Jaarverslag
Bijlage
Nummer: 2008D19067, datum: 2008-12-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Jaarverslag Fonds Luchtverontreiniging 2007 (2008D19066)
Preview document (🔗 origineel)
Juli 2008 TOC \o "1-3" \h \z HYPERLINK \l "_Toc197939737" 1 Inleiding PAGEREF _Toc197939737 \h 4 HYPERLINK \l "_Toc197939738" 2 Verzoeken die op 1 januari 2007 in behandeling waren PAGEREF _Toc197939738 \h 5 HYPERLINK \l "_Toc197939739" 3 Verzoeken die op 31 december 2007 in behandeling waren PAGEREF _Toc197939739 \h 6 HYPERLINK \l "_Toc197939740" 4 Nieuw aangemelde verzoeken PAGEREF _Toc197939740 \h 7 HYPERLINK \l "_Toc197939741" 5 In 2007 afgehandelde verzoeken om schadevergoeding PAGEREF _Toc197939741 \h 8 HYPERLINK \l "_Toc197939742" 5.1 Negatieve beschikkingen PAGEREF _Toc197939742 \h 8 HYPERLINK \l "_Toc197939743" 5.2 Toegewezen verzoeken PAGEREF _Toc197939743 \h 8 HYPERLINK \l "_Toc197939744" 5.3 Hoorzittingen PAGEREF _Toc197939744 \h 8 HYPERLINK \l "_Toc197939745" 6 Betalingen in 2007 PAGEREF _Toc197939745 \h 9 HYPERLINK \l "_Toc197939746" 7 Beleid PAGEREF _Toc197939746 \h 10 HYPERLINK \l "_Toc197939747" 7.1 Beleidsontwikkelingen PAGEREF _Toc197939747 \h 10 HYPERLINK \l "_Toc197939748" 7.2 Communicatie PAGEREF _Toc197939748 \h 10 HYPERLINK \l "_Toc197939749" 7.3 Toezicht PAGEREF _Toc197939749 \h 10 HYPERLINK \l "_Toc197939750" 8 Wet milieubeheer PAGEREF _Toc197939750 \h 12 HYPERLINK \l "_Toc197939751" 9 Besluit Fonds Luchtverontreiniging 1990 PAGEREF _Toc197939751 \h 14 HYPERLINK \l "_Toc197939752" 10 Overgangsrecht PAGEREF _Toc197939752 \h 17 1 Inleiding Voor u ligt het verslag van het Fonds Luchtverontreiniging over het jaar 2007. Op grond van artikel II onderdeel B van de Wet van 18 oktober 2007, houdende intrekking van de artikelen 15.24 tot en met 15.28 van de Wet milieubeheer met het oog op de opheffing van het Fonds Luchtverontreiniging en het treffen van enkele daarmee verbandhoudende voorzieningen (opheffing Fonds Luchtverontreiniging), dient de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer jaarlijks verslag te doen aan de Staten-Generaal omtrent het over het Fonds Luchtverontreiniging gevoerde beheer. 2 Verzoeken die op 1 januari 2007 in behandeling waren Hieronder een overzicht van alle nog in behandeling zijnde verzoeken om schadevergoeding per 1 januari 2007, onderverdeeld naar het jaar waarin zij zijn ontvangen en de schade waarop zij betrekking hebben. Op 1 januari 2007 was dat één verzoek, daterend van 1990. PRIVATE Jaar van verzoek Gewassen Dieren Gebouwen Diversen Totaal 1990 1 1 Totaal 1 1 Tijdens het laden en lossen van schepen is vanaf 1987 meelstof neergeslagen op glasplaten van tuinbouwkassen, waardoor er minder licht is doorgelaten. Er is door collega-tuinders, die vergelijkbare schade hebben geleden als verzoeker, een civiele procedure aangespannen die tot op heden niet is afgerond. In 2006 komt een minnelijke regeling tot stand tussen een groot aantal (maar niet alle) collega-tuinders en de vermoedelijke veroorzaker van de schade. Verzoeker heeft zich niet gevoegd in de civiele procedure maar geeft aan dat hij de verjaring van een civiele claim op de mogelijke veroorzaker heeft gestuit en daarom nog in de gelegenheid is om bij een voor de collega-tuinders gunstige uitkomst van de civiele procedure, alsnog een claim in te dienen. Verzoeker wint sinds 1990 informatie in bij de advocaat van de collega-tuinders en geeft die informatie periodiek door aan het Fonds. 3 Verzoeken die op 31 december 2007 in behandeling waren Hieronder een overzicht van alle per 31 december 2007 nog in behandeling zijnde verzoeken om schadevergoeding, onderverdeeld naar het jaar waarin zij zijn ingediend en naar de aard van de schade. PRIVATE Jaar van verzoek Gewassen Dieren Gebouwen Diversen Totaal 1990 1 1 Totaal 1 1 4 Nieuw aangemelde verzoeken In 2007 zijn geen nieuwe verzoeken om schadevergoeding bij het Fonds Luchtverontreiniging ingediend. 5 In 2007 afgehandelde verzoeken om schadevergoeding Negatieve beschikkingen In 2007 zijn geen nieuwe negatieve beschikkingen geweest. Toegewezen verzoeken In 2007 zijn geen nieuwe verzoeken toegewezen. 