[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Derde halfjaarsrapportage Vereenvoudigingsoperatie Belastingdienst

Bijlage

Nummer: 2008D19426, datum: 2008-12-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Derde halfjaarsrapportage Plan van aanpak Vereenvoudigingsoperatie Belastingdienst (2008D19425)

Preview document (🔗 origineel)


 

Derde halfjaarsrapportage

Vereenvoudigingsoperatie Belastingdienst

November 2008Inhoudsopgave

1.	Inleiding							pag.	3

2.	Uitvoering							pag.   	4

		2.1	Huidige Toeslagen					pag.    	4

		2.2	Vereenvoudigingsoperatie huidige organisatie		pag.   	14 

		2.3	Sturing op de ICT-uitvoering				pag.	20	

3.	Ontwerp							pag. 	23

		3.1	Nieuwe Toeslagenproces				pag. 	23

		3.2	Vereenvoudigingsoperatie toekomstige organisatie	pag. 	28

		3.3	Vereenvoudiging wetgeving				pag. 	37

4.	Organisatie Belastingdienst					pag. 	39

		 

1. Inleiding

De halfjaarsrapportage wordt opgehangen aan vijf luiken. Voor de
volledigheid worden deze hierna nogmaals gemeld:

het eerste luik bevat de activiteiten in het kader van Toeslagen en
SUB/Walvis;

het tweede luik beschrijft de vereenvoudigingsoperatie binnen de huidige
organisatie van de Belastingdienst; de destijds in het plan van aanpak
(brief van 8 juni 2007) opgenomen verbetermaatregelen zijn nagenoeg
geheel gerealiseerd; in het kader van verdere verbetering van de
dienstverlening aan burgers en bedrijven zijn nieuwe acties
geïnitieerd; over de planning en realisatie zal bij dit tweede luik
worden gerapporteerd;

het derde luik beschrijft de vereenvoudigingsoperatie voor de
toekomstige organisatie van de Belastingdienst. Dit luik kent twee
fasen. In fase 1 worden de basisvoorzieningen gerealiseerd. Fase 2
realiseert de fundamentele wijziging in de procesinrichting van de
Belastingdienst;

het vierde luik bevat de vereenvoudigingsoperatie wetgeving;

het vijfde luik bevat de sturing op de ICT-organisatie van de
Belastingdienst. 

Binnen het geheel van de Vereenvoudigingsopereratie Belastingdienst gaat
het zowel om activiteiten die direct betrekking hebben op de huidige
uitvoering als om activiteiten die meer een ontwerpkarakter hebben. Deze
rapportage gaat in op beide activiteiten.

Over de financiële gevolgen van de luiken wordt verantwoording afgelegd
via de gebruikelijke cyclus (begroting en beheersverslag). De kosten van
de vereenvoudigingsoperatie toekomstige organisatie (programma
Complexiteitsreductie, paragraaf 3.2) worden gefinancierd vanuit een
specifiek doelbudget. Daarom is er voor gekozen om de kosten in deze
voortgangsrapportage inzichtelijk te maken. De Belastingdienst stelt
vanuit het oogpunt van beheersing alleen budgetten per jaar beschikbaar.
De budgetten voor 2009 worden pas vrijgegeven nadat de plannen herijkt
en getoetst zijn.

Overeenkomstig de toezegging in de brief van 5 november 2008, nr.
DGB2008/5881U, wordt in deze rapportage ook het meest actuele inzicht
gegeven in de kosten van het nieuwe Toeslagensysteem. 

2. Uitvoering

2.1 Huidige Toeslagen

Deze rapportage richt zich op de periode van 1 mei 2008 tot en met 31
oktober 2008, tenzij anders is aangegeven.

Stand van zaken productie algemeen

In deze verslagperiode heeft de reguliere verwerking van aanvragen en
mutaties huurtoeslag, zorgtoeslag, kinderopvangtoeslag en kindertoeslag
voor zowel berekeningsjaar 2007 alsook voor berekeningsjaar 2008
plaatsgevonden. Dit leidt ertoe dat maandelijks ca. 8 miljoen
uitbetalingen voor toeslagen hebben plaatsgevonden.

Daarnaast is het proces definitief toekennen voor het berekeningsjaar
2006 afgerond en zijn voor het berekeningsjaar 2007 4,84 miljoen
toeslagen definitief toegekend voor de huur- en zorgtoeslag.

Ten aanzien van het definitief toekennen van de kinderopvangtoeslag
speelt het volgende. Bij de start van het proces definitief toekennen
voor de kinderopvangtoeslag 2007 is bij een representatieve steekproef
gebleken dat de urenopgaaf van de ouders in meer dan 50% van de gevallen
afwijkt van de urenopgave van de kinderopvanginstellingen. Dit wordt
voornamelijk veroorzaakt doordat ouders nauwelijks wijzigingen insturen.
Hieruit is geconcludeerd dat het definitief toekennen voor
berekeningsjaar 2007 een andere aanpak vereist. In november 2008 is aan
ouders gevraagd de jaargegevens van de
kinderopvanginstellingen/gastouderbureaus over 2007 op te sturen. Het
proces zal naar verwachting in het eerste halfjaar van 2009 worden
afgerond. 

De stand van zaken voor wat betreft de productie van de afzonderlijke
toeslagen treft u hieronder aan. Dit betreft niet de maandelijkse
uitbetaling van de toeslagen, maar de verwerking van door de burger
ingezonden berichten (de zogenoemde eerste aanvragen en mutaties). 

Stand van zaken productie huur- en zorgtoeslag

In totaal zijn er in deze verslagperiode 2.334.900 berichten huur en
zorg verwerkt. In onderstaande tabel staan de aantallen eerste aanvragen
en mutaties gespecificeerd.



Aantal verwerkte berichten	Toeslagjaar 2007 Ontvangen in de huidige
verslagperiode	Toeslagjaar 2008 Ontvangen in de huidige verslagperiode
Periode Jan.2007 – apr. 2008	Totaal cumulatief Periode Jan.’07
–okt.‘08

Huur





1e aanvragen	6.000	63.200	355.900	425.100

Mutaties	11.400	1.466.700	1.234.000	2.712.100

Zorg





1e aanvragen	10.700	133.900	752.100	896.700

Mutaties	94.100	548.900	1.520.800	2.163.800

Totaal	122.200	2.212.700	3.862.800	6.197.700



Er is sprake van een werkvoorraad van ongeveer 29.000 berichten. Dit is
een normale werkvoorraad. Ongeveer 13% van deze werkvoorraad heeft de
termijn van acht weken overschreden. Het betreft hierbij
niet-behandelbare posten doordat er gegevens ontbreken. Aan de
desbetreffende burgers is gevraagd om deze gegevens alsnog aan te
leveren.

Stand van zaken productie kinderopvangtoeslag

In totaal zijn er in deze verslagperiode 85.800 berichten kinderopvang
verwerkt. In onderstaande tabel staan de aantallen eerste aanvragen en
mutaties gespecificeerd.

Aantal verwerkte mutaties	Toeslagjaar 2007

Huidige verslagperiode	Toeslagjaar 2008 huidige verslagperiode	Periode
Jan.2007 –apr. 2008	Totaal cumulatief Periode Jan. ’07 – okt.‘08

1e aanvragen	1.800	49.300	228.900	280.000

Mutaties	13.900	20.800	672.100	706.800

Totaal	15.700	70.100	901.000	986.800



De werkvoorraad van de berichten kinderopvangtoeslag bedraagt ca. 23.200
berichten, dit betreft ongeveer 3.800 posten toeslagjaar 2007 en
ongeveer 19.400 posten toeslagjaar 2008. Er zijn ca. 9.000 posten die de
acht weken termijn overschrijden. Het betreft hier posten waarbij aan de
burger is gevraagd om ontbrekende gegevens alsnog aan te leveren.

Stand van zaken productie kindertoeslag

Aantal verwerkte berichten	Toeslagjaar 2008 

huidige verslagperiode	Periode Nov.2007 - apr.2008	Totaal cumulatief
Periode Nov. ’07 – okt.‘08

1e aanvragen

Mutaties	14.700

24.300	20.200

97.800	34.900

122.100

Totaal	39.000	118.000	157.000



Deze berichten betreffen de 157.000 door de burger ingediende eerste
aanvragen en mutaties. Bijna 35.000 burgers hebben sinds de invoering
van de kindertoeslag een aanvraag ingediend. Het grootste deel van deze
aanvragen, ca. 70%, is ontvangen via internet. Er is bij de
kindertoeslag geen werkvoorraad. Alles wordt binnen de gestelde
termijnen verwerkt. 

Bezwaarschriften

Toeslagjaar 2006 huur- en zorgtoeslag

Bij het begin van deze verslagperiode bedroeg de voorraad
bezwaarschriften tegen de definitieve toekenning over het jaar 2006 van
de huur- en zorgtoeslag 10.205 bezwaarschriften. Er zijn in de
verslagperiode 26.884 bezwaarschriften ontvangen en 17.887
bezwaarschriften afgedaan. De voorraad is hierdoor gestegen naar 19.202
bezwaarschriften.

Toeslagjaar 2007 huur- en zorgtoeslag

Het proces van het definitief toekennen over 2007 is in de
verslagperiode begonnen. Er zijn in de verslagperiode 1.581
bezwaarschriften ontvangen tegen de definitieve toekenning van de huur-
en zorgtoeslag over berekeningsjaar 2007. Hiervan zijn 293
bezwaarschriften over berekeningsjaar 2007 afgedaan. De eindvoorraad
bedraagt hierdoor 1.288.

Toeslagjaar 2006 kinderopvangtoeslag

Bij het begin van deze verslagperiode bedroeg de voorraad
bezwaarschriften tegen de definitieve toekenning kinderopvangtoeslag in
totaal 333 bezwaarschriften. Er werden 2880 bezwaarschriften ontvangen
en 839 bezwaarschriften afgedaan. De voorraad is hierdoor gestegen naar
2.374 bezwaarschriften

Stand van zaken afdoen bezwaarschriften

De bezwaarschriften die sinds 1 juni 2008 zijn ontvangen, worden
AWB-conform afgedaan. Met de indieners van een bezwaar op de definitieve
toekenning 2006 wordt in contact getreden met de vraag of het
bezwaarlijk is dat de behandeling langer duurt dan zes weken plus vier
weken verdagingstermijn. De indieners vinden dit nagenoeg nooit
problematisch; wanneer zij instemmen, wordt vanuit de Belastingdienst
een bevestigingsbrief verzonden.

De verzending van de definitieve beschikkingen 2007 op de huur- en
zorgtoeslag is sterk geconcentreerd geweest in het vierde kwartaal 2008.
Momenteel komen hier nog relatief weinig bezwaarschriften op binnen.
Deze bezwaar-werkstroom wordt AWB-conform verwerkt. Dit laat zich
verklaren omdat de nu verzonden definitieve toekenningen relatief
eenvoudig en eenduidig zijn vast te stellen. Dit zal niet het geval zijn
bij de overige toeslagen, waarbij er onder andere sprake is van
toezicht. De ervaring met het definitief toekennen van het toeslagjaar
2006 laat zien dat de laatste groep toeslagen die vastgesteld moeten
worden meer bezwaarschriften oproept. 

BelastingTelefoon

In de maanden mei tot en met oktober is 1,8 mln. keer telefonisch
contact gezocht met Belastingdienst/Toeslagen. Hiervan zijn een kleine
1,7 mln. gesprekken aangenomen. De percentages aangenomen gesprekken
specifiek voor Toeslagen over de maanden mei tot en met oktober zijn
respectievelijk 89, 94, 96, 99, 100 en 86. De gemiddelde wachttijd is in
genoemde periode onder de bandbreedte (80 - 100 sec.) gebleven.

