[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Vgr RSP najaar 2008

Bijlage

Nummer: 2008D18649, datum: 2008-11-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Uitkomsten Bestuurlijke Overleggen MIRT najaar 2008 (2008D18645)

Preview document (🔗 origineel)


REGIOSPECIFIEK PAKKET ZUIDERZEELIJN 

Voortgangsrapportage najaar 2008

Convenant Regiospecifiek Pakket

Op 23 juni 2008 is het convenant Regiospecifiek Pakket (RSP)
Zuiderzeelijn ondertekend door de minister van Verkeer en Waterstaat, de
voorzitter van de Stuurgroep Zuiderzeelijn, de gedeputeerde van de
provincie Fryslân, de gedeputeerde van de provincie Drenthe, de
gedeputeerde van de provincie Groningen en de gedeputeerde van de
provincie Flevoland. 

In het convenant is de opzet, invullen en uitvoering van het RSP
vastgelegd. Het RSP kent een looptijd tot 2020 en is bedoeld voor
Noord-Nederland en de Noordoostpolder. Conform de motie Cramer/Roefs (TK
27658, nr. 40) ligt de regie voor het RSP zoveel mogelijk bij de regio. 

Het RSP bestaat uit drie onderdelen: ruimtelijk-economisch programma,
concrete bereikbaarheidsprojecten en regionaal mobiliteitsfonds. 

Ruimtelijk-economisch programma

Het ruimtelijk-economische programma (REP) wordt vorm gegeven door
middel van twaalf programmalijnen. Gekozen is voor een regionaal
investeringsprogramma met een looptijd van 2008 - 2020. Deze termijn
biedt de gelegenheid om de uitwerking qua beleidsdoelen en financiële
programmering optimaal af te stemmen op de lopende
investeringsprogramma's Pieken in de Delta (PiD) / Koers Noord (2007 t/m
2010) en Operationeel Programma Europees Fonds voor Regionale
Ontwikkeling (OP-EFRO) (2007 t/m 2013). 

Binnen het REP wordt onderscheid gemaakt in een rijksdeel en een
regionaal deel. Voor het rijksdeel, onder regie van het ministerie van
EZ, wordt € 150 van de rijksbijdrage ingezet. Voor het regionaal deel,
onder regie van de regio, wordt € 250 miljoen ingezet (€ 150 miljoen
rijk + € 100 miljoen regio). Daarnaast wordt voor beide delen van het
REP (het rijksdeel en regionale deel) door de regio cofinanciering door
bedrijven en kennisinstellingen gezocht (ieder € 100 miljoen). Het
totale REP bedrag komt daarmee op € 600 miljoen.

Het rijksdeel betreft (een beperkt aantal) grotere projecten binnen de
programmalijnen, die ook in het PiD-beleid van ministerie van EZ zijn
benoemd. Regio en het ministerie dragen voor dit deel de komende jaren
gezamenlijk enkele grote projecten aan. Het ministerie besluit over de
uitvoering. Het ministerie werkt aan een selectie van mogelijke
projecten. Bij de bepaling van de mogelijke projecten wordt afstemming
met andere betrokken departementen en de regio gezocht. In overleg met
betrokken partijen wordt de komende periode de procedure voor de
uitvoering en de verantwoording nader uitgewerkt. 

De invulling van het regionale deel is een verantwoordelijkheid van de
betrokken provincies. De regio heeft hierbij de volledige zeggenschap
over de selectie en uitvoering van projecten, binnen de scope van het
REP. De regio heeft een begin gemaakt met de ontwikkeling van projecten.
De invulling wordt afgestemd op de al lopende investeringsprogramma’s
Pid/Koers Noord en OP-EFRO. De verwachting is dat de eerste projecten in
2009 worden geselecteerd.

Concrete bereikbaarheidsprojecten

De lijst met concrete projecten is limititatief en bestaat uit de
volgende projecten: 

A7 Zuidelijke Ringweg Groningen (ZRG) fase 2

Bereikbaarheid Leeuwarden

Bereikbaarheid Assen

N50 Ramspol-Ens 

Openbaar Vervoer

Daarnaast is conform de motie Koopmans (TK 27568, nr. 41) € 160
miljoen beschikbaar gesteld voor maatregelen op het noordelijke kernnet
spoor.

Ad 1. A7-Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2

Conform het convenant is € 624 miljoen (€ 424 miljoen RSP en € 200
miljoen MIRT, prijspeil 2007) beschikbaar. Bestuurlijke trekker vanuit
de regio: gedeputeerde Bleker.

