[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Vergelijking tussen de diverse onderzoeken

Bijlage

Nummer: 2008D18891, datum: 2008-11-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Kabinetsstandpunt inzake vrij werknemersverkeer met Bulgarije en Roemenië (2008D18888)

Preview document (🔗 origineel)


Bijlage 2 - Omvang arbeidsmigratie

In 2008 zijn er verschillende onderzoeken gepubliceerd over
arbeidsmigratie vanuit de (nieuwe) Midden- en Oost-Europese lidstaten
van de EU. Een belangrijke vraag in alle onderzoeken betrof de omvang
van de arbeidsmigratie: Met hoeveel mensen hebben we nu te maken? Die
vraag is niet eenvoudig en eenduidig te beantwoorden. Dat heeft meerdere
oorzaken. Een deel van de migratiestromen onttrekt zich gedeeltelijk of
geheel aan registratie. Men komt bijvoorbeeld voor korte tijd naar
Nederland, waardoor men zich niet hoeft in te schrijven bij de
Gemeentelijke Bevolkingsadministratie. Arbeidsmigranten die langer in
Nederland willen blijven, moeten zich wel inschrijven, maar doen dat
soms niet. Ook kunnen arbeidsmigranten ontbreken in de cijfers van het
UWV omdat ze bijvoorbeeld via malafide uitzendbureaus aan de slag gaan,
die geen belasting en premies afdragen. Zelfstandigen hoeven niet per se
bij de Kamer van Koophandel in Nederland ingeschreven te staan, maar
kunnen ook in hun herkomstland staan ingeschreven. Of ze staan helemaal
niet ingeschreven. Ook zijn er definitieverschillen. Sommige cijfers
omvatten bijvoorbeeld ook arbeidsmigranten uit Bulgarije en Roemenië,
andere juist niet. Ook maakt het uit of gekeken wordt naar geboorteland
of nationaliteit van de arbeidsmigrant. Verder is het soort gegevens van
belang (registratie of enquĂȘte) en of het ‘standgegevens’ (aantal
arbeidsmigranten dat op een bepaalde peildatum hier is) betreft dan wel
‘stroomgegevens’ (aantal arbeidsmigranten dat over een bepaalde
periode – bijvoorbeeld een jaar – kortere of langere tijd hier is). 


Het is dus op zich niet verwonderlijk dat de diverse
onderzoeksresultaten uiteenlopende schattingen geven. Niettemin heeft
dit wel tot verwarring geleid. Zoals aangegeven in de reactie op het
rapport ‘Nieuwe grenzen, oude praktijken’ (van Research voor
Beleid), die op 3 november naar de Tweede Kamer is gestuurd, liggen
verklaringen voor de verschillende schattingen in de vraagstelling en in
de methode van onderzoek. Ook werd in die brief aangekondigd, dat er in
de nu voorliggende brief nog wat uitgebreider zou worden ingegaan op de
diverse onderzoeken, mede in het licht van de meest recente cijfers in
het hier bijgevoegde onderzoek van SEO Economisch Onderzoek. Hieronder
passeren de diverse onderzoeken chronologisch de revue.

Regioplan: ‘De Europese grenzen verlegd’

Het onderzoek van Regioplan (‘De Europese grenzen verlegd’), dat in
opdracht van SZW is uitgevoerd en op 16 juni naar de Tweede Kamer is
gestuurd, schat dat minimaal 100.000 arbeidsmigranten uit Midden- en
Oost-Europa in Nederland werken. Dit cijfer omvat niet de Bulgaren en
Roemenen, maar op het totaal leggen die niet zoveel gewicht in de schaal
(uit hetzelfde onderzoek blijkt dat er in 2007 voor deze groep ruim 3500
twv’s werden verleend). Het onderzoek geeft nadrukkelijk een
ondergrens aan. Deze schatting is vooral gebaseerd op de registratie van
het UWV (per eind maart 2008) en registratie van zelfstandigen door de
Kamer van Koophandel (KvK). Verder zijn er interviews gehouden met
cao-partijen en de Arbeidsinspectie en een enquĂȘte onder werkgevers en
uitzendorganisaties. In het onderzoek is bewust een ondergrens gegeven
die is gebaseerd op onderbouwde feitelijkheden en geen bovengrens. Het
onderzoek geeft zogeheten standcijfers. Dit soort cijfers ligt
logischerwijs (aanzienlijk) lager dan stroomcijfers omdat
arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europese landen veelal gedurende
korte periodes in ons land werken. Voor de verhouding tussen vraag en
aanbod op de arbeidsmarkt en voor de benodigde huisvesting is het vooral
belangrijk om te weten hoeveel migranten er tegelijkertijd in Nederland
zijn. Standcijfers zijn in dit verband relevanter dan stroomcijfers.