Vanaf eind september is gestart met de verzendingen definitief
toekenning 2007. De telefonische respons is dusdanig laag dat de
telefonische dienstverlening goed kan worden gerealiseerd. Ook hier
heeft de Belastingdienst te maken met het feit dat de nu verzonden
beschikkingen relatief weinig discussie opleveren.

Vanaf half april 2008 zijn inkomenswijzigingen voor de huur- en
zorgtoeslag telefonisch aangenomen en verwerkt.

Definitief toekennen 2006

Op 31 oktober 2008 waren in totaal 7,06 miljoen toeslagen huur, zorg en
kinderopvang 2006 definitief vastgesteld. Uitgesplitst betreft het 5,55
miljoen definitieve zorgtoeslagen, 1,25 miljoen definitieve
huurtoeslagen en ongeveer 0,26 miljoen definitieve
kinderopvangtoeslagen. 

De definitieve toegekende toeslagen 2006 kunnen als volgt worden
uitgesplitst: 

	Zorgtoeslag	Huurtoeslag	Kinderopvangtoeslag

Nabetaling	21 %	16 %	39 %

Geen verschil (nihil)	48 %	50 %	22 %

Invordering	31 %	34 %	39 %



Deze tabel is hieronder verder uitgesplitst naar klasse

Klasse	Zorgtoeslag	Huurtoeslag	Kinderopvangtoeslag

Nabetalingen



	€ 0 - € 100	10 %	4 %	11 %

€ 100 - € 500	10 %	7 %	18 %

€ 500 - €1000	1 %	3 %	6 %

> € 1000	0 %	2 %	4 %





	Nihil	48 %	50 %	22 %





	Invorderingen



	€ 0 - € 100	13 %	9 %	11 %

€ 100 - € 500	15 %	11 %	17 %

€ 500 - €1000	2 %	6 %	6 %

> € 1000	1 %	8 %	5 %



Uit dit overzicht blijkt dat ongeveer 71% (10% nabetalingen, 48% nihil
en 13% invordering) van de definitief toegekende zorgtoeslagen tussen de
+100 en -100 euro zijn vastgesteld. Voor de huurtoeslag bedraagt dit
percentage 63 en voor de kinderopvangtoeslag 44.

In totaal moeten nog 131.000 toeslagen worden vastgesteld, waarvan voor
ongeveer 90% nog wordt gewacht op een inkomen. De overige 10% betreft
nieuwe aanvragen en toezichtsposten, waarbij er nog een reactie van
burgers moet worden ontvangen. Een dergelijke stroom is jaarlijks te
verwachten. 

Gezien deze stand van zaken wordt het definitief toekennen over 2006 als
afgerond beschouwd.

Overzicht terugvorderingen via de centrale betalingsregeling

Bij de behandeling van de Vaststelling van de begrotingsstaten van de
begroting Wonen, Wijken en Integratie (XVIII) voor het jaar 2009 is
aangegeven dat in deze halfjaarlijkse rapportage een overzicht zal
worden opgenomen met daarin de meest actuele stand ten aanzien van het
gebruik van de centrale betalingsregeling inzake de huurtoeslag.

Per 1 november 2008 maken ongeveer 83.000 huishoudens gebruik van de
centrale betalingsregeling voor de huurtoeslag naar aanleiding van het
definitief toekennen over toeslagjaar 2006. Het gemiddelde uitstaande
bedrag voor deze groep bedraagt per 1 november 2008 ongeveer € 965. In
de volgende halfjaarsrapportage zal ook informatie worden opgenomen naar
aanleiding van het definitief toekennen van toeslagjaar 2007.

Definitief toekennen 2007

Op 31 oktober 2008 waren in totaal 4,84 miljoen toeslagen huur, zorg en
kinderopvang 2007 definitief vastgesteld. Uitgesplitst betreft het 4,08
miljoen definitieve toeslagen zorg, 0,76 miljoen definitieve toeslagen
huur. 

Ten aanzien van de kinderopvang loopt er - zoals hiervoor is gemeld -
een actie waarbij jaaropgaven bij ouders worden uitgevraagd. Hierdoor is
een uitsplitsing voor de kinderopvangtoeslag in onderstaande tabel nog
niet mogelijk. De definitieve toegekende huur- en zorgtoeslagen kunnen
als volgt worden uitgesplitst: 

	Zorgtoeslag	Huurtoeslag

Nabetaling	19 %	19 %

Geen verschil (nihil)	50 %	53 %

Invordering	31 %	28 %



Deze tabel is hieronder verder uitgesplitst naar klasse

Klasse	Zorgtoeslag	Huurtoeslag

Nabetalingen



€ 0 - € 100	9 %	7 %

€ 100 - € 500	9 %	7 %

€ 500 - €1000	1 %	4 %

> € 1000	0 %	1 %

Nihil	50 %	53 %

Invorderingen



€ 0 - € 100	12 %	2 %

€ 100 - € 500	17 %	13 %

€ 500 - €1000	2 %	6 %

> € 1000	0 %	7 %



Uit dit overzicht blijkt dat ongeveer 71% van de definitief toegekende
zorgtoeslagen tussen de +100 en -100 euro zijn vastgesteld. Voor de
huurtoeslag bedraagt dit percentage 62. 

 

Beleidsinformatie

Ten aanzien van de beleidsinformatie geldt dat – zoals in eerdere
rapportages is aangegeven – pas duidelijkheid kan worden gegeven als
het proces van definitief toekennen is afgerond. Zoals hiervoor
aangegeven is definitief toekennen over 2006 nagenoeg afgerond, zodat de
beleidsinformatie over het jaar 2006 binnenkort beschikbaar komt. De
beleidsinformatie voor latere jaren komt beschikbaar op het moment dat
het definitief toekennen met betrekking tot de latere jaren is afgerond.



Overzicht productieverstoringen

Tijdens de periode van 1 mei 2008 tot en met 7 november 2008 zijn
ongeveer 7,9 miljoen beschikkingen verzonden aan toeslaggerechtigden. In
deze paragraaf worden de productieverstoringen gemeld die hierbij zijn
opgetreden.

d.d. 20 mei 2008

De uiteindelijke eindafrekening van toeslagen aan erven van
toeslagontvangers die zijn overleden in de periode vóór oktober 2007
is moeizaam verlopen. Het betreft tegoeden die als gevolg van een
blokkering op het rekeningnummer destijds niet konden worden uitgekeerd.
Eind juni 2008 zijn de laatste posten afgehandeld. 

d.d. 12 juni 2008

In het proces definitief toekennen over berekeningsjaar 2006 blijkt dat
het systeem niet goed overweg kan met situaties waarbij in de
bezwaarafhandeling sprake is dat de huishoudsamenstelling gewijzigd moet
worden (een partner blijkt ten onrechte in het huishouden opgevoerd te
zijn). Bij het draaien van een productierun met vernieuwde
inkomensgegevens, wordt de – terecht verwijderde - partner weer
geautomatiseerd bijgevoegd in de berekening. Uit een query blijkt dat
136 betrokkenen verkeerde beschikkingen hebben ontvangen. Deze
betrokkenen zijn telefonisch geïnformeerd en de programmatuur is
gecorrigeerd.

d.d. 13 juni 2008

Huurders van twee corporaties ontvangen voor de maanden juni en juli een
te laag termijnbedrag huurtoeslag. Het gaat in totaal om ca. 4.300
huurders die hun toeslag laten verrekenen met de huurprijs (geclusterd
betalen). De oorzaak hiervan is dat voor deze verhuurders de
termijnbedragen van de maanden maart en april via een handmatig traject
zijn uitbetaald. Deze betalingen zijn niet goed (nl. dubbel) verwerkt in
de financiële administratie, waardoor er ten onrechte is verrekend in
juni en juli 2008. Op 3 juli 2008 zijn de herstelacties richting burgers
en verhuurders afgerond.

d.d. 17 juni 2008

Bij de definitieve beschikkingen 2006 die tussen 15 en 23 mei 2008 zijn
verzonden, is abusievelijk de Wegwijzer definitief berekenen 2007
gevoegd. Het gaat hier om 126.000 beschikkingen.

d.d. 18 juni 2008

In een aantal gevallen zijn aanvullende WW-uitkeringen voor 2006 en 2007
verkeerd aangegeven bij de Belastingdienst. In plaats van uitsluitend de
aanvulling op het loon van desbetreffende burgers in de aangifte op te
nemen, is in deze gevallen ook het loon opgenomen. Hierdoor heeft de
Belastingdienst dubbel fiscaal loon geregistreerd. Voor 2006 gaat het om
4.471 gevallen, voor 2007 om 3.077. Vanwege overlap in de
berekeningsjaren bedraagt de totale populatie ca. 4.700 betrokkenen.
Voor toeslagen zullen de nadelige gevolgen voor de burger zich beperken
tot het deel van de 4.471 burgers dat in 2006 recht had op een toeslag.
Deze burgers zijn – wanneer zij al een Definitieve Toekenning 2006
hebben ontvangen - beschikt op basis van een te hoog inkomen. In
september 2008 zijn alle posten gecorrigeerd.

d.d. 18 juni 2008

Op basis van door het College van Zorgverzekeraars aangeleverde
verzekerdengegevens was de zorgtoeslag voor ca. 36.000 huishoudens
ingetrokken via een stopbeschikking met dagtekening 9 juni 2008.

Uit onderzoek is gebleken dat de kwaliteit van de gebruikte
contra-informatie onvoldoende is. Daarom is besloten alle 36.000
stopbeschikkingen ongedaan te maken. Omstreeks 26 juni 2008 hebben de
betrokken huishoudens hierover een brief gekregen.

d.d. 1 juli 2008

Op 27 juni 2008 zijn 2400 (voorlopige) beschikkingen 2007 financieel
onjuist verwerkt. Het beschikte bedrag voor 2007 is vergeleken met het
reeds uitbetaalde bedrag voor toeslagjaar 2008. Voor een goede
afrekening moet het beschikte bedrag voor 2007 worden vergeleken met het
uitbetaalde bedrag 2007. Op 1 juli 2008 zijn er excuusbrieven verzonden
naar betrokkenen.

d.d. 16 juli 2008

Na toezicht zijn kinderopvangtoeslagen 2005 ingetrokken. Evenwel zijn er
130 posten ten onrechte opnieuw beschikt. De betrokken burgers zijn
gebeld.

d.d. 21 augustus 2008

Gebleken is dat een partij van 145.000 beschikkingen huurtoeslag 2008 is
berekend en verzonden op basis van verouderde gegevens. Dit betreft
posten waarbij er zowel door de verhuurder als de huurder geen nieuwe
huurprijzen per 1 juli 2008 zijn aangeleverd. De verkeerd berekende
posten zijn herberekend aan de hand van de laatst aangeleverde
huurgegevens en de huurnormen per 1 juli 2008. De laatste beschikkingen
zijn 11 september 2008 verzonden; bij de beschikking is als bijlage een
uitleg aan de burger gevoegd.

d.d. 21 augustus 2008

Circa 70 burgers zijn aangeschreven als “erven van”, terwijl er geen
sprake is van een overlijdenssituatie. De betrokkenen zijn gebeld om
excuus aan te bieden en uitleg te geven.

d.d. 28 augustus 2008

In ongeveer 970 gevallen heeft de burger een definitieve beschikking
kinderopvangtoeslag ontvangen die onjuiste gegevens weergeeft. De
berekening op de beschikking is gebaseerd op een onjuist
voorschotbedrag, omdat bij de opmaak van de beschikking de laatste
betalingsmutatie niet was meegenomen. De uiteindelijke betaling is wel
goed gegaan. In verband met grote diversiteit aan situaties is een
algemene informatiebrief niet mogelijk; de toeslagontvangers zijn
telefonisch benaderd om uitleg te geven. Met de betalingsronde van eind
september 2008 was alles hersteld.

