Bijlage
Bijlage
Nummer: 2008D22254, datum: 2008-12-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.J.A. van der Hoeven, minister van Economische Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Bijlage bij: Verslag van de Raad voor Concurrentievermogen van 1 en 2 december (2008D22253)
Preview document (š origineel)
Bijlage Richtlijnvoorstel verlenging beschermingsduur muziekwerken Voortgangsverslag Het voorzitterschap gaf een toelichting op het voortgangsrapport en benadrukte het belang van een akkoord. De Commissie, bij monde van Commissaris McCreevy, benadrukte dat de huidige beschermingsduur in de EU kort is ten opzichte van bijvoorbeeld de VS (55 jaar) en Mexico (75 jaar). De Commissaris verwelkomde het voortgangsverslag van het voorzitterschap en sprak de hoop uit dat de Raad snel tot een akkoord kan komen over dit voorstel. Er was geen tafelronde voorzien en er werden dan ook geen interventies gepleegd. Tijdens het volgende agendapunt āGemeenschapoctrooiā heeft Nederland kort benadrukt afwijzend te staan tegenover dit voorstel. Gemeenschapsoctrooi Voortgangsverslag Het voorzitterschap benadrukte het belang van een gemeenschapsoctrooi voor het innovatieve bedrijfsleven en het concurrentievermogen van de EU. Hij gaf aan dat er een goede discussie is gevoerd en vooruitgang is geboekt in technische beraadslagingen. Nu is er nog de politieke wil nodig voor een doorbraak. Hij wenste het aankomende Tsjechische voorzitterschap hierin succes en zegde alle steun van Franse zijde toe. De Commissie, bij monde van Commissaris McCreevy, benadrukte het belang van een betaalbaar en effectief octrooisysteem binnen de EU, zeker gezien de huidige economische situatie in de EU. Het systeem in de EU is duurder dan in bijvoorbeeld de VS of Japan. Hij liet weten het voortgangsverslag een goede basis te vinden voor verdere discussie en het opbouwen van consensus. Hij riep het aankomende Tsjechische en Zweedse voorzitterschap op hard aan dit dossier te trekken om goede voortgang te kunnen boeken en verzocht de Raad zich voor de volle 100% in te zetten om een akkoord mogelijk te maken. Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, benadrukte het belang van een snellere voortgang op dit dossier, om eindelijk politiek knopen te kunnen doorhakken. Veelgenoemde openstaande punten zijn de kwaliteit van de rechtspraak (geschilbeslechting), de rol van het Europese Hof van Justitie, de vertaling en de kosten voor het aanvragen en in standhouden van het gemeenschapsoctrooi. Een tweetal lidstaten herhaalde het standpunt dat geen sprake mag zijn van discriminatie van hun taal. Tot slot stelden veel lidstaten zich sceptisch op tegenover het voorstel van de Commissie in het Europees herstelplan om de kosten van octrooien met 75% te verminderen. Kansspelen Voortgangsverslag en gedachtewisseling Het voorzitterschap gaf een toelichting op het voortgangsrapport en memoreerde dat de discussie over kansspelen op initiatief van Nederland is gestart, met steun van vele andere lidstaten. Hij vestigde in het bijzonder de aandacht op gokken via internet, dat vanwege het grensoverschrijdende karakter tot nieuwe vraagstukken leidt. Hij riep de Raad op het debat voort te zetten, met respect voor de bevoegdheden en het initiatiefrecht van de Commissie. De Commissie, bij monde van Commissaris McCreevy, herinnerde de Raad aan de mislukte pogingen in 2006, in het kader van de onderhandelingen over de dienstenrichtlijn, om regelgeving op dit vlak te harmoniseren. Een meerderheid van de lidstaten wil klaarblijkelijk geen EU-inmenging op dit gebied en de Commissie respecteert deze positie. Lidstaten mogen zelf hun gokbeleid vormgeven, mits dit conform EU-recht is. Zo niet dan start de Commissie inbreukprocedures, zoals zij al bij 10 lidstaten heeft gedaan. Nederland prees het voorzitterschap voor de inspanningen en voor het voortgangsrapport. Nederland benadrukte het belang van een discussie in raadskader om te zorgen dat het initiatief, dat nu vooral bij het Hof, terugkomt bij de lidstaten. Nederland riep de Commissie op actief te participeren in het vervolg van deze dialoog, en het aankomende Tsjechische voorzitterschap om de dialoog voort te