[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Bor notitie

Bijlage

Nummer: 2008D20876, datum: 2008-12-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Onderzoeksvoorstel verwevenheid onder- en bovenwereld (2008D20874)

Preview document (🔗 origineel)




BOR

NOTITIE





Onderwerp	Onderzoeksvoorstel onderzoek Knelpunten
informatie-uitwisseling bij de bestrijding van de verwevenheid van de
onder- en bovenwereld

Dienst	Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven

Gesteld door	Ellen Naborn 

Nummer	08-BOR-N-136	Datum	25 november 2008

Toestel	070 - 318 2324	E-mail	  HYPERLINK
"mailto:e.naborn@tweedekamer.nl"  e.naborn@tweedekamer.nl 



Bijlagen

	

Inleiding

Achtergrond

De behandeling van de begroting van het ministerie van Justitie in
november 2007 was voor de vaste commissie voor Justitie aanleiding om
uit haar midden een werkgroep in te stellen met de opdracht onderzoek te
doen naar de verwevenheid tussen de onder- en bovenwereld anno 2008. In
januari 2008 is de werkgroep Verwevenheid onder- en bovenwereld met haar
onderzoek gestart.

De centrale vraagstelling van de werkgroep is als volgt geformuleerd:
waar doet de actuele verwevenheid van onderwereld en bovenwereld zich
vooral voor en welke (nieuwe) mechanismen van verwevenheid zijn daarin
te onderkennen?

De werkgroep heeft een literatuurstudie laten verrichten en heeft
vervolgens (besloten) gesprekken gevoerd met (26) deskundigen. De
werkgroep heeft haar bevindingen en aanbevelingen neergelegd in het
rapport “Verwevenheid van de bovenwereld met de onderwereld” van   9
oktober 2008. 

Één van de aanbevelingen van de werkgroep is het verrichten van een
nader extern onderzoek naar ‘de schotten’ in het delen van
strafrechtelijke, financieel-economische, fiscale,
bestuurlijk-preventieve en tuchtrechtelijke informatie. Daarnaast dient
het onderzoek zich te richten op mogelijke privacy- en/of andere
belemmeringen bij het aanpakken van witwassen en fraude.

De overige aanbevelingen betreffen: a) het houden van een hoorzitting
over de reikwijdte van de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht
van notarissen en advocaten; b) een aantal direct door het kabinet te
nemen maatregelen.

Conform motie-Kuiken c.s. heeft de Kamer de aanbevelingen van de
werkgroep op 4 november 2008 overgenomen.

Op verzoek van de commissie voor Justitie heeft de werkgroep
Verwevenheid onder- en bovenwereld een onderzoeksvoorstel geformuleerd,
ondersteund door het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (BOR) en de staf
van de vaste commissie voor Justitie. 

2.	Inhoud van het onderzoek 

Doel van extern vervolgonderzoek

Het onderzoek moet daarom inzicht opleveren in de knelpunten die zich in
de informatie-uitwisseling voordoen bij het bestrijden van verwevenheid.
De “schotten” in het delen van strafrechtelijke,
financieel-economische, fiscale, bestuurlijk-preventieve en
tuchtrechtelijke informatie dien in kaart te worden gebracht. Daarbij
dient te worden gekeken naar belemmeringen van informatie-uitwisseling
om redenen van privacy. Er kunnen zich ook andere typen belemmeringen
voordoen, die uiteraard ook onderzocht dienen te worden.

Bovendien dient het onderzoek duidelijk te maken of de huidige
wettelijke mogelijkheden voor informatie-uitwisseling voldoende zijn om
criminele constructies tegen te gaan. Indien dit niet het geval is,
dient uit het onderzoek te blijken welke aanpassingen noodzakelijk zijn
om dit te bereiken.

