Antwoord op vragen van de leden Tang en Mei Li Vos over het toezicht op de verkoop van gestructureerde producten aan particuliere beleggers
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2008D21325, datum: 2008-12-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.J. Bos, minister van Financiƫn (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z07304:
- Gericht aan: W.J. Bos, minister van Financiƫn
- Indiener: P.J.G. Tang, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M.L. (Mei Li) Vos, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
2008Z07304 / 2080905860 Vragen van de leden Tang en Vos (beiden PvdA) aan de minister van FinanciĆ«n over toezicht op de verkoop van gestructureerde producten aan particuliere beleggers. (Ingezonden 20 november 2008) 1 Kent u het bericht āAFM scherpt regels aanā? 1) Ja. 2 Herinnert u zich uw toezegging tijdens het debat over Fortis en ABN Amro op 8 oktober 2008 dat u bij de AFM zou navragen of gestructureerde producten op grote schaal worden verhandeld? 2) Ja. 3 Deelt u de mening dat uw reactie in uw brief van 6 november jl. niet als antwoord kan worden beschouwd, omdat dat alleen op de casus in ging die door ons in het debat als voorbeeld werd genomen voor de grotere problematiek? 3) In mijn brief van 6 november jl. is paragraaf 3 inderdaad toegespitst op onderwijsinstellingen en steepeners, maar de gebruikte redenering is algemeen geldig, dus voor alle niet-professionele beleggers en voor gestructureerde producten in het algemeen. In die zin is wel beoogd een antwoord te geven op de gestelde vraag. 4 Kunt u nagaan in hoeverre gestructureerde producten aan niet-professionele beleggers, waaronder particuliere beleggers, verkocht worden? De AFM houdt geen statistieken bij over de verkoop van producten en beschikt daarom niet over kwantitatieve informatie over beleggingen door niet-professionele beleggers in gestructureerde producten. De totale Nederlandse markt in gestructureerde producten wordt geschat op 20 tot 30 miljard euro, maar het aandeel van niet-professionele beleggers daarin is mij niet bekend. 5 Deelt u de mening van AFM-bestuurslid Kockelkoren dat producten waarvan niet helder uitgelegd kan worden wat rendement, risico en kosten zijn, alleen door een onafhankelijk adviseur verkocht mogen worden? Het uitgangspunt van de Nederlandse wetgeving in het kader van het financieel toezicht is dat aanbieders in beginsel vrij zijn om producten op de markt te brengen, zolang zij voldoen aan de eisen die door de wet- en regelgeving worden gesteld. Deze eisen zien onder meer op een adequate informatievoorziening voor elk product. Met AFM-bestuurslid Kockelkoren ben ik dan ook van mening dat elk financieel product door middel van informatieverschaffing inzichtelijk moet zijn voor de consument. Naar aanleiding van het onderzoek dat de AFM in 2007 over gestructureerde producten heeft gepubliceerd, is door de markt reeds zelfregulering ingesteld omtrent de informatieverstrekking bij gestructureerde producten. De AFM heeft sinds het rapport in 2007 niet meer gerapporteerd over de informatieverstrekking bij gestructureerde producten. Navraag bij de AFM leert dat de AFM de indruk heeft dat weliswaar bij sommige partijen verbetering in de informatieverstrekking is geboekt, maar dat het niet marktbreed lukt om deze ingewikkelde producten zodanig aan te bieden dat de consument inzicht heeft in de werking van deze producten. In samenspraak met de AFM studeer ik op mogelijke oplossingen op nationaal en/of Europees niveau in deze problematiek. Indien een niet-professionele belegger de werking van een product niet zelf kan overzien, kan hij een adviseur inschakelen. De MiFID-richtlijn (welke ziet op financiĆ«le markten) staat niet toe dat de lidstaten zelf bepalen dat bepaalde producten niet mogen worden verkocht zonder het inwinnen van advies (āexecution onlyā). Bij āexecution onlyā moet de cliĆ«nt overigens nog altijd gewezen worden op het feit dat hij het product zonder advies afneemt. De totale harmonisatie die uit de MiFID-richtlijn volgt, laat geen ruimte voor extra wettelijke maatregelen op nationaal niveau. Een discussie over het toestaan dat bepaalde financiĆ«le producten al dan niet zonder advies worden verkocht zal dan ook op Europees niveau gevoerd moeten worden. 1) Het Financieele Dagblad, 17 november 2008 2) Handelingen nr. 11, p. 747, vergaderjaar 2008-2009 3) Kamerstukken 31371 nr. 41, vergaderjaar 2008-2009 AFM, āVerkennende analyse gestructureerde productenā, mei 2007. Markets in Financial Instruments Directive; Richtlijn 2006/31/EG van 5 april 2006, Pb 2006 L 114/60.