zetten. Veel andere lidstaten sloten zich bij het pleidooi van Nederland aan. Zij benadrukten het nut van de exercitie en het belang van een actieve bijdrage van de Commissie. Een klein aantal lidstaten liet weten niets te zien in een verdere dialoog over kansspelen in raadskader. Antwoord op de economische crisis Gedachtewisseling De Commissie gaf een toelichting op de voorstellen die ze op 26 november jl. als reactie op de financiĆ«le crisis heeft gepresenteerd als onderdeel van het jaarlijkse voortgangsrapport van de Lissabonstrategie. Commissaris Verheugen schetste de economische situatie en onderstreepte de vereiste van een gecoƶrdineerd beleid. Hij wees op de voordelen van open handel, en op het belang van structurele hervormingen in het kader van de Lissabonagenda en het creĆ«ren van goede randvoorwaarden, met name voor het MKB. In dit licht speelt de Small Business Act een belangrijke rol. Ook gaf de Commissaris aan dat maatregelen moeten bijdragen aan de energie- en klimaatdoelstellingen. Belangrijke voorwaarde hierbij is dat dit op kostenefficiĆ«nte wijze gebeurt. Inzake steunmaatregelen stelde de Commissaris dat de staatssteunregels voldoende flexibiliteit kennen en moeten worden nageleefd. Wat betreft het Stabiliteits- en Groeipact gaf hij aan dat de Commissie zich ervan bewust is dat de doelstelling van 3% tekort kan worden overschreden. Wel moeten uitgavenprogrammaās realistisch zijn, zodat kan worden teruggekeerd naar een gezond begrotingsbeleid. Commissaris Verheugen gaf tenslotte aan dat de Commissie bereid is mee te werken aan een snelle beschikbaarheid van middelen uit de structuurfondsen (ESF) en het Globaliseringsfonds. Commissaris McCreevy refereerde aan het eerder afgesproken routeplan van de Ecofin met 40 concrete maatregelen. McCreevy wees er vervolgens op dat door banken weinig wordt geleend aan de reĆ«le economie; banken bouwen schulden af en verhogen de eigen middelen. Hij onderstreepte dat alle financieringsbronnen van vitaal belang zijn voor de reĆ«le economie. De Raad wisselde vervolgens van gedachten over de economische situatie en over de voorstellen van de Commissie om hier iets aan te doen. De lidstaten gaven een nadere toelichting op de maatregelen die zij op nationaal niveau (zullen) nemen. Veel lidstaten, waaronder Nederland, brachten daarbij naar voren dat investeringen en inzet nodig zijn voor het midden- en kleinbedrijf om de economische problemen te overwinnen. Hierbij is het belangrijk om ambitieus te zijn, maar wel realistisch te blijven. Overheden kunnen de economische neergang niet voorkomen, maar ze kunnen wel proberen de schade te beperken en Europa sterker uit de crisis te laten komen. Onder de lidstaten, waaronder Nederland, was steun voor een aanpak waarin innovatie en vernieuwende technologie voorop staan, en waarbij oog is voor maatregelen die een bijdragen leveren aan de klimaatdoelen. Een aanzienlijk deel van de lidstaten wees erop dat de plannen moeten passen binnen de regels van de EU. Nederland gaf aan positief te zijn over de wijze waarop de EU-landen samen optrekken. Volgens Nederland moet de nadruk liggen op acties die de negatieve gevolgen van de financiĆ«le crisis op de reĆ«le economie op de korte termijn verzachten en tegelijkertijd de economische structuur versterken zoals bijvoorbeeld investeringen in innovatie. Daarnaast benadrukte Nederland dat we Europees moeten vasthouden aan de begrotingsregels en zorgen voor budgettaire discipline. De huidige situatie is geen reden om de regels van het SGP aan de laars te lappen. De meeste sectorspecifieke maatregelen van de Commissie moeten nog verder uitgewerkt worden. Deze maatregelen moeten volledig in lijn zijn met de interne markt en de staatssteunregels in het bijzonder. Het is niet de bedoeling dat een subsidiewedloop ontstaat. Sectorspecifieke maatregelen moeten primair gericht zijn op het versterken van sectoren, bijvoorbeeld door innovatie en meer duurzame productie te stimuleren. Europese BV Voortgangsverslag Het voorzitterschap had kort voor de Raad afgezien van een gedeeltelijke gemeenschappelijke benadering en presenteerde tijdens de Raad een voortgangsverslag. In een korte inleiding verwelkomde