[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Jaarplan met begroeting 2009

Bijlage

Nummer: 2008D22771, datum: 2008-12-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Jaarplannen 2009 SUWI-organisaties (2008D21691)

Preview document (🔗 origineel)


 

Jaarplan met begroting

2009 

Amsterdam, 30 september 2008

Inhoudsopgave	Blz.

Voorwoord	3	

Snel en goed geholpen klanten	4	

Steeds meer mensen aan het werk	7	

Vertrouwen in sociaal medische oordelen	15

Snel, eenvoudig en voorspelbaar uitkeren	18

Actuele en betrouwbare gegevens 	20

Zorgvuldige bedrijfsvoering	22

Prestaties	29

Begroting	30

Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) voert in opdracht
van de overheid de werknemersverzekeringen en de publieke
arbeidsbemiddelingstaak uit. De belangrijkste wetten in dat verband zijn
de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen, de Wet op de
arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten. UWV levert een
bijdrage aan de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand. Daarnaast voert
UWV enkele tientallen kleinere wetten uit. De kerntaken van UWV en de
wijze waarop daar invulling aan wordt gegeven, staan beschreven in dit
jaarplan.

	

1.	Voorwoord

Participatie, klantgerichtheid en effectiviteit. Deze begrippen
kenmerken ons jaarplan 2009.

Door de samenvoeging van CWI en UWV kunnen we met nog meer intensiteit
de focus leggen bij werk. Daar waar de samenwerking met gemeenten
intensief en creatief is, verwachten wij ook dat we meer mensen naar
werk weten te begeleiden. Ook de invoering van de nieuwe klantgerichte
bedrijfsprocessen biedt ons betere kansen om samen met de klant een
nieuwe baan te vinden. We kijken goed wie welke dienstverlening nodig
heeft om selectief en effectief onze instrumenten te kunnen inzetten.
Werk zoeken is geen vrijblijvende activiteit. Daarom intensiveren wij
ook onze handhaving.

Deze aanpak sluit aan bij het advies dat de Commissie
Arbeidsparticipatie dit voor jaar aan het Kabinet heeft uitgebracht en
dat thans wordt vertaald naar concrete voorstellen voor beleid.

Het kabinet werkt ook aan beleid om de arbeidsmarktpositie van
gehandicapte jongeren te versterken. Daarop vooruitlopend willen wij
alle mogelijkheden benutten om de kansen op werk voor deze groep te
vergroten. Daarom intensiveren wij onze inzet.

Onze koers is duidelijk: steeds meer mensen snel aan het werk. 

Een belangrijk speerpunt voor 2009 is de verbetering van de sturing op
programma’s en projecten met een belangrijke ICT-component. Daarbij
hanteren we een beleidslijn die gekenmerkt wordt door kleinschaligheid
en kortcyclische trajecten. 

Het werkprogramma voor 2009 is omvangrijk. We noemen de fusie, de
invoering van de Vernieuwing, veel nieuwe wetgeving en moeten dat
realiseren met een aanzienlijk geslonken budget. Dat vraagt zorgvuldige
sturing binnen nauwelijks meer bestaande marges. 

In dat licht stellen wij ons ten doel ons prestatieniveau, dat de
laatste jaren gestaag gestegen is, ten minste te handhaven op het niveau
dat wij voor 2008 genormeerd hebben. Met name met betrekking tot de
klantgerichtheid – vooral gericht op de werkgevers – willen we een
duidelijke stap voorwaarts maken.

Het is en blijft onze ambitie om een van de beste publieke
dienstverleners te zijn. Immers, onze klanten hebben er recht op dat zij
snel en goed worden geholpen. En overheid, burgers en bedrijven mogen
ons aanspreken op heldere en transparante verantwoording. Dat is onze
uitdaging voor 2009.

Raad van Bestuur



2.	Snel en goed geholpen klanten

2.1	Doelstelling

UWV wil één van de beste publieke dienstverleners zijn. Klanten –
werknemers en werkgevers - worden goed en snel geholpen en ervaren de
dienstverlening van UWV en van de keten van werk en inkomen als één
logisch geheel. Daarbij kunnen klanten afhankelijk van hun situatie en
gebeurtenis zelf kiezen waar, hoe en op welk tijdstip zij contact willen
maken: elektronisch waar dat kan en persoonlijk als het nodig is. Via
verschillende kanalen (multichannel) krijgt de klant een juist en
consistent antwoord op vragen. 80% van de dienstverlening wordt in het
eerste klantcontact adequaat afgehandeld. 