In het bestuurlijk overleg MIRT voorjaar 2008 is afgesproken om te
werken volgens de kabinetsreactie op de commissie Elverding. In lijn met
advies van de commissie Elverding wordt, als tussenstap tussen de
uitgevoerde verkenning en het planstudiebesluit, de periode tussen mei
2008 en april 2009 benut voor het bepalen van een zgn. bestuurlijk
voorkeursvariant. Gestreefd wordt naar het vaststellen van deze
voorkeursvariant, inclusief taakstellend budget, in het voorjaarsoverleg
2009, waarna het rijk zo spoedig mogelijk een planstudiebesluit neemt. 

Ad 2. Bereikbaarheid Leeuwarden

Conform het convenant is € 222 miljoen (prijspeil 2007) beschikbaar.
Dit project bestaat uit de volgende onderdelen:

Bijdrage aan het project N31 Leeuwarden (Haak om Leeuwarden)

De meerkosten voor het uitvoeren van een aquaduct in de kruising met het
Van Harinxmakanaal (€ 13 miljoen) en het tekort op de begroting van
€ 13 miljoen komen ten laste van het project Bereikbaarheid
Leeuwarden.

Westelijke invalsweg

De Westelijke invalsweg vormt de verbinding van de Haak om Leeuwarden
met de stadsring en het centrum. De weg ontsluit het westelijk deel van
de binnenstad, het stationsgebied, het Tesselschadegebied, het
WTC-gebied, het bedrijventerrein Leeuwarden-West en de nog te realiseren
bedrijventerreinen ten zuidwesten van Leeuwarden (Nieuw Stroomland). De
weg kruist het Van Harinxmakanaal met een aquaduct. De Westelijke
invalsweg wordt gefaseerd aangelegd. De eerste fase van hangt nauw samen
met aanleg van de N31 Leeuwarden. 

Drachtstercomplex

Drachtstercomplex is de invalsweg aan de zuidoostkant van Leeuwarden.
Het betreft het gedeelte van de Drachtsterweg beginnend bij het
Drachtsterplein tot en met het kruispunt Goutum/Zuiderburen, inclusief
de kruising met het Van Harinxmakanaal.

Het onderzoek naar de maatregelen voor het Drachtstercomplex is ver
gevorderd en zal naar verwachting nog in 2008 worden afgerond.

Ad 3. Bereikbaarheid Assen 

Conform het convenant is € 222 miljoen (prijspeil 2007) beschikbaar.
Dit project bestaat uit de volgende onderdelen:

Bijdrage aan het project N33 Assen (zuid) – Zuidbroek 

De meerkosten voor het realiseren van een half klaverblad met fly-over
ten opzichte van de oorspronkelijke maatregel, namelijk een klaverblad
met lusverbinding N33/A28 (bij de scope begroot op € 17 mln, prijspeil
2005), komen ten laste van het project Bereikbaarheid Assen.

Project FlorijnAs

Het project FlorijnAs is een grootschalig programma van integrale
gebiedsontwikkeling op de belangrijkste binnenstedelijke noord-zuid
route in Assen. Het programma voorziet in samenhangende ruimtelijke,
stedenbouwkundige, economische, sociale en verkeerskundige
structuurversterking. In 2009 krijgt de planvorming gestalte in een
overkoepelende masterstudie FlorijnAs. De uitwerking vindt plaats in
vier deelgebieden: Assen-Zuid (inclusief nieuw NS-station),
Stationsomgeving, Stadsbedrijvenpark en 2e fase Blauwe As. De uitwerking
van het deelgebied Assen-Zuid wordt nauw afgestemd met het project N33
Assen (zuid) – Zuidbroek. Het nieuwe NS-station maakt onderdeel uit
van het totaalconcept Kolibri OV-netwerk Groningen-Assen. Een studie
naar de OV-relatie Assen-Groningen in het kader van Kolibri fase 2 komt
in het voorjaar van 2009 beschikbaar.

Ad 4. N50 Ramspol-Ens

Conform het convenant is € 26 miljoen (prijspeil 2007) beschikbaar
voor het verbeteren van de verkeersafwikkeling voor weggebruikers en
voor de scheepvaart door de aanleg van de verhoogde brug Ramspol (13
meter) en verbreding naar 2x2 rijstroken. 