d.d. 29 oktober 2008

Een inhoudingsplichtige heeft voor onderdelen van het loon dubbele
loongegevens aangeleverd. Als gevolg hiervan zijn te hoge inkomens
gebruikt voor het definitief berekenen van de huur- en zorgtoeslag 2007.
Het gaat in totaal om een populatie van ongeveer 31.000 definitief toe
te kennen toeslagen 2007. Aangezien de juiste loongegevens nog niet
beschikbaar zijn, kan de Belastingdienst geen gerichte informatie geven
aan burgers. Burgers van deze inhoudingsplichtige die ons bellen of naar
een balie gaan, krijgen uitleg over de situatie en zij hoeven verder
niets te doen. Met de betrokken inhoudingsplichtige vindt overleg plaats
hoe dit moet worden opgelost.

d.d. 6 november 2008

In een groep van ongeveer 3.500 burgers is het jaarrecht huur-/
zorgtoeslag van personen die in de loop van 2007 zijn overleden bij de
definitieve berekening ten onrechte vastgesteld op € 0. De betrokkenen
ontvangen een excuusbrief en zullen op grond van een wijziging in de
programmatuur uiterlijk begin december 2008 een herstelde beschikking
ontvangen.

d.d. 7 november 2008

Bij éénpersoons-ouderenhuishoudens met een inkomen boven de € 17.726
wordt bij de definitieve berekening van de huurtoeslag 2007 niet de
juiste waarde uit de huurnormtabel toegepast. Dit gaat om een populatie
van 3.700 huishoudens. In veruit de meeste gevallen gaat het om
afwijkingen van minder dan € 20 op jaarbasis. Er kunnen echter ook
hogere afwijkingen voorkomen. De berekeningsprogrammatuur is inmiddels
aangepast met de juiste huurnormen. De desbetreffende burgers krijgen in
december 2008 een nieuwe beschikking. De Belastingtelefoon en de balies
zijn geïnformeerd om vragen hierover te kunnen beantwoorden.

Stand van zaken IBO Vereenvoudiging Toeslagen

Zoals aangekondigd in mijn brief aan uw Kamer van 3 september 2008 is in
de rapportageperiode het Interdepartementaal Beleidsonderzoek
Vereenvoudiging Toeslagen gestart. De eerste vergadering met deelnemers
van CPB en de departementen SZW, OCW, VWS, WWI, J&G, FIN en EZ heeft
plaatsgevonden. De Werkgroep heeft als taakopdracht meegekregen om
voorstellen voor vereenvoudiging te doen die ertoe leiden dat toeslagen
voor de burger eenvoudig zijn aan te vragen en voor de Belastingdienst
goed uit te voeren. In dit verband is het voor de Belastingdienst vooral
van belang dat de toeslagen(regeling) onder meer aan de volgende
voorwaarden voldoen:

toeslag moet eenvoudig beschikbaar zijn en gebaseerd op reeds
beschikbare gegevens uit authentieke registraties of op forfaitaire
bedragen (zoals standaardpremie zorgtoeslag);

eenvoudig controleerbare en eenduidige grondslagen, die stabiel en/of
goed voorspelbaar zijn;

massaal verwerkbaar;

harmonisatie tussen de verschillende Awir-regelingen;

zo min mogelijk grondslagen;

zo min mogelijk uitzonderingen.

Gevolgen Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten voor
toeslagen

In mijn brief van 5 november 2008 aan uw Kamer is kort gememoreerd dat
de implementatie van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en
gehandicapten (Wtcg) gevolgen kan hebben voor de hoogte van de
toeslagen. Deze wet heeft tot gevolg dat in veel gevallen het
verzamelinkomen van een burger ten opzichte van eerdere jaren hoger
wordt, omdat de aftrekpost voor buitengewone uitgaven lager wordt of
vervalt. Aangezien het toetsingsinkomen voor de toeslagen is afgeleid
uit het verzamelinkomen van een huishouden, heeft de wijziging tot
gevolg dat een toeslag lager moet worden vastgesteld. Inmiddels is het
proces van het automatisch continueren van toeslagen in volle gang.
Hierbij kon geen rekening worden gehouden met dit wetsvoorstel. 

Als er niets wordt gedaan, dan zou dat betekenen dat burgers in 2009 een
te hoge toeslag ontvangen, die in 2010 bij het definitief toekennen zou
moeten worden terugbetaald. Inschatting is dat het om ongeveer 3 miljoen
huishoudens gaat die in meer of mindere mate dan zouden moeten
terugbetalen.

Er is een aantal scenario’s opgesteld waarmee dit ongewenste effect
kan worden gemitigeerd of voorkomen. Deze scenario’s worden op dit
moment op hun precieze gevolgen voor de burgers getoetst. De Kamer zal
over de gekozen aanpak worden geïnformeerd.

2.2 Vereenvoudigingsoperatie huidige organisatie

Het tweede deel van het vierluik van de vereenvoudigingsoperatie betreft
de huidige uitvoering door de Belastingdienst. Op een aantal terreinen
moeten de prestaties van de Belastingdienst verbeteren. In het plan van
aanpak is een aantal maatregelen genoemd om de grootste irritaties bij
burgers en bedrijven weg te nemen. Ook de fiscaal intermediairs,
werkzaam voor zowel burgers als bedrijven, hebben baat bij deze
maatregelen.

2.2.1.	Maatregelen voor de burger 

1. Burgers niet meer lastig vallen dan nodig is 

Door het introduceren van een vooringevulde aangifte (VIA), wordt het
burgers gemakkelijker gemaakt om aangifte te doen. De belastingplichtige
kan volstaan met het controleren van de vooringevulde gegevens en het
aanvullen met de ontbrekende. 

In het plan van aanpak werd er nog vanuit gegaan dat de eerste fase van
de VIA in het eerste kwartaal van 2008 zou worden gerealiseerd. Zoals al
eerder aan uw Kamer gemeld, is de invoering van de VIA verschoven van
2008 naar 2009. 

In 2009 zal voor burgers die elektronisch aangifte doen een breed
opgezette pilot plaatsvinden. Vanaf 2 maart 2009 komt een speciale
versie van het aangifteprogramma beschikbaar waarmee het mogelijk wordt
de eigen gegevens op te halen en over te nemen in de aangifte. Het gaat
daarbij om de loon- en WOZ-gegevens, de bedragen van de voorlopige
aanslag en voorlopige teruggave, en een aantal heffingskortingen.

Huidige status: 

- brede pilot in 1e kwartaal 2009.

2. Meer en betere digitale diensten via internet 

Om burgers beter te bedienen moet de informatie op de website van de
Belastingdienst actueel en goed benaderbaar zijn. In het plan van aanpak
zijn als verbeteringen aangekondigd: een goede en snelle zoekfunctie,
meer actuele informatie en meer digitale formulieren. De vorige
rapportages meldden reeds dat gerealiseerd zijn:

een verbeterde zoekfunctie,

een digitale nieuwsvoorziening (Belastingdienst Actueel),

download van digitale formulieren voor het aanvragen van uitstel
aangifte Inkomstenbelasting en het maken van bezwaar,

verzending via internet van digitale formulieren voor uitstel aangifte
Inkomstenbelasting en Vennootschapsbelasting. 

Het inzenden van bezwaarschriften via internet is per 1 juli 2008
mogelijk gemaakt. Hierbij ondertekenen particulieren met hun DigiD,
terwijl dit voor ondernemers verloopt via het persoonlijk domein.Daarmee
zijn alle voorziene digitale formulieren gerealiseerd.

Als extra dienstverlening is het vanaf 7 oktober 2008 mogelijk om het
aanvraagformulier voor een verklaring arbeidsrelatie (VAR) online op de
internetsite van de Belastingdienst in te vullen en digitaal te
versturen.

Er wordt nog gekeken naar mogelijkheden om de diensten die beschikbaar
zijn en komen voor burgers en bedrijven beschikbaar te stellen aan
“derden”, waaronder belastingadviseurs. Gedacht wordt aan een
systeem waarbij gemachtigden deze diensten kunnen benaderen. Bovendien
wordt onderzoek gedaan naar de behoefte van ondernemers,
belastingadviseurs en softwareleveranciers, naar andere vormen van
digitale dienstverlening.

Huidige status:

- gerealiseerd. Een verdere uitbreiding is in onderzoek. 

 

3. Bereikbaar zijn voor de burger 

In de afgelopen jaren was regelmatig sprake van een verminderde
bereikbaarheid van de Belastingtelefoon. Vooral bij de invoering van
omvangrijke wetswijzigingen of bij massale campagnes oversteeg het
aantal telefonische vragen de beschikbare capaciteit. 

In de voorgaande rapportage werd reeds gemeld dat de nieuwe
bereikbaarheidsnorm is ingevoerd. Ook was gedurende de HUBA-campagne de
Belastingtelefoon vrijdagavond tot 20.00 uur en zaterdag van 9.00 tot
17.00 uur bereikbaar.

In het plan van aanpak is voor de Belastingtelefoon een
bereikbaarheidsnorm van 80% genoemd als de meest optimale mix van
bereikbaarheid en doelmatigheid.

De telefonische bereikbaarheid lag de afgelopen maanden vrijwel steeds
boven deze norm. Over de maanden april t/m september was de
bereikbaarheid: 80, 81, 78, 82, 85 en 90%. Geconcludeerd kan worden dat,
over een heel jaar gemeten, een bereikbaarheid van 80% haalbaar is. In
drukke maanden is, gelet op de maximale capaciteit die ingezet kan
worden, het percentage lager dan het jaargemiddelde. Deze piekmomenten
zijn gekoppeld aan de verzending van grote hoeveelheden aangiften,
aanslagen en toeslagbeschikkingen.

Huidige status: 

- betere bereikbaarheid: gerealiseerd

4. De burger beter van dienst zijn 

In het plan van aanpak was vermeld dat een pilot was gestart, waarbij de
burger via de Belastingtelefoon enkele soorten mutaties voor de
toeslagen kan laten doorvoeren. In de vorige rapportage is reeds gemeld
dat de pilot succesvol is afgerond en dat het telefonisch doorgeven van
mutaties gecontinueerd en verbreed wordt. 

Huidige status:

- afgerond

5. Processen voor de burger versnellen 

Een ander aandachtspunt in de vereenvoudigingsoperatie was dat de burger
zich niet altijd snel genoeg door de Belastingdienst geholpen voelde. Op
korte termijn werd een aantal acties gestart om de belangrijkste
irritaties weg te nemen. 

Al in de vorige rapportage kon gemeld worden dat de meeste actiepunten
op dit gebied waren gerealiseerd. Dit betrof: de snellere beantwoording
van complexe vragen door regio’s, het tijdig verwerken van mutaties
van rekeningnummers, de verrekening van teruggaven, het realiseren van
terugbetalingen en het sneller uitreiken van het F-biljet.

Het tijdig afdoen van bezwaarschriften en klachten vergt nog veel
aandacht. De doelstelling om bezwaarschriften en klachten volledig AWB
conform af te doen wordt niet gerealiseerd. Van de van particulieren en
ondernemers in 2008 ontvangen bezwaren is 80 resp. 90% binnen de AWB
termijn afgedaan. 

De resultaten worden gedrukt door de bezwaarschriften op aanslagen
IH2006, waar enkele productieverstoringen ertoe hebben geleid dat veel
bezwaarschriften niet tijdig konden worden behandeld.