2.2	Activiteiten

Dienstverlening aan werknemers

De dienstverlening aan onze klanten kenmerkt zich door vijf
klantprincipes, te weten persoonlijke aandacht, bereikbaarheid en
toegankelijkheid, snelheid van betalen, houvast en kwaliteit van de
communicatie. Wij concretiseren die in nieuwe klantprocessen, die vanaf
2009 als onderdeel van de Vernieuwing worden ingevoerd. Wij maken
daarmee de omslag van een organisatie geordend op basis van
uitkeringswetten naar een organisatie die is opgebouwd rond
klantprocessen. Een klantproces omvat het geheel van activiteiten tussen
het moment dat een klant bekend wordt bij UWV en het moment dat deze
door hervatting van het werk of om andere redenen UWV weer verlaat. Het
zijn processen die kernfuncties en afdelingen overstijgen. Het werken in
kernfuncties biedt mogelijkheden tot verdergaande specialisatie en
betere, op de klanten toegesneden dienstverlening. Bouwend aan de
interne keten van gespecialiseerde dienstverlening, is het
vanzelfsprekend van belang dat de schakels van de keten goed op elkaar
aansluiten en de klant de dienstverlening als één doorlopend proces
kan ervaren. De kernfunctie Klant & Service (K&S) richt zich op het
bevorderen van dat proces.

Klant & Service zorgt ervoor dat de klant op de juiste en snelste wijze
door de UWV bedrijfskernfuncties wordt heen geloodst, niet
‘verdwaalt’ in de organisatie, voorzien wordt van correcte en
begrijpelijke informatie en wordt gehoord als hij klachten heeft.
Tenslotte is Klant & Service de eenheid die de klantprocessen ontwikkelt
en klachten en wensen vertaalt in wijzigingen in de klantprocessen met
als uiteindelijk doel vergroting van de klantgerichtheid en
klanttevredenheid. 

Dienstverlening aan werkgevers

Bijzondere aandacht krijgt volgend jaar de dienstverlening aan
werkgevers. In een programma dat wij breed in de organisatie uitvoeren,
hanteren wij de volgende uitgangspunten:

Meer aandacht voor de vervulling van vacatures. We zorgen voor goede
kandidaten en beperken de administratieve belasting voor de werkgever
tot een minimum.

Goede samenwerking met het bedrijfsleven is ook een voorwaarde om aan
langdurig werkzoekenden een vacatureaanbod te kunnen doen.

Op het gebied van verzekeringstechnische zaken zorgen wij voor gemak
voor de werkgever door te werken aan goede kwaliteit van de
basisgegevens. Daardoor kunnen we het uitvragen van gegevens bij de
werkgever tot een minimum beperken.

We bieden de werkgever één aanspreekpunt met regie aan, die voor
transparantie kan zorgen, de status van gegevens kan melden en die kan
meedenken met de werkgever.

We investeren in het opbouwen van vertrouwen bij werkgevers in onze
deskundigheid bij sociaal-medische zaken. 

In de hoofdstukken 3 en 4 zijn concrete activiteiten opgenomen waarmee
de dienstverlening aan werknemers en werkgevers wordt vormgegeven.

Klantsignalen

Vanaf 2009 gaan we onze klantgerichtheidsmonitor drie keer per jaar
uitvoeren, zowel onder uitkeringsgerechtigden als onder werkgevers. Door
deze frequentie te hanteren kunnen we in onze verantwoordingsrapportages
steeds een actueel beeld laten zien van de mening van onze klanten op de
ontvangen dienstverlening.

Behalve uit klantonderzoeken komen via de e-mail, de telefoon, bezwaren
en klachten signalen binnen over hoe de klant over onze organisatie
denkt, hoe de klant de interactie ervaart en waardeert, wat de klant
belangrijk vindt en wat hij van onze dienstverlening (vaak impliciet)
verwacht. Om uit al die signalen een consistent klantbeeld te kunnen
destilleren gaan wij klantsignalen bij elkaar brengen, integraal en in
samenhang met elkaar bekijken en analyseren. Zo ontstaat een beter
klantbeeld en we krijgen meer zicht op wat er nu echt leeft bij de
klant. Met dit inzicht kunnen er gerichte verbeteringen in de
dienstverlening aangebracht worden vanuit de optiek van de klant. Deze
aanpak maakt het mogelijk om actief te sturen op klantgerichtheid en een
hogere klantwaardering.

