[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Ontwerp basisnet weg

Bijlage

Nummer: 2008D20156, datum: 2008-12-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Basisnet Vervoer gevaarlijke stoffen (2008D20154)

Preview document (šŸ”— origineel)


BIJLAGE 2 bij  DOCPROPERTY "minuut.onskenmerk" VenW/DGMo-2008/4424 

ONTWERP BASISNET WEG 

1.	Doel en Ambitie

Het Basisnet Weg moet de bereikbaarheid van de belangrijkste
industriƫle locaties in Nederland en het aangrenzende buitenland
garanderen voor wat betreft de gevaarlijke stoffen. Daarnaast moeten
ruimtelijke ontwikkelingen langs het hoofdwegennet op verantwoorde wijze
mogelijk blijven. Dit alles binnen de normen van externe veiligheid. 

Over de wegen in Nederland worden gevaarlijke stoffen vervoerd. Bij een
verkeersongeluk kunnen die stoffen vrijkomen. Dat kan in de omgeving van
die weg tot slachtoffers leiden. De kans dat dat gebeurt is klein
vanwege de strenge regelgeving rond het vervoer van gevaarlijke stoffen.
Maar er blijft altijd wel een risico bestaan. Dat risico moeten we
aanvaardbaar klein houden. Een ongeremde groei van het vervoer van
gevaarlijke stoffen en steeds dichtere bebouwing rond de wegen kunnen
tot te grote risicoā€™s leiden. 

De gemeenten, die over de bebouwing gaan, zijn niet in staat iets aan
het vervoer te doen en de vervoersector kan niet ingrijpen in de
ruimtelijke ontwikkelingen. Daarom ziet de rijksoverheid het als haar
taak om hier helderheid in te scheppen en beleid te ontwikkelen. In het
project Basisnet gebeurt dat samen met alle betrokken partijen. 

De aankondiging dat er op dit punt beleid zal worden gemaakt is
opgenomen in de Nota Mobiliteit uit 2005. Dat is verder uitgewerkt in de
Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen uit datzelfde jaar. Daarin staat dat er
een Basisnet komt waarin groeiruimtes worden aangegeven voor zowel het
vervoer van gevaarlijke stoffen als voor de ruimtelijke ontwikkelingen
rondom de infrastructuur. 

2.	Aanpak

2.1 Proces

Het Basisnet Weg is gemaakt door de Werkgroep Basisnet Weg. Daarin
zitten vertegenwoordigers van de belangrijkste betrokken partijen:
gemeenten, provincies, vervoerders, (petro-)chemische industrie,
wegbeheerder (RWS) en de ministeries van VROM en V&W. Het project is
gericht op maximaal draagvlak voor de uiteindelijke oplossing. De
tegenstellingen in de belangen van de betrokken partijen was soms groot.
Het maken van een Basisnet voor het Wegvervoer is daardoor een
tijdrovend karwei geweest. Maar het heeft er wel toe geleid dat er nu
bij de deelnemende partijen draagvlak is voor het eindvoorstel van het
Basisnet Weg. 

2.2 Inhoud

Bij het Basisnet Weg gaat het er om een balans te vinden tussen het
toekomstige vervoer van gevaarlijke stoffen op het hoofdwegennet, de
toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen daar omheen en de veiligheid van
de burgers. Daartoe is een inventarisatie van het huidige vervoer en van
de huidige bebouwing gemaakt. Ook is een toekomstverkenning voor het
vervoer gemaakt en zijn alle ruimtelijke plannen langs het hoofdwegennet
geĆÆnventariseerd. Met het toekomstige vervoer en de bouwplannen zijn
risicoberekeningen gemaakt. Het RIVM heeft de opzet en de uitkomst van
de berekeningen getoetst. 

Aan het toekomstige vervoer is nog een onzekerheidsbuffer toegevoegd.
Deze buffer is vooral bedoeld om onnauwkeurigheden, regionale
onzekerheden en aannames een plek te geven binnen het systeem.
Toekomstige veranderingen in het telsysteem of in het
risicoberekeningsmodel kunnen zo worden opgevangen zonder dat ze meteen
leiden tot overschrijding van het vastgestelde maximale risico.
Bovendien ligt de basis bij een toekomstverkenning. De werkelijkheid kan
hoger of lager uitvallen. 

