen. Aanvankelijk was hierop goede hoop omdat constructief werd
gewerkt aan een compromis. Voor Nederland is het huidige
compromisvoorstel onaanvaardbaar omdat het oorspronkelijke
Commissievoorstel om betere samenwerking tussen toezichthouders te
stimuleren uit dit compromisvoorstel is verwijderd. Ten slotte bevat het
voorstel nog onvoldoende waarborgen dat er geen nadelige effecten voor
de (Nederlandse) pensioenfondsen optreden. 

 

Aanpassing richtlijn voor Europees geharmoniseerde beleggingsfondsen

Document: Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de
Raad

tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen
betreffende bepaalde

instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe-richtlijn)
(COM(2008) 458 definitief)

Aard bespreking: Overeenkomen akkoord over voorliggend compromis van
voorzitterschap (niet openbaar)

Besluitvormingsprocedure: Co-decisie, gekwalificeerde meerderheid

Toelichting: 

De Ecofin Raad zal een algemene discussie houden over een voorstel tot
aanpassing van de richtlijn voor ‘instellingen voor collectieve
belegging effecten’ (hierna icbe). De icbe-richtlijn regelt
grensoverschrijdende verkoop van op Europees niveau geharmoniseerde
beleggingsfondsen. Icbe’s zijn gericht op particuliere beleggers en
kennen strikte eisen aan beleggingsstrategieën (geen exotische
beleggingstechnieken) en informatieverplichtingen en daarmee een hoge
mate van consumentenbescherming. Het Commissievoorstel ter wijziging van
deze richtlijn kan binnen de Europese fondsensector leiden tot
schaalvoordelen en meer concurrentie en daarmee lagere kosten voor
beleggers. Het voorstel stroomlijnt de bestaande paspoortprocedure
waarmee protectionisme wordt tegengegaan. Ook bevat het voorstel
maatregelen voor betere informatie voor en daarmee hogere bescherming
van beleggers. Tot slot repareert het voorstel een aantal juridisch
technische fouten in de richtlijn die een correcte werking in de weg
zitten. 

Nederland kan instemmen met het compromis van het voorzitterschap dat
het voorstel van de Commissie voor een gewijzigde icbe-richtlijn verder
verbetert en daarom breed draagvlak geniet. Bovenop het reeds goede
voorstel van de Commissie bevat het bereikte compromis bepalingen om het
bestaande ‘beheerderspaspoort’, waarmee een beheerder fondsen in
andere lidstaten kan beheren, beter te laten functioneren in de
praktijk. Dit kan de interne markt verder verdiepen en ervoor zorgen dat
beleggers in fondsen kunnen beleggen die worden beheerd door
gespecialiseerde beheerbedrijven waarop goed toezicht mogelijk is. Het
compromis leidt tot een heldere afbakening van verantwoordelijkheden van
en samenwerking tussen toezichthouders bij dit paspoort. Daarnaast bevat
het compromis een vereenvoudiging van de door de Commissie voorziene
procedures daar waar deze te bureaucratisch zijn en stuurt het op
volledige harmonisatie van informatie voor beleggers zodat deze
producten uit heel Europa goed met elkaar kunnen vergelijken. 

Deposito Garantiestelsels

Document: nog niet beschikbaar.

Aard bespreking: bereiken overeenstemming algemene benadering 

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid

Toelichting: 

Tijdens de Ecofin Raad zal worden gesproken over een compromisvoorstel
van het Voorzitterschap. Om het vertrouwen in de financiële sector te
vergroten is tijdens de Ecofin Raad van 7 oktober afgesproken om in de
EU de depositogarantie te verhogen naar ten minste €50.000. Nederland
en veel andere lidstaten hebben aangegeven de garantie te zullen
verhogen tot €100.000. Deze verhoging is van tijdelijke aard. Daarom
wordt in Europees verband onderhandeld over een wijziging van de
richtlijn 94/19/EC inzake depositogarantiestelsels (DGS). De
belangrijkste wijzigingen daarbij betreffen de hoogte van de dekking en
de termijn van uitbetalen.