Elektronisch UWV

Voortbouwend op de Rijksbrede ICT-agenda en de notitie 'Op weg naar de
elektronische overheid' werkt UWV ook aan verbetering van de
dienstverlening met behulp van elektronische middelen. We leggen in 2009
prioriteit bij:

omgekeerde digitale intake en het gebruik van de polisadministratie voor
de vaststelling van uitkeringen

aansluiting bij bestaande e-overheid basisvoorzieningen (DigiD, BSN,
etc.)

doorontwikkeling van het Digitaal Klant Dossier (DKD) binnen de
SUWI-Keten

uitwerking van de Wet eenmalige gegevensuitvraag.

bouwen aan de Basisregistratie BLAU 

verdere ontwikkeling en geleidelijke invoering van het Digitaal
Verzekeringsbericht (DVB)

De herbezinning op de ICT agenda, welke in november 2008 wordt afgerond
zal uitwijzen op welke wijze en op welke termijn de ontwikkeling van het
elektronisch archief en een klantvolgsysteem verder kunnen worden
ontwikkeld. In 2009 zal de digitale beschikbaarstelling van de
Jaaropgave deel uitmaken van het reguliere proces.

DKD

Het digitaal klantdossier opent de mogelijkheid voor klanten zicht te
krijgen in de stand van zaken bij de behandeling van hun dossier. Door
steeds meer digitaal vast te leggen, hoeft de klant bovendien steeds
minder gegevens zelf in te vullen.

In fase II wordt het Digitaal Klantdossier doorontwikkeld, zodat het de
integrale dienstverlening nog beter kan ondersteunen. In eerste
instantie wordt gewerkt aan het robuust inbouwen en verbeteren van de
reeds ontwikkelde functionaliteiten. Hierbij moet gedacht worden aan
beveiliging en beschikbaarheid. Daarnaast worden meer relevante gegevens
opgenomen, gedeeld binnen de keten en vooringevuld. Ook wordt gewerkt
aan het uitbreiden van de functionaliteiten, zoals meer mogelijkheden
voor de professional en de cliënt om het proces te volgen en afspraken
met elkaar te maken. Daarnaast wordt in 2009 aandacht besteed aan de
mogelijkheid de functionaliteiten van DKD aan te bieden voor meer
klantgroepen naast werkzoekenden, WW en WWB klanten, zoals bv. klanten
die te maken hebben met arbeidsongeschiktheid. UWV legt de nadruk bij de
doorontwikkeling binnen de sector Werk en Inkomen. Daarnaast kijken
gemeenten naar de mogelijke toepassing in samenhang met scholing,
inburgering, wonen, zorg en schuldhulpverlening.

BLAU

Het (wetgevings-)traject met als doel de realisatie van een
basisregistratie lonen, arbeids- en uitkeringsverhoudingen (nader te
noemen BLAU) heeft ruim een jaar stil gelegen in verband met de
problematiek inzake de loonaangifteketen. Nu duidelijk is dat begin 2009
vastgesteld kan worden of er in 2008 sprake is geweest van een werkende
keten, kunnen we dit traject weer oppakken. Daartoe stellen wij –
samen met het ministerie – een plan van aanpak op. In dat plan komen
onder meer de volgende thema’s aan de orde:

verantwoordelijkheid en zeggenschap van de minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid

inhoud, bereik en toegankelijkheid

positie registratie/verhouding tot andere registraties.

Zowel UWV als SZW vinden het van belang dat het Ministerie van
Financiën, het ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties, het ketenbureau en de afnemers nauw worden
betrokken bij het project.

Digitaal verzekeringsbericht

Het Digitaal Verzekeringsbericht (DVB) geeft verzekerden inzicht in de
gegevens die de Belastingdienst en UWV hebben vastgelegd in de
polisadministratie. Die gegevens vormen de basis van de vaststelling van
de hoogte en de duur van de uitkering. Het DVB is nog in ontwikkeling,
maar op termijn beschikbaar voor de hele Nederlandse beroepsbevolking.
Vooruitlopend op landelijke invoering wordt het DVB in 2009 getest bij
de medewerkers van UWV en de Belastingdienst.

