Verslag van de Ecofin Raad (begroting)
Bijlage
Nummer: 2008D19235, datum: 2008-12-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Verslag Ecofin Raad (begroting) (2008D19233)
Preview document (🔗 origineel)
Verslag Begrotings(Ecofin)Raad van 21 november 2008 In de Begrotingsraad van 21 november is een akkoord bereikt tussen de Raad en het Europees Parlement over de hoofdlijnen voor de EU-begroting 2009, namelijk het betalingsniveau in 2009 en de precieze financiering van de faciliteit voor landbouw in ontwikkelingslanden. Om een compromis te bereiken hebben zowel de Raad als het Europees Parlement concessies moeten doen. Het Europees Parlement heeft na een lange discussie een laag betalingsniveau in 2009 geaccepteerd (€ 116 miljard). De Raad heeft een eenmalige ophoging van de noodhulpreserve (in 2008) geaccepteerd, als deel van de financiering van landbouw in ontwikkelingslanden. Het uiteindelijke resultaat voor Nederland is bevredigend. Om tot een zo goed mogelijk compromis te komen heeft Nederland zich in de Raad zeer actief opgesteld. Staatssecretaris Timmermans heeft en marge ook diverse malen overleg gevoerd met gelijkgezinde landen en met het Voorzitterschap. EU-Begroting voor 2009 Er is een akkoord bereikt over het betalingsniveau voor 2009: € 116 miljard. Het betalingsniveau bepaalt de afdrachten van lidstaten aan de EU. Het bedrag voor vastleggingen zal later volgen; bij zogenaamde niet-verplichte uitgaven (zoals concurrentiekracht, JBZ, burgerschap en extern beleid) heeft het Europees Parlement het laatste woord, in zijn tweede lezing in december. Bij verplichte uitgaven (zoals het grootste deel van landbouw) is de positie van de Raad leidend. Het verloop van de onderhandelingen was als volgt: De Commissie had in mei een voorontwerp ingediend, met een bedrag van € 134 miljard voor vastleggingen en € 116,7 miljard voor betalingen in 2009. De Raad heeft dit in haar eerste lezing (17 juli 2008) verlaagd naar € 133 miljard voor vastleggingen en € 115,0 miljard voor betalingen. Het EP wilde echter een hogere EU-begroting: € 135 miljard voor vastleggingen en € 124,5 miljard voor betalingen. In haar tweede lezing wilde de Raad weer terug naar haar eigen eerste lezing, maar wilde ook rekening houden met nieuwe informatie: nota’s van wijziging die de Commissie had ingediend (waaronder meevallers bij landbouwcijfers in 2009) en een aanvullende begroting waaruit bleek dat in 2008 teveel was geraamd voor betalingen. Per saldo was de Raad in haar tweede lezing van mening dat de EU-begroting voor 2009 daardoor wat lager kon zijn: € 132 miljard voor vastleggingen en € 113,9 miljard voor betalingen. Tijdens de conciliatie met het EP, die tijdens de Raad plaatsvond, is uiteindelijk een bedrag van € 116,1 miljard voor betalingen afgesproken. Omdat het EP veel moeite had met dit lage betalingsbedrag, met name voor structuurfondsen, zijn er twee verklaringen afgesproken: een algemene verklaring over mogelijke ophoging van betalingen tijdens het begrotingsjaar en een verklaring over structuurfondsen. Hierbij speelt mee dat enkele dagen na de Begrotingsraad een omvangrijk Commissievoorstel voor economische stimulering zou verschijnen, waaronder herprogrammering en vervroegde betaling van structuurfondsen. Voor de Raad was het wenselijk om voor het verschijnen van dit Commissievoorstel een akkoord te bereiken over betalingen. Staatssecretaris Timmermans heeft in de Raad aangegeven dat het Commissievoorstel voor economische stimulering bestaande afspraken zou moeten respecteren, zoals het Stabiliteitspact, de financiële perspectieven en staatssteunregels. Ook dient de Commissie realistisch te blijven wat betreft uitgavenramingen, zeker wanneer de begrotingen van lidstaten al belast worden door de crisis. Onderdeel van de begroting 2009 is ook een ophoging van het minderbedeeldenprogramma (voedselbanken in de EU); zoals in de geannoteerde agenda was aangegeven bleek dit helaas onvermijdelijk voor het bereiken van een akkoord binnen de Raad. Dit wordt gecompenseerd door een andere bezuiniging op landbouw (clearance of accounts). Staatssecretaris Timmermans heeft in de Raad aangegeven dat Nederland geen voorstander is van dit programma. Faciliteit voor landbouw in ontwikkelingslanden Ook is tussen Raad en Europees Parlement een akkoord bereikt over de precieze financiering van de faciliteit voor landbouw in ontwikkelingslanden. Het totaalbedrag van € 1 miljard in 2008-2010 wordt gefinancierd via: - € 420 miljoen via de flexibiliteitsreserve (in 2009, inclusief overheveling uit vorige jaren); - € 240 miljoen via herschikking binnen extern beleid in 2009 en 2010; - € 100 miljoen door gebruik van de bestaande noodhulpreserve in 2008 en 2009; - € 240 miljoen door eenmalige ophoging van de noodhulpreserve (alleen in 2008). Ook hierover heeft een lange discussie plaatsgevonden. Diverse lidstaten drongen aan op substantiële herschikking binnen extern beleid. De Europese Commissie was echter niet bereid om met cijfers te komen en het EP was absoluut tegen herschikking. Het EP gaf aan alleen in te kunnen stemmen met herschikking als de noodhulpreserve in 2008 met hetzelfde bedrag werd verhoogd. Lidstaten waren echter tegen een ophoging van de noodhulpreserve, omdat daarvoor het Inter-Institutioneel Akkoord waarin ook de financiële perspectieven zijn vastgelegd moest worden herzien. Het EP had echter ook het totale betalingsniveau in 2009 als onderhandelingspunt, en het EP wilde geen afspraak over de EU-begroting maken zonder afspraak over de landbouwfaciliteit. Uiteindelijk heeft de Raad geaccepteerd dat ophoging van de noodhulpreserve onvermijdelijk was om een akkoord te bereiken. In een verklaring van de Raad, EP en Commissie is vastgelegd dat het om een eenmalige ophoging gaat, alleen in 2008, die geen precedent schept voor de toekomst. Dit heeft geen gevolgen voor de financiële perspectieven. Dit akkoord bleek uiteindelijk het best haalbare in de ontstane patstelling. Naast het feit dat de financiering voor de faciliteit nu concreet is ingevuld (waardoor de faciliteit van start kan gaan) geschiedt de financiering op een verantwoorde wijze, waarbij de financiële perspectieven en de begrotingsregels worden gerespecteerd en er geen GLB-middelen worden ingezet. De financiering is ook grotendeels additioneel aan bestaande EU-uitgaven. Verder blijft er in 2009 en in 2010 nog wat ruimte over binnen extern beleid, en er blijft ruimte over in de noodhulpreserve en in de flexibiliteitsreserve, zodat ingespeeld kan worden op onvoorziene omstandigheden. Doordat financiering via de EU-begroting loopt betalen de vijf grote lidstaten, die ieder minder dan 0,7% aan ODA uitgeven, het grootste deel (ca. 70%). Verder zijn verklaringen afgesproken over de coördinatie en zichtbaarheid van EU-steun aan derde landen. Het EP heeft een eigen verklaring afgelegd over mogelijke herziening van het plafond voor extern beleid bij de Budget review, en de Commissie heeft in een andere verklaring beloofd om in 2009 met een beoordeling te komen van de ruimte in deze categorie.