[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Beoordeling aanpassingen NBW-Q kwaliteitssysteem Exportverzamelplaatsen

Bijlage

Nummer: 2008D19589, datum: 2008-12-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Kwaliteitssystemen diertransport (2008D19587)

Preview document (🔗 origineel)


Vooraf

Den Haag, 2 december 2008								   

In augustus en september 2008 is door Ernst & Young in opdracht van de
Voedsel en Waren autoriteit (VWA) een evaluatie uitgevoerd naar de opzet
en werking van de kwaliteitssystemen NBW-Q (exportverzamelplaatsen) en
Dierwaardig Vervoer (veetransporteurs). Deze evaluatie had onder meer
als doel om vast te stellen in hoeverre deze systemen in hun opzet en
werking voldoende waarborgen bevatten, dat wet- en regelgeving in het
kader van dierenwelzijn worden nageleefd en op basis waarvan (door de
Minister) al dan niet besloten kan worden een verminderd
overheidstoezicht (stalkeuring) te handhaven. 

Naar aanleiding van de evaluatie en de rapportage die daarover door ons
is uitgebracht (10 oktober 2008) heeft de VWA de regelinghouders
gevraagd om aan te geven op welke wijze zij de opmerkingen en
aanbevelingen uit de rapportage ter hand nemen om het desbetreffende
kwaliteitssysteem aan te passen. Hierover zijn afspraken gemaakt tussen
LNV/VWA en de regelinghouders. 

Naar aanleiding van deze afspraken heeft de VWA Ernst & Young verzocht
de door de regelinghouders voorgestelde wijzingen te beoordelen. Deze
rapportage betreft een oordeel over de aanpassingen die NBW-Q als
regelinghouder van het kwaliteitssysteem aan de VWA heeft voorgesteld.

Deze rapportage moet worden gezien in het verlengde van onze rapportage
van 10 oktober 2008 en de door NBW-Q voorgestelde wijzigingen. 

Ernst & Young Advisory

H. van Moorsel MPM RA

Partner

Inhoudsopgave

  TOC \o "1-2" \h \z \u    HYPERLINK \l "_Toc210708629"  1
Opdrachtformulering	  PAGEREF _Toc210708629 \h  1  

  HYPERLINK \l "_Toc210708630"  2	Hoe heeft Ernst & Young naar de
voorgestelde aanpassingen gekeken	  PAGEREF _Toc210708630 \h  3  

  HYPERLINK \l "_Toc210708634"  3	Essentie van de voorgestelde
wijzigingen	  PAGEREF _Toc210708634 \h  9  

  HYPERLINK \l "_Toc210708635"  3.1	Opzet handboek	  PAGEREF
_Toc210708635 \h  9  

  HYPERLINK \l "_Toc210708636"  3.2	Naleving	  PAGEREF _Toc210708636 \h 
10  

  HYPERLINK \l "_Toc210708637"  3.3	Toezicht	  PAGEREF _Toc210708637 \h 
11  

  HYPERLINK \l "_Toc210708638"  3.4	Sanctiebeleid	  PAGEREF
_Toc210708638 \h  13  

  HYPERLINK \l "_Toc210708639"  4	Leiden de voogestelde wijzingen z.s.m.
tot een verbeterde werking in de praktijk?	  PAGEREF _Toc210708639 \h 
17  

  HYPERLINK \l "_Toc210708640"  4.1	Opzet handboek	  PAGEREF
_Toc210708640 \h  17  

  HYPERLINK \l "_Toc210708641"  4.2	Naleving	  PAGEREF _Toc210708641 \h 
19  

  HYPERLINK \l "_Toc210708642"  4.3	Toezicht 	  PAGEREF _Toc210708642 \h
 21  

  HYPERLINK \l "_Toc210708643"  4.4	Sanctiebeleid	  PAGEREF
_Toc210708643 \h  25  

  HYPERLINK \l "_Toc210708644"  4.5	Algemeen oordeel	  PAGEREF
_Toc210708644 \h  28  