Minister Novelli, namens het Frans voorzitterschap, het voorstel voor een Europese BV. Dit voorstel vormt Ć©Ć©n van de concrete elementen van de Small Business Act en is van grote toegevoegde waarde voor het Europese MKB. Hij hoopt dat er, zoals ook opgenomen in het herstelplan van de Commissie, komend voorjaar een akkoord kan worden bereikt. Dit is een lastige klus aangezien daarvoor een balans moet worden gevonden tussen de verschillende tradities omtrent het vennootschapsrecht in de lidstaten. Commissaris McCreevy benadrukte eveneens de toegevoegde waarde voor het MKB van het statuut voor een Europese BV. De Europese BV zou daarom ook voor iedereen toegankelijk moeten zijn. Hierin past geen zware voorwaarde die bedrijven verplicht om grensoverschrijdend actief te zijn of te worden. Ook moet de opstart zo eenvoudig mogelijk zijn en zou er geen eis moeten worden opgenomen voor minimum kapitaal. Als laatste vroeg hij aandacht voor een goede bescherming voor werknemers. Het merendeel van de lidstaten gaf aan tegen de opname te zijn van een verplichting om grensoverschrijdende actief te zijn of te worden bij de oprichting van een Europese BV. Dit zou niet aansluiten bij de praktijk waarin een ondernemer vaak eerst nationaal start en pas later eventueel de grens overgaat. Ook gaf een aantal lidstaten aan dat dit tot onnodige administratieve lasten leidt en dat controle en handhaving zeer lastig is. Het merendeel van de lidstaten gaf, net als Nederland, aan tegen opname van een minimumkapitaaleis te zijn. Een dergelijke eis biedt onvoldoende garantie voor crediteuren en brengt onnodige lasten met zich mee bij oprichting van een bedrijf. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, pleitten voor het solventietest als juiste bescherming voor crediteuren. Bij een solventietest wordt getest of een ondernemer aan zijn schulden kan voldoen bij uitkeringen van een onderneming (solventietest). Diverse lidstaten vroegen aandacht voor een juiste bescherming van de werknemerspositie. Nederland gaf aan het idee van een Europese BV te steunen. Om te komen tot een eenvoudige en werkbare rechtsvorm is het essentieel dat de verordening voldoende zekerheid en duidelijkheid biedt aan de ondernemer en aan andere partijen. Nederland gaf aan dat het voortgangsverslag een aantal van de Nederlandse aandachtspunten op juiste wijze adresseert. Voor het vervolg van de discussie heeft Nederland, naast eerder genoemde solventietest, met name gewezen op de verhouding tussen de verordening en nationaal recht. Ook heeft Nederland aandacht gevraagd voor versterking van de positie van minderheidsaandeelhouders. Het voortgangsverslag werd zonder wijzigingen door de Raad aangenomen. Europese āSmall Business Actā Raadsconclusies Commissaris Verheugen wees in een korte inleiding op het belang van snelle implementatie van de voorstellen. Hij wees daarbij concreet naar de maatregelen om de toegang tot kapitaal te versterken en het terugdringen van de administratieve lasten. Daarnaast wees hij op de aanpassing van de richtlijn voor betalingstermijnen die komend voorjaar zal worden gepresenteerd. Om de maatregelen kracht bij te zetten deed hij een oproep om de SBA ook te agenderen voor komende Europese Raad. Na een korte discussie werden de conclusies aangenomen. Veel lidstaten wezen in hun reactie op het belang van ondersteuning van het MKB in het huidige economische klimaat. Met name werd gewezen op het verankeren van het ādenk eerst kleinā-principe bij de Commissie en lidstaten en de toegang tot financiering voor het MKB. Enkele lidstaten vroegen, in het kader van mogelijke uitzonderingen voor micro-ondernemingen van bepaalde verplichtingen ten aanzien van verslaglegging, aandacht voor het belang van jaarverslagen. Zowel banken als overheid zelf maken daar vaak gebruik van bij kredieten, subsidies en andere handelingen. Enkele andere lidstaten wezen daarbij op de mogelijke reductie van administratieve lasten die met het uitzonderen behaald zouden kunnen worden. Enkele lidstaten ondersteunden het verzoek van de Commissie om de SBA ook een plek te geven tijdens de komende Europese Raad. Clusters Raadsconclusies Het voorzitterschap benadrukte