Op grond van de resultaten van het onderzoek kan een besluit worden
genomen over de informatiekoppelingen die nodig zijn en wie wat met de
informatie moet doen. De werkgroep Verwevenheid stelt voor een landelijk
coördinator Fraude & Integriteit in te stellen, die onder gebracht
dient te worden bij het functioneel parket van het Openbaar Ministerie.
Deze coördinator moet over de grenzen van de bestuurlijke,
strafrechtelijke, financieel-economische, fiscale en tuchtrechtelijke
kolommen heen kunnen werken. De precieze vormgeving van deze
coördinatierol zal afhankelijk zijn van de gesignaleerde knelpunten in
het onderzoek naar de informatie-uitwisseling.

Het onderzoek dient aan te sluiten bij lopende onderzoeken en
ontwikkelingen, zoals het onderzoek van de Commissie Veiligheid en
persoonlijke levenssfeer (commissie Brouwer-Korf) naar het onnodig een
beroep doen op privacy bij informatie-uitwisseling. Ook vindt momenteel
de evaluatie van de Wet bescherming persoonsgegevens plaats.

Centrale onderzoeksvragen en subvragen

Het onderzoek dient zich op de volgende centrale vragen te richten:

Welke knelpunten doen zich voor in de informatie-uitwisseling, hoe is
deze informatie beter te koppelen en te ontsluiten en wie bepaalt wie
wat gaat doen?

Te denken valt aan wettelijke (o.a. om redenen van privacy),
historische, technische, economische en culturele belemmeringen.

Zijn de (wettelijke) mogelijkheden voor informatie-uitwisseling
voldoende om  criminele constructies tegen te gaan? Zo nee, welke
aanpassingen zijn noodzakelijk om dit te bereiken?

Ook hierbij dienen niet uitsluitend de wettelijke mogelijkheden te
worden betrokken. 

Daarbij zijn de volgende subvragen te onderscheiden:

Welke organen beschikken over relevante bestuurlijke, strafrechtelijke,
financieel-economische/fiscale, en tuchtrechtelijke informatie?
(bijvoorbeeld Bureau Bibob, expertise centra, FIU-NL, Belastingdienst,
FIOD-ECD, regiopolitie, bovenregionale recherche, DNR, ambtelijke
organisaties, banken, notarissen, makelaars, taxateurs)

a) Welke informatie is beschikbaar op basis van welke wettelijke
bevoegdheid en welke informatie mag wanneer in welk stadium met anderen
worden gedeeld?

b) Waarom gebeurt dat niet in de praktijk?

Zijn er belemmeringen om informatie met een andere partij te delen? Zo
ja welke belemmeringen zijn dat?

Welke informatie mag wel worden gebruikt als bewijs en welke niet? Waar
verschilt dit van ‘regulier’ bewijs?

Wie screent de informatie en stelt de prioriteiten?

Wat gebeurt er met de ‘restinformatie’?

Welke zijn de huidige mogelijkheden tot koppeling van informatie
(bestuurlijke rapportages, convenanten, etc.) tussen organisaties?

Kan informatie-uitwisseling geregeld worden met convenanten? Wat zijn
daarbij de (on)mogelijkheden?

Doen er zich hiaten voor in de koppeling van informatie over de
bestuurlijke, strafrechtelijke, tuchtrechtelijke,
financieel-economische/fiscale kolommen heen? Zo ja, welke?

Methode van onderzoek

De voorgestelde onderzoeksvorm is een extern onderzoek. Dat betekent het
uitbesteden van het onderzoek en de uitvoering neerleggen bij een
externe partij, die in staat is het gevraagde te onderzoeken. 

Voor de analyse dienen documenten te worden bestudeerd en interviews met
betrokkenen te worden gehouden. Ook is het voorstelbaar dat groepsessies
worden gehouden met meerdere personen (van meerder organisaties). Het
gaat daarbij om een tiental organisaties (zie subvraag 1). Aan te
schrijven onderzoeksinstituten kunnen mogelijk een creatieve aanpak
voorstellen.

