Antwoorden
Bijlage
Nummer: 2008D21333, datum: 2008-12-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.H.A. Plasterk, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit PvdA kamerlid)
Bijlage bij: Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden over de wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2008 wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (2008D21332)
Preview document (🔗 origineel)
31 792 VIII Vaststelling van de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 2008 (wijzigingen samenhangende met de Najaarsnota) nr. Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld (wordt door griffie ingevuld als antwoorden er zijn) De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen. De daarop door de regering gegeven antwoorden zijn hierbij afgedrukt. De voorzitter van de commissie, Van de Camp Griffier van de commissie De Kler Nr Vraag Blz van tot 1 Waar is de extra uitkering van € 200 miljoen aan het voortgezet onderwijs in het kader van ‘Onderwijs met ambitie’ op de begroting te vinden? In de OCW-begroting 2008 (blz. 58) was voor de periode 2008 - 2011 € 185 miljoen beschikbaar onder "leerlingen volgen onderwijs op voldoende toegeruste scholen voor vo" bij de bullet "personele en materiële bekostiging". Daarnaast stond nog € 12 miljoen geraamd onder "leerlingen volgen voortgezet onderwijs van hoge kwaliteit" bij de bullet "kwaliteitsbeleid vo". Deze in totaal € 197 miljoen was tot 2008 bestemd voor diverse tijdelijke regelingen in het kader van innovatie en beroepskolom. Het kabinet heeft besloten deze middelen voor het VO te behouden en vanaf 2008 voor vier jaar in te zetten voor kwaliteitsverbetering in het VO conform de Sectoragenda / Kwaliteitsagenda VO. Daarnaast is voor de periode 2008 - 2011 in totaal € 21 miljoen extra beschikbaar gekomen voor rekenen en taal. Deze middelen zijn toegevoegd aan de middelen voor de Regeling Kwaliteit VO. In het kader van die regeling kunnen scholen werken aan de beleidsprioriteiten van de Kwaliteitsagenda VO. Op basis van de regeling moet in ieder geval aan rekenen en taal worden gewerkt. Al met al gaat het om een bedrag van € 218 miljoen extra die via de eerdergenoemde Regeling Kwaliteit VO rechtstreeks naar alle scholen gaat. Een belangrijk nieuw aspect van de regeling is dat scholen de vrijheid krijgen om te beslissen welke zaken uit de Kwaliteitsagenda VO voor hun het belangrijkste zijn om aan te pakken en hoe ze dit willen doen. 0 2 Kunt u een overzicht geven van de € 74,1 miljoen niet-gebruikte FES-middelen? Wat zijn de effecten van de niet-bestede FES-middelen op het beleid? Worden alle niet-gebruikte FES-middelen in 2009 weer toegevoegd aan de OCW-begroting? (bedrag x € 1 miljoen) FES-middelen in de 2e suppletoire begroting 2008 2008 Artikel 1: PO VMBO/Funderend onderwijs OCW: Huisvesting brede school -23,7 Artikel 3: VO Leren door experimenteren: Doeltreffendheid hoogbegaafde leerlingen -10,0 Efficiency in het onderwijs -8,3 VMBO/Funderend onderwijs OCW: Prakrijkgerichte leeromgeving VMBO/PRO -2,8 Artikel 4: BVE Beroepsonderwijs in bedrijf: EVC-trajecten en procedures (project leren en werken) -10,2 EVC regionale samenwerking -5,0 Prijsbijstelling 2007/2008 1,7 Artikel 5: Technocentra Kaderregeling Technocentra -0,3 Artikel 14: Cultuur Beelden voor de toekomst -11,6 Archeologisch bodemonderzoek (Malta) -3,9 -74,1 De bovenstaande tabel geeft een uitsplitsing van de vrijgevallen € 74,1 miljoen FES-middelen in de 2e suppletoire begroting 2008. Over het algemeen is dit het gevolg van een nieuw vastgesteld kasritme dat beter past bij de uitvoering van de diverse FES-projecten. Het doorschuiven van de niet-bestede FES-middelen heeft geen invloed op het beleid, maar slechts op de looptijd van de FES-projecten. Deze niet-gebruikte FES-middelen worden in de 1e suppletoire wet 2009 weer aan de OCW-begroting toegevoegd. 