het belang van clusters voor innovatie en het bevorderen van Europese netwerken van clusters om excellentie te creĆ«ren. Hij dankte de Commissie en de lidstaten voor de constructieve bijdrage. Vervolgens nam de Raad de conclusies zonder verdere discussie aan. Lange-termijn toekomstvisie Europese Onderzoeksruimte Raadsconclusies Commissaris PotoÄnik onderstreepte het belang van deze toekomstvisie. Deze visie vormt een goed vertrekpunt voor versterking van de Europese onderzoeksruimte. Juist in het licht van de huidige economische situatie is het van belang om te blijven investeren in onderzoek en innovatie. Het is nu aan de lidstaten om te zorgen voor goede afspraken over de sturing van het proces. Hij riep de lidstaten dan ook op deze visie breed onder de aandacht te brengen bij de verschillende betrokkenen. In de discussie beaamden veel lidstaten het belang van investeringen in kennis en innovatie in de huidige economische situatie. Diverse lidstaten wezen hierbij, net als Nederland, met name op de versterking van de investeringen in het menselijk kapitaal en de grote onderzoeksinfrastructuren. Tevens bevestigden de lidstaten dat er verder invulling moet worden gegeven aan de sturing ( āgovernanceā) van het ontwikkelingsproces naar de Europese onderzoeksruimte. De oproep van Nederland om onderzoeksinstellingen en het bedrijfsleven in dit proces te betrekken werd breed gedeeld. Voor de afstemming van het onderzoeksbeleid tussen de Europese Unie en de lidstaten werd er veelvuldig op gewezen dat optimaal gebruik gemaakt zou moeten worden van bestaande afstemmingsorganen in plaats van het kiezen voor nieuwe werkgroepen. Een aantal lidstaten maakte, in aansluiting op het eerdere discussie tijdens de eerste dag, van de gelegenheid gebruik om nogmaals aandacht te vragen voor een goedwerkend Europees octrooi. De raadsconclusies werden zonder verdere wijzigingen aangenomen. Gezamenlijk Programmeren Raadsconclusies Het voorzitterschap stelde aan het begin van de discussie nog een tekstwijziging voor in de conclusies. In deze tekstwijziging wordt onderstreept dat lidstaten leidend zijn bij gezamenlijk programmeren van onderzoek en de rol van de Commissie vooral ondersteunend van aard is. Deze aanvulling versterkte de op verzoek van Nederland al opgenomen tekst dat gezamenlijk programmeren geen aantasting mag betekenen van de nationale competentie ten aanzien van wetenschapsbeleid en allocatie van wetenschapsbudgetten. Daarnaast verwees minister PĆ©cresse in haar inleiding bij dit onderwerp naar de informele Raad voor Concurrentievermogen in Versailles van juli jl. Tijdens deze Raad was stil gestaan bij een aantal grote maatschappelijke uitdagingen zoals vergrijzing en voedsel- en watervoorziening. Zij stelde tot haar genoegen vast dat verschillende landen zich inmiddels hebben verbonden aan het gezamenlijke initiatief op het gebied van Alzheimer-onderzoek. Commissaris PotoÄnik beaamde de leidende rol van lidstaten bij het gezamenlijk programmeren. Gezamenlijk programmeren gaat tenslotte om het combineren van inspanningen van lidstaten op het gebied van onderzoek. De Commissie ondersteunt dit initiatief van lidstaten om te komen tot een gemeenschappelijke aanpak van onderzoek gericht op gemeenschappelijke maatschappelijke uitdagingen. Gezamenlijk programmeren moet niet zozeer gezien worden als een nieuw instrument, maar meer als een proces. De aangepaste conclusies werden vervolgens aangenomen. Strategisch kader voor internationale wetenschappelijke en technologische samenwerking Raadsconclusies Het voorzitterschap onderstreepte bij monde van Minister PĆ©cresse het belang om vaker met Ć©Ć©n stem te spreken bij internationale samenwerking op het gebied van onderzoek. Door betere afstemming tussen verschillende samenwerkingsprogrammaās zou zowel de concurrentiekracht als de samenwerking met ontwikkelingslanden verder versterkt kunnen worden. Commissaris PotoÄnik onderstreepte eveneens het belang om in Europa de onderzoekssamenwerking met derde landen beter op elkaar af te stemmen. Dit zou leiden tot een grotere efficiĆ«ntie zeker gezien het globale karakter van onderzoek. Hij riep de lidstaten dan ook op zo snel mogelijk