Research voor Beleid: ‘Nieuwe grenzen, oude praktijken’ 

Het onderzoek van het bureau Research voor Beleid naar malafide
bemiddelaars op de arbeidsmarkt (‘Nieuwe grenzen, oude praktijken’,
uitgevoerd in opdracht van SNCU/ABU,  gepubliceerd op 22 september)
schat dat er circa 200.000 uitzendkrachten uit Midden- en Oost-Europese
landen (inclusief Bulgaren en Roemenen) in Nederland werken. Het
onderzoek baseert zich op bronnen die zicht geven op ‘bonafide
arbeid’ (zoals premieafdrachten bij UWV), maar probeert daarnaast
zicht te krijgen op de omvang van malafide bemiddeling en zwart werk.
Dat gebeurt op indirecte wijze via een enquĂȘte onder aan aantal leden
van de ABU/NBBU. Deze bonafide uitzendbureaus is gevraagd hoe ze het
aantal (illegale) arbeidsmigranten inschatten bij de malafide bureaus in
hun werkgebied. Het lijkt aannemelijk dat – ondanks toegepaste
correcties voor ‘uitschieters’ - die inschatting van de omvang van
‘malafiditeit’ hoog is: de bonafide bureaus voelen zich (terecht)
bedreigd door de malafide bureaus. Verder presenteert het onderzoek
stroomcijfers. De cijfers omvatten arbeidsmigranten die in de periode
mei 2007 – mei 2008 op enig moment hebben gewerkt, ongeacht hoe lang
ze hebben gewerkt. Zoals hierboven uiteengezet vallen stroomcijfers bij
arbeidsmigratie (aanzienlijk) hoger uit en zijn vanuit beleidsmatige
overwegingen rond benodigde huisvesting en vraag en aanbod op de
arbeidsmarkt minder relevant. 

CBS: Webmagazine 13 oktober 2008 

Het op 13 oktober uitgebrachte webmagazine van het CBS meldt dat er in
juni 2008 94.000 werknemers uit de nieuwe lidstaten (MOE-landen,
Bulgarije en Roemenië) in Nederland werken. Het betreft hier een
standcijfer dat is gebaseerd op de loonaangiften die werkgevers bij de
Belastingdienst indienen en vervolgens bij het UWV worden geregistreerd.
Het gaat dus uitsluitend om personen in dienst van bedrijven en
instellingen die in Nederland loonbelasting- en premieplichtig zijn.
Zelfstandigen blijven buiten beeld. Verder gaat het om personen met
uitsluitend de nationaliteit van een Midden- of Oost-Europees land.
Arbeidsmigranten die daarnaast ook de Nederlandse nationaliteit bezitten
of bijvoorbeeld de Duitse (wat bij Polen nogal eens voorkomt) zijn niet
meegeteld. 

SEO Economisch Onderzoek: ‘De economische impact van arbeidsmigratie
uit de MOE-landen, Bulgarije en Roemenië’

Het rapport van SEO Economisch Onderzoek tot slot baseert zich voor wat
betreft het actuele beeld van het aantal arbeidsmigranten uit de Midden-
en Oost-Europese landen eveneens op registraties van het UWV. Daaruit
blijkt dat er op 30 juni 2008 94.047 werknemers uit de nieuwe lidstaten
(MOE-landen, Bulgarije en Roemenië) in Nederland werkten. 

Anders dan Regioplan en CBS rekent SEO het standcijfer ook om naar een
stroomgegeven over 2008: (naar schatting) 158.000. Dat betekent dus dat
er naar schatting gemiddeld over 2008 zoveel werknemers (in loondienst)
uit de nieuwe lidstaten korter of langer in Nederland werk(t)en. Hoewel
vanuit het oogpunt van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en benodigde
huisvesting minder belangrijk, is dit gegeven om andere redenen wel van
belang. Ten eerste was het om redenen van (overig) beschikbaar
statistisch materiaal nodig om inzicht te kunnen geven in de trendmatige
ontwikkeling van de (omvang van) de arbeidsmigratie vanuit Midden- en
Oost-Europese landen (vanaf 1999). Ten tweede is een stroomgegeven nodig
om een goede schatting te kunnen geven van de economische impact van
arbeidsmigratie uit de Midden- en Oost-Europese landen: de centrale
vraag van het onderzoek van SEO.