Ook blijft aandacht noodzakelijk voor de afbouw van de voorraden oude
bezwaren. Immers, pas als de voorraden oude bezwaren zijn weggewerkt,
kan de Belastingdienst zich volledig richten op werken in de
actualiteit. Het is wel enigszins paradoxaal dat het afdoen van veel
oude (te late) bezwaren leidt tot een lager tijdigheidspercentage.

Het resultaat van de Belastingregio’s voor tijdige behandeling van
klachten (binnen een termijn van tien weken) ligt met 89% op een hoger
niveau, maar is nog verwijderd van de doelstelling van minimaal 95%. 

Huidige status: 

- afdoening bezwaarschriften en klachten: deels gerealiseerd (80/90
resp. 89%). 	Sturing en verbetering van deze processen vergt doorlopend
aandacht. 

2.2.2.	Maatregelen voor het bedrijfsleven 

1. Processen voor het bedrijfsleven versnellen 

Een specifiek proces voor het bedrijfsleven is de aanvraag van een
VAR-verklaring (verklaring arbeidsrelatie). In het plan van aanpak was
reeds aangegeven dat het afgifteproces in 2006 grondig was herzien,
waardoor de afgiftetermijnen voor doorsneesituaties verkort waren. De
doelstelling was om in 2007 de verwerkingstijd van de doorsneeverzoeken
te beperken tot gemiddeld een week.

In de voorgaande rapportage was reeds gemeld dat de doorsneeverzoeken,
ondanks een forse toename van het aantal aanvragen, voor vrijwel de
volle 100% binnen 5 werkdagen waren afgedaan. 

Ook over de laatste maanden geldt dat nog steeds voor 99,5% van de
aanvragen.

Huidige status:

- dit actiepunt is gerealiseerd. 

2. Nieuwe ondernemers, toekennen omzetbelasting- en loonheffingennummers


In het plan van aanpak werd aangekondigd dat voor het opvoeren van een
nieuwe ondernemer voor de inkomstenbelasting en het toekennen van een
omzetbelastingnummer en loonheffingennummer een termijn ging gelden van
5 werkdagen.

In de vorige rapportage is aangegeven dat de eerste vier maanden van
2008 positieve ontwikkelingen lieten zien. Deze tendens heeft zich ook
daarna voortgezet. Over de afzonderlijke maanden mei t/m oktober zijn
respectievelijk 76, 80, 86, 91, 96 en 97% van de aanvragen tijdig
toegekend. Geconcludeerd kan worden dat het proces rond het opvoeren van
nieuwe ondernemers steeds beter “in control” komt door de
doorlopende managementaandacht.

Ook de prognose voor de resterende periode van 2008 is goed. Er wordt
naar toe gewerkt dat de Belastingdienst vanaf december de afgesproken
tijdigheidsnorm van 98% realiseert.

Over heel 2008 gemeten zal het cumulatieve percentage uitkomen op circa
90.

Huidige status: 

- voor een belangrijk deel gerealiseerd; blijft een aandachtspunt 

3. Eerder vaststellen en publiceren model loonaangifte 

Voor het tijdig kunnen aanpassen van de geautomatiseerde
loonadministratie voor het nieuwe jaar hebben werkgevers en
softwareleveranciers er baat bij dat de loonaangifte voor het nieuwe
jaar zo vroeg mogelijk wordt vastgesteld en gepubliceerd. In het plan
van aanpak werd aangegeven dat het de bedoeling was om voortaan
jaarlijks op 1 oktober een voorlopige versie van de loonaangifte te
publiceren.

In de vorige rapportages werd reeds gemeld dat de aangifteset voor de
loonaangifte 2008 op 1 oktober 2007 was gepubliceerd, na afstemming met
de markt. De aangifteset voor de loonaangifte 2009 is niet gewijzigd.

 

Huidige status: 

- gerealiseerd 

4. Betere telefonische bereikbaarheid voor belastingadviseurs 

In de vorige rapportage werd reeds gemeld dat de “Helpdesk
Intermediairs” beschikbaar gesteld is voor de gehele doelgroep van
28.000 adviseurs. Via klantenpanels en accountteams voor intermediairs
is de communicatie tussen adviseurs en de Belastingdienst verbeterd. 

Huidige status: 

- dit actiepunt is gerealiseerd

5. Digitale aanlevering akten door notarissen 

In het plan van aanpak is aangegeven dat de mogelijkheden zouden worden
onderzocht om het berichtenverkeer tussen notarissen en Belastingdienst
te digitaliseren. Daarbij gaat het om de akten die door de notaris aan
de Belastingdienst worden aangeboden en om het digitaal inleveren van de
aangiften overdrachtsbelasting. 

In april 2008 is een pilot gestart waarbij een beperkt aantal
notariskantoren hun akten en aangiften via e-mail aanleveren. De pilot
heeft aangetoond dat voor de klant het gebruikersgemak zwaar weegt.
Vandaar dat de KNB een voorkeur heeft uitgesproken voor aanlevering van
digitale afschriften van akten vanuit de bedrijfssoftware van het
notariaat. Een onderzoek naar de mogelijkheden hiervan is gestart.
Ondertussen wordt de aanlevering via de e-mail door de bij de pilot
betrokken notariskantoren wel gecontinueerd.

Huidige status: 

- pilot is geëvalueerd.

Overige actiepunten

Het actiepunt over het aanbieden van meer en betere digitale diensten
voor ondernemers via internet is behandeld bij actiepunt 2 van de
“maatregelen voor de burger”. Deze actiepunten kennen een grote mate
van overlap.

Over de in het plan van aanpak genoemde actiepunten voor het
terugbrengen van het aantal rubrieken in de loonaangifte en het
vervangen van de huidige loonaangiftecontroles door één integrale
controle wordt periodiek gerapporteerd in de halfjaarlijkse rapportages
inzake SUB/Walvis, dan wel de specifieke rapportage over de
verbeteracties in het kader van de IPA (Integrale probleemanalyse). 

Uit de voorliggende rapportage blijkt dat reeds een groot deel van de
actiepunten is gerealiseerd. In de volgende halfjaarlijkse rapportage
zal daarom alleen worden gerapporteerd over de nog openstaande
actiepunten.

2.2.3 Nieuwe maatregelen in het kader van dienstverlening

De noodzaak om de dienstverlening aan burgers en bedrijven verder te
verbeteren blijft onverkort bestaan. Dat vloeit voort uit de eigen
beleidsvisie van de Belastingdienst op het gebied van dienstverlening,
maar ook uit de steeds hogere verwachtingen die burgers en bedrijven
koesteren; die verwachtingen zijn gebaseerd op hun ervaringen met het
(digitale) serviceniveau van andere overheden en van bedrijven.

In 2009 gaat de Belastingdienst volgens planning de volgende online
webformulieren realiseren: 

- elektronisch aangeven accijns voor periodieke aangevers 	1 januari
2009

- elektronisch aangeven voor dag- en weekaangevers		1 april 2009

- een aantal formulieren in het kader van depots (invordering)	1 juli
2009

- stopzetten Voorlopige Aanslag/Voorlopige Teruggaaf		1 januari 2009

- stopzetten heffingskortingen					1 januari 2009

2.3 Sturing op de ICT-uitvoering

In de tweede halfjaarsrapportage is een aantal korte-termijnmaatregelen
aangekondigd met betrekking tot de ICT-uitvoering. In het eerste deel
van deze paragraaf worden de resultaten hiervan aangegeven. Daarop
volgend worden ook de drie prioriteiten toegelicht waarmee de
structurele maatregelen met betrekking tot de ICT-uitvoering in gang
worden gezet. 

2.3.1. Korte termijn maatregelen

Het algemene beeld is dat de risicobeperkende maatregelen die de
afgelopen maanden zijn ingezet, resultaten beginnen te vertonen. Het
aantal productieverstoringen is in de afgelopen maanden sterk
verminderd. 

Sturing ICT-organisatie vanuit centraal departementaal niveau

Per 15 september 2008 is de CIO-functie ingevuld. Ook is per 1 september
2008 het team ICTRA volledig bezet. De eerste maanden zijn gebruikt om
in te werken in de informatievoorzieningsketen van de Belastingdienst en
sturing te geven aan de korte-termijnmaatregelen (zie hieronder). Ook is
ondersteuning gegeven aan belangrijke programma’s zoals Toeslagen, ETM
en Complexiteitsreductie. Zeer recent is het eigenaarschap van de
informatiesystemen aangescherpt.

Risicobeperkende maatregelen

Procedure ten aanzien van productieverstoringen

Als onderdeel van de nieuwe procedure per 1 oktober is voorzien in
een periodieke rapportage over productieverstoringen en
bevindingen als gevolg van outputcontroles  die zich hebben
voorgedaan. Inmiddels is een eerste rapportage verschenen. Naast de in
deze rapportage opgenomen productieverstoringen voor Toeslagen zijn
vanaf 1 oktober twee verstoringen geconstateerd, die inmiddels zijn
opgelost.

Verbeteren testtraject

Voor de korte termijn zijn vier maatregelen ingevoerd: gefaseerde
opstart productie, het Risico Inventarisatie Team, adequate signalering
en afhandeling productieverstoringen en actieve monitoring Poort. Deze
testmaatregelen zijn op verschillende punten in het voortbrengingsproces
van kracht, totdat structurele verbeteringen in het testproces zijn
doorgevoerd. De maatregelen hebben aanwijsbaar zes productieproblemen
voorkomen (bespaarde kosten € 550.000) door vóór inproductiename
aanpassingen te doen. Ook worden per december de eerste extra
testmanagers en -coördinatoren aangenomen. Naar de resterende 12
vakmensen wordt met kracht verder gezocht.

Inputcontrole op binnenkomende stromen & Output controle op alle
uitgaande stromen

Op verschillende plaatsen in het ontvangstproces zijn maatregelen
getroffen om berichten zeker te stellen. Zo worden elektronische
berichten bij het ondertekenen gecontroleerd en na het ondertekenen
vastgelegd. Voor alle kanalen geldt dat van alle aangeleverde berichten
een back up wordt gemaakt. Na controle op leesbaarheid worden berichten
gearchiveerd en gebufferd voor verdere verwerking. Gegevensverlies wordt
zo voorkomen. Er is, zoals bekend een grote verscheidenheid aan
inkomende berichtstromen voor de diverse heffingen en toeslagen. Deze
berichten komen bovendien op verschillende manieren binnen (op papier,
via internet en via andere digitale gegevensdragers). Dat is ingewikkeld
en er wordt nu nog in detail onderzocht welke resterende aanpassingen
nodig zijn om alle vormen van gegevensaanlevering te zekeren en
eventueel te kunnen herstellen.

Aan de ‘achterkant’ van het proces - voorafgaand aan de verzending
– is steekproefsgewijze controle van de output geïntroduceerd.
Resultaat is dat 17 productieruns zijn hersteld die anders verkeerd
waren uitgestuurd en dat bij 20 foutieve partijen andere corrigerende
maatregelen zijn genomen. Het foutpercentage van de gecontroleerde
poststukken was 2,3 (periode week 19 t/m week 46). Bij geconstateerde
fouten wordt niet alleen zo nodig herstel gepleegd op de desbetreffende
partij. Het levert ook een signaal op om eventuele programmatuurgebreken
te herstellen en zo voor de toekomst de fout niet meer te laten
voorkomen.  

Helaas zijn er ook nog foutieve poststukken door de controle heen
gekomen (o.a. berichten omtrent huurtoeslag). Daarom is besloten om nog
een inhoudelijke risicobepaling per stroom door te voeren, zodat voor
specifieke stromen het aantal steekproeven wordt vergroot. 