2.3	Resultaten

Klanttevredenheid UWV 

Een van de kerndoelen van de vernieuwing is het verbeteren van de
klantgerichtheid jegens burgers en bedrijven. De klanttevredenheid onder
uitkeringsgerechtigde klanten ligt met 6.8 begin 2008 al op een
behoorlijk niveau, maar werkgevers tonen zich nog niet tevreden. Wij
beogen in 2009 een verdere verbetering van de klantgerichtheid te
bewerkstelligen. Gezien de vele veranderingen in 2009 stellen wij ons
als doel de waardering van werknemers ten minste te kunnen handhaven en
die van werkgevers in 2009 ten minste op het niveau van het
rapportcijfer 6 komt.

Klanttevredenheid Keten Werk en Inkomen

Als ketenpartners meten we ook de klantgerichtheid onder die
werkzoekenden en bedrijven, die gebruik maken van onze geïntegreerde
dienstverlening. De resultaten die we boeken, bereiken we samen met onze
partners, de gemeenten. We kunnen dan ook niet alleen als UWV hier een
streefwaarde benoemen. Wel geven we aan met welke ambitie wij de
samenwerking ingaan (rapportcijfer 6,8 ultimo 2009).

De meting van de klantgerichtheid werkgevers op ketenniveau staat nog in
de kinderschoenen. De ketenpartijen gaan - nu de eerste meting is
afgerond - een nadere analyse uitvoeren op de klantprincipes. Het is in
dit stadium nog te vroeg om een ambitieniveau af te geven.

Resultaatgebied 4: klantgerichtheid	Norm 2009	Norm 2008	Realisatie 2007

UWV, onderverdeeld in:

Klantgerichtheid uitkeringsgerechtigden

Klantgerichtheid werkgevers	

6.8

6.0	

6.8

nvt	

6.7

5.4

Keten, onderverdeeld in:

Klantgerichtheid werkzoekenden (UWV ambitie = 6.8)

Klantgerichtheid werkgevers	

-

-	

Nvt

Nvt	

6.4

74% tevreden





3.	Steeds meer mensen aan het werk

3.1	Doelstelling

Op 1 januari 2009 fuseren CWI en UWV. Deze fusie brengt de activiteiten
van beide organisaties gericht op werk (publieke
arbeidsvoorzieningsdiensten en re-integratie) samen in één nieuw
organisatieonderdeel van UWV, het WERKbedrijf. Ons doel is dat in het
WERKbedrijf de ketensamenwerking met gemeenten en re-integratiebedrijven
gestalte krijgt. Deze bedrijfskernfunctie zorgt voor maatwerk bij de
begeleiding van werkzoekenden en voor de match tussen vraag en aanbod op
de arbeidsmarkt. Het WERKbedrijf wordt vooral ingericht op persoonlijke
benadering van de klant, zowel van verzekerden als van werkgevers.
Klantgerichtheid en effectiviteit van preventie en re-integratie staan
voorop. Het WERKbedrijf is één van de vijf kernfuncties van UWV. Het
WERKbedrijf werkt intensief samen met de andere kernfuncties, zodat de
klant optimaal wordt bediend als het gaat om werk en inkomen.

Bij de opbouw van dit WERKbedrijf sluiten we volledig aan op de
afspraken die gemaakt zijn over de invoering van geïntegreerde
dienstverlening met gemeenten. Ons streven is om eind 2009 in circa 100
vestigingen geïntegreerde dienstverlening operationeel te hebben. We
houden er echter rekening mee dat enkele gemeenten meer tijd nodig
zullen hebben.

In 2009 dragen wij er zorg voor dat er in ieder geval geen
overdrachtsmomenten meer nodig zijn. De klant krijgt één vaste
contactpersoon, de werkcoach.