  HYPERLINK \l "_Toc210708645"  5	Aanbeveling voor het vervolg	  PAGEREF
_Toc210708645 \h  29  

 Bijlage: 	A. Aangepaste versie handboek NBW-Q, versie 25-11-2008

B. Implementatieplan Q-label – Nederlandse Bond van Waaghouders (NBW)

29-11-2008 

		Opdrachtformulering

De opdracht die Ernst & Young van de VWA heeft gekregen is door haar als
volgt geformuleerd:

E&Y zal in opdracht van de VWA een oordeel geven over de vraag of de
aanbevelingen die gedaan zijn in het rapport 'evaluatie
kwaliteitssystemen dierwaardig vervoer en NBW-Q' door de beide
stichtingen zijn omgezet in aanpassingen van hun kwaliteitssystemen,
zodanig dat deze z.s.m. leiden tot verbeterde werking in de praktijk. 

Een positief oordeel is voor de minister van LNV noodzakelijk om het
verminderde toezicht dat geldt voor deelnemers in de huidige
kwaliteitssystemen in stand te houden. Is het oordeel negatief dan zal
– vooralsnog - het verminderde toezicht worden opgeheven. Dat geeft
het belang aan van zorgvuldige beoordeling.

Met de stichting NBW-Q is afgesproken dat zij op uiterlijk 1 december
a.s. een plan indienen waarin zij aangeven op welke wijze zij de
aanbevelingen zullen implementeren. 

Hoe heeft Ernst & Young naar de voorgestelde wijziging gekeken

In onze rapportage van 10 oktober 2008 betreffende de evaluatie van de
kwaliteitssystemen beoordelen wij deze systemen langs de volgende
dimensies:

Hun opzet (het handboek)

Het bestaan en de werking in de praktijk (de naleving)

Het toezicht (zelfreinigend vermogen)

Het sanctiebeleid (zelfreinigend vermogen)

Ook de beoordeling van de door de regelinghouders voorgestelde
wijzigingen zullen wij langs deze dimensies beoordelen, tegen de
achtergrond van de door ons uitgevoerde evaluatie. Daarbij zullen wij op
de volgende wijze tot een beoordeling komen:

Algemeen 

In onze rapportage van 10 oktober zijn wij tot bevindingen gekomen.
Bijvoorbeeld dat het door de regelinghouder gevoerde sanctiebeleid een
te weinig dwingend karakter heeft. Tevens komen wij daarbij tot
aanbevelingen. Bijvoorbeeld het hanteren van een systematiek verwant aan
het puntenrijbewijs. In de beoordeling van de voorgestelde wijzigingen
zullen wij beoordelen in hoeverre deze gericht zijn op onze bevindingen.
De wijze waarop hoeft niet per definitie overeen te komen met onze
aanbevelingen. In de genoemde rapportage besteden wij veel aandacht aan
de opzet en werking van de kwaliteitssystemen tegen de achtergrond van
het feit dat de werking van deze systemen onlosmakelijk verbonden is met
versoberd overheidstoezicht. De systemen zijn niet louter een eigen
initiatief van het bedrijfsleven, maar onderdeel van afspraken tussen
bedrijfsleven en overheid waaraan voordelen verbonden zijn. Deze context
stelt eisen aan de professionaliteit en transparantie van de regeling en
de waarborgen die zij moet bevatten in het kader van dierenwelzijn, en
dus een professionele en integere bedrijfsvoering. Aan de essentie van
onze bevindingen koppelen wij een groter gewicht dan aan een individuele
aanbeveling.