Ten behoeve van het uit te besteden onderzoek zal de vaste commissie
voor Justitie aan de minister van Justitie vragen antwoord te geven op
de subvragen 1, 2a, 4 en 7 die over feitelijkheden gaan. Het gaat bij de
beantwoording door de minister dus uitsluitend om feitenonderzoek. Het
aan te trekken onderzoeksinstituut kan dan de informatie van de minister
inpassen in haar onderzoek.

Doordat de minister van Justitie een deel van de beantwoording voor zijn
rekening neemt, kunnen de kosten worden beperkt. De verwachting is dat
met deze aanpak de grens van een Europese aanbesteding niet wordt
overschreden.

Het voorstel is om het externe onderzoek op te delen in twee fasen. In 
de eerste fase zal een extern onderzoeksbureau onder andere de
feitelijke vragen beantwoorden met behulp van de feitelijke gegevens die
door de minister van Justitie worden aangeleverd. Deze fase wordt
afgerond met een tussenrapportage.

In de tweede fase zal het externe onderzoeksbureau interviews en/of
groepsessies houden. De twee fasen kunnen deels in elkaar overlopen.
Beide fasen zullen uitmonden in één gezamenlijk eindrapport.

Tijdsplanning en stappenplan

Het tijdpad en stappenplan zijn afhankelijk van een aantal factoren en
keuzes gedurende het traject, zoals het besluitvormingstraject en
(oplevering van) de feitelijke gegevens door de minister. In onderstaand
stappenplan is rekening gehouden met de aanlevering van de feitelijke
gegevens door de minister uiterlijk maart 2009. 

3 december 2008	Besluitvorming Presidium

9 december 2008	Besluitvorming Kamer

9 december 2008	Offertes aanvragen voor uitbesteden onderzoek

Medio januari 2009	Start externe onderzoek

Maart 2009	Tussenrapportage fase 1 (inclusief feitelijke gegevens
minister van Justitie)

Mei 2009	Afronding onderzoeken

Vóór het zomerreces 2009	Resultaten/rapportage beschikbaar



Kosten

Het betreft de kosten van het externe onderzoeksdeel. De kosten zijn
afhankelijk van het aantal onderzoeks(sub)vragen dat het
onderzoeksinstituut gaat beantwoorden. Zoals het nu wordt voorgesteld
(deskresearch, interviews en groepssessies), worden de kosten geschat op
circa € 110.000 (exclusief btw). De uiteindelijke prijs is van
verschillende factoren afhankelijk, zoals het (type) bureau dat het
onderzoek gaat uitvoeren en het aantal interviews, groepssessies, etc.

Navraag bij de stafdienst FEZ van de Tweede Kamer heeft duidelijk
gemaakt dat de financiële ruimte voor dit onderzoek beschikbaar is in
het onderzoeksbudget over 2009. De begrootte kosten blijven onder de
grens van een Europese aanbesteding.

Ambtelijke ondersteuning en praktische begeleiding

Bij de uitvoering van extern onderzoek zal het Bureau Onderzoek en
Rijksuitgaven (BOR) tevens zorgdragen voor de uitvoering en uitbesteding
van onderzoek. Er zullen dan meerdere offertes worden aangevraagd aan
verschillende onderzoeksbureaus.

Een klankbordgroep uit de commissie voor Justitie zal enkele keren
tijdens het onderzoek bijeenkomen.

 Kamerstuk 29911, nr. 13

 Kamerstuk 29911, nr. 15

  



Datum	25 november 2008

Referentie

	Onderwerp	Onderzoeksvoorstel onderzoek Knelpunten
informatie-uitwisseling bij de bestrijding van verwevenheid van de
onder- en de bovenwereld



	Vervolg notitie

Deze notitie is uitsluitend bestemd voor intern gebruik door de leden.
Bladzijde	  PAGE  2 

 

  





Deze notitie is uitsluitend bestemd voor intern gebruik door de leden.