5.3 Hoorzittingen In 2007 hebben er geen hoorzittingen plaatsgevonden. 6 Betalingen in 2007 Er zijn in 2007 geen betalingen gedaan. 7 Beleid 7.1 Opheffing Fonds Luchtverontreiniging Eind 2005 is een begin gemaakt met het voorstel voor een wetswijziging op grond waarvan het Fonds kan worden opgeheven. Op 30 maart 2007 is het wetsvoorstel opheffing Fonds Luchtverontreiniging aan de Tweede Kamer gestuurd. Op 3 mei 2007 is door de Tweede Kamer het verslag van dit wetsvoorstel vastgesteld. Op 9 oktober 2007 heeft de Eerste Kamer het eindverslag zonder opmerkingen vastgesteld. Inmiddels is de wijziging van de Wet milieubeheer met het oog op de opheffing van het Fonds Luchtverontreiniging wet geworden. Op 1 april 2008 is de wijziging in werking getreden. Voor de motivering van de opheffing zij verwezen naar de MvT. Voor het overgangsrecht, zie hoofdstuk 10 van dit jaarverslag. 7.2 Communicatie Het jaarverslag van het Fonds over 2007 is op de website van het ministerie van VROM te vinden op HYPERLINK "http://www.vrom.nl" www.vrom.nl bij het dossier luchtkwaliteit. 7.3 Toezicht Vanaf 1 oktober 2003 houdt de afdeling Toezicht op Zelfstandige Organen VROM (TopZO) toezicht op de inhoudelijke kwaliteit van de uitvoering van de schadevergoedingsregeling en de bedrijfsvoering van het Fonds Luchtverontreiniging. TopZO is de interne toezichthoudende instantie van VROM die door een onafhankelijke beoordeling de Minister van VROM en anderen informeert over het functioneren van de zelfstandige organen van VROM. Uitgangspunt van het toezicht dat TopZO uitoefent, is de ministeriële verantwoordelijkheid. Topzo heeft in 2008 het jaarverslag en de jaarrekening van het Fonds Luchtverontreiniging 2007 beoordeeld, en in orde bevonden. De toezichthouder heeft dit in een nota aan de minister van VROM meegedeeld. Voorafgaand aan deze beoordeling heeft overleg plaats gehad tussen TopZo en de directie Bestuurlijke en Juridische Zaken, de beheerder van het Fonds, over het jaarverslag en de jaarrekening 2007. 8 Wet milieubeheer Artikel 15.24 -1. Er is een Fonds Luchtverontreiniging. -2. Het Fonds is rechtspersoon en gevestigd te 's-Gravenhage. -3. Onze Minister is belast met het beheer van het Fonds. -4. Het Fonds ontvangt jaarlijks: a. een bijdrage gelijk aan het in de begrotingswet opgenomen bedrag, aangevuld met een bedrag dat nodig is om het vermogen van het Fonds de omvang te doen hebben die is bepaald bij of krachtens het vijfde lid; b. het batig saldo van de laatstelijk afgesloten rekening van het Fonds; c. andere inkomsten. -5. Niet in het jaar van ontvangst bestede gelden blijven in het Fonds. Het vermogen van het Fonds bedraagt jaarlijks per 31 december ten minste een bedrag dat gelijk is aan een vijfde van het totale bedrag van de in het betrokken jaar en de vier daaraan voorafgaande jaren gedane toezeggingen. Onze Minister kan het vermogen van het Fonds op een hoger bedrag vaststellen. Artikel 15.25 -1. Uit het Fonds kan aan een ieder die ten gevolge van plotseling optredende luchtverontreiniging schade heeft geleden welke redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, op zijn verzoek een vergoeding worden toegekend. -2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder luchtverontreiniging verstaan hetgeen in de Wet inzake luchtverontreiniging wordt verstaan onder dit begrip. Artikel 15.26 -1. Onze Minister bepaalt de vergoeding, bedoeld in artikel 15.25, naar billijkheid. -2. Geen vergoeding wordt toegekend ter zake van: a. schade die minder dan € 225,= bedraagt; b. schade die langs burgerrechtelijke weg is of kan worden verhaald; c. schade in welker vergoeding op andere wijze is of kan worden voorzien, -3. Indien een vaststelling vooraf omtrent het ontbreken van de in het tweede lid, onder b of c, bedoelde mogelijkheid zou leiden tot onredelijke vertraging in de behandeling van het verzoek, of tot van de belanghebbende in redelijkheid niet te vergen kosten, kan een zodanige schadevergoeding uit het Fonds worden