2.3.2.	Structurele maatregelen

Om te komen tot structurele verbetering van de ICT-sturing zijn drie
prioriteiten gekozen: IV-strategie en -sturing, bedrijfsarchitectuur &
portfoliomanagement en kwaliteitsverbetering van de ICT-dienstverlening.
Deze hebben tot doel om verder inzicht te verwerven in en grip te
krijgen op de gehele informatievoorziening en de sturing daarvan. Op 1
januari 2009 treedt het plan met verbeteringsmaatregelen voor  2009 in
werking. Uiterlijk op 30 juni 2009 wordt een plan opgeleverd voor de
verbetering van de ICT-uitvoering voor de jaren 2010, 2011 en 2012. 

Informatievoorzieningsstrategie en – sturing (IV-strategie en –
sturing) 

Met een heldere IV-strategie en -sturing worden verantwoordelijkheden
duidelijk en herkenbaar belegd. Gebaseerd op de bedrijfsstrategie van de
Belastingdienst worden kaders gedefinieerd met betrekking tot sourcing,
de uitvoering van het e-Overheidsbeleid in de Belastingdienst en de
verdeling van (financiële) middelen. Het resultaat van deze maatregelen
is een duidelijke IV-organisatie, die sneller werkt, waardoor de kans op
fouten vermindert.

Bedrijfsarchitectuur en portfoliomanagement

Hiermee wordt gestuurd op vereenvoudiging van de
Belastingdienstprocessen  en betere dienstverlening aan de burger. Zo
wordt de eerste versie van de IV landschapsfoto, als een onderdeel van
de Bedrijfsarchitectuur, in december opgeleverd. Dit biedt ook de basis
voor portfolio management: een middel waarmee gestuurd kan worden op de
uitvoering van projecten, producten en diensten, vanzelfsprekend binnen
de gestelde financiële kaders. Ook zal in december gestart worden met
de zogeheten Architectuur Board: een orgaan dat het mogelijk maakt om
vanuit architectuur te sturen. Deze maatregelen, in combinatie met de
toekomstige resultaten van Complexiteitsreductie 2, maken het mogelijk
om te sturen op structurele verbetering van de informatievoorziening
binnen de Belastingdienst. 

Kwaliteitsverbetering van de ICT-dienstverlening

Voor 2009 is een pakket maatregelen benoemd ter verdere verbetering van
de kwaliteit van de ICT-dienstverlening.

Ten eerste worden de eerder genoemde korte-termijnverbeteringen in het
testproces verder doorgezet en structureel gemaakt. Er wordt een
gestandaardiseerde testaanpak geïntroduceerd op basis van de
marktstandaard Tmap. Deze zal in de komende maanden als eerste binnen de
domeinen van Douane en Aanslagbelastingen worden doorgevoerd. Daarnaast
worden de al ingezette initiatieven rond het versterken van de ICT
kennis binnen de organisatie via opleidingstrajecten en werving van
managers met ICT-achtergrond gecontinueerd. 

Een andere kwaliteitsmaatregel heeft betrekking op projectmanagement. De
voorspelbaarheid en beheersbaarheid van ICT-projecten binnen de
Belastingdienst kan voor de aspecten tijd, budget en kwaliteit worden
vergroot. Maatregelen zijn onder andere het (versneld) invoeren van de
Projectmanagementmethode Prince II, het gebruik van een
standaardrapportage, het invoeren van Gateway-reviews en het verdergaand
stellen van eisen aan de businesscase voor een project. Daarmee wordt
ook aangesloten bij de uitkomsten van het onderzoek van de ARK.
Bijzondere aandacht wordt besteed aan de voortgang van reeds lopende
projecten boven in totaal 20 miljoen euro, waarover aan de Kamer werd
gerapporteerd.  

Ten slotte wordt gewerkt aan uniformering en stroomlijning van
werkmethodieken voor ontwerp en bouw van systemen.

3. Ontwerp

3.1 Nieuwe Toeslagenproces

In de tweede halfjaarsrapportage “Vereenvoudigingsoperatie
Belastingdienst” is de Tweede Kamer geïnformeerd over het nieuw te
bouwen toeslagen systeem. Aangegeven is dat het nieuwe toeslagen systeem
per 1 januari 2009 geïmplementeerd zou gaan worden. In de rapportage is
opgemerkt dat dit een ambitieus traject is, maar dat het naar de stand
van mei 2008 realistisch was. Sinds de afgelopen rapportage is de Tweede
Kamer tussentijds geïnformeerd over de gang van zaken. In de laatste
brief van 5 november 2008 aan de Tweede Kamer is aangegeven dat
duidelijk is dat de implementatie van het nieuwe systeem niet per 1
januari 2009 gerealiseerd gaat worden. Mede gezien het uitgangspunt dat
er een ordentelijk implementatieproces moet zijn, is besloten het nieuwe
toeslagen systeem in het najaar van 2009 te implementeren. Materieel
betekent dit dat het nieuwe toeslagsysteem toeslagjaar 2010 gaat
verwerken. 

Om de gevolgen hiervan voor de burger te verzachten neemt de
Belastingdienst op het gebied van de dienstverlening in 2009 een aantal
maatregelen. Het gaat om de volgende maatregelen:

het inrichten van speciale regionaal georganiseerde teams die burgers
met complexe, meerjarige belasting- en toeslagproblemen helpen. Dit
houdt onder andere ook in dat de Belastingtelefoon deze burgers actief
benadert. Zonodig gebeurt dit buiten reguliere kantoortijden. In het
eerste kwartaal van 2009 zullen de eerste regio’s hiermee aan het werk
gaan, waarna in de rest van het jaar deze werkwijze landelijk gefaseerd
wordt ingevoerd;

burgers die teruggebeld moeten worden, kunnen aangeven wanneer ze
teruggebeld willen worden. Zonodig gebeurt dit buiten reguliere
kantoortijden;

de verwijzingstekst op beschikkingen ten aanzien van het maken van
bezwaar wordt aangepast zodat de burger gestimuleerd wordt om eerst
contact op te nemen met BelastingTelefoon of de balie; dit is met name
van belang voor Toeslagen. Aldaar wordt nagegaan of er werkelijk sprake
is van een bezwaar of dat het gaat om een mutatie of een
onduidelijkheid. Vervolgens wordt óf het probleem direct opgelost
(muteren of verhelderen) óf de klant (procedureel) geholpen met het
indienen van het bezwaar. Gestart wordt met een pilot bij de
BelastingTelefoon. Doel van de pilot is om uit te vinden hoe de klant
het beste geholpen kan worden.

In de brief van 5 november 2008 is aangegeven dat in deze
halfjaarsrapportage een toelichting zal worden gegeven over de genomen
maatregelen om de nieuwe planning op stabiele wijze te halen en over het
actuele inzicht in de kosten van de toeslagen systemen. Hierna wordt
daarop ingegaan.

Extra maatregelen in programma Toeslagen

De maatregelen zien op complexiteitverlagende maatregelen en het
verhogen van de projectbeheersing. Door deze extra maatregelen wordt de
kans op een succesvolle implementatie sterk vergroot. Hierna worden deze
toegelicht.

Complexiteitsverlagende maatregelen

op het implementatiescenario wordt een extra analyse uitgevoerd om te
bepalen welke complexiteitsfactoren in het programma aanwezig zijn
(bijv. grootte van het programma, aantal verschillende
gebruikersgroepen, de gereedheid van de organisatie). Door aanpassingen
in de opzet en planning kunnen eventuele risico’s rond deze
complexiteitsfactoren gereduceerd worden;

de complexiteit van de invoering van het nieuwe Toeslagen systeem wordt
verminderd door in december 2008 al een Proof-of-Concept omgeving (PoC)
neer te zetten met één regeling. Zo kan vroegtijdig bruikbare ervaring
worden opgedaan voor acceptatie van het definitieve Toeslagen systeem
door gebruikers en kan de werkinstructie worden opgesteld; 

doordat de oplevering van het systeem wordt losgekoppeld van de
implementatie ontstaat ruimte voor productiesimulaties. Ook kunnen er
meer proefconversies worden gedaan en kunnen de gegevens verder
geschoond worden

Verhogen projectbeheersing

er worden extra besturings- en rapportagemaatregelen doorgevoerd. Dit
betekent duidelijkere rapportages en ‘gateway’ controles tijdens de
verschillende fasen van het project, zodat sneller en gedetailleerder
inzicht ontstaat en waardoor bijsturing eerder kan plaatsvinden;

risicomanagement zal worden versterkt doordat het aanwezige risicolog
wordt beoordeeld op volledigheid waarna deze maandelijks geijkt wordt
door het Kernteam Toeslagen;

de projectbesturing wordt aangepast. De aangestelde projectleiders
worden geëvalueerd en waar nodig vervangen. Ook wordt het aantal
deelprojecten gereduceerd;

er worden diverse audits uitgevoerd op het programma. Het gaat om:

een externe audit op het programma uitgevoerd waarbij wordt gekeken in
hoeverre de genoemde maatregelen voor de toekomst voldoende effect
kunnen hebben;

de RAD zal een audit uitvoeren op de planning en de mate waarin
maatregelen in gang zijn gezet;

een externe audit op de planningsgrondslagen met behulp van benchmark
gegevens. Deze audit door een externe partij loopt momenteel. De
verwachting is dat deze audit voor 1 januari 2009 gereed is;

een externe audit op de kwaliteit van de (nog op te leveren)
programmatuur. Deze audit is inmiddels begonnen en zal begin februari
2009 gereed zijn.

Door deze maatregelen is de verwachting dat de implementatie in het
najaar van 2009 mogelijk is.

Kosten 

Het bijstellen van de planning van de invoering van het nieuwe
Toeslagensysteem heeft budgettaire gevolgen. Ten eerste worden
ontwikkeling en bouw van het nieuwe systeem duurder omdat de ontwerp- en
bouwteams langer operationeel moeten blijven. Ten tweede worden er extra
kosten gemaakt voor het langer in de lucht houden van het huidige
systeem. Ook moet het definitief toekennen een jaar langer handmatig
worden uitgevoerd. Deze kosten worden hieronder toegelicht. 

Kosten Toeslagen nieuw

Het nieuwe Toeslagensysteem gaat volgens de huidige inzichten tussen de
€ 90 en € 100 mln kosten. Een aantal posten in deze raming is
evenwel onzeker. De definitieve vaststelling van het contract met de
externe leverancier ten behoeve van 2009 moet bijvoorbeeld nog
plaatsvinden. Bovendien wordt er – zoals hiervoor is aangegeven –
door een extern bureau een onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van de
nieuwe planning. Ook hier kunnen wijzigingen uit voortvloeien. Ten
slotte worden er in 2010 kosten gemaakt voor nazorg en het eventueel
verhelpen van kinderziektes, maar de hoogte hiervan is op dit moment
niet bekend.

In de loop van 2008 bleken de basisvoorzieningen die opgeleverd zouden
worden vanuit het programma Complexiteitsreductie niet ver genoeg gereed
te zijn om voor Toeslagen te worden ingezet. Daarom zijn specifiek voor
het nieuwe Toeslagensysteem basisvoorzieningen voor Gegevenshuishouding,
Poort, Productiebesturing en Bestuurlijke Informatie gebouwd. Voor het
project Toeslagen betekende dit een aanzienlijke verbreding van de
scope. Daarnaast bleek dat de opgeleverde software onvoldoende kon
worden getest. Tevens waren er onverwachte problemen met enkele modules
binnen het systeem en met de dataconversie. Vooral de module
‘Tijdreizen’  bleek complexer dan verwacht. Voor de hoogte van de
verschillende toeslagen is het op het juiste moment laten ingaan van
mutaties van groot belang; informatie over die mutaties (van burgers
zelf of vanuit andere bronnen) komt vaak pas (veel) later beschikbaar.
Via de module “Tijdreizen” is het mogelijk aan die mutaties met
terugwerkende kracht gevolgen voor de hoogte van Toeslagen te verbinden.