Wij willen steeds meer mensen sneller aan het werk krijgen door het bij
elkaar brengen van vraag en aanbod en daar waar nodig door handhaving.
We doen dit door met de gemeenten in de Werkpleinen (LWI’s)
klantgerichte geïntegreerde dienstverlening te bieden en door op
landelijk, regionaal en lokaal niveau een schakelfunctie te vervullen
tussen publieke en private organisaties. Concreet betekent dit dat
iedere werkzoekende binnen 6 maanden na het eerste contact met ons op
enigerlei wijze actief aan de slag is. Wij zetten onze mensen en
(re-integratie) middelen selectief en vraaggericht in op basis van een
zorgvuldige diagnose. 

Het kabinet wil de arbeidsparticipatie vergroten, de aansluiting tussen
onderwijs en arbeidsmarkt verbeteren en discrepanties op de arbeidsmarkt
verkleinen. Met onze ambitie om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt
sneller bij elkaar te brengen dragen wij in belangrijke mate bij aan die
kabinetsdoelstelling. 

De Commissie Arbeidsparticipatie (Commissie Bakker) heeft op 16 juni
2008 aan het kabinet het advies “Naar een toekomst die werkt”
uitgebracht. In het advies worden voorstellen gedaan om zo snel mogelijk
meer mensen aan het werk te krijgen. De uitvoering kan van de
re-integratie verbeteren, onder meer via betere benutting regio’s,
inzet van loonkostensubsidie, een beter gebruik van de no-risk polis bij
ziekte, aanscherping handhaving, premievrijstelling bij indienstneming
ouderen, digitaal e-portfolio).

UWV levert een belangrijke bijdrage aan de realisatie van diverse
ambities van het kabinet die voortvloeien uit het advies van de
commissie Bakker. Zoals hierboven reeds is aangegeven zijn
selectiviteit, effectiviteit en transparantie daarbij richtinggevend. In
overeenstemming met het advies van de commissie zetten we in op een meer
effectieve inzet van re-integratie met een meer verplichtend karakter.
Met de vorming van het WERKbedrijf en de Werkpleinen geven wij invulling
aan een meer intensieve, gerichte en stringente dienstverlening ter
realisatie van een hogere arbeidsparticipatie die voorvloeit uit
verschillende door de wetgever voorgenomen maatregelen. UWV zal op de
Werkpleinen een bijdrage leveren om samen met gemeenten, branches,
onderwijsinstellingen, re-integratiebedrijven, uitzendbureaus, en
sociale partners het regionaal arbeidsmarktbeleid verder te ontwikkelen.
Met de uitvoering van het wetsvoorstel STAP en van de (aangepaste)
richtlijn Passende Arbeid draagt UWV bij aan de verdere mobilisering van
het arbeidspotentieel. In 2009 levert UWV graag een verdere actieve
bijdrage aan de nadere uitwerking van overige onderdelen in het UWV
domein van het advies van de commissie.

3.2	Activiteiten

Snel aan het werk

Iedere werkzoekende binnen 6 maanden actief aan de slag! Dat is onze
ambitie. Klanten zijn aan het werk of ‘werken aan werk’, waarmee
wordt bedoeld dat betrokkene met hulp van het WERKbedrijf actief bezig
is met het verkrijgen van een dienstbetrekking. 

In lijn met het Plan van Aanpak re-integratie dat op 16 september door
het ministerie aan de Tweede Kamer is aangeboden, geven wij de volgende
invulling aan bemiddeling en re-integratie.

Bij de instroom van klanten wordt eerst bepaald welke dienstverlening
voor hen het meest effectief is. Dit geschiedt aan de hand van een
zorgvuldige diagnosestelling. Deze diagnose aan de kop van het proces
geeft zicht op de kansen van een klant op de arbeidsmarkt en de
verwachte zoektermijn en vormt de basis voor effectieve en selectieve
ondersteuning (i.c. welke activiteiten worden van de klant verwacht en
welke dienstverlening van het WERKbedrijf past het beste daarbij). Samen
met de klant wordt een actieplan op maat opgesteld waarin de afspraken
die met de klant zijn gemaakt over zijn inzet en de ondersteuning die
het WERKbedrijf biedt. De intensiteit van de dienstverlening en de inzet
van middelen is afhankelijk van de diagnosestelling.

We onderscheiden op hoofdlijnen twee typen dienstverlening: basis- en
intensieve dienstverlening. 