invulling te geven aan de samenwerking op dit gebied. De conclusies werden zonder verdere discussie aangenomen. Juridisch kader voor Europese onderzoeksinfrastructuren (ERIC) Gemeenschappelijke aanpak Voorafgaand aan de Raad was grotendeels overeenstemming over de gemeenschappelijke aanpak. Alleen op het punt van de fiscale behandeling van de consortia was nog geen overeenstemming bereikt. Het voorzitterschap, bij monde van minister PĆ©cresse, stelde tegen deze achtergrond voor de besluitvorming over een gemeenschappelijke aanpak nog uit te stellen in afwachting van het advies van het Europees Parlement. De tussenliggende periode zou kunnen worden benut om, wellicht in het verband van ECOFIN, nadere duidelijkheid te scheppen ten aanzien van het BTW-regime voor de consortia. Commissaris PotoÄnik gaf aan dat hij groot voorstander was van het duidelijk regelen van de belastingkwestie. De ervaring leert dat zonder een Europese regeling hiervoor veel kostbare tijd verloren gaat bij het opzetten van Europese onderzoeksinfrastructuren. De leden van een consortium moeten over de fiscale aspecten dan immers allen in hun lidstaat apart met de fiscus overleggen. Het doel van de verordening was daarom juist dergelijke administratieve beperkingen weg te nemen door het creĆ«ren van een eenduidig juridisch kader. Het onderzoeksveld had hem op het hart gedrukt dat een verordening zonder de gewenste duidelijkheid op dit punt weinig toegevoegde waarde had. Daarnaast voldoen dergelijke organisaties voor onderzoeksinfrastructuren in de praktijk al aan de in BTW-richtlijnen vastgelegde voorwaarden voor een BTW-vrijstelling. Er zou volgens de Commissaris dan ook moeilijk van een inbreuk op die richtlijnen gesproken kunnen worden. Enkele lidstaten namen vervolgens het woord. Een deel daarvan onderstreepte het belang van het duidelijk regelen van de belastingkwestie. Andere lidstaten kwamen in verweer en gaven aan dat deze verordening niet de juiste plek was om dit te regelen. De lidstaten stemden in met het voorstel van het Voorzitterschap om de besluitvorming uit te stellen. Europese strategie voor marien en maritiem onderzoek Raadsconclusies Commissaris PotoÄnik onderstreepte het belang van een betere integratie van marien en maritiem onderzoek. Met de mededeling en de voorliggende Raadsconclusies wordt op een concreet onderzoeksgebied invulling gegeven aan de verdere versterking van de Europese onderzoeksruimte. In de praktijk betekent dit dat bestaande EU-instrumenten en āstructuren die iets te maken hebben met het mariene/maritieme systeem ingezet worden voor gemeenschappelijke doelen. Ook zal de inzet van lidstaten op dit gebied beter op elkaar worden afgestemd. De raadsconclusies werden zonder verdere discussie aanvaard. Mobiliteit en loopbanen van onderzoekers Voortgangsverslag Het voorzitterschap, bij monde van minister PĆ©cresse, gaf het woord aan minister Gago (Portugal) en minister Biltgen (Luxemburg). Zij had hen, op basis van de uitkomsten van de vorige Raad, gevraagd om voorstellen te doen voor nadere invulling van het Europese partnerschap voor mobiliteit en loopbanen van onderzoekers. De beide ministers gaven aan nog geen definitieve voorstellen te hebben. Wel wilde zij alvast enkele observaties delen met de collega-ministers. Zo signaleerde minister Gago dat vrijwel alle Europese landen problemen hebben om jonge mensen exacte wetenschappen te laten studeren. Ook is er, in verhouding tot de VS, een schrijnend gebrek aan promovendi in exacte vakken. Beurzen zouden zijn inziens een efficiĆ«nt middel zijn om dit te adresseren. De lidstaten zouden hiervoor politieke daadkracht moeten tonen. Minister Biltgen ging met name in op de barriĆØres voor mobiliteit als gevolg van verschillen in sociale zekerheid. Zo pleitte hij voor het bevorderen van de mobiliteit door verbetering van de kraamverlofregeling voor onderzoekers. Ook zou het zijns inziens goed zijn als de Commissie het initiatief zou nemen voor een facultatief aanvullend pensioenstelsel. Daarnaast zouden de Europese structuurfondsen beter benut kunnen worden om de mobiliteit van onderzoekers te bevorderen. Hij stelde voor een gezamenlijke vergadering met de