Het nieuwe Toeslagensysteem (sec) ging uit van een totaalbedrag van €
30 mln. exclusief een aantal belangrijke kostenposten zoals
investeringen in licenties en infrastructuur, opleidingen en
communicatie en zonder basisvoorzieningen. 

Inmiddels zijn grote delen van het systeem gereed zoals het
Feitenregistratiesysteem en de burgerportal. In 2009 worden de
resterende onderdelen afgebouwd. Ook vinden in 2009 alle keten- en
acceptatietesten plaats. Tevens worden enkele proefconversies gedaan om
zodoende het gehele systeem te testen en om de kantoren optimaal te
ondersteunen bij de dataschoning. 

Naar verwachting zijn de ontwikkelkosten van het nieuwe systeem lager
dan de kosten van het huidige systeem. Ook de structurele
onderhoudskosten van het systeem zullen aanmerkelijk lager zijn.
Daarenboven biedt het nieuwe systeem meer functionaliteiten in de vorm
van een burgerportal en een uitgebreide verhuurdersadministratie. Het
burgerportal is een generieke functie waar zowel burgers als medewerkers
van de Belastingdienst een volledig klantbeeld kunnen inzien en waarin
door beide partijen snel mutaties doorgevoerd kunnen worden. In de
verhuurdersadministratie wordt een actueel beeld vastgelegd van wie de
eigenaar is van een pand en welke huurder waar woont. Deze informatie
kan zowel door verhuurders als Belastingdienst gebruikt worden. 

Kosten huidig Toeslagensysteem

Het in 2009 in de lucht houden van het huidige Toeslagensysteem levert
een  kostenpost op van tussen de € 10 en € 20 mln. Hierover bestaat
eveneens enige onzekerheid omdat nog moet worden vastgesteld welk
fall-backscenario in 2010 zal worden gehanteerd. 

Kosten handmatig uitvoeren 

Naast de hiervoor genoemde kosten worden er ook in de uitvoering van het
proces extra kosten voorzien. In het huidige systeem is het niet
mogelijk om de complexe gevallen van definitief toekennen en de
uitvalbehandeling geautomatiseerd uit te voeren. Daarom is een unit
ingericht waar deze werkzaamheden handmatig worden uitgevoerd. Omdat het
huidige toeslagensysteem ook in 2009 operationeel blijft, verschuift de
geplande afbouw van deze tijdelijke werkzaamheden naar 2010, hetgeen een
kostenpost betekent van circa € 10 mln.

De Belastingdienst zal door herprioritering de meerkosten van zowel het
huidige als het nieuwe Toeslagensysteem en de extra proceskosten binnen
de eigen begroting dekken.

Gevolgen voor nieuwe wetgeving

In de brief van 5 november 2008 is aangegeven dat de implementatiedatum
in het najaar van 2009 gevolgen heeft voor nieuwe wetgeving op het
gebied van toeslagen. Volledigheidshalve worden die hier nog herhaald.

Het uitstel heeft gevolgen voor de inwerkingtreding van het wetsvoorstel
inzake de wanbetalers zorgverzekeringswet. De Belastingdienst/Toeslagen
zou vanaf 1 juli 2009 de zorgtoeslag van wanbetalers aan het College
voor Zorgverzekeringen gaan uitbetalen. De Belastingdienst heeft ten
aanzien van de uitvoering hiervan als voorwaarde gesteld dat dit alleen
te realiseren is, als het nieuwe toeslagensysteem operationeel is. Dit
betekent dat de Belastingdienst/Toeslagen deze wet vanaf 1 januari 2010
kan gaan uitvoeren. 

Ten aanzien van de overige toeslagen geldt dat de wijziging
kinderopvangtoeslag (onder andere ten aanzien van de voorstellen op het
gebied van de gastouderopvang) en de vereenvoudigingsvoorstellen in de
huurtoeslag reeds beoogd waren om per 1 januari 2010 in werking te
treden. Derhalve heeft de nieuwe implementatiedatum hiervoor géén
gevolgen.

3.2 Vereenvoudigingsoperatie toekomstige organisatie

3.2.1 Inleiding

Deze rapportage sluit aan op de tweede halfjaarsrapportage, zoals die is
uitgebracht bij brief van 30 mei 2008. Onderdeel van het plan van aanpak
vereenvoudigingsoperatie Belastingdienst is de vereenvoudiging van de
toekomstige organisatie, ook bekend als het programma
Complexiteitsreductie. Dit programma kent vier hoofddoelstellingen:

verbeteren van de dienstverlening aan burgers en bedrijven;

waarborgen van de continuïteit van de processen van de Belastingdienst;

vergroten van de adaptiviteit, waardoor nieuwe wet- en regelgeving
sneller en adequater kan worden ondergebracht in de processen en
systemen van de Belastingdienst;

uitkomen op een kostenniveau dat marktconform is.

Complexiteitsreductie bestaat uit twee fasen die naast elkaar worden
uitgevoerd. De eerste fase levert de basis en de basisfunctionaliteiten
die noodzakelijk zijn voor het realiseren van de doelstellingen van dit
project. In deze fase wordt het fundament gelegd voor de ondersteuning
van de generieke bedrijfsfuncties die in fase 2 worden gemaakt en die
nodig zijn om burgers en bedrijfsleven in de toekomst goed te kunnen
bedienen. 

Het belang van fase 1 is tweeledig. Allereerst levert realisatie hiervan
al op korte termijn een bijdrage aan het reduceren van de complexiteit
en daarmee aan het vergroten van de beheersing van de ICT (minder
productieverstoringen); daarmee wordt een voorwaarde ingevuld voor het
waarborgen van de continuïteit. Daarnaast draagt fase 1 bij aan het
realiseren van de oplossing voor de lange termijn (fase 2).

3.2.2 Fase 1: Oplossen van problemen in de ICT

De eerste fase bestaat uit vier kernactiviteiten:

opschonen bestaande portfolio (het geheel van de systemen), zoals
overbodige software, applicaties en licenties;

leveren van generieke voorzieningen. Voorbeelden van deze voorzieningen
zijn een poort voor het stroomlijnen van berichtenverkeer met burgers en
bedrijven en een portal voor het delen van informatie met burgers en
bedrijven;

migreren en elimineren van bestaande applicaties en systemen. De
bestaande voorzieningen worden geschikt gemaakt en overgezet op de
nieuwe generieke voorzieningen;

aansluiten van nieuwe voorzieningen. Nieuwe voorzieningen worden zo
ontworpen dat ze gebruik maken van de nieuwe generieke voorzieningen.

In grote lijnen kan gesteld worden dat het accent in 2008 heeft gelegen
op het realiseren van de generieke voorzieningen. De voortgang hiervan
verschilt per generieke voorzieningen. In detail is dit uitgewerkt bij
kernactiviteit 2. 

De generieke voorzieningen zijn randvoorwaardelijk voor de
kernactiviteiten migreren en elimineren en aansluiten nieuwe
voorzieningen. Vertraging in de realisatie van de generieke
voorzieningen werkt door in het te ontwikkelen tempo voor de andere
kernactiviteiten.

Kernactiviteit 1: OPSCHONEN

Het doel van deze kernactiviteit is het realiseren van een lagere
onderhouds- en beheerslast en een lagere foutgevoeligheid. Voor deze
kernactiviteit zijn drie deelprojecten gestart:

Opschonen van de bestaande portfolio (functionele overtolligheid)

Opschonen systemen Integrale Klantbehandeling (IKB) en Applicatie
Transparantie Klantbehandeling (ATK) 

Verwijderen technische overtolligheid 

Het blijkt dat het opschonen van het applicatieportfolio weerbarstiger
is dan gedacht. Dit komt omdat de complexiteit als gevolg van
verwevenheid van applicaties dermate groot is dat een snelle en
eenvoudige samenvoeging niet mogelijk blijkt. Wat op het eerste gezicht
een logische opschoning of samenvoeging lijkt, blijkt dat bij grondige
analyse niet te zijn omdat er bijvoorbeeld afhankelijkheidsrelaties zijn
met bepaalde gegevensbronnen. Op dit moment wordt onderzocht welke
manieren er zijn om alsnog de doelstellingen van deze opdrachten (deels)
te realiseren. In de vierde halfjaarsrapportage (per 1 juni 2009) zal
hierover worden gerapporteerd.

Het project schoning technische overtolligheid is aanbesteed. Deze
procedure heeft veel tijd gekost, mede omdat rekening is gehouden met
het uitgangspunt dat ook kleine en middelgrote bedrijven moeten kunnen
inschrijven. Het feitelijke onderzoek naar de schoning is in oktober
gestart. Eerst wordt een representatief deel van de applicatieportfolio
onderzocht. Op basis van de resultaten van dit onderzoek worden
vervolgacties uitgezet.

Met kernactiviteit 1 zijn de volgende kosten gemoeid:

(bedragen x € 1.000)

 Kernactiviteit 1: opschonen 	2007	2008

Opschonen applicatieportfolio	 	 

Opschoning IKB of ATK	 	100

Reduceren technische redundantie 	 	1.100

Totaal	 	1.200



Kernactiviteit 2: LEVEREN GENERIEKE VOORZIENINGEN

Deze kernactiviteit is randvoorwaardelijk om te kunnen opschonen
(kernactiviteit 1) en om te kunnen migreren en elimineren
(kernactiviteit 3). Er zijn vijf deelprojecten gestart:

Realiseren generieke voorzieningen Gegevenshuishouding, Bus, Portal en
Content Management 

Realiseren generieke voorziening Productiebesturing

Realiseren generieke voorziening Poort

Realiseren generieke voorziening Business Intelligence

Treffen van Infrastructurele voorzieningen voor de generieke
voorzieningen

	Hieronder volgt per generieke voorziening op hoofdlijnen de stand van
zaken:

Een aantal Portlets (Raadplegen Natuurlijk Persoon en Raadplegen
Huisgenoten) is gereed. De interne Portal wordt reeds getest met het in
ontwikkeling zijnde systeem KLOP2. Ten aanzien van de externe Portal
moet eerst een aantal beveiligingsvraagstukken worden opgelost alvorens
deze toegepast kan worden. Volgens de huidige planning wordt de externe
portal in 2009 opgeleverd.

De generieke voorziening Content management is zover gereed dat op dit
moment bestaande systemen naar deze generieke voorziening gemigreerd
kunnen worden. Het eerste systeem dat gemigreerd wordt is Regioweb
(intranet voor de Belstingdienstregio’s). Volgend jaar wordt deze
generieke voorziening verder afgerond. 

De ervaringen die met KLOP2 zijn opgedaan hebben geleid tot aanpassingen
binnen de generieke voorzieningen Bus en Gegevenshuishouding (zie
kernactiviteit 4). De ontwikkeling van de generieke voorziening Bus
loopt hierdoor zeker door tot medio 2009. De verwachting is dat de
ontwikkeling van de generieke voorziening Gegevenshuishouding medio 2009
zal zijn afgerond.

In de afgelopen periode is voor de generieke voorziening Poort een
vooronderzoek uitgevoerd ter voorbereiding op de strategische keuze om
verder te ontwikkelen in de huidige Poort dan wel op basis van actuele
marktconforme componenten een nieuwe poort te ontwikkelen. Deze keuze
kan worden gemaakt als de fase definitiestudie (1 maart 2009) is
afgerond. Zolang deze keuze niet kan worden  gemaakt, wordt
terughoudendheid betracht met investeringen in de bestaande voorziening
en komen alleen investeringen met een korte terugverdientijd en op basis
van wetgeving noodzakelijk aanpassingen in aanmerking.