De basisdienstverlening van UWV bestaat uit (sollicitatie)workshops,
banenmarkten, Competentietestcentra (CTC), vacaturebemiddeling en de
on-line ondersteuning die UWV biedt (e-werkmap, e-coaching). De on-line
ondersteuning richt zich onder meer op de kwaliteit van het CV en het
aanbod van vacatures. Werkgevers kunnen vacatures plaatsen op werk.nl en
krijgen toegang tot de database met CV’s. UWV biedt de klanten de
mogelijkheid om een gevalideerd CV op werk.nl te plaatsen. Om werkgevers
zicht te geven op goede potentiële werknemers, plaatsen we van iedereen
die werk zoekt een gevalideerd CV op werk.nl. De coach laat zich
geregeld via mail of in gesprekken informeren over de vorderingen van de
klant. De werkzoekende krijgt de beschikking over een digitaal
klantdossier. Werkgevers en werkzoekenden kunnen 24 uur per dag
beschikken over onze landelijke database van ‘werkzoekenden’ en
vacatures. Daarnaast bevat werk.nl informatie over de arbeidsmarkt,
beroepen, opleidingen en fiscale aspecten en een diversiteit aan
instrumenten (zoals beroepskeuze- en competentietests) ter ondersteuning
bij het vinden van werk. De Kansverkenner biedt snel inzicht in het
aantal vacatures in een bepaalde gewenste functie in een bepaalde regio
en biedt informatie over de concurrentiepositie van de werkzoekende,
welke opleidingen van toepassing zijn en welke zoekkanalen voor deze
functie het meest gebruikt worden. Met bovenstaande ontstaat een
transparante arbeidsmarkt waar werkgevers en werknemers elkaar snel
kunnen vinden.

Intensieve dienstverlening omvat alle activiteiten van de werkcoaches op
het terrein van (vraaggerichte) re-integratie van onze klanten. Dit kan
variëren van intensieve begeleiding door de werkcoach zelf tot
(modulaire) inkoop van re-integratiediensten of een Individuele
Re-integratie Overeenkomst (IRO) bij private re-integratiebedrijven en
inzet van vraaggerichte scholing. De inzet is gericht op het wegnemen
van belemmeringen en het zo snel mogelijk verkrijgen van een baan.
Re-integratie instrumenten worden selectief ingezet. Daarnaast krijgt de
werkcoach extra instrumentarium tot zijn beschikking, met name voor
langdurig werklozen (>1 jaar). Middelen als loonkostensubsidie (LKS),
participatieplaatsen, brugbanen en premiekorting voor oudere werknemers
maken het voor werkgevers aantrekkelijker om klanten die langer dan een
jaar werkloos zijn aan te nemen.

Klanten, van wie we verwachten dat zij binnen drie maanden zonder extra
ondersteuning van re-integratiemiddelen werk kunnen vinden, kunnen
gebruik maken van de hiervoor beschreven basisdienstverlening. Als wij
al direct vaststellen dat klanten (al dan niet uitkeringsgerechtigd) met
intensieve ondersteuning sneller aan het werk zullen komen, doen we wel
een beroep op re-integratiemiddelen. Deze actieve ondersteuning bieden
we ook aan als na verloop van drie maanden wordt vastgesteld dat het
zoeken naar werk niet tot resultaat heeft geleid. 

Na uiterlijk drie maanden van werkloosheid worden de poortwachtertoets
en een competentietest uitgevoerd, als onderdeel van het actieplan,
gevolgd door een aanbod door de werkcoach. De inhoud van het aanbod
wordt in hoge mate bepaald door de vraag vanuit die onderdelen van de
sectorale en regionale arbeidsmarkt waar de kansen voor betrokkene het
grootst worden geacht. Private re-integratiebedrijven kunnen voor de
noodzakelijke begeleiding en/of specifieke modules zorgen tot de
betaalde baan gevonden is. De inzet is er op gericht te voorkomen dat
een werkzoekende langer dan 6 maanden werkloos wordt. Uit onderzoek
blijkt dat de kans op langdurige werkloosheid snel toeneemt ná de
eerste 6 maanden. UWV heeft dan ook de ambitie dat iedere werkzoekende
binnen 6 maanden na het eerste contact ofwel een nieuwe baan heeft ofwel
actief aan de slag is met het vinden van een nieuwe arbeidsplaats.