Op dit moment wordt voorgesteld de dekking vast te stellen op €
100.000 vanaf 31 december 2011, op basis van maximumharmonisatie.
Daarbij zal de Commissie voor het einde van 2009 onderzocht hebben wat
de impact is van deze dekking, of deze hoogte van de dekking nodig is en
of harmonisatie noodzakelijk is. Nederland is voorstander van
maximumharmonisatie van de dekking. Hiermee worden onbedoelde
bijeffecten van verschillende dekking in verschillende landen voorkomen,
zoals concurrentie op depositogarantie. Zodoende hecht Nederland veel
waarde aan het onderzoek van de Commissie om de hoogte van de dekking te
evalueren. 

Daarnaast is er voorgesteld om de betalingstermijn aanzienlijk te
verkorten. Ook dit aspect van het voorstel is voor Nederland van belang.
In de huidige richtlijn heeft de uitvoerder drie maanden de tijd om de
tegoeden uit te betalen, met een uitloop tot negen maanden in
exceptionele gevallen. Deze lange termijn komt de werking van de
garantiestelsels niet ten goede omdat deze periode voor veel consumenten
te lang is. Veel consumenten zullen dan, bij vermoedens van problemen
bij de financiële instelling, alsnog proberen hun geld veilig te
stellen. Zo zou een bank run kunnen ontstaan, welke een DGS juist zou
moeten voorkomen. Daarom is het zowel voor consumenten als voor de
financiële stabiliteit van groot belang om de betalingstermijn in te
korten. Daarbij moet wel uitdrukkelijk rekening worden gehouden met
haalbaarheid en realiseerbaarheid van die termijn voor de deelnemers en
de uitvoerder van het stelsel.

Verlaagde BTW-tarieven

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: discussie

Besluitvormingsprocedure: n.v.t., maar anders unanimiteit

Toelichting:

Tijdens de Ecofin Raad zal aan de hand van een compromistekst de
discussie over verlaagde tarieven worden voortgezet. Tijdens de Ecofin
Raad in november is eveneens gesproken over verlaagde tarieven en over
de mogelijke budgettaire gevolgen van het huidige voorstel. Een aantal
lidstaten is fel tegenstander van dit voorstel. Naar de mening van deze
lidstaten dient er eerst een principiële discussie te worden gevoerd,
alvorens over concrete compromisteksten te spreken. Er zal tijdens de
Ecofin Raad geen beslissing worden genomen.

Nederland is voorstander van de mogelijkheid voor toepassing van
verlaagde tarieven voor zover het gaat om lokaal verrichte diensten die
de Europese interne markt niet verstoren. Het biedt de lidstaten meer
flexibiliteit, mede in het kader van de nationale sociaal-economische
politiek. Zodoende worden ook de eigen verlaagde tarieven voor
arbeidsintensieve diensten behouden. Er is ook ingezet op de
mogelijkheid om educatief materiaal, zowel in boekvorm als op CD-rom of
gedownload van internet, onder een verlaagd tarief te brengen. Ook het
tarief voor kringloopwinkels is in dat kader een aandachtspunt voor
Nederland. Verder staat Nederland open voor de mogelijkheid van het
toestaan van andere tarieftoepassingen binnen deze benadering. Wel is
Nederland van mening dat een en ander bezien moet worden in het kader
van aspecten als effectiviteit, afbakening, budgettaire risico’s en
het uitzonderingskarakter van het verlaagde tarief. Mede om die reden is
Nederland voorstander van de beperking van ruime posten naar concrete
diensten (zoals van persoonlijke verzorging naar kappers en van
reparatie van twee- en driewielers naar fietsen). Nederland is tegen de
rapportageverplichtingen waarmee een lidstaat een eventuele
(gedeeltelijke) toepassing van een verlaagd tarief naar de Commissie
moet verantwoorden. Omdat een aantal lidstaten tegen dit voorstel is,
dreigt er vertraging op te treden. Gezien de urgentie van dit voorstel
voor Nederland, is het voor Nederland acceptabel als de
arbeidsintensieve diensten worden losgekoppeld van de overige terreinen
waarop verlaagde tarieven van toepassing zouden kunnen zijn en als
eerste worden behandeld.