De voor 2008 geplande activiteiten voor het realiseren van de generieke
voorziening productiebesturing zijn grotendeels afgerond. De proces- en
informatiearchitectuur is conform planning opgeleverd. Tevens is een set
van aansluitvoorwaarden volgens plan gereed. De uitrol van OIT 6.0
(Opdrachtmanagement Intensief Toezicht) is afgerond; daarmee wordt aan
de Belastingregio’s de mogelijkheid geboden hun werkstroom te
regulieren.

De generieke voorziening Business Intelligence is in 2008 in het
programma Complexiteitsreductie opgenomen. In 2008 is de eerste fase van
het BI-programma uitgevoerd. In deze initiatieffase zijn vooral
onderzoeks- en programmaplannen opgesteld. Op dit moment is gestart met
de fase van definitiestudie. Er is inmiddels een SAS pakket aangeschaft
maar dat moet nog wel toegesneden worden op het gebruik in de
Belastingdienst.

Voor deze kernactiviteit worden de volgende kosten gemaakt

(bedragen x € 1.000)

 Kernactiviteit 2: leveren generieke voorzieningen	2007	2008

Generieke voorziening GGHH, Bus, portal en CM	14.908	11.500

Generieke voorziening Poort	2.478	0

Generieke voorziening Productiebesturing	3.856	3.000

Inrichten infrastructuur generieke voorzieningen	4.126	2.800

Bestuurlijke informatie voorziening	 	400

Totaal	25.368	17.700



Kernactiviteit 3: MIGREREN EN ELIMINEREN

Het doel van kernactiviteit 3 is het verminderen van de onderhoudslast
door het gebruik van generieke voorzieningen en het sneller en
flexibeler kunnen invoeren van wijzigingen of vernieuwingen van
producten en diensten voor burgers en bedrijven.

Er vallen zes deelprojecten onder deze kernactiviteit:

Migreren en elimineren met Poort

Implementeren KLOP2 en elimineren KLOP1

Migreren door middel van Content Management

Migreren en elimineren met behulp van de Bus

Migreren en toepassen Productiebesturing

Migreren en elimineren met behulp van de Portal

De migratieopdrachten kennen een afhankelijkheidsrelatie met de
opdrachten voor het realiseren van generieke voorzieningen. Pas als de
generieke voorzieningen voor een bepaald deel gereed zijn, kan worden
begonnen met het feitelijk migreren en vervolgens saneren. 

De eerste migratieopdrachten met behulp van de generieke voorziening
Content Management en Portal zijn gestart (het betreft applicaties als
DOGMA, Internet, Eldo, Regioweb en Content Management Organisatie).
Hierdoor wordt een aanzienlijke verbetering bereikt van het aanbod van
informatie en de vindbaarheid daarvan, waardoor medewerkers in de
toekomst burgers en bedrijven beter en sneller kunnen bedienen. 

Met behulp van de generieke voorziening Productiebesturing is begonnen
met het migreren van lopende processen (bijvoorbeeld ABS) naar de nieuwe
voorzieningen OIT (Opdrachtmanagement Intensief Toezicht) en IPC
(Integrale Planning en Control). Een goed ingeregelde productiebesturing
heeft tot gevolg dat de producten die de burgers en bedrijven ontvangen
tijdig, volledig en juist zijn. Daarnaast wordt snel inzichtelijk waar
zich in het proces voorraden vormen of storingen kunnen optreden.

Als gevolg van de verschuivingen in de planning van de generieke
voorzieningen Gegevenshuishouding, Bus en Poort, schuiven ook de daaraan
gerelateerde sanerings- en migratieopdrachten door ten opzichte van de
oorspronkelijke planning. 

Ten behoeve van het migreren en elimineren zijn de onderstaande kosten
geraamd:

(bedragen x € 1.000)

 Kernactiviteit 3: migreren en elimineren 	2007	2008

Migreren en elimineren mbv Poort	 

	Implementeren Klop2 en elimineren Klop1	 

	Migreren en elimineren mbv Contentmanagement	 	2.100

Migreren en elimineren mbv BUS	 

	Migreren naar OIT	 

	Migreren en elimineren mbv Portal	 	1.600

 	 	3.700



Kernactiviteit 4: AANSLUITEN NIEUWE VOORZIENINGEN

Kernactiviteit 4 heeft tot doel het verkleinen van de benodigde
ontwikkelingslast van nieuwe systemen en het verkorten van de
doorlooptijd. Op dit moment worden er twee deelprojecten uitgevoerd:

Raakvlakopdrachten met de generieke voorzieningen Bus en
Gegevenshuishouding

Realisatie van KLOP2

KLOP2 is een applicatie waarmee de medewerkers van de BelastingTelefoon
(en later ook de balies) worden ondersteund om burgers vlug en vakkundig
te kunnen bedienen. Enerzijds is het een soort presentatieschil, die
informatie op een toegankelijke manier aan de medewerker toont.
Anderzijds maakt KLOP2 het mogelijk om een telefoongesprek efficiënt te
kunnen aannemen en afhandelen. De bouw van KLOP2 had aanvankelijk alleen
als doel om aan te tonen, dat de Belastingdienst in staat is om met
gebruikmaking van nieuwe Generieke voorzieningen (gegevenshuishouding,
bus en portal) een werkende applicatie te maken. Naderhand is besloten
KLOP2 ook daadwerkelijk in productie te nemen, omdat de invoering van
KLOP2 flinke voordelen voor de burgers inhoudt. Vanaf maart 2008 is met
een eerste release van KLOP2 op kleine schaal in de productieomgeving
proefgedraaid. In die productieomgeving zijn de nodige ervaringen
opgedaan die hebben geleid tot aanpassingen. Vanaf oktober draait de
applicatie weer en tot tevredenheid van de proefgebruikers. De
ervaringen zijn overigens ook aanleiding geweest voor aanpassingen
binnen de Generieke voorzieningen. Zo is bijvoorbeeld gebleken dat de
bouw van gegevensservices anders moest plaatsvinden. Dat heeft voor
KLOP2 wel tot gevolg, dat de nu draaiende release op onderdelen herbouwd
moet worden. Dat betekent dat pas in het tweede kwartaal van 2009 een
KLOP2-applicatie opgeleverd wordt, die breed in gebruik kan worden
genomen. 

Voor kernactiviteit 4 worden de volgende kosten gemaakt:

(bedragen x € 1.000)

 Kernactiviteit 4: aansluiten nieuw 	2007	2008

Raakvlakopdrachten	 	400

Realiseren Klop2	2.102	3.200

Totaal	2.102	3.600



3.2.3 Fase 2: Fundamentele wijzigingen in de procesinrichting.

De vereenvoudigingsoperatie voor de toekomstige Belastingdienst richt
zich op het realiseren van fundamentele wijzigingen in het leveren van
producten en diensten aan burgers, bedrijven en andere belanghebbenden.
De huidige belasting c.q. toeslag gerichte procesinrichting wordt
vervangen door een gebeurtenis gerichte inrichting. 

De doelstelling van fase 2 is primair het verbeteren van de kwaliteit
van dienstverlening en het vergroten van de adaptiviteit en uiteraard
het waarborgen van continuïteit en marktconformiteit. De architectuur
voor de fundamentele wijzigingen wordt uitgewerkt en beproeft in het
programma Complexiteitsreductie 2.

In deze periode staat de realisatie van de volgende kernactiviteiten
gepland:

Doorontwikkelen bedrijfsarchitectuur

Praktijkproeven gebeurtenis “overlijden” en gebeurtenis “startende
ondernemer”

Voorbereiden veranderingsproces implementatie bedrijfsarchitectuur

In grote lijnen is voor alle eindproducten sprake van een vertraging van
drie maanden. De vertraging is vooral terug te voeren op het niet tijdig
in productie krijgen van de praktijkproeven. Met die productie wordt
getoetst of het bedachte, innovatieve concept voor een betere
toekomstige Belastingdienst haalbaar is. Het niet tijdig in productie
krijgen is terug te voeren op technische oorzaken, op het leren
ontwikkelen en realiseren op andere wijze dan gebruikelijk is bij de
Belastingdienst en op het vlot verkrijgen van gegevens uit de bestaande
systemen met behulp van zogenoemde gegevensservices.

Kernactiviteit 1: doorontwikkelde bedrijfsarchitectuur Belastingdienst

Het effect van een goede bedrijfsarchitectuur is dat aan burgers en
bedrijven goed, tijdig en tegen marktconforme kosten producten en
diensten worden geboden. Tevens kan een betere en snellere impactanalyse
bij voorgenomen beleidswijzigingen plaatsvinden en ontstaat er een
betere voorspelbaarheid van maakbaarheid en haalbaarheid. Ten slotte kan
eenvoudiger gestuurd worden op kwaliteit, geld en tijd.

In het vooronderzoek voor CR2 is een nieuwe bedrijfsarchitectuur
gemaakt, gebaseerd op het consequent scheiden van bedrijfsfuncties,
regels en gegevens alsmede op standaardisatie van bedrijfsfuncties
waarmee in beginsel elk proces kan worden vormgegeven. Die scheiding en
standaardisatie zijn randvoorwaarde voor betere dienstverlening,
adaptiviteit, continuïteit en kostenbeheersing. Versie 2 van deze
architectuur is eind juni 2008 gereed gekomen. Hierop wordt momenteel
een externe audit uitgevoerd. De ervaringen met de praktijkproeven
kunnen het nodig maken de architectuur aan te passen. 

Kernactiviteit 2: realiseren van de praktijkproef Overlijden

Bij overlijden moeten verschillende belastingen en toeslagen worden
afgewikkeld zowel voor de overledene als de nabestaanden. Nu kan dat
niet anders dan per belasting of toeslag en op verschillende momenten in
de tijd. Vanuit de burger bezien moet dat beter. De gebeurtenis zal
aangrijpingspunt zijn voor handelen door de belastingdienst, niet de
belasting of de toeslag. In de praktijkproef gaat gewerkt worden met een
nabestaandenpakket waarin één volledig overzicht van de status per
datum overlijden wordt gegeven. Het nabestaandenpakket gaat vanaf eind
november verstrekt worden aan nabestaanden in de Belastingregio Oost
Brabant. De nabestaanden worden begeleid door een serviceteam bestaande
uit medewerkers van de Belastingregio, de Belastingtelefoon en het
kantoor Toeslagen. Het serviceteam heeft de beschikking over een intern
webportaal zodat op elk gewenst moment de status van de behandeling en
de contacthistorie bekend is. Ook wordt er begin januari een webportaal
voor (ca. 100) nabestaanden opengesteld. Daarop worden zij geattendeerd
als er iets verandert en kunnen zij snel en gemakkelijk hun zaken
afwikkelen. 

Ook komt er een webportaal voor nabestaanden waar zij worden
geattendeerd als er iets verandert. Tevens kunnen zij snel en
gemakkelijk hun zaken afwikkelen en op ieder moment hun gegevens inzien
en de voortgang van behandeling volgen. De praktijkproef vindt dus in
stappen plaats en wordt in het 1e kwartaal van 2009 afgerond. De
praktijkproef moet het bewijs opleveren dat deze manier van werken leidt
tot

een betere dienstverlening aan burgers dankzij een gebeurtenisgedreven
behandeling;

één door de burger (of intermediair) en de belastingdienstmedewerker
gedeelde informatiepositie (nabestaandenpakket, webportaal);

 (op termijn) kostenbesparing door meer zelfredzaamheid en goedkopere
producten/diensten.