toegekend. -4. Het Fonds treedt voor het aan de belanghebbende uitgekeerde bedrag in de rechten die deze ter zake van de door hem geleden schade tegenover derden heeft. Artikel 15.27 -1. Een verzoek om vergoeding van de schade moet bij het Fonds worden ingediend binnen acht weken na de dag sedert welke de verzoeker kennis draagt of redelijkerwijze geacht kan worden kennis te dragen van de schade. -2. Bij Algemene maatregel van bestuur (AMvB) kunnen nadere regelen worden gesteld omtrent de indiening en behandeling van en de beslissing op verzoeken om schadevergoeding. Artikel 15.28 -1. Bij Algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regelen worden gesteld omtrent de inrichting en de administratie van het Fonds en het daarop uit te oefenen toezicht. -2. Onze Minister doet jaarlijks verslag aan de Staten-Generaal omtrent het over het Fonds gevoerde beheer. 9 Besluit Fonds Luchtverontreiniging 1990 § 1. Begripsbepaling Art. 1. In dit besluit wordt verstaan onder: de wet: de Wet Milieubeheer; het fonds: het Fonds Luchtverontreiniging bedoeld in artikel 15.24 van de wet; het ministerie: het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. § 2. Verzoeken om schadevergoeding Art. 2. -1. Een verzoek om schadevergoeding als bedoeld in artikel 15.25 van de wet dient te bevatten: a. naam en adres van de verzoeker; b. de gegevens die nodig zijn om een inzicht te verschaffen in de aard en de omvang van de schade; c. een opgave van de plaats, het tijdstip en de vermeende oorzaak van het ontstaan van de schade; d. een beschrijving van hetgeen de verzoeker heeft ondernomen om de schade langs burgerrechtelijke weg te verhalen of op andere wijze vergoed te krijgen, dan wel een aanduiding van de vertraging of van de kosten, die gemoeid zouden zijn met de vaststelling of de mogelijkheid daartoe aanwezig is; e. een deugdelijk onderbouwde opgave van het bedrag der verlangde schadevergoeding. -2. Indien het niet mogelijk is binnen de termijn, bedoeld in artikel 15.27, eerste lid, van de wet een verzoek in te dienen dat alle gegevens, bedoeld in het eerste lid, bevat, worden bij het verzoek de redenen vermeld waarom het verzoek die gegevens niet kan bevatten. Art. 3. -1. Het Fonds tekent de datum van ontvangst van een verzoek aan op het geschrift waarbij het verzoek is ingediend, en zendt de verzoeker een bewijs van ontvangst, waarin de datum is vermeld. -2. Indien het bewijs van ontvangst betrekking heeft op een verzoek dat niet voldoet aan artikel 2, wijst het Fonds de verzoeker daarop. Art. 4. -1. Onze Minister kan de door hem krachtens artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht gestelde termijn telkens met een daarbij vast te stellen termijn verlengen. -2. Een verzoek om verlenging dient schriftelijk onder opgaaf van redenen uiterlijk vier weken voor afloop van de geldende termijn bij het Fonds te worden ingediend. -3. Onze Minister kan aan de verlenging het voorschrift verbinden dat periodiek verslag wordt gedaan van de stand van zaken betreffende de nog ontbrekende gegevens. Art. 5. -1. Indien de verzoeker artikel 4, tweede lid, of het aan de verlenging verbonden voorschrift niet in acht heeft genomen, kan Onze Minister besluiten het verzoek niet te behandelen. -2. Een besluit om het verzoek niet te behandelen wordt aan de verzoeker bekend gemaakt binnen vier weken na het verstrijken van de termijn, bedoeld in artikel 4, tweede lid, of de ingebrekestelling van de verzoeker. Art. 6. Vervallen Art. 7. Vervallen Art. 8. -1. Indien voordat is beslist op een verzoek om schadevergoeding als bedoeld in artikel 15.25 van de wet een nieuw verzoek wordt ingediend, verband houdende met het reeds ingediende verzoek, is de verzoeker gehouden nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden te vermelden. -2. Wanneer geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden worden vermeld, kan Onze Minister zonder toepassing te geven aan artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht het nieuwe verzoek afwijzen. Art. 9. Het Fonds zendt een exemplaar van de beschikking op het verzoek aan de verzoeker. § 3. Comptabele regelen Artikel 10. Het beheer van de middelen van het fonds is administratief gescheiden van het beheer van de middelen van het Rijk. Artikel 11. -1. De boekhouding van het fonds wordt gevoerd door een door Onze minister aangewezen ambtenaar, met inachtneming van de Comptabiliteitsweg 1976 (Stb. 671) en het daarop gebaseerde Besluit taak Centrale afdeling financiële-economische zaken (Stb. 1977, 426). -2. