Antwoord op vragen van het lid Aptroot over de stijgende lasten voor ondernemers
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D19882, datum: 2008-12-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F. Heemskerk, staatssecretaris van Economische Zaken (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z05900:
- Gericht aan: F. Heemskerk, staatssecretaris van Economische Zaken
- Indiener: Ch.B. Aptroot, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Hierbij zend ik u, mede namens de staatssecretaris van Financiën, de antwoorden op de vragen die zijn gesteld door het lid Aptroot over de stijgende lasten voor ondernemers. De vragen werden mij toegestuurd op 5 november jl. onder nummer 2080904520. 1 Kunt u een overzicht sturen van de gemiddelde lasten voor ondernemers in 2007, 2008, 2009 en 2010? Antwoord Het totale lastenbeeld is weergegeven in de Miljoenennota 2009 (tabel 4.11, blz. 93). De lastenontwikkeling is het gevolg van keuzes die het kabinet maakt op het gebied van EMU saldo, uitgaven en lastenontwikkeling. De lastenontwikkeling wordt vrijwel volledig verklaard door de ontwikkeling van de zorgpremies. De lasten die in deze kabinetsperiode bij bedrijven neerslaan drukken conform afspraken uit het Coalitieakkoord met name op 2008, hetgeen ook via de vergroening van het belastingstelsel is ingevuld. Daarnaast stijgen de zorgpremies in 2008 relatief sterk. In 2009 is er sprake van een lastenverlichting van bijna € 1 mrd, veroorzaakt door lagere WW premies en een lagere zorgpremie. In de jaren 2010 en 2011 zullen de lasten voor bedrijven slechts gematigd toenemen. 2 Kunt u daarbij de lastenverhoging specificeren voor aantal ondernemerscategorieën, waaronder een winkelier, een groothandelaar/importeur, een industrieel bedrijf en een transportbedrijf, waarbij uitgegaan wordt van een klein en een middelgroot bedrijf? Antwoord Een meer specifiek lastenbeeld voor een aantal ondernemerscategorieën waar naar wordt gevraagd, kan niet worden verstrekt omdat het lastenbeeld op dat lage aggregatieniveau te heterogeen is. Ik merk daarbij op dat het kabinet overigens niet stuurt op lasten naar ondernemerscategorie maar op de macro ontwikkeling: over de kabinetsperiode stijgen de beleidsmatig gewijzigde inkomsten niet meer en niet minder dan volgens het kader is afgesproken. 3. Wilt u daarbij aangeven wat de lastenverhoging is door de nieuwe reclamebelasting die veel gemeenten willen invoeren? Antwoord In het lastenbeeld van het kabinet zijn ook de lokale belastingen opgenomen voor zover deze onder de definitie van een collectieve last vallen (verplicht door de overheid opgelegde betaling waar geen concrete, individuele en met de betaling samenhangende tegenprestatie tegenover staat). Dit betreft de meeste lokale lasten zoals OZB, verontreinigingsheffing en waterschapsheffing. De gemeentelijke reclamebelasting die sommige gemeenten hebben ingevoerd wordt ook als collectieve last gekenschetst. Overigens bestaat de wettelijke grondslag voor deze belasting reeds sinds 1920. Uit CBS-cijfers blijkt dat met deze belasting macro ongeveer € 10 mln per jaar is gemoeid. Introductie van lokale belastingen of heffingen zijn primair de verantwoordelijkheid van gemeenten, maar worden meegenomen in het lastenkader voor zover deze worden gekenschetst als collectieve last 4 Wilt u daarbij aangeven wat de lastenverhoging is door de nieuwe extra OZB-heffing voor ondernemers, die u wilt invoeren, de zgn. “Bedrijfsgerichte Gebieds Verbetering belasting”? Antwoord Wat de Bedrijfsgerichte Gebiedsverbetering (BGV) heffing betreft merk ik ten eerste op dat het niet gaat om een extra belasting van OZB. Wel wordt de OZB-systematiek gevolgd in de zin dat de gebruikers van niet-woningen bijdrageplichtig zijn en de hoogte van de heffing gebaseerd is op de WOZ-waarde (tenzij gekozen wordt voor een vast bedrag). De BGV-heffing is een gebiedsgerichte bestemmingsheffing, die alleen ingesteld kan worden als uit een draagvlakmeting onder de betreffende ondernemers in het gebied blijkt dat een ruime meerderheid van de respondenten instelling van die heffing steunt. De opbrengst van de heffing vloeit terug naar de ondernemers (georganiseerd in een vereniging of stichting) om de door hen gewenste maatregelen in het gebied te realiseren en zal daarom door veel ondernemers niet beleefd worden als een lastenverhoging, maar eerder als een investering in de kwaliteit van hun bedrijfsomgeving. In paragraaf 13 van de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel "Experimenten BGV-zones" dat momenteel ter behandeling voorligt in uw Kamer (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008, 31 430, nr. 3) is aangegeven dat er na inwerkingtreding van het wetsvoorstel naar verwachting circa 30 experimenten zullen starten met naar schatting per BGV-zone circa 80 bedrijven en een geschatte gemiddelde BGV-bijdrage van € 500,- per bedrijf per jaar. De totale hoogte van de BGV-heffing komt daar mee naar schatting op een bedrag van € 6mln uitgaande van de maximale looptijd van de BGV-zones van 5 jaar. 5 Wilt u daarbij aangeven wat de lastenverhoging is door de nieuwe verpakkingenbelasting? 6 Wilt u daarbij aangeven wat de lastenverhoging is door de toegenomen autobelastingen, inclusief de verhoging van de accijnzen? 