De opzet van het kwaliteitssysteem 

In onze rapportage van 10 oktober constateren wij bijvoorbeeld dat de
regelingen op onderdelen te weinig registraties van controles vereisen,
waardoor de beoordeling van de naleving van de regelingen door
(bijvoorbeeld) de certificerende instantie slechts beperkt kan worden
uitgevoerd. In het beoordelen van de voorgestelde wijzigingen zullen wij
bijvoorbeeld beoordelen in hoeverre de naleving te beoordelen is door
een certificerende instantie. 

De naleving

In onze evaluatie hebben wij bij een aantal deelnemers de naleving van
de regeling beoordeeld en hebben wij bijvoorbeeld geconstateerd dat het
handboek ‘nog niet echt eigen is’ en dat op onderdelen de naleving
beperkt is (bijvoorbeeld in geval van NBW-Q het gebruik van het
EVC-logboek). De door ons te beoordelen wijzigingen zijn gericht op de
opzet van de regeling. Het beoordelen van de naleving vormt geen
onderdeel van deze opdracht. Wel vinden wij het belangrijk een beeld te
hebben van de wijze waarop de desbetreffende regelinghouder of de
desbetreffende brancheorganisatie de wijzigingen en verbeterde naleving
denkt te gaan realiseren. NBW-Q is gevraagd een veranderplan aan te
leveren waaruit wij één en ander kunnen afleiden. Dit veranderplan is
meegenomen in onze beoordeling.

Toezicht en sanctiebeleid

De kwaliteitssystemen zijn bedoeld om het vertrouwen te wekken in een
professionele en integere bedrijfsvoering. In onze rapportage van 10
oktober benadrukken wij dat met de invoering van het kwaliteitssysteem
de dagelijkse processen op de exportverzamelplaats slechts in beperkte
mate veranderd zijn in vergelijk met de periode daaraan voorafgaand. Het
kwaliteitssysteem is immers afgeleid van de brancheprotocollen die
eerder met de VWA overeengekomen waren en afgeleid van vigerende wet- en
regelgeving. 

Het is dus vooral het ‘eigen’ toezicht op de naleving van wet- en
regelgeving en het ‘eigen’ sanctiebeleid waarmee het vertrouwen moet
worden gewonnen (zelfreiniging). Zoals in onze rapportage van 10 oktober
hebben we ook nu in het beoordelen van de voorgestelde wijzigingen
hierom nadrukkelijk naar het toezicht en het sanctiebeleid gekeken.
Onafhankelijkheid en professionaliteit van het toezicht, en de mate
waarin toezicht en sanctiebeleid een dwingend karakter hebben zijn
hierbij voor ons essentiële aspecten. 

Uitvoering beoordeling

Beoordeeld zijn het gewijzigde kwaliteitssysteem NBW-Q versie 25-11-2008
en het Implementatieplan NBW – versie 29-11-2008.

Op vrijdag 28 november is de heer Wassenberg – voorzitter bestuur NBW
– gevraagd het implementatieplan toe te sturen. 

Op vrijdag 28 november is hierover tevens contact geweest met de
ambtelijk secretaris van de NBW, mevrouw ing. De Leeuw. 

Op maandag 1 december zijn vragen gesteld aan de heer Gielen van de
certificerende instantie SGS die de audits op het kwaliteitssysteem
uitvoert. 

Op maandag 1 december zijn de eerste bevindingen besproken met de heren
Van Langen en Bours van de VWA respectievelijk LNV. 

Essentie van de voorgestelde wijzigingen

In essentie komen de door NBW-Q voorgestelde belangrijkste wijzigingen
op het volgende neer:

3.1 Opzet handboek

Tekstueel is een aantal verduidelijkingen opgenomen;

Ten behoeve van de wrak vee registratie is een voorbeeld formulier
opgenomen Registratie zorgvee;

Wegens het ontbreken van een beladingstabel (zie onze rapportage van 10
oktober 2008), is een verduidelijking opgenomen. Aangegeven wordt dat
volgens de Europese Transportverordening (EG) 1/2005 de dieren allemaal
moeten kunnen liggen. Daarbij zijn tevens andere richtlijnen ter
verduidelijking opgenomen;