4 3 Is bij de meevaller bij de studiefinanciering sprake van een structurele meevaller of van een eenmalige meevaller? Indien het gaat om een structurele meevaller: is deze meevaller reeds verwerkt in de begroting 2009?Zo ja, hoe is deze meevaller verwerkt? Zo nee, wat zijn de gevolgen van deze meevaller voor 2009 en verder? De meevaller studiefinanciering is het totaalsaldo van verschillende onderdelen op het artikel studiefinanciering, zowel relevant als (met name) niet-relevant. In hoeverre sprake is van een structurele dan wel incidentele meevaller is nu nog niet te zeggen. In de eerste maanden van 2009 zal een nadere analyse plaatsvinden op basis van de realisatiegegevens over het gehele jaar 2008 die eind januari beschikbaar komen. In de begroting 2009 is tot nu toe geen meevaller verwerkt. Eventuele begrotingsmutaties zullen onderdeel uitmaken van de 1e suppletoire begroting 2009. 4 4 Welke consequenties zijn er voor de scholen verbonden aan de versobering van diverse projectbudgetten en het temporiseren van onderzoeken ten behoeve van de extra € 10 miljoen voor conciërges in het primair onderwijs? Het temporiseren van projectbudgetten en onderzoeken heeft geen betrekking op de dekking van de extra € 10 miljoen die met ingang van 2009 is aangewend voor de Regeling Loonkostensubsidie Ondersteunend Personeel Basisscholen. Ook in 2008 wordt € 3,7 miljoen ingezet om deze regeling voor de betreffende groep scholen van start te kunnen laten gaan. Het gaat hierbij voor € 3.1 miljoen om middelen uit de loon- en prijsbijstellingen van projectbudgetten op het terrein van Bèta en techniek, VVE , Schakelklassen en toetsen. Er is geen sprake van merkbare consequenties voor individuele scholen. Daarnaast is € 0.6 miljoen budget ingezet voor beleidsonderzoek. Voor de dekking van de € 10 miljoen voor 2009 verwijs ik naar de Nota van Wijziging Begroting 2009 van 22 oktober 2008. 8 5 Waardoor is het opstellen van de regeling huisvesting brede school vertraagd? Doen zich besluitvormingsproblemen in de uitvoering voor en zo ja welke? Het tijdpad is, door de vele afstemming die aan deze regeling vooraf is gegaan, verschoven. De regeling huisvesting is inmiddels vrijwel gereed. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan de regeling in de vorm van een juridische toets. De verwachting is dat de regeling in januari/februari gepubliceerd zal worden. Er is derhalve geen sprake van besluitvormingsproblemen in de uitvoering. 8 6 Kunt u de diverse projectbudgetten en onderzoeken noemen die 'ter dekking' van de conciërgeregeling zijn versoberd en getemporiseerd? Zie antwoord op vraag 4. 8 7 Hoe verklaart u dat de besluitvorming over de uitvoering van de regeling ‘Huisvesting brede school’ is vertraagd? Wat betekent dit voor de betrokken scholen? Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan de regeling in de vorm van een juridische toets. De verwachting is dat de regeling in januari/februari gepubliceerd zal worden. De besluitvorming is ongewijzigd. Het tijdpad is, door de vele afstemming die aan deze regeling vooraf is gegaan, verschoven. Aangezien er sprake zal zijn van een aanvraagprocedure is er op dit moment nog geen sprake van ‘betrokken scholen’. Er zijn namelijk nog geen aanvragen ingediend. Gemeenten kunnen pas aanvragen indienen na publicatie van de regeling. 