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 12. Ten aanzien van de voorbereiding van beslissingen op een verzoek om schadevergoeding als bedoeld in artikel 15.25 van de wet heeft de directeur Financiële en Economische Zaken van het ministerie gelijke taken als hem ten aanzien van de voorbereiding van besluiten toekomen op grond van het bij of krachtens de Comptabiliteitswet 1976 bepaalde. Artikel 13. De overtollige kasgelden van het fonds worden in rekening-courant gestort bij het Rijk. Artikel 14. Onze Minister van Financiën stelt jaarlijks voor 1 april het percentage vast van de rente welke over de in artikel 13 bedoelde gelden wordt vergoed. Artikel 15. De jaarrekening van het fonds wordt jaarlijks voor 1 mei van het daarop volgend jaar gecontroleerd door een door Onze Minister in overeenstemming met de Algemene Rekenkamer aan te wijzen instantie. Aan deze instantie wordt inzage gegeven van de boeken en bescheiden en worden alle inlichtingen verstrekt, welke zij nodig acht om een juist inzicht te krijgen in het financiële beheer van het fonds. § 4. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 16. -1. Dit besluit is niet van toepassing op beschikkingen, houdende een beslissing op een verzoek om schadevergoeding als bedoeld in artikel 61 van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne, waartegen nog beroep openstaat of beroep is ingesteld. -2. De artikelen 8,9 en 12 zijn van overeenkomstige toepassing op verzoeken om schadevergoeding als bedoeld in artikel 61 van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne die bij het fonds zijn ingediend voor de inwerkingtreding van dit besluit indien de verzoeker een kennisgeving is gedaan dat het voornemen bestaat afwijzend op zijn verzoek te beschikken. -3. De artikelen 5 tot en met 9 en 12 zijn overeenkomstige toepassing op verzoeken om schadevergoeding als bedoeld in artikel 61 van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne die bij het fonds zijn ingediend voor de inwerkingtreding van dit besluit indien ten aanzien van zo’n verzoek artikel 61ah, tweede lid van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne is toegepast of aan de verzoeker uit anderen hoofde aanvullende gegevens zijn gevraagd. -4. De artikelen 4 tot en met 9 en 12 zijn van overeenkomstige toepassing op verzoeken om schadevergoeding als bedoeld in artikel 61 van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne die bij het fonds zijn ingediend voor de inwerkingtreding van dit besluit indien aan de verzoeker alleen een bewijs van ontvangst is verzonden. -5. Het eerst tot en met vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een mededeling van schade overeenkomstig artikel 3, tweede lid, van het Besluit Fonds Luchtverontreiniging (Stb. 1980, 414), die na de inwerkingtreding van de overeenkomstige toepassing op verzoeken om schadevergoeding als bedoeld in artikel 61 van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne die bij het fonds zijn ingediend voor de inwerkingtreding van dit besluit aan het fonds is gedaan. Artikel 17. -1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het is geplaatst. -2. Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit Fonds Luchtverontreiniging 1990. 