In het handboek wordt nu aangegeven dat de waaghouder het reisjournaal
ondertekent namens de exporteur (organisator van het transport);

De administratieve borging is nader uiteengezet, uitgewerkt in het eigen
bedrijfsprotocol; het Q document; het EVC logboek en het R&O protocol;

Nader omschreven is wat onder EVC logboek wordt verstaan;

De beoordeling van zorgvee is nader uitgewerkt;

Toezicht & controle zijn ander uitgewerkt. Hierbij wordt ondermeer
aangegeven dat de sanctietabel (lijst met overtredingen met daaraan
gekoppeld een sanctiezwaarte) het uitgangspunt vormt voor de audits door
de certificerende instantie. Op basis van deze sanctietabel hanteert de
certificerende instantie een checklist op basis waarvan zij audits
uitvoert;

De auditprocedure is nader uitgewerkt. Entree audits, aangekondigde
audits en onaangekondigde audits zijn nader uitgewerkt. De rolverdeling
tussen NBW-Q en de certificerende instantie is nader uitgewerkt. De
certificerende instantie heeft ook in de gewijzigde versie van het
handboek een uitvoerende rol en adviseert NBW-Q naar aanleiding van de
audit. Indien NBW-Q dit advies niet opvolgt, zal zij haar gronden
hiervoor toetsen bij de VWA, zo stelt het handboek;

De auditfrequentie wordt nader uitgewerkt. Onderscheid wordt gemaakt
tussen exportverzamelplaatsen (EVC’s) waar veel activiteiten
plaatsvinden en EVC’s waar weinig activiteiten plaatsvinden. Het
toezicht wordt daarop afgestemd (kleine EVC’s minder toezicht). De
auditfrequentie wordt voor de EVC’s met veel activiteiten verhoogd met
één extra onaangekondigde audit (in vergelijk met de eerdere versie
van het handboek). Het handboek stelt vervolgens dat indien na één
jaar blijkt dat een EVC geheel conform het kwaliteitshandboek werkt de
frequentie verlaagd zal worden. Een EVC met veel activiteiten zal dan
weer twee maal per jaar bezocht worden (oude regime). Een EVC met weinig
activiteiten zal dan een maal per jaar bezocht worden (één bezoek
minder dat het oude regime);

De sanctietabel is uitgebreid (meer mogelijke overtredingen zijn
opgenomen);

Het gewijzigde handboek geeft nu aan dat tekortkomingen (overtredingen)
worden bezien tegen de achtergrond van eerdere tekortkomingen. Hiertoe
wordt per deelnemer een register aangelegd;

Nadat tekortkomingen tijdens een audit zijn vastgesteld krijgt de
deelnemer de mogelijkheid deze te herstellen (gelijk aan de eerdere
versie van het handboek). Deze herstelprocedure is nader uitgewerkt.
Deze procedure is beperkt tot zeer zware tekortkomingen en ‘combinatie
van tekortkomingen’;

Een beroepsprocedure is in ontwikkeling, zo stelt het handboek;

Eventuele sancties die deelnemers worden opgelegd zullen worden vermeld
op   HYPERLINK "http://www.waaghouders.nl"  www.waaghouders.nl ;

Drie formats zijn in het handboek opgenomen: beoordeling R&O
vrachtwagen; register tekortkomingen & sancties; registratie zorgvee.

3.2 Naleving

Het beoordelen van de naleving van het gewijzigde kwaliteitssysteem is
geen onderdeel van deze opdracht. Wel hechten wij er waarde aan de
wijzigingen te beoordelen in combinatie met de wijze waarop NBW-Q, de
Nederlandse Bond van Waaghouders (NBW) of de individuele deelnemers het
gewijzigde kwaliteitssysteem denken in te voeren. Een implementatieplan
is van de NBW ontvangen (zie bijlage B.) en meegenomen in onze
beoordeling. 