Kernactiviteit 2: realiseren van de praktijkproef Startende ondernemer

Op een startende ondernemer komt in het begin veel af. Hoewel daar door
de Belastingdienst op wordt ingespeeld, is de behandeling nog sterk
belastingmiddel gericht. Een starter heeft juist behoefte aan
dienstverlening op maat bij voor hem belangrijke gebeurtenissen als
aanschaf van een bedrijfsmiddel en heeft behoefte aan zekerheid over
zijn financiële relatie met de Belastingdienst. Ook in deze
praktijkproef gaat gewerkt worden met een webportaal dat vergelijkbare
faciliteiten biedt met dezelfde voordelen als bij de praktijkproef
overlijden. Starters kunnen ook zelf aangeven welk niveau van
elektronische dienstverlening zij wensen van de Belastingdienst. Deze
praktijkproef zal het bewijs kunnen leveren dat een betere
dienstverlening aan bedrijven kan worden geboden dankzij een
gebeurtenisgedreven behandeling. Daarnaast moet de werking blijken van
één door bedrijf (of intermediair) en belastingdienst gedeelde
informatiepositie. Andere effecten zijn: gemakkelijker doorvoeren van
wijziging in regelgeving (adaptiviteit) en (op termijn) kostenbesparing
door meer zelfbediening en goedkopere producten/diensten. Het webportaal
dat identiek is aan dat bij de praktijkproef Overlijden (genericiteit)
zal ultimo 2008 beschikbaar zijn voor ca. 100 starters in de
Belastingregio Randmeren alsmede voor de betrokken medewerkers.

Kernactiviteit 3: het veranderplan

Het Veranderplan beschrijft in hoofdlijnen hoe de Belastingdienst van de
huidige belasting- en toeslaggerichte wijze van werken geheel of
gedeeltelijk zou kunnen overgaan naar een werkwijze op basis van
gebeurtenissen met gebruikmaking van generieke bedrijfsfuncties. Die
migratie zal jaren duren en vraagt om goede prioritering. 

De resultaten van de praktijkproeven vormen belangrijke input voor het
Veranderplan

Omdat deze praktijkproeven iets vertraagd zijn, komt ook het
Veranderplan wat later dan gepland gereed. Het Veranderplan biedt de
basis voor een beheerste verandering waarbij het belang van burgers,
bedrijven en Belastingdienst evenwichtig en transparant wordt gemaakt.

Voor fase 2 worden de volgende kosten voorzien:

((bedragen x € 1.000)

 CR Fase 2	2007	2008

Fase 2	1.864	8.100

 	1.864	8.100



3.3 Vereenvoudiging wetgeving

Zoals in het Plan van aanpak Vereenvoudigingsoperatie Belastingdienst
van 8 juni 2007 al is aangegeven, kan een dergelijke operatie geen
statisch karakter hebben. Dat komt ook tot uitdrukking in het vierde
luik, de vereenvoudiging van wetgeving. De keuze van de destijds
genoemde drie onderwerpen was gebaseerd op een quick scan naar het
antwoord op de vraag welke fiscale regelingen meer dan evenredig
bijdroegen aan complexiteit in de uitvoering. 

In de eerste halfjaarsrapportage kon worden vermeld dat ten gevolge van
het Belastingplan 2008 de aftrek voor buitengewone uitgaven per 1
januari 2009 uit de Wet inkomstenbelasting 2001 zou verdwijnen; daarmee
zou een complexe regeling vervallen. De bedoeling was dat, met name voor
chronisch zieken en gehandicapten, in wetgeving onder
verantwoordelijkheid van andere departementen regelingen buiten de
fiscaliteit zouden worden getroffen. Zoals uit het voorstel voor de Wet
tegemoetkoming zieken en gehandicapten blijkt, is als onderdeel van deze
wet ook een beperkte fiscale vangnetregeling opgenomen voor specifieke
kosten waar name chronisch zieken en gehandicapten mee worden
geconfronteerd. De bedoeling is overigens wel om deze fiscale regeling
op termijn, als de doelgroep van chronisch zieken en gehandicapten meer
adequaat kan worden afgebakend, te laten vervallen. Deze fiscale
vangnetregeling bevat op zichzelf complexe bepalingen die de
vereenvoudigingswinst die met het afschaffen van de
buitengewone-uitgavenregeling per 1 januari 2009 in het verschiet lag,
weer grotendeels –in ieder geval voor de korte termijn- teniet doet.  

Ten aanzien van het onderwerp “arbeidsrelaties” kan worden gemeld
dat er binnenkort een probleemanalyse aan de Tweede Kamer zal worden
gezonden, waarna vóór de zomer van 2009 een uitwerking van de
oplossingsrichtingen plaatsvindt.

De Tweede Kamer is bij brief van 3 juli 2008, nr. DEREG/2008/15084
(Kamerstukken II 2007/08, 31 236, nr. 3), geïnformeerd over de stand en
de ontwikkelingen rond verdergaande vereenvoudiging van de loon- en
premieheffing. De eerste stap is het op 0% stellen van het
werknemersdeel van de Awf-premie per 1 januari 2009, vooruitlopend op de
afschaffing op termijn. Voor ieder scenario tot vereenvoudiging is van
belang dat eerst de verschillen tussen de loonbegrippen worden
weggenomen. Dit maakt de weg vrij om te komen tot een verdere
vereenvoudiging. Als mogelijkheden voor een dergelijke vereenvoudiging
zijn in de brief genoemd:

gesplitste heffing over hetzelfde loon, de loonbelasting/premie
volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage ZVW van werknemers
en de andere loonheffingen van werkgevers; 

gecombineerde loon- en premieheffing op werknemersniveau; 

een geïntegreerde loon- en premieheffing op werknemersniveau
(fiscalisering); 

een geïntegreerde loon- en premieheffing op werkgeversniveau
(loonsomheffing).

De komende periode wordt gebruikt om de eerstgenoemde mogelijkheid (de
gesplitste heffing over hetzelfde loon) nader uit werken. De Kamer wordt
daarover in het voorjaar van 2009 geïnformeerd.

 

AWR

Voor vereenvoudiging van de AWR is bij het Ministerie van Financiën een
projectgroep ingesteld. In het najaar van 2008 zijn sessies
georganiseerd met klankbordgroepen van onder andere de wetenschap,
rechterlijke macht, belastingadviseurs en vertegenwoordigende
organisaties van burgers en bedrijven. De bevindingen in deze sessies
worden meegenomen bij de voornemens tot vereenvoudiging van de AWR.

Ten aanzien van de vereenvoudiging van wetgeving op het terrein van
Toeslagen wordt verwezen naar hetgeen omtrent het Interdepartementaal
Beleidsonderzoek is opgemerkt aan het slot van onderdeel 2.1.

4. Organisatie Belastingdienst

In het Algemeen Overleg van 23 april 2008 en in het Wetgevingsoverleg
van 24 juni 2008 zijn door uw Kamer vragen gesteld over respectievelijk
het integriteitbeleid van de Belastingdienst en over zelfsturing binnen
de Belastingdienst.

Tijdens het Algemeen Overleg van de Vaste Commissie voor Financiën van
23 april 2008 is gevraagd naar de gesprekken die binnen de
Belastingdienst worden gevoerd over integriteit; dit in het kader van
een discussie over de regels voor nevenwerkzaamheden.

Er zijn duidelijke regels binnen de Belastingdienst voor
nevenwerkzaamheden. Nevenwerkzaamheden die leiden tot (de schijn van)
belangenverstrengeling, tot (de schijn van) botsing van belangen, tot
onvoldoende beschikbaarheid voor de functie of tot schade aan het
aanzien van het ambt of de dienst zijn verboden. 

Geconstateerd is dat er binnen de Belastingdienst regionale verschillen
zijn in de interpretatie van de regels voor nevenwerkzaamheden. Daarom
zijn er binnen de Belastingdienst in de afgelopen maanden gesprekken
gevoerd over die regels en de ruimte die medewerkers krijgen om
nevenfuncties uit te oefenen. Deze gesprekken zijn gevoerd met
medewerkers, de medezeggenschap, het management en binnen de
besluitvormende organen van de Belastingdienst. 

Uit de gesprekken tot nu toe is gebleken dat er behoefte is aan
communicatie over de regels voor nevenwerkzaamheden en de interpretatie
daarvan. Het belang van het goede gesprek tussen manager en medewerker
is daarbij benadrukt. In ieder voortgangsgesprek en ieder
beoordelingsgesprek moet het onderwerp nevenwerkzaamheden en integriteit
aan de orde te komen. Ook tijdens iedere eed- en beloftesessie, bij
indiensttreding, wordt stilgestaan bij integriteit. 

In interne opleidingen wordt al lang aandacht besteed aan het
integriteitbeleid. Sinds 2004 volgt iedere nieuw ingestroomde medewerker
de opleidingsmodule ‘Professioneel en Verantwoord’. In deze module
komen onder meer de onderdelen ‘Corporate Identity’,
‘Integriteit’ en ‘Aanspreken, hoezo?’ aan de orde. Iedere
manager van de Belastingdienst krijgt binnen zijn opleidingstraject de
opleidingsmodule ‘Managen van integriteit’.  

Uit de interne besprekingen is niet gebleken dat een aanscherping van de
interne regelgeving ten aanzien nevenwerkzaamheden nodig is. De regels
van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en van het Reglement
Personeel-voorschriften Belastingdienst zijn helder. Wel is besloten
over de regels te blijven communiceren en waarnodig uitleg te geven over
de interpretatie van die regels. Het belang van transparantie over
nevenactiviteiten en van goede communicatie op dit punt tussen manager
en medewerker zal daarbij benadrukt worden. 

De aandacht voor het onderwerp “zelfsturing” in het
Wetgevingsoverleg van 24 juni 2008 werd ingegeven door bepaalde
berichtgeving welke suggereerde dat “de” problemen van de
Belastingdienst daarin hun oorzaak vinden. De Belastingdienst legt grote
nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van medewerkers. Niet alleen
omdat dit nodig is om alle veranderingen het hoofd te kunnen bieden,
maar vooral omdat een verantwoorde mate van zelfstandigheid en
vertrouwen in hun deskundigheid, medewerkers stimuleert om trots te zijn
op hun werk en hun talenten en competenties goed in te zetten, waardoor
de kwaliteit van het werk toeneemt.

Dit betekent dat binnen de Belastingdienst wordt geïnvesteerd in een
werkomgeving waarin medewerkers zelfstandig en in goede samenwerking met
collega’s in de gelegenheid zijn om te bepalen hoe zij de afgesproken
teamresultaten realiseren en waarin zij actief meedenken om het werk
anders, doelmatiger, te organiseren. Eigen verantwoordelijkheid,
zelfwerkzaamheid en samenwerkingsgerichtheid zijn de sleutelwoorden. De
medewerker zorgt ervoor dat kennis op peil blijft en dat opgedane kennis
wordt gedeeld. Hierbij horen duidelijke kaders. Hij of zij weet wat er
van het team of project waarvan hij of zij deel uitmaakt wordt verwacht
en wat ieders aandeel daarin is. 

De mate waarin en de wijze waarop deze eigen verantwoordelijkheid kan
worden ingezet, hangt af van verschillende omstandigheden, waaronder het
soort werk. Daar waar een meer hiërarchische sturing is vereist, wordt
deze ook toegepast; voorbeelden hiervan zijn de Belastingtelefoon,
onderdelen van de centrale administratie B/CA en de unit Toeslagen in
Rijswijk. Het tot uitgangspunt nemen van de eigen verantwoordelijkheid
van medewerkers zal in de tijd nader zijn vorm moeten vinden, waarbij de
uitwerking lokaal kan variëren.

 Kamerstukken II, vergaderjaar 2008/09, 30 736, nr. 1 e.v.

 Kamerstukken II, vergaderjaar 2007/08, 31 322, nr. 25

 Kamerstukken II, vergaderjaar 2007/08, 31 446, nr. 1 e.v.

Derde halfjaarsrapportage vereenvoudigingsoperatie Belastingdienst
Pagina   PAGE  30