10 Overgangsrecht Wet van 18 oktober 2007, houdende intrekking van de artikelen 15.24 tot en met 15.28 van de Wet milieubeheer met het oog op de opheffing van het Fonds Luchtverontreiniging en het treffen van enkele daarmee verbandhoudende voorzieningen (opheffing Fonds Luchtverontreiniging) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die dezen zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het, vanwege de geringe doelmatigheid van het Fonds Luchtverontreiniging en de gewijzigde inzichten over de rol van de overheid bij het vergoeden van schade wenselijk is om de artikelen 15.24 tot en met 15.28 van de Wet milieubeheer te laten vervallen en het Fonds Luchtverontreiniging na afhandeling van de lopende zaken op te heffen; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: Artikel I A. [Wijzigt de Wet milieubeheer.] Het Fonds Luchtverontreiniging als rechtspersoon berust na de datum van inwerkingtreding van deze wet tot de datum van ontbinding, bedoeld in onderdeel B, op deze wet. B. Het Fonds Luchtverontreiniging wordt na afhandeling van de verzoeken, bedoeld in artikel II, onderdeel A, bij koninklijk besluit ontbonden. Artikel II A. 1. Verzoeken om vergoeding van de schade als bedoeld in artikel 15.27 van de Wet milieubeheer, zoals dat luidde op de dag vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet, die zijn ingediend vóór die datum, worden afgehandeld op grond van de artikelen 15.24 tot en met 15.28 van de Wet milieubeheer en het Besluit Fonds Luchtverontreiniging 1990, zoals die luidden op de dag vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet. 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op verzoeken als bedoeld in dat lid, die zijn ingediend na de datum van inwerkingtreding van deze wet, mits die verzoeken schade betreffen die zich vóór deze datum heeft voorgedaan en wordt voldaan aan artikel 15.27 van de Wet milieubeheer, zoals dat luidde op de dag vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet. B. Gedurende de periode voorafgaand aan de datum waarop het Fonds Luchtverontreiniging zal zijn ontbonden, wordt het fonds beheerd overeenkomstig de artikelen 15.24 tot en met 15.28 van de Wet milieubeheer en het Besluit Fonds Luchtverontreiniging 1990, zoals die luidden op de dag vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet. Artikel III A. 1. Op de datum waarop het Fonds Luchtverontreiniging zal zijn ontbonden, gaan alle vermogensbestanddelen van het fonds onder algemene titel over op de Staat (Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer), zonder dat daarvoor een akte of betekening nodig is. 2. Ter zake van de overgang van de vermogensbestanddelen, bedoeld in het eerste lid, blijft heffing van overdrachtsbelasting achterwege. B. De archiefbescheiden van het Fonds Luchtverontreiniging gaan op de datum waarop het fonds zal zijn ontbonden, over naar de Staat (Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer), voor zover zij niet overeenkomstig de Archiefwet 1995 zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats. Artikel IV Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van het tweede kalenderkwartaal na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven te 's-Gravenhage, 18 oktober 2007 Beatrix De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer , J. M. Cramer Uitgegeven de zesde november 2007 De Minister van Justitie , E. M. H. Hirsch Ballin Voorstel van wet houdende intrekking van de artikelen 15.24 tot en met 15.28 van de Wet milieubeheer met het oog op de opheffing van het Fonds Luchtverontreiniging en het treffen van enkele daarmee verband houdende voorzieningen (opheffing Fonds Luchtverontreiniging), Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 30 998. Wet van 18 oktober 2007, houdende intrekking van de artikelen 15.24 tot en met 15.28 van de Wet milieubeheer met het oog op de opheffing van het Fonds Luchtverontreiniging en het treffen van enkele daarmee verbandhoudende voorzieningen (opheffing Fonds Luchtverontreiniging), Staatsblad 2007, 427. Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken Recht en Beleid Rijnstraat 8 Postbus 30945 Jaarverslag 2007 Fonds Luchtverontreiniging 2500 GX Den Haag Interne postcode 660 www.vrom.nl Ministerie van VROM Jaarverslag 2007 Fonds Luchtverontreiniging Pagina PAGE 2 / NUMPAGES 18 REF bmVeld1 Ministerie van VROM REF bmVeld2 Jaarverslag 2007 Fonds Luchtverontreiniging Pagina PAGE 18 / NUMPAGES 18