3.3 Toezicht

Het opzet van het toezicht is in de gewijzigde opzet als volgt:

De certificerende instantie SGS voert audits uit in opdracht van NBW-Q.
Op basis van een door NBW-Q samengestelde sanctielijst maakt SGS een
checklist. Op basis van deze checklist voert SGS de audits uit;

SGS geeft aan dat de reconstrueerbaarheid van auditverslagen verbeterd
kan / zal worden; 

Auditfrequentie is afhankelijk van omvang activiteiten EVC

Wanneer na één jaar tijdens audits blijkt dat een bedrijf geheel
volgens het handboek werkt zal de auditfrequentie worden verlaagd;

Op basis van audits adviseert SGS NBW-Q. Het bestuur van NBW-Q bepaalt
zelf of wordt overgegaan tot certificering van een nieuwe deelnemer dan
wel sanctionering van een bestaande deelnemer. Wanneer het bestuur van
NBW-Q het advies van de certificerende instantie niet wenst op te volgen
is zij voornemens de gronden hiervoor te toetsen bij de VWA;

Wij hebben SGS gevraagd naar de rolverdeling tussen hen en NBW-Q. SGS
geeft aan dat de beperkte omvang van de regeling (aantal deelnemers) de
belangrijkste reden vormt voor het feit dat de rol van SGS als
certificerende instantie niet ten volle wordt benut. Het zou simpelweg
te duur zijn wanneer SGS die rol voor slechts een kleine groep
deelnemers in zou vullen. Navraag bij NBW-Q (De Leeuw) bevestigt dat.

3.4 Sanctiebeleid

De opzet van het sanctiebeleid is in de gewijzigde opzet als volgt:

Sancties worden toegepast op basis van de sanctietabel. Alleen voor
tekortkomingen die op de sanctietabel zijn opgenomen. De zwaarte van de
sancties varieert van licht tot zeer zwaar. In de nieuwe versie van het
handboek is een aantal mogelijke overtredingen toegevoegd. 

Leiden de voorgestelde wijzigingen z.s.m. tot een verbeterde werking in
de praktijk?

In de gewijzigde versie van het kwaliteitssysteem is een aantal
wijzigingen doorgevoerd die naar ons oordeel als verbetering kunnen
worden beschouwd. Met name de nadere toelichting op verschillende
onderdelen komt de helderheid en transparantie van de regeling ten
goede. 

Wij achten de voorgestelde wijzigingen echter onvoldoende om te
verwachten dat daarmee van een verbeterde werking in de praktijk sprake
zal zijn. Dit tegen de achtergrond van onze bevindingen (onze rapportage
van 10 oktober 2008) en het vertrouwen dat (door de overheid) in het
kwaliteitssysteem gesteld moet kunnen worden. De belangrijkste redenen
voor deze conclusies sommen we hieronder op:

In onze rapportage van 10 oktober 2008 benadrukken wij dat de
administratiegraad bij een aantal bezochte EVC’s zeer beperkt is en
geven wij aan waarom dat risicovol is. De mate waarin de gewijzigde
opzet van het kwaliteitssysteem nadere eisen stelt aan de administratie
is beperkt. Ook het implementatieplan (zie bijlage B.) besteedt hier
geen aandacht aan;

Het handboek bevat (nog steeds) een aantal inconsistenties en
onduidelijkheden. Een voorbeeld hiervan betreft de definitie van lichte,
middelzware, zware en zeer zware overtredingen. De verschillende
definities zijn niet consistent met elkaar en met de sanctietabel. Zo
zou bij een middelzware tekortkoming het dierenwelzijn niet in het
geding zijn, terwijl de sanctietabel een incorrecte laadprocedure in het
kader van dierenwelzijn als middelzwaar kwalificeert. Ook de controle op
het welzijn van dieren voordat gelost wordt is gehandhaafd, dit terwijl
dat in de praktijk niet adequaat mogelijk is;