De voortgang van dit project maakt onderdeel van het bestuurlijk overleg
MIRT landsdeel West (Noordvleugel/Utrecht)

Ad 5. Openbaar Vervoer

Conform het convenant is € 300 miljoen (prijspeil 2007) beschikbaar.
Dit project bestaat uit de volgende onderdelen:

partiële uitbreiding spoor Leeuwarden - Groningen;

Voor dit project zijn afspraken over de projectorganisatie gemaakt en
zijn inhoudelijk de 1e stappen voor planvorming gezet.

stations Assen en Werpsterhoek en spoor voor nieuwe stations;

Station Assen: zie concrete project Bereikbaarheid Assen

Station Werpsterhoek: Op dit moment wordt door de gemeente Leeuwarden
een onderzoek uitgevoerd naar de gewenste locatie en ontsluiting.
Aanvullend wordt er nog onderzoek gedaan naar de noodzakelijke
aanpassingen aan het spoor. Een bijzonder punt van aandacht hierbij
vormt de kruising met het Van Harinxmakanaal.

Kolibri trein Groningen - Nieuweschans / Veendam en opwaardering
stations, perronhoogtes etc.

Alle voorbereidingen om de reactivering van de lijn naar Veendam begin
2010 mogelijk te maken zijn in volle gang, zowel politiek/bestuurlijk
binnen de provincie Groningen als inhoudelijk bij Prorail. De
planvorming voor het opwaarderen van stations is in volle gang.

Kolibri regionale Q-Liners;

Op korte termijn wordt met de partners in de regio Groningen - Assen een
proces gestart om te bepalen op welke lijnen welke maatregelen genomen
kunnen worden om te komen tot de gewenste kwaliteitsverbetering van het
openbaar vervoer per bus.

Kolibri overige maatregelen, waaronder bijv. toegankelijkheid perrons.

Voor verschillende onderdelen zijn/worden momenteel afspraken gemaakt
voor het opstellen van plannen.

Motie Koopmans

Conform de motie Koopmans is vanuit het budget voor Programma
Hoogfrequent Spoorvervoer € 160 miljoen beschikbaar gesteld voor de
volgende maatregelen op het noordelijke kernnet spoor: 

uitbouw capaciteit kernnet spoor traject Zwolle – Herfte;

boogverruiming spoor Hoogeveen;

overwegveiligheid op Zwolle – Groningen/Leeuwarden met oog op
frequentieverhoging;

capaciteitsaanpassing bij Groningen Europapark. 

De planning van de planstudie/capaciteitsvergrotingsplannen voor
bovengenoemde maatregelen is om vóór de zomer van 2010 tot
projectbesluiten te komen, waarna detailuitwerking (naar verwachting in
een verkorte Tracéwetprocedure) en voorbereiding van de realisatie kan
plaatsvinden. De planstudie tot aan de zomer 2010 staat o.a. in het
teken van het nauwkeuriger bepalen van de scope van de maatregelen om zo
goed mogelijk te beoogde doelen (hogere frequenties en betere
reistijden) te bereiken. Daarnaast zal het geoptimaliseerde pakket
verder worden uitgewerkt in o.a. kostenramingen en effecten voor de
omgeving (o.a. geluid), opdat voorkeursvarianten voor de uit te voeren
maatregelen kunnen worden bepaald.

Regionaal Mobiliteitsfonds

Voor (toekomstige) decentrale projecten wordt een programmatische aanpak
gekozen. Er wordt een Regionaal Mobiliteitsfonds (RMf) opgericht. Het
fonds is beschikbaar voor projecten, die in principe kunnen worden
gerealiseerd voor 2020. Indien deze termijn te kort blijkt kunnen ook
projecten worden opgenomen, waarvan de realisatie start voor 2020 en de
bouwtijd doorloopt tot na 2020.

De inzet van middelen uit het mobiliteitsfonds is een decentrale
verantwoordelijkheid. Op het moment dat de regio besluit tot inzet van
regionale middelen uit dit fonds voor een infrastructuurproject (weg of
OV), levert ook het rijk een bijdrage aan het project.

Noord-Nederland komt tot de volgende indicatieve lijst van projecten:

Bereikbaarheid gebiedsontwikkeling Emmen-centrum;

Bereikbaarheid gebiedsontwikkeling Groningen Centrale Zone;

Bereikbaarheid gebiedsontwikkeling Heerenveen;

Bereikbaarheid Lauwersmeergebied;

Bereikbaarheid Veenkoloniën;

Spoorlijn Heerenveen - Drachten - Groningen;

Spoorlijn Zwolle-Coevorden/Emmen;

Kolibri ‘overig’;

A7-knooppunt Joure;

Traverse N31 en gebiedsontwikkeling Harlingen;

Gebiedsontwikkeling Noordoost-Fryslân/Centrale as.

Voortgangsrapportage RSP najaar 2008