De Werkgroep Weg heeft diverse vervoersscenarioā€™s en bufferfactoren
afgezet tegen de verwachte ruimtelijke ordening. Dat leverde diverse
spanningsvelden op. Uiteindelijk heeft de Werkgroep de balans tussen
beide gevonden in het vervoer volgens het hoogste groeiscenario voor
2020 maal een factor 2, m.u.v. het vervoer van LPG, waarvoor een factor
1,5 is doorgerekend. 

3.	Uitkomst

3.1 Hoofdlijnen van het Basisnet Weg

Het Basisnet Weg gaat alleen over het hoofdwegennet (rijkswegen en
enkele daarmee verbonden wegen) omdat daar de meeste tankwagens met
gevaarlijke stoffen rijden. Daar zijn de risicoā€™s van externe
veiligheid dus ook het grootst. De provincies zullen voor hun
ā€˜eigenā€™ wegennet bekijken of er een provinciaal Basisnet nodig is.
Gemeenten hebben al instrumenten om langs het gemeentelijke wegennet
risicoproblemen te voorkomen. 

De indeling van het Basisnet Weg wijkt af van de indeling uit de Nota
Vervoer Gevaarlijke Stoffen. Die indeling bestond uit 3 categorieƫn:
wegen waar het vervoer onbeperkt kan groeien, wegen waar de ruimtelijke
ontwikkelingen onbeperkt kunnen groeien en wegen met een mengvorm. Deze
indeling blijkt voor het Basisnet Weg niet zo geschikt. Uit de analyses
bleek dat zowel het vervoer als de bebouwing op bijna alle wegen nog
kunnen groeien zonder dat er onacceptabele risicoā€™s ontstaan. Het
zwaar beperken van de ruimtelijke mogelijkheden of de
vervoermogelijkheden is dan ook nergens nodig.

Het Basisnet Weg geeft voor het vervoer van gevaarlijke stoffen
gebruiksruimtes aan. Die gebruiksruimtes worden uitgedrukt in maximale
risicoā€™s. Het maximale risico wordt uitgedrukt in een contour die ten
opzichte van een vast punt van de weg aangegeven wordt. In het
risicobeleid van het kabinet is bepaald dat de kans op overlijden als
gevolg van een ongeluk met gevaarlijke stoffen maximaal 1 op de miljoen
per jaar mag zijn (= 10-6, plaatsgebonden risico). Het rijk stelt straks
dus langs alle hoofdwegen een maximale ligging van deze 10-6 contour
vast. 

Bij nieuwe ruimtelijke plannen moeten gemeenten rekening gaan houden met
deze maximale risicoā€™s van het vervoer. Dat betekent dat binnen een
bepaalde zone langs de weg (de zgn veiligheidszone) geen kwetsbare
objecten gebouwd mogen worden. De veiligheidszone is langs elke weg
anders van grootte, afhankelijk van de hoeveelheid en samenstelling van
het vervoer. 

De kern van het Basisnet is dat de risico's van het vervoer binnen de
veiligheidszone blijven, en dat nieuwe bebouwing daar buiten blijft. Zo
wordt voorkomen dat er langs een hoofdweg mensen komen te wonen of te
werken die te veel risico gaan lopen vanwege een toename van het vervoer
van gevaarlijke stoffen over die weg.

Voor de bebouwing buiten de veiligheidszone moeten gemeenten rekening
houden met het groepsrisico. Dat betekent dat gemeenten bij plannen voor
dichte bebouwing langs hoofdwegen speciaal moeten kijken naar lokale
veiligheidsaspecten zoals de toegankelijkheid voor de hulpverlening,
blusvoorzieningen en vluchtwegen voor de bewoners of gebruikers van de
gebouwen. Binnen het Basisnet Weg zijn voorzieningen getroffen om te
voorkomen dat het groepsrisico door het groeiende vervoer te hoog wordt.