De rolverdeling tussen de certificerende instantie en NBW-Q is niet
aangepast. In onze rapportage van 10 oktober 2008 geven wij aan dat de
onafhankelijkheid van de certificerende instantie beter benut zou moeten
worden omwille van het vertrouwen dat de regeling moet winnen (het
voorkomen van de schijn van afhankelijkheid). De certificerende
instantie is slechts uitvoerend. De schijn van afhankelijkheid is
hierdoor niet weggenomen. Uit de reactie van de certificerende instantie
maken wij op dat de reden voor deze rolverdeling ligt in het feit dat
het niet (kostentechnisch) haalbaar is om voor een zeer kleine groep
deelnemers een volledig certificeringsapparaat in te richten; 

Het handboek geeft aan dat wanneer NBW-Q het advies van de
certificerende instantie (omtrent een certificering of schorsing) niet
opvolgt zij de gronden hiervoor zal toetsen bij de VWA. Wij vinden deze
constructie ongunstig. Deze constructie leert ons dat er feitelijk geen
sprake is van zogenaamd horizontaal toezicht (zie onze rapportage van 10
oktober 2008), maar dat de certificerende instantie meer een bijrol
heeft dan een hoofdrol. Het afwijken van het deskundige oordeel van de
certificerende instantie draagt daarbij in onze optiek niet bij aan het
vertrouwen dat uit de regeling moet spreken. Ook niet als hierbij de VWA
wordt geraadpleegd. Het eventuele oordeel van de VWA in een dergelijke
situatie kan naar onze mening niet gestoeld zijn op inhoudelijk kennis
aangezien zij niet betrokken is bij de audits die door de certificerende
instantie zijn uitgevoerd. Wij begrijpen van de VWA dat zij een
dergelijk constructie onwenselijk acht; 

Er is sprake van beperkt toezicht. Het toezicht vindt immers plaats op
basis van de door NBW-Q vastgestelde sanctietabel, waarvan de
certificerende instantie een checklist heeft gemaakt. Bij audits wordt
dus alleen gekeken naar die aspecten. Aan de integrale werking van het
kwaliteitssysteem wordt daardoor slechts ten dele aandacht besteed.
Bijvoorbeeld wordt geen aandacht gegeven aan de wijze waarop waaghouders
hun medewerkers instrueren over de naleving van het kwaliteitssysteem.
Naar onze mening zou de certificerende instantie, op basis van haar
deskundigheid, zelf een auditprogramma moeten samenstellen en de werking
van het systeem naar de letter en naar de geest moeten beoordelen. Op
die manier zal naar onze mening een objectief en onderbouwd oordeel over
het betreffende bedrijf gevormd kunnen worden. Het inkaderen van de
activiteiten van de certificerende instantie heeft tevens als gevolg dat
haar mogelijke inbreng in de verbetering van het kwaliteitssysteem en
audits beperkt blijft;

In onze rapportage van 10 oktober 2008 geven wij aan dat de beperkte
professionaliteit van de betreffende bedrijven en de risico’s die
verbonden zijn aan de activiteiten het naar onze mening noodzakelijk
maken om ‘systeemaudits’(a la ISO 9001) te combineren met vormen van
inspectie. Een gewijzigde vorm van audits is in het nieuwe
kwaliteitssysteem niet meegenomen;

In het kader van de auditfrequentie wordt onderscheidt gemaakt tussen
EVC’s met veel activiteiten en weinig activiteiten. Gezien de
professionaliteit van de bedrijven en de risico’s die verbonden zijn
aan de activiteiten achten wij een dergelijk onderscheid niet aan de
orde, of minimaal te vroeg in de tijd. De mate waarin het toezicht
toeneemt is beperkt (alleen de EVC’s waar veel activiteiten
plaatsvinden, worden een maal extra bezocht). Het handboek geeft aan dat
indien blijkt dat een bedrijf het eerste jaar volledig aan het
kwaliteitshandboek voldoet, de auditfrequentie wordt verlaagd. Wij
achten een dergelijke verlaging te vroeg in de tijd (zie ook onze
opmerking over cultuur in onze rapportage van 10 oktober 2008). Tevens
geeft het handboek niet aan wanneer de auditfrequentie wordt verhoogd
wanneer daarna blijkt dat tekortkomingen zijn geconstateerd;