werkgelegenheidsministers te houden om de problematiek en mogelijke oplossingen voor het verbeteren van de mobiliteit van onderzoekers te bespreken. Commissaris PotoÄnik constateerde dat het aan het Tsjechische voorzitterschap is om een verdere impuls te geven. Hij ondersteunde daarbij de suggestie voor een gezamenlijke Raad met werkgelegenheidsministers. Wereldwijde monitoring voor milieu en veiligheid (GMES) Raadsconclusies Commissaris Verheugen benadrukte het belang van GMES om ecologische processen beter in kaart te brengen. Het uitgangspunt is dat GMES een gebruikersgestuurd EU aardobservatieprogramma is en gezien moet worden als een publieke investering in een snel groeiende en innovatieve markt voor maatschappelijke en commerciĆ«le toepassingen. Om de overgang te maken naar de operationele fase is het van belang dat er gewerkt wordt aan een stabiele organisatie structuur en financiering. In het voorjaar van 2009 zal de Commissie komen met een precieze kostenraming en een voorstel voor beheerstructuur en juridische kader voor GMES. De Raad nam de raadsconclusies aan. Diversen ā Verloop van ITER-project Commissaris PotoÄnik presenteerde kort de stand van zaken bij ITER. ITER is een internationaal project om de mogelijkheden van kernfusie als energiebron te onderzoeken, door een experimentele reactor te bouwen in Cadarache (Frankrijk). Deze installatie is nodig om te demonstreren dat kernfusie als mogelijke energieoptie op de langere termijn (20-30 jaar) technisch mogelijk en economisch rendabel kan zijn. MomenteelĀ worden in het licht van deĀ technische-wetenschappelijke ontwikkelingen de specificatiesĀ en de daarbij behorende kostenramingen opnieuw door ITER in kaart gebracht, met het oog op besluitvormingĀ in de herfst van 2009. De Commissie is namens de lidstaten deelnemer aan ITER. Zij zal via de Raad mandaat vragen voor de besluitvorming. Diversen ā SETplan Commissaris PotoÄnik gaf kort de stand van zaken weer van de uitvoering van het Europese Strategische Energie Technologie plan, dat onderdeel maakt van het pakket van beleidsmaatregelen dat de Commissie voorstelde op het terrein van energie en klimaat. Voor het halen van de doelen van de EU voor 2020 (20% duurzame energie, 20% minder CO2-uitstoot en 20% energie-efficiĆ«ntie) is samenwerking op het terrein van technologieĆ«n gericht op vermindering van CO2-uitstoot tussen lidstaten essentieel. Sinds de lancering van het SET-plan in november 2007 is een Stuurgroep voor strategisch energie technologieĆ«n opgericht. Deze heeft vooruitgang geboekt in het stroomlijnen van de beleidsdialoog tussen de EU en lidstaten en bestudeert momenteel de vraag hoe lidstaten het onderzoek naar toekomstige energietechnologieĆ«n beter op elkaar kunnen afstemmen. Verder ondertekenden op 28 oktober jl. tien belangrijke nationale onderzoeksinstituten een intentieverklaring om een Europese energie onderzoeksalliantie (EERA) op te zetten. Vanuit Nederland neemt het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) aan deze alliantie deel. ECN levert tevens de voorzitter van de EERA. Diversen - Europees Instituut voor Innovatie en Technologie (EIT) De voorzitter van de EIT-Bestuursraad, Dr. Martin Schuurmans, gaf een korte presentatie over het EIT. Het EIT moet zijns inziens het āvliegwiel van de topinnovatie in Europaā worden. Een belangrijke taak van de Bestuursraad zal zijn om in januari 2010 de eerste Kennis en Innovatie Gemeenschappen (KIGās) te selecteren. Om dit proces vorm te geven en om de visie en de richting van het EIT te bepalen, heeft de bestuursraad op 24 november jl. een seminar georganiseerd waaraan 150 belanghebbenden hebben deelgenomen. Een belangrijk deel van die belanghebbenden is uit het bedrijfsleven afkomstig en het EIT moet dan ook de taal van zowel de politiek als het bedrijfsleven spreken. Een belangrijke opgave zal zijn om de te selecteren KIGās grotendeels zelfvoorzienend te laten zijn. Diversen ā Defensiepakket Het voorzitterschap informeerde de Raad over de laatste stand van zaken m.b.t. de onderhandelingen over het defensiepakket. De onderhandelingen zijn onder Frans voorzitterschap op ambitieuze wijze aangepakt. Onderdeel van het defensiepakket