Tenslotte moeten gemeenten langs bepaalde wegen rekening gaan houden met
de effecten van een ongeluk met brandbare vloeistoffen. Bij een ongeluk
met een tankwagen met brandbare vloeistoffen kan zoā€™n stof uitstromen
en in brand vliegen (plasbrand). Dat kan in een zone van 30 meter langs
de weg tot slachtoffers leiden. De zone van 30 meter langs wegen waar
veel brandbare vloeistoffen vervoerd worden is daarom aangeduid als
Plasbrand Aandachts Gebied (PAG). De gemeente moet bij bouwplannen in
die gebieden beargumenteren waarom op deze locatie wordt gebouwd. Er kan
ook voor worden gekozen op een andere locatie te bouwen. Bouwen binnen
een PAG wordt dus een afweging die door de gemeente wordt gemaakt op
basis van de lokale situatie. Naast de risicobenadering (veiligheidszone
en GR) biedt dit nieuwe effectbeleid extra veiligheid. 

3.2 Verschijningsvorm van het Basisnet Weg

Het Basisnet Weg bestaat uit twee kaarten (een kaart met de
veiligheidszones en een PAG-kaart) en een tabel. Op de kaarten kan een
gemeente zien of er langs een weg rekening moet worden gehouden met een
veiligheidszone of een PAG. In de tabel is aangegeven hoe groot de zone
voor elk wegvak is en met welke vervoergegevens de gemeente
groepsrisicoberekeningen moet maken. De vervoergegevens uit de tabel
kunnen ook gebruikt worden bij het monitoren van de risicoplafonds. 

kaart 1: wegen met een veiligheidszone

kaart 2: wegen met een Plasbrand Aandachts Gebied (PAG).

4.	Basisnet Weg in de Praktijk

4.1 Vastleggen, monitoren en handhaven

Het vaststellen van een maximale gebruiksruimte voor het vervoer van
gevaarlijke stoffen heeft alleen zin als die grenzen ook gehandhaafd
worden. De grenzen in het Basisnet Weg worden naar verwachting de eerste
jaren niet bereikt. De gebruiksruimtes worden wettelijk vastgelegd. In
diezelfde regelgeving wordt opgenomen dat het vervoer periodiek
gemonitord moet worden. Daarbij wordt bekeken of de risico's van het
vervoer de grenzen al naderen. Als dat zo is, of als voorzien wordt dat
dat binnen afzienbare tijd zal gebeuren, zal ingegrepen worden in het
vervoer. Daarvoor neemt het rijk het initiatief. Er wordt nog gestudeerd
op de vraag welke maatregelen daarvoor beschikbaar zijn en hoe zij
ingezet zouden kunnen worden. Voorbeelden hiervan zijn het veiliger
maken van het vervoer, veiliger maken van de weg, of ingrijpen in de
hoeveelheid vervoer. Duidelijk is wel dat dit in overleg met het
bedrijfsleven zal gebeuren. 

De zones waar bouwbeperkingen gaan gelden worden ook wettelijk
vastgelegd. Dit zal worden gehandhaafd via toezicht op de
bestemmingsplannen van de gemeenten zoals vastgelegd in de Wet
ruimtelijke ordening.

Er zijn enkele oost-west en noord-zuid verbindingen die voor het
internationale vervoer van gevaarlijke stoffen van cruciaal belang zijn.
In de verre toekomst zou het kunnen gebeuren dat de gebruiksruimte voor
deze verbindingen overschreden dreigt te worden, ondanks alle door de
vervoerders te nemen maatregelen. In deze gevallen zal het Rijk, in
overleg met de  betrokken gemeenten en vervoerders, al het mogelijke
doen om ervoor te zorgen dat het vervoer over deze verbindingen mogelijk
blijft, zonder daarbij de veiligheid geweld aan te doen. 

kaart 3: de verbindingen voor het internationale vervoer van gevaarlijke
stoffen

4.2 Gevolgen voor gemeenten

Gemeenten krijgen langs sommige wegen te maken met een veiligheidszone
en/of een PAG. Langs wegen zonder veiligheidszone of PAG gelden geen
directe beperkingen voor de bebouwing. Wel moet voor bouwplannen binnen
200 meter langs alle Basisnetwegen het groepsrisico verantwoord worden. 