De sanctietabel benoemt een aantal mogelijke zeer zware overtredingen.
Bijvoorbeeld onjuiste gegevens over de gezondheidsstatus verstrekken.
Een dergelijke overtreding heeft niet zozeer te maken met afwijking van
administratieve en operationele procedures waarvoor verbetermaatregelen
mogelijk zijn, maar veel meer met de integriteit van het betreffende
bedrijf. Navraag bij SGS leert ons dat zij in dergelijke gevallen in
overleg met NBW-Q de aard en omvang van de herstelcontrole zal bepalen.
Wij betwijfelen echter of een dergelijke aanpak de integriteit van het
bedrijf op juiste wijze kan beoordelen en of een herstelprocedure
überhaupt wel passend is; 

Het sanctiebeleid is onhelder en het dwingende karakter van het
sanctiebeleid is feitelijk niet versterkt, ondanks dat meer mogelijke
overtredingen zijn opgenomen in de sanctietabel. De sanctietabel geeft
weliswaar per overtreding een sanctie aan. Onduidelijk blijft echter wat
de daadwerkelijke consequenties zijn voor een bedrijf dat overtredingen
begaat. Vooral bij zeer zware overtredingen. In onze rapportage van 10
oktober 2008 benadrukken wij dat de mogelijkheid die het systeem open
laat voor deelnemers om overtredingen te begaan die vervolgens als
individueel geval worden afgedaan, het vertrouwen in de regeling niet
ten goede komt. In de gewijzigde opzet is een registratie van eerder
begane overtredingen geïntroduceerd. Onduidelijk blijft echter hoe lang
deze eerder begane overtredingen worden meegenomen (het handboek spreekt
van: de voorgaande periode). De consequentie voor bedrijven betreft een
verhoging van de sanctie. Bijvoorbeeld van een schriftelijke
waarschuwing naar een schriftelijke waarschuwing met een
herhalingsaudit. Het handboek geeft aan dat bedrijven die herhaaldelijk
in de fout gaan als recidivist worden beschouwd en minimaal zes maanden
worden geschorst. Niet wordt aangegeven hoeveel tekortkomingen van welke
aard bepalen of een bedrijf een recidivist is. Ook hierdoor is het voor
deelnemers onhelder wat de concrete consequentie is van niet conform
gedrag;

Rondom het toezicht en sanctioneren speelt het bestuur van NBW-Q in het
handboek een centrale rol. Op veel plaatsen in het handboek wordt
aangegeven dat het bestuur een besluit zal nemen of een beoordeling zal
maken. Onduidelijk blijft echter op veel plaatsen wat het bestuur
wanneer zal besluiten of welk oordeel zij wanneer zal hebben. Juist de
helderheid over te nemen maatregelen (sancties in termen van
consequentie van niet conform gedrag) draagt bij aan het dwingende
karakter van toezicht en sanctiebeleid. Op die vlak blijft het
gewijzigde kwaliteitssysteem. Openheid hierover draagt bij aan het
vertrouwen dan men in de werking van het kwaliteitssysteem zal hebben. 

Algemeen beeld

Het door NBW-Q gewijzigde kwaliteitssysteem komt niet tegemoet aan een
aantal essentiële bevindingen die wij hebben gerapporteerd op 10
oktober 2008. 