is de richtlijn om de nationale regelingen voor overdracht van militaire goederen binnen de Gemeenschap te harmoniseren en te vereenvoudigen. Het voorzitterschap gaf aan in de triloog een akkoord te hebben bereikt. Op 16 december a.s. zal de plenaire stemming in het Europees Parlement plaatsvinden. Een ander onderdeel van het defensiepakket is het voorstel voor een richtlijn aanbesteden op het gebied van defensie en veiligheid. Deze richtlijn beoogt marktopening en mededinging op het niveau van de hoofdleveranciers van defensie- en veiligheidsmaterieel. Het voorzitterschap gaf aan te streven naar een akkoord in eerste lezing voor het eind van dit jaar. De Commissie sloot zich vervolgens hierbij aan en benadrukte het belang van een politiek akkoord voor het einde van dit jaar. Nederland heeft haar zorgen geuit over de onderhandelingen ten aanzien van de richtlijn aanbesteden op het gebied van defensie en veiligheid. De richtlijn moet een gelijk speelveld creĆ«ren op de Europese defensiemarkt, met name ook voor het MKB. Dat gebeurt met het huidige voorstel alleen op het niveau van de hoofdondernemer. Het is noodzakelijk om bedrijven in de gehele productieketen de kans te geven opdrachten te verwerven, zodat met deze richtlijn ook de markt van toeleveranciers (toeleveringen van subsystemen en componenten aan hoofdleveranciers) wordt geadresseerd. Diversen - Consumentenrechten De Commissie, bij monde van Commissaris Kuneva, gaf een toelichting op het voorstel voor een kaderrichtlijn consumentenrechten van 8 oktober jl. (BNC-fiche PM),Ā op initiatieven inzake administratieve samenwerking van handhavinginstanties, en op het groenboek collectieve acties van 26 november jl. Het komend Tsjechisch voorzitterschap gaf vooruitgang te willen boeken op dit terrein. Commissaris Kuneva weesĀ erop dat de voordelen van de interne markt voor consumenten en bedrijven juist in deze tijden optimaal moeten worden benut. Het doel van de kaderrichtlijn consumentenrechten is dan ook de werking van de interne markt te verbeteren en daarbij een hoog niveau van consumentenbescherming te garanderen. Daarnaast is effectieve handhaving van belang. Het Europees netwerk van handhavinginstanties is twee jaar actief en heeft al positieve resultaten opgeleverd. In 2009 zal de Commissie met een mededeling komen om de effectieve handhaving van consumentenrechten verder te vergroten. Tenslotte gaf Commissaris Kuneva een toelichting op het groenboek collectieve acties. Hierin worden mogelijkheden beschreven voor collectieve schadeafwikkeling op het terrein van consumentenrechten. De Commissaris riep de lidstaten op voor maart 2009 te reageren op het groenboek inzake collectieve acties. De Commissie wil de ervaringen van de lidstaten en reacties op het groenboek zorgvuldig bekijken en zal op basis daarvan bezien welke volgende stappen moeten worden gezet. Diversen - Cosmetische producten Het voorzitterschap gaf een korte toelichting op de stand van zaken van dit dossier. Het streven is een akkoord eind december, dat begin 2009 kan worden geformaliseerd. Het EP stemt hierover in januari 2009 plenair. Diversen ā Herziening speelgoedrichtlijn Het Voorzitterschap gaf een korte toelichting op de stand van zaken van dit dossier. Er is sprake van consensus op veel terreinen Het streven is een akkoord in eerste lezing voor het eind van het jaar. Op 17 december is de plenaire stemming in het EP. De Commissie, bij monde van Commissaris Verheugen, uitte haar bezorgdheid over de onderhandelingen in deze eindfase. Het EP en een aantal lidstaten stelt vergaande amendementen voor met betrekking tot certificering door derde partijen. De Commissie waarschuwde de grenzen van de flexibiliteit te hebben bereikt. Tijdens het AO op 27 november jl. vroeg uw Kamer de Minister van Economische Zaken of het bekende chocolade-ei van Kinder ook onder de richtlijn valt. Dit is inderdaad het geval, maar het kinderei wordt in het richtlijnvoorstel niet verboden. Er is in het voorstel wel een verbod opgenomen voor het aanbieden van levensmiddelen waar speelgoed in verwerkt is, het gaat dan om levensmiddelen die eerst moeten worden opgegeten alvorens bij het speelgoed te komen dat