4.3 Gevolgen voor het bedrijfsleven

Het Basisnet Weg levert voor het bedrijfsleven geen directe beperkingen
op. Het bleek niet nodig om in hoeveelheden en routes voor gevaarlijke
stoffen in te grijpen. Op alle hoofdwegen blijft daarmee vervoer van
gevaarlijke stoffen mogelijk. De chemische clusters blijven dus
bereikbaar en ook op de wegen naar het buitenland kan het vervoer
blijven plaatsvinden. Als de risicoā€™s van het vervoer buiten het
vastgestelde maximum dreigen te komen, worden er maatregelen genomen
(zie punt 4.1).

4.4 Bestaande gebouwen 

De veiligheidszones gaan gelden voor nieuwe bestemmingsplannen. Het
PAG-regime gaat alleen gelden voor nieuwe situaties.

Binnen de voorgestelde veiligheidszones staan al kwetsbare objecten.
Voor deze knelpunten worden een paar oplossingen voorgesteld. Voor een
aantal omrijroutes bij de tunnels wordt voorgesteld de weg veiliger te
maken door bv de snelheid te verlagen en de weghelften van elkaar te
scheiden. Voor de knelpunten langs de A15 wordt voorgesteld een
alternatief te onderzoeken waarbij het LPG-vervoer tussen Rotterdam en
Tiel niet meer met de tankauto maar met een binnenvaartschip
plaatsvindt. Daardoor wordt het aantal knelpunten fors lager en worden
de veiligheidszones kleiner.

Voor de wegen waar een hoog groepsrisico is berekend (boven de
oriƫntatiewaarde) is in de meeste gevallen ook een oplossing bedacht.
Als daarna nog een hoog groepsrisico resteert zal in overleg met de
gemeente gekeken worden of dit kan worden geaccepteerd en verantwoord. 

4.5 Nieuwe wegen, wegverbreding, tunnels

Het hoofdwegennet wijzigt regelmatig. Er komen wegen bij, andere wegen
worden verbreed en in sommige wegen wordt een tunnel aangelegd. Bij een
wegverbreding zal het vervoer van gevaarlijke stoffen waarschijnlijk
niet toenemen. Dat vervoer is namelijk niet gerelateerd aan de
capaciteit van een weg. Als een te verbreden weg een veiligheidszone
heeft, zal de zone daarom niet breder worden. Is bij een wegverbreding
ook sprake van een verschuiving van de wegas dan zal de veiligheidszone
wel anders komen te liggen. Een PAG zal wel mee opschuiven bij een
wegverbreding. Dit zal worden meegenomen in de milieustudies (m.e.r.)
die voor dat project moeten worden gemaakt. 

Voor een nieuwe weg zal bepaald moeten worden wat de prognoses zijn voor
het vervoer van gevaarlijke stoffen. Voor die nieuwe weg zal ook een
gebruiksruimte voor het vervoer worden vastgesteld. In een enkel geval
zal een nieuwe weg de bestaande stromen gevaarlijke stoffen wezenlijk
beĆÆnvloeden. In dat geval zullen ook de gebruiksruimtes op de
aanliggende wegen in de studies meegenomen moeten worden. Op de ene weg
zal de gebruiksruimte voor het vervoer kleiner kunnen worden omdat
structureel sprake zal zijn van minder vervoer. Op een andere weg zal de
gebruiksruimte juist vergroot moeten worden omdat er door de nieuwe weg
extra vervoer overheen zal gaan. Bij deze laatste zal onder andere
gekeken moeten worden naar de knelpunten die dat veroorzaakt.