Het gewijzigde handboek komt onvoldoende tegemoet aan onze bevindingen
inzake inconsistentie en helderheid;

Het implementatieplan van NBW komt naar onze mening onvoldoende tegemoet
aan onze bevindingen inzake de beperkte professionaliteit aangaande de
administratie van de EVC’s;

Het toezicht beperkt de rol van de certificerende instantie tot
uitvoerder van audits waarbij de certificerende instantie zelf niet kan
bepalen waar zij tijdens audits naar kijkt. Onafhankelijk toezicht is
daarmee niet verzekerd;

Het dwingende karakter van het sanctiebeleid is niet substantieel
verbeterd. Er zijn weliswaar meer mogelijke overtredingen aan de
sanctietabel toegevoegd en is er een registratie van eerder gemaakte
overtredingen geïntroduceerd. Het handboek blijft echter onduidelijk
wat de daadwerkelijke consequenties zijn van niet conform gedrag en
geeft onvoldoende helder aan op welke wijze wordt voorkomen dat
bedrijven bij herhaling overtredingen kunnen maken en toch
gecertificeerd blijven. 

Aanbevelingen voor het vervolg

Schaalgrootte versus toezicht en sanctiebeleid

Uit onze gesprekken met de certificerende instantie SGS en de secretaris
van NBW-Q constateren wij een worsteling met de beperkte omvang van de
regeling in termen van aantal deelnemers. De schaalgrootte is dermate
klein dat een volledig opgetuigd toezichtsregime niet haalbaar is.
Tegelijk speelt de beperkte schaalgrootte voor de NBW-Q een belangrijke
rol in het bepalen van het sanctiebeleid. Bij een zeer strikt beleid zou
schorsing van een aantal leden procentueel gezien al grote impact hebben
op de omvang van de regeling. Een aantal opzeggingen naar aanleiding van
een strikt beleid zou al grote impact hebben op de omvang van de
regeling. 

Wij herkennen hierin een worsteling van het NBW-Q bestuur: de regeling
enerzijds betaalbaar houden (draagkracht), en anderzijds beleid vast te
stellen dat alle betrokkenen (deelnemers en overheid) tevreden stelt
(draagvlak). In het gesprek dat wij met mevrouw De Leeuw mochten voeren
maken wij op dat zij deze worsteling herkent. 

De professionaliteit (en daarmee het vertrouwen) van het
kwaliteitssysteem is in onze optiek onlosmakelijk verbonden met de
schaalgrootte van de regeling in termen van aantal deelnemers. Meer
deelnemers vergroten de draagkracht, vergroten het afbreukrisico’s bij
misstanden en vergroten daarmee het draagvlak voor een strikt beleid. In
het zoeken naar mogelijkheden voor professionalisering van het NBW-Q
kwaliteitssystemen bevelen wij aan deze vooral te zoeken in de groei van
het aantal deelnemers. Door bijvoorbeeld toevoeging van andere
diersoorten aan de regeling of door aansluiting te zoeken bij een andere
regeling. Bijvoorbeeld IKB of Dierwaardig vervoer. 

In gesprek blijven

Gezien de inspanningen die in de afgelopen periode door partijen
(overheid en bedrijfsleven) zijn gedaan en de toenadering die daarbij is
ontstaan, bevelen wij aan dat partijen in gesprek blijven over de
verdere verbetering van de kwaliteitssystemen, van de bedrijven en
daarmee van dierenwelzijn.

Bijlage A. 

Bijlage B. Implementatieplan Q-label – Nederlandse Bond van
Waaghouders 

Vertrouwelijk

Vertrouwelijk – Alle Rechten Voorbehouden			- Definitief -

– Ernst & Young 2008

Vertrouwelijk – Alle Rechten Voorbehouden			- Definitief -

– Ernst & Young 2008

  PAGE   \* MERGEFORMAT  11 

  PAGE   \* MERGEFORMAT  1 

	

Voedsel en Waren

Autoriteit

Definitieve rapportage

2 december 2008

Beoordeling aanpassingen NBW-Q kwaliteitssysteem Exportverzamelplaatsen