BTW op financiële diensten

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: Voortgangsrapportage 

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

Het Franse voorzitterschap heeft een voortgangsrapportage over het
richtlijnvoorstel financiële diensten geagendeerd. De inhoud van de
voortgangsrapportage is nog niet bekend. Het richtlijnvoorstel met
bijbehorende verordening ziet op een aanpassing van de BTW-richtlijn
2006.

De laatste maanden is intensief onderhandeld over de uitgangspunten en
technische aspecten van de definities in het richtlijnvoorstel. Bij deze
onderhandelingen is substantiële vooruitgang geboekt. Desondanks
bestaat op diverse belangrijke punten de behoefte aan een nadere
concretisering. In dit verband wordt opgemerkt dat de inhoud van de
verordening - die een niet-uitputtende opsomming van prestaties bevat
die onder de BTW-vrijstelling voor verzekerings- en financiële diensten
vallen, dan wel hiervan zijn uitgesloten - nagenoeg onbesproken is. 

De door de Commissie bij dit voorstel voorgestelde aanpak, die
hoofdzakelijk een verduidelijking en vereenvoudiging van de
communautaire BTW-wetgeving behelst, wordt door Nederland volledig
onderschreven. Deze aanpak zal namelijk méér dan momenteel het geval
is leiden tot een uniforme uitleg van de vrijstellingsbepalingen (level
playing field). 

De voor Nederland in dit voorstel te onderscheiden belangrijke
onderwerpen betreffen de mogelijkheid voor financiële dienstverleners
te kiezen voor BTW-heffing (verder: optieregeling) en de
BTW-vrijstellingen voor vermogensbeheer, outsourcing en
EU-samenwerkingsverbanden. Een ander voor Nederland belangrijk
aandachtspunt is het voorstel om de BTW-vrijstelling voor
beleggingsfondsen in te perken tot door financieel toezicht gereguleerde
beleggingsfondsen. Aangezien deze beperking met name nadelig is voor de
Nederlandse institutionele fondsenmarkt, stelt Nederland zich op het
standpunt dat deze bepaling dient te worden geschrapt.

In deze fase van de onderhandelingen, die wat Nederland betreft zo
spoedig mogelijk tot concrete resultaten dienen te leiden, zijn zowel de
voorgestelde optieregeling als ook de BTW-vrijstelling voor
EU-samenwerkingsverbanden onvoldoende geconcretiseerd. Ook bestaat nog
onduidelijkheid over de regeling voor vermogensbeheer en outsourcing.
Hierdoor blijven de consequenties voor de uitvoerbaarheid, de
administratieve lasten, de handhavingkosten voor de fiscale autoriteiten
en de derving van belastinginkomsten onduidelijk. Ook is onvoldoende
helder of deze regelingen daadwerkelijk leiden tot een level playing
field. 

Het voorstel is wat Nederland betreft op dit moment niet rijp voor
verdere besluitvorming.

Spaartegoedenrichtlijn (herziening)

Document: niet van toepassing

Aard bespreking: Algemene discussie 

Besluitvormingsprocedure: Eventuele Raadsconclusies worden met
eenparigheid van stemmen aangenomen.

Toelichting:

Het Franse voorzitterschap heeft een algemene discussie over de
uitgangspunten van de herziening van de spaartegoedenrichtlijn als
agendapunt aangemerkt. Tijdens de Ecofin Raad worden eventueel
Raadsconclusies over de voortgang van dit onderwerp aangenomen.

De spaartegoedenrichtlijn (2003/48/EG) is op 1 juli 2005 in werking
getreden en is drie jaar na inwerkingtreding geëvalueerd door de
Europese Commissie. Deze evaluatie heeft onlangs plaatsgevonden met de
conclusie dat de spaartegoedenrichtlijn correct werkt binnen de grenzen
van haar toepassingsgebied. De Europese Commissie wijst er wel op dat er
aanwijzingen zijn dat de spaartegoedenrichtlijn kan worden omzeild.
Hierbij kan gedacht worden aan het tussenschuiven van een
beleggingsinstrument als ‘rookgordijn’ tussen de rentebetalende
instantie en de uiteindelijk gerechtigde. Verder constateert de Europese
Commissie dat de gebruikte definitie over rentebetalingen te beperkt is.
De Europese Commissie is voornemens om de werking van de
spaartegoedenrichtlijn uit te breiden om zo de hierboven beschreven
problemen tegen te gaan.