Het Basisnet Weg heeft geen invloed op de tunnels die in het
hoofdwegennet zitten, en andersom ook niet. De tunnelbeperkingen voor
sommige gevaarlijke stoffen blijven gehandhaafd. De omrijroutes voor de
tunnels zijn ook opgenomen in het Basisnet Weg. Zij maken deel uit van
de hoofdroutes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Langs een
enkele omrijroute zal een veiligheidszone gaan gelden. Bij bouwplannen
langs omrijroutes zal rekening moeten worden gehouden met het vervoer
bij het maken van groepsrisicoberekeningen. 

4.6 Wijzigen van de gebruiksruimtes

De gebruiksruimtes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen op de
hoofdwegen in Nederland worden wettelijk vastgelegd. De doorwerking van
die gebruiksruimte voor de ruimtelijke ordening ook. Het aanpassen van
de gebruiksruimte wordt daarmee de gezamenlijke bevoegdheid van de
ministers van VROM en V&W. Vergroting of verkleining van de
gebruiksruimte is niet iets dat gemakkelijk zal plaatsvinden. Aan de
andere kant is het ook geen onmogelijkheid. Door de aanleg van een
nieuwe weg bv zou de gebruiksruimte op een bestaande weg kunnen worden
aangepast. 

Aanpassing van de gebruiksruimte heeft de nodige consequenties.
Vergroting van de gebruiksruimte bv zou kunnen betekenen dat ruimtelijke
plannen bemoeilijkt kunnen worden of dat bestaande panden binnen een
veiligheidszone komen te liggen. 

De consequenties van de aanpassing van de gebruiksruimte zullen eerst in
beeld moeten worden gebracht. Eventuele vervoers- of ruimtelijke
ordeningsknelpunten zullen eerst moeten worden opgelost vĆ³Ć³rdat in de
genoemde situaties sprake zal kunnen zijn van aanpassing van de
gebruiksruimte. Vanwege de zwaarte van de consequenties is het dus niet
de verwachting dat dit vaak zal gebeuren. 

5.	Klaar?

Het Basisnet Weg is bijna klaar. De hoofdlijnen liggen nu vast. Er
moeten nog een paar zaken worden uitgezocht. Dit zijn onder andere de
gebruiksruimte rond de wegen naar de Eemshaven en Delfzijl en de
oplossingen voor de knelpunten. 

6.	Meer weten?

In deze bijlage staan de hoofdpunten van het Basisnet Weg. In het
document "eindvoorstel Basisnet Weg" staat het complete verhaal. Alle
overwegingen en alle details zijn daarin te vinden. Het eindvoorstel is
binnenkort te vinden op de site van Verkeer en Waterstaat:   HYPERLINK
"http://www.venw-basisnet.nl"  www.venw-basisnet.nl  

--//--

 Met als horizon 2020, met een doorkijk naar 2040

 De gemeente Rotterdam is eind november 2008 nog aan het controleren of
de bouwplannen correct in de Basisnet-berekeningen zijn meegenomen. 

 De risicoberekeningen worden uitgevoerd met het berekeningsmodel RBM2.

 De 'toekomstverkenning vgs over de weg' geeft alleen landelijke trends
aan; er is niet per regio ingezoomd op afwijkingen van de landelijke
trend. 

 Om te weten te komen hoeveel gevaarlijke stoffen er over de weg rijden
wordt het aantal tankwagens 'geteld' volgens bepaalde richtlijnen.

 een doorvertaling van de recentste economische groeiscenario's van het
CPB naar het vervoer van gevaarlijke stoffen. Gekozen groeiscenario =
Global Economy (GE).

 LPG telt zwaar mee in de risicoberekeningen en de toekomstverkenning
wijst landelijk gezien weinig tot geen groei van het vervoer van deze
stof uit, vandaar dat met een lagere 'buffer' kan worden volstaan.

 routeringsinstrument, en de bouwmogelijkheden binnen bestemmingsplannen

 Kwetsbare objecten zijn bv grote kantoorgebouwen, woonwijken,
ziekenhuizen, scholen of bejaardenhuizen. Voor andere objecten
(beperkt-kwetsbare objecten, zoals verspreid liggende woningen, kleine
kantoren, bedrijfshallen) geldt dat die alleen binnen die zone gebouwd
mogen worden als daar zwaarwegende argumenten voor zijn aan te geven. 