7 Wilt u daarbij aangeven wat de lastenverhoging is door de toegenomen milieuheffingen en energieheffingen? Antwoord Onderstaande tabel geeft antwoord op de vragen 5 tot en met 7. Het lastenbeeld wordt verbijzonderd naar de verpakkingenbelasting, de autobelastingen, de vliegbelasting, en de verhoging milieuonvriendelijke brandstoffen en energie. Hierbij geldt dat voor 2009 vooral sprake is van overloopeffecten van maatregelen die al in 2008 zijn ingegaan. Overigens is in deze jaren ook sprake van lastenverlichtingen voor bedrijven. Verbijzonderd lastenbeeld bedrijven naar indirecte belastingen in mld euro. 2008 2009 cumulatief 2008-2011 Verpakkingenbelasting 0,2 0,1 0,4 Schoon en zuinig 0,2 0,0 0,2 Taakstellende verhoging milieuonvriendelijke brandstoffen en energie 0,1 0,1 0,3 Vliegbelasting 0,1 0,1 0,2 Bron: Belastingplan 2008 8 Kunt u aangeven wat de gevolgen voor de ondernemers zijn, op het vlak van hun winstgevendheid of ontstane verliezen en de werkgelegenheid? Antwoord Het kabinet is van mening dat sprake is van een evenwichtige en gematigde lastenontwikkeling voor het bedrijfsleven, die bijdraagt aan een gezonde en duurzame economie. Effecten omtrent winstgevendheid, ontstane verliezen en de werkgelegenheid kunnen uiteraard per ondernemer verschillen en hangen onder meer af van de mate waarin kosten worden doorberekend in de prijzen. Overigens maken de effecten van de overheidsmaatregelen onderdeel uit van het totale macrobeeld van het CPB zoals gepubliceerd in de MEV en de CEP. In het macrobeeld vindt geen partiële uitsplitsing plaats. 9 Kunt u aangeven wat de gevolgen zijn voor de koopkracht van de Nederlandse consument, de huishoudens? Antwoord De invloed van de overheidsmaatregelen op de koopkracht op het gebied van indirecte belastingen loopt via de inflatie. Het effect van de overheidsmaatregelen op de inflatie bedraagt zowel in 2008 als in 2009 circa 0,3% punt. Het kabinet beoordeelt de koopkracht overigens in totaliteit en niet alleen op basis van effecten van overheidsbeleid op de inflatie. Er zijn immers vele andere factoren die de koopkracht beïnvloeden. Overigens heeft het kabinet voor 2009 maatregelen getroffen om de koopkracht voor burgers te verbeteren. Onder andere gaat het om de WW premies voor werknemers die in 2009 worden verlaagd tot nihil, de intensiveringen in de inkomensafhankelijke aanvullende combinatiekorting en de inkomensafhankelijke arbeidskorting. Voor een integraal koopkrachtbeeld wordt verwezen naar de begroting van SZW. 10 Bent u zich ervan bewust dat al deze lastenverhogingen funest zijn, zeker in een periode waarin de groei van de economie tot stilstand is gekomen en dreigt te krimpen? Antwoord Zoals aangegeven is het kabinet van mening dat het lastenbeeld zoals dat voor bedrijven in deze kabinetsperiode geldt evenwichtig uitpakt voor het bedrijfsleven. Weliswaar zijn de lasten voor bedrijven in 2008 verhoogd, maar daar staat een lastenverlichting in 2009 tegenover. De huidige economische ontwikkeling heeft overigens de volle aandacht van het kabinet. Het kabinet heeft daarom inmiddels een pakket aan maatregelen aangekondigd dat het bedrijfsleven in de komende tijd beoogt te ondersteunen. Ik verwijs naar de brief van de minister-president van 21 november jongstleden. Los hiervan wordt overigens ook de regeldruk waar bedrijven mee kampen, geïnventariseerd. In verband hiermee is op 3 november jl. de Voortgangsrapportage Regeldruk Bedrijven naar Uw Kamer verzonden (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008, 29 515, nr. 249). 11 Bent u bereid al uw ingevoerde en voorgenomen lastenverhogingen terug te draaien, respectievelijk niet door te voeren? Zo neen, wat zijn uw argumenten om in deze tijd de ondernemers en consumenten, die het toch al moeilijk hebben, steeds zwaarder te belasten? Antwoord Het door het kabinet afgesproken lastenkader blijft in deze kabinetsperiode gehandhaafd. Het lastenkader is een cruciaal onderdeel van de gehele rijksbegroting. Nog meer dan in tijden waarin de economie zich in rustig vaarwater bevindt, is het thans van groot belang om stabiel begrotingsbeleid te voeren en de automatische stabilisatoren hun werk te laten doen. Zoals gezegd is in 2009 overigens juist sprake van lastenverlichting voor bedrijven en burgers. De stelling dat ondernemers en consumenten zwaarder worden belast onderschrijf ik dus niet. (w.g.) drs. F. Heemskerk Volgvel minute \PAGE 5 Paraaf en datum Minute Auteur Toestelnummer Classificatienummer Jan Hendriks 6053 Datum Uiterste verzenddatum Verzendwijze 2 december 2008 Aan Informatiekopie aan Medeafdoening van ons kenmerk De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-GRAVENHAGE Medeparaaf en datum BSG, Koolen Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 4 december 2008 2080904520 EP/AEP / 8186591 Onderwerp Kamervragen lid Aptroot over stijgende lasten voor ondernemers Bezoekadres Doorkiesnummer Telefax Bezuidenhoutseweg 30 070 – 379 6053 Hoofdkantoor Bezuidenhoutseweg 30 Postbus 20101 2500 EC 's-Gravenhage Telefoon 070-379 6106 Telefax 070-379 6154 Email f.heemskerk@minez.nl Website www.minez.nl Behandeld door J.H.A. Hendriks Verzoeke bij beantwoording van deze brief ons kenmerk te vermelden