9 8 Wanneer weten individuele scholen voor voortgezet onderwijs exact hoeveel extra geld zij in het kader van Leerkracht Nederland te besteden krijgen voor het beter inschalen van leraren in LC- en LD-functies? Vanaf wanneer schat u in dat de gemiddelde individuele leraar daadwerkelijk effecten gaat merken? Begin 2009 zal via een ministeriële regeling bekend gemaakt worden wat scholen in de G4, Almere en de randstadregio's voor het kalenderjaar 2009 gaan ontvangen. In de loop van 2009 zal op dezelfde wijze de regeling gepubliceerd worden waarin de middelen voor 2010 en volgende jaren beschikbaar worden gesteld aan alle VO-scholen. Zoals hiervoor vermeld wordt in 2009 een start gemaakt met de implementatie van de afspraken in het kader van het Convenant Leerkracht van Nederland. Indien gebruik gemaakt wordt van het gebruikelijke functie- en waarderingssysteem, gekoppeld aan beoordelingen etc., verwacht ik dat de gemiddelde leraar er in de loop van het kalenderjaar 2010 daadwerkelijk de effecten van zal merken. Binnen de G4, Almere en de randstadregio's zullen de effecten eerder merkbaar zijn. 10 9 Waarom is aan de post ‘Doeltreffendheid hoogbegaafde leerlingen’ (FES) € 10 miljoen minder uitgegeven dan bij de 1e suppletoire begroting nog was beoogd? Om maximaal profijt te trekken van deze FES-middelen is een prijsvraag georganiseerd onder de naam “Onderwijsbewijs”. Scholen en onderzoeksinstellingen hebben tot 15 december 2008 de gelegenheid hiervoor voorstellen in te dienen. In het voorjaar van 2009 worden aan de goede voorstellen middelen toegekend. Het genoemde bedrag komt hierdoor wat later tot besteding. 10 10 Waarom is er sinds de 1e suppletoire begroting € 2 miljoen toegevoegd aan de post IB-Groep? De post IB-Groep is verhoogd met ruim € 2,3 miljoen in verband met een paar zogenoemde “technische” posten. Het gaat hier om de uitdeling van de loon- en prijsbijstelling 2008 (totaal € 0,4 miljoen) en een interne overboeking binnen beleidsterrein 3 van de uitvoeringskosten van de CEVO (€ 1,5 miljoen). Tenslotte gaat het om een verhoging met een bedrag van € 0,4 miljoen in verband met de uitvoeringskosten van de gratis schoolboeken door de IB-Groep. 10 11 Welke FES-middelen voor ‘Beroepsonderwijs in bedrijf’ betreft het die worden gebruikt om regionale samenwerking voor Elders Verworven Competenties (EVC) en duale trajecten te stimuleren? Hoeveel geld is hiervoor beschikbaar? Staan deze bedragen volkomen los van de FES-gelden die eventueel beschikbaar komen voor continuering van de steun voor de invoering van het competentiegericht leren in 2009? In 2006 is voor het FES project “Beroepsonderwijs in bedrijf” van EZ en OCW in totaal € 229,5 miljoen beschikbaar gesteld. Het doel van dit project is om door een betere aansluiting tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven een beter functionerende arbeidsmarkt te creëren, en daardoor minder uitkeringslasten, minder maatschappelijke overlast en een betere sociale integratie tot stand te brengen. Naast middelen bestemd voor EZ en het mbo (opgenomen in de regeling innovatiebox) maken de middelen bestemd voor EVC-trajecten en –procedures onderdeel uit van dit project. In totaal is voor EVC-trajecten en –procedures en voor stimulering van regionale consortia € 31,3 miljoen aan FES-middelen beschikbaar (incl. prijsbijstelling 2007/2008). Er resteert nu nog voor de jaren 2008, 2009 en 2010 € 19,1 miljoen. In het jaar 2009 zal besluitvorming plaatsvinden over selectieve continuering van aflopende FES-projecten in het domein kennis, innovatie en onderwijs. Voor deze impuls wordt door het kabinet in totaal maximaal € 500 miljoen beschikbaar gesteld. “Beroepsonderwijs in bedrijf” is één van de projecten die deze kabinetsperiode afloopt en zou daarmee mogelijk in aanmerking kunnen komen voor continuering. 