 Groepsrisico (GR): De kans dat bij een ongeluk met gevaarlijke stoffen
groepen mensen slachtoffer worden. GR is geen norm maar een
oriƫntatiewaarde.  

 Eigenlijk zou je overal rekening willen houden met de effecten van
gevaarlijke stoffen. Maar sommige gevaarlijke stoffen hebben een
effectafstand van enkele kilometers. Daar kan je geen sluitend
ruimtelijk beleid op voeren, vandaar dat hiervoor een risicobeleid is
ontwikkeld. Brandbare vloeistoffen zijn de meest vervoerde gevaarlijke
stoffen, en zij hebben een relatief beperkte effectafstand (plm 30 meter
van de ongevalsplek). Voor deze stoffen kan er dus makkelijker
effectbeleid worden ontwikkeld. Met het PAG is hiervoor een aanzet
gegeven.    

 Bij de PAG-verantwoording kan aangesloten worden bij de
GR-verantwoording (in Ć©Ć©n keer te maken). Hiervoor zal een handreiking
voor gemeenten worden gemaakt. 

 dit is de stand vĆ³Ć³r de doorwerking van evt oplossingsmaatregelen.
Ook wordt nog gekeken naar 'logische' overgangen van wegvakken mƩt en
zonder veiligheidszone.

 Waarschijnlijk zal de wegbeheerder dit gaan doen (rijkswaterstaat)

 Mits het GR toeneemt en/of boven een bepaalde waarde uitkomt (wordt
vastgelegd in het Besluit transportroutes externe veiligheid). 

 Rotterdam-Rijnmond, Amsterdam-Noordzeekanaalgebied, Moerdijk,
Vlissingen/Terneuzen, Geleen, Eemshaven/Delfzijl

 Er staan 77 kwetsbare objecten binnen de veiligheidszone: 2
kantoorgebouwen, 67 woningen, 7 woonwagens/caravans en 1 school. De 2
kantoorgebouwen en 13 van de woningen staan in 2020 binnen de verwachte
10-6-contour. Daarnaast staan er nog 55 beperkt-kwetsbare objecten in de
veiligheidszone: 34 bedrijven, 16 vrijstaande woningen, 2
sportcomplexen, 2 kerken en een restaurant. Hiervan staan 25 bedrijven
en 2 woningen in 2020 binnen de verwachte 10-6. De meeste objecten staan
langs de A15. In totaal gaat het om 17 gemeenten.

 De meeste wegtunnels kennen beperkingen voor de doorvoer van
gevaarlijke stoffen. Bepaalde stoffen (bv LPG) mogen er niet doorheen.
Tankwagens met die stoffen moeten over een zgn omrijroute rijden. 

 Het betreft hier het weggedeelte tussen Rotterdam en Gorinchem en de
omrijroute van de Noordtunnel. 

 Uit een eerste globale scan blijkt dat er dan nog 1 knelpunt
overblijft. Dit wordt nog verder uitgezocht.

 Bij een aantal wegvakken met een hoog GR lost dit 'zichzelf op' door
aanleg van nieuwe infrastructuur, door vertunneling van het betreffende
wegvak of door betere handhaving van de geldende routering.

 PAGE    

 PAGE   7 

Met het Basisnet Weg voorkomen we toekomstige externe
veiligheidsknelpunten langs het hoofdwegennet. Er wordt een grens
gesteld aan de risicoā€™s van het vervoer van gevaarlijke stoffen. Langs
een aantal wegen komen zones waar niet in gebouwd mag worden. Ook worden
gemeenten verplicht om bij bouwplannen langs hoofdwegen rekening te
houden met het toekomstige vervoer. Daarmee hebben we een robuust
systeem gecreƫerd waar we de komende decennia mee vooruit kunnen. De
risicoā€™s zullen nergens onacceptabel groot worden. Dat is winst ten
opzichte van nu.