er aan gehecht is. Het Kinderei is wel toegestaan omdat dit niet direct aan de chocolade gehecht is. Er zijn overigens wel nieuwe eisen gesteld aan de verpakking van speelgoed; deze mag geen risico tot obstructie van de luchtwegen opleveren. Deze nieuwe eisen gelden ook voor het Kinderei. De verpakking van het Kinderei zal aangepast moeten worden zodat het geen risico tot obstructie van de luchtwegen meer kan opleveren. Diversen - Grondstoffen De Commissie, bij monde van Commissaris Verheugen, gaf een toelichting op de mededeling over grondstoffen. Het is het laatste grote voorstel van deze huidige Commissie voor deze Raad. Het is belangrijk de toegang van de EU tot grondstoffen te verzekeren. Er bestaan momenteel vele knelpunten zoals oneerlijke prijsvoering, handelsbarriĆØres en natuurbeschermingsmaatregelen. Bovendien gaat het soms om plekken op aarde die niet stabiel zijn. Het is zaak de verschillende relevante beleidsterreinen (extern beleid, ontwikkelingshulp, veiligheidsbeleid, onderzoeksbeleid etc.) effectief te integreren. Andere handelsblokken zijn al bezig actie te ondernemen om toegang tot grondstoffen te verbeteren, zoals de VS die voorraden aanleggen, en China die actief is op de Afrikaanse markt en zich laat uitbetalen in grondstoffen. Het betreft een politiek delicaat probleem. De Commissie sloot af met de opmerking dat de discussie over grondstoffen over een aantal jaar even belangrijk wordt als de discussie over energie nu. Diversen - betere regelgeving Nederland verzocht om een toelichting van de Commissie op de stand van zaken van het integrale programma betere regelgeving. Nederland hecht aan de ambitie om in 2012 een administratieve lastenvermindering voor bedrijven van 25% te bereiken. Om vooruitgang te boeken zal de derde strategische herziening betere regelgeving een aantal zaken moeten bevatten: reductiedoelstellingen op 13 prioritaire domeinen, structurele reductiemaatregelen en een roadmap. Daarnaast zou de Commissie periodiek moeten rapporteren over de ontwikkeling van bereikte administratieve lastenreducties. Meerdere lidstaten, waaronder het huidig en komend EU-voorzitterschap, ondersteunden de oproep van Nederland. Het Tsjechisch EU-voorzitterschap heeft aangegeven betere regelgeving als prioriteit te zien. De Commissie, bij monde van Commissaris Verheugen, onderstreepte vervolgens het belang van de ambitie inzake administratieve lastenvermindering. De derde strategische herziening betere regelgeving zal begin 2009 worden uitgebracht. Daarin zal worden aangegeven wat tot nu toe is bereikt en hoe het vervolg eruit ziet. De Commissaris deed daarnaast een oproep aan de Raad om zo spoedig mogelijk reductievoorstellen in behandeling te nemen. Diversen - Oprichting on-line bedrijven via digitale handtekeningen Estland en Portugal gaven een toelichting op een gezamenlijk initiatief dat het mogelijk maakt om met behulp van gewaarmerkte digitale handtekeningen snel on-line een bedrijf op te richten in elkaars land. Zij riepen andere lidstaten op zich aan te sluiten bij dit initiatief. Diversen - Toerisme Griekenland vroeg aandacht voor toerisme in de discussie over de economische crisis. Voor toerisme zijn geen fondsen. Griekenland onderstreepte dat toerisme veel kwetsbare seizoenwerkgelegenheid biedt. Diversen ā Tsjechisch voorzitterschap TsjechiĆ« herhaalde de slogan voor het aankomende Tsjechische voorzitterschap āEuropa zonder grenzenā. Op het terrein van de interne markt en industriebeleid geeft TsjechiĆ« prioriteit aan het wegnemen van hindernissen voor de interne markt, het vereenvoudigen van regelgeving, en implementatie van het Small Business Act. Naast deze prioriteiten geeft TsjechiĆ« aan hard te zullen werken aan de voorstellen op het terrein van verlenging beschermingsduur muziekwerken, het octrooistelsel, de Europese BV, consumentenrechten en het defensiepakket. De onderwerpen die op het terrein van onderzoek en innovatie bijzondere aandacht zullen krijgen zijn onder andere de nadere uitwerking van de toekomstvisie voor de onderzoeksruimte, versterken van menselijk potentieel, onderzoeksinfrastructuren, gezamenlijk programmeren en mobiliteit van onderzoekers. PAGE PAGE 10