13 12 Kunt u toelichten waarom de FES-middelen voor ‘Beroepsonderwijs in bedrijf’ in eerste instantie op de begroting 2008 zijn gezet en nu worden gespreid over de jaren 2008-2011? Houdt deze spreiding in dat in 2009 en latere jaren geen additionele middelen meer zijn/worden begroot? In 2008 zijn de FES-middelen voor ‘Beroepsonderwijs in bedrijf’ in een keer vanuit het FES-fonds op de OCW-begroting overgeboekt. Vervolgens zijn de middelen bestemd voor het onderdeel ‘EVC-trajecten en -procedures gespreid over de jaren 2008, 2009 en 2010. Deze spreiding paste beter bij de uitvoering van de ‘Tijdelijke stimuleringsregeling Leren & Werken’. Dit is de regeling waarin deze FES-middelen zijn opgenomen. In de jaren 2009 en verder zijn inderdaad geen additionele middelen begroot. Bij FES-projecten gaat het om eenmalige impulsen zonder structurele beschikbaarheid van gelden. 13 13 Waaruit wordt de € 25 miljoen voor de nieuwbouw van de TU Delft gedekt? Kunt u dit per onderdeel specificeren? Van de bijdrage van € 25 miljoen aan de kosten van de nieuwbouw van de faculteit bouwkunde van de Technische Universiteit Delft is € 20 miljoen gedekt uit het totaalbeeld van de begroting van het Ministerie van OCW en € 5 miljoen uit begrotingsartikel 7. De € 5 miljoen uit begrotingsartikel 7 is deels gecompenseerd uit de prijsbijstelling 2008 en deels uit beperkte onderuitputting op meerdere posten. 14 14 Hoe verklaart u dat de projectsubsidies en overige uitgaven voor het versterken van de positie van leraren en personeel van voldoende kwaliteit met € 1,1 miljoen achterblijven? Heeft dit te maken met haperende ambtelijke procedures, of een onvoldoende gevoel van urgentie in het onderwijsveld? De redenen voor het achterblijven van de uitgaven met € 1,1 miljoen zijn divers en hebben geen relatie met haperende ambtelijke procedures, of een onvoldoende gevoel van urgentie in het onderwijsveld. Als redenen kunnen worden genoemd: tussen- en eindrapportages op enkele projecten worden later ontvangen dan voorzien, waardoor het niet meer mogelijk is de hieruit voor 2008 geplande betalingen te realiseren; aangevraagde projectsubsidies blijven achter bij de in de regeling vermelde maximumbedragen; kosten voor ondermeer het uitvoeren, begeleiden en monitoren van regelingen en/of projecten vallen iets lager uit dan geraamd. 19 15 Waardoor is de nieuwbouw van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) vertraagd? De vertraging van de nieuwbouw is ontstaan door vertraging bij de uitvoering in het bouwproces. In het najaar van 2007 werd er nog vanuit gegaan dat de oplevering van de nieuwbouw op 1 oktober 2008 zou plaats vinden. Hierdoor zouden alle betalingen van de investeringen nog in 2008 worden gedaan. Sinds maart 2008 wordt uitgegaan van oplevering per 1 februari 2009. De afleveringen en betalingen vinden nu in 2009 plaats. 24 16 Is de gestegen raming van reclameontvangsten van structurele aard, of betreft het slechts een eenmalige meevaller? Wat is de achtergrond van deze beoordeling? Het betreft een eenmalige meeropbrengst aan reclameontvangsten. Dit is gebaseerd op de halfjaarlijkse tussentijdse bijstelling van de raming voor 2008. Oorzaken van de stijging zijn de groei van het kijktijdaandeel van de publieke omroep en van de televisiereclamemarkt. Daarnaast is 2008 een zogenaamd evenementenjaar; hierin zijn de reclameontvangsten als gevolg van de Olympische Spelen en het Europees kampioenschap Voetbal hoger dan in een niet-evenementenjaar. 25 FILENAME Totaal antwoord vragen 2e sup.DOC PAGE 1 / NUMPAGES 6