Nederland is het eens met de Europese Commissie dat de werking van de
huidige spaartegoedenrichtlijn moet worden uitgebreid, om zo de
mogelijke ontwijking ervan tegen te gaan. Wel dient er rekening gehouden
te worden met de uitvoerbaarheid en de administratieve lasten van de
informatieverstrekkende instanties. 

Gedragscodegroep

Document: Rapport van de Gedragscodegroep

Aard van de bespreking: voortgangsrapportage

Besluitvormingsprocedure: eenparigheid van stemmen

Toelichting:

De Gedragscodegroep doet van haar bijeenkomsten halfjaarlijks verslag in
een voortgangsrapport aan de Ecofin Raad. In het nu aangeboden
voortgangsrapport doet de Groep verslag van haar werkzaamheden onder het
Franse voorzitterschap. Dit betreft vooral werkzaamheden op het gebied
van standstill en het toekomstige werkprogramma. Een aantal (niet
Nederlandse) maatregelen is het afgelopen half jaar onder standstill
besproken. Van enkele maatregelen is de beraadslaging voltooid en werd
een verder onderzoek niet opportuun geacht. Over andere maatregelen zal
tijdens het komende half jaar verder worden gesproken. Het rapport meldt
tot slot dat de Groep overeenstemming heeft bereikt over procedureregels
van de Groep zoals de besluitvormingsprocedures. Dat betekent ook dat
het toekomstige werkprogramma is aanvaard.

Dechargeprocedure voor het EU begrotingsjaar 2007

Document: niet van toepassing

Aard bespreking: presentatie door Europese Rekenkamer 

Besluitvormingsprocedure: N.v.t. 

Toelichting:

Tijdens de Ecofin Raad zal de Europese Rekenkamer (ERK) haar jaarrapport
voor het begrotingsjaar 2007 presenteren. Op 10 november jl. publiceerde
de ERK haar jaarrapport en hieruit wordt duidelijk dat voor het 14e jaar
op rij een negatieve betrouwbaarheidsverklaring (DAS) wordt gegeven. De
grootste problemen zijn te vinden bij het plattelandsontwikkelings- en
structuurbeleid. In totaal krijgt 57% van de bestedingen een negatieve
opinie van de ERK. Uiteindelijk zal de Ecofin Raad begin 2009 een advies
geven aan het Europees Parlement, die de uiteindelijke décharge al dan
niet kan verlenen. Nederland kan de presentatie van de ERK aanhoren. 

In haar rapport geeft de ERK wel een positief oordeel over de posten
Administratie, EU-rekeningen en financieel economisch beleid (fouten
<2%). Ook de landbouwuitgaven (exclusief plattelandsontwikkeling) worden
positief beoordeeld. De ERK dringt wederom aan op een simplificatie van
regelgeving, het stroomlijnen van de controle en een verbetering van
toezicht en rapportage (door de lidstaten). De Commissie benadrukt tot
op heden vooral het positieve nieuws uit de analyse van de ERK. De
Commissie wijst daarnaast op de sterke verbeteringen en de grote
hoeveelheid teruggevorderde fondsen. 

Na volledige behandeling van het ERK jaarverslag, zal Nederland eind
januari zijn standpunt met betrekking tot décharge bepalen. Bij de
bepaling van dit standpunt ten aanzien van de décharge zal Nederland
onder andere rekening houden met vragen als; of het financieel
management is verbeterd, of er minder fouten zijn gemaakt en of de
financiële impact van de fouten is afgenomen. Bij het standpunt zullen
ook de voortgangsrapportages van Commissie worden meegenomen. Nederland
zet daarom voor het déchargeadvies in op stevige conclusies ten aanzien
van simplificatie, erkenning van de problemen door de lidstaten en
betere nationale controle en verantwoording van lidstaten.

- 0 -

 PAGE    

 PAGE   6