Voor klanten die na 12 maanden nog niet aan het werk zijn, is nieuw
beleid in ontwikkeling (het wetsvoorstel ‘Wijziging van de
Werkloosheidswet in verband met het vergroten van de kansen op werk voor
langdurig werklozen’ en de aangescherpte Richtlijn passende arbeid).
Na aanvaarding van de wet- en regelgeving zullen wij overgaan tot het
daarin omschreven verplichte werkaanbod. Mede door de voorgestelde
nieuwe systematiek van inkomstenverrekening ontstaan kansen voor
werklozen in een deel van de arbeidsmarkt dat tot dan toe voor hen geen
reëel perspectief bood op werk. Hierbij gaan we gebruik maken van de
nieuwe instrumenten Loonkostensubsidie en Premieafdrachtkorting Ouderen.


Vanuit preventief oogpunt bieden wij met werkloosheid bedreigde
werkzoekenden dienstverlening aan in de vorm van
van-werk-naar-werkbemiddeling. Reeds voor de eerste werkloosheidsdag
wordt dienstverlening op basis van de diagnosestelling aangeboden. Ook
deze dienstverlening bestaat uit een mix van basis- en intensieve
dienstverlening, en wordt zowel groepsgewijs per bedrijf (ondermeer in
Mobiliteitscentra) als individueel ingezet.

De nieuwe werkwijze binnen het WERKbedrijf wordt in eerste instantie
ingevoerd voor werkzoekenden en pas op een later moment voor andere
klantengroepen, zoals WIA en Wajong. Die keuze wordt ingegeven door de
fusie, de huidige planning van het programma Vernieuwing en de huidige
situatie binnen het AG-domein, waar eerst de herbeoordelingen worden
afgerond.

Wij monitoren de inzet van re-integratiemiddelen via kengetallen om waar
nodig te kunnen bijsturen. Onderzoek en (regionale) benchmarking zal ons
enerzijds helpen goed te beoordelen wanneer voor welke groep een bepaald
instrument het meest effectief is. Anderzijds zal dit de professionals
helpen zo effectief mogelijk te handelen. Daarbij wordt gebruik gemaakt
van intercollegiale toetsing.

In 2009 hebben we ruimte in de vorm van beleidsprogramma’s om
specifieke groepen werkzoekenden intensievere dienstverlening te bieden.
Het betreft de arbeidsmarktprojecten: 

45-plussers, jongeren, werkzoekenden die ondernemend de uitkering
uitgaan, hoger opgeleide allochtonen, krachtwijken en inburgeraars. Ook
een extra inzet voor niet-uitkeringsgerechtigden achten wij mogelijk.

Handhaving

Handhaving wordt steeds meer een geïntegreerd onderdeel van onze
dienstverlening. De uitstroom naar werk staat vanzelfsprekend voorop.
Reeds bij het eerste contact voert de werkcoach de toets op de
nalevingsbereidheid uit en hij informeert de klant over zijn rechten en
plichten tijdens de werkloosheid. Daarbij geeft de coach aan dat de
klant, zolang hij geen werk heeft, zich steeds breder moet opstellen op
de arbeidsmarkt en dat na één jaar al het werk passend is.

Bij ieder contact worden concrete maatwerkafspraken gemaakt over de
inspanningen die de klant de komende tijd moet leveren. Wij verwachten
van onze klant een pro-actieve houding. De afspraken worden vastgelegd
in een actieplan en maken deel uit van de zogenoemde Poortwachterstoets.
Bij elk gesprek worden voorgaande afspraken geëvalueerd. Voor
werkzoekenden met een uitkering die niet meewerken of onvoldoende
activiteiten ondernemen om aan werk te komen wordt een (financiële)
maatregel opgelegd. Wij monitoren de uitvoering van dat proces. Ook voor
klanten die een re-integratietraject volgen bij een re-integratiebedrijf
geldt dat als zij zich verwijtbaar niet houden aan gemaakte afspraken
dit leidt tot een maatregel.

Op basis van verwachte nieuwe wetgeving in de WW gaan we een werkaanbod
doen aan werklozen die langer dan 12 maanden op zoek zijn naar werk.
Omdat voor deze groep alle werk passend is, zijn er voor de klant
nauwelijks mogelijkheden een werkaanbod te negeren. Weigering leidt tot
het stopzetten van de uitkering. Deze substantiële dreiging met een
maatregel moet voldoende zijn om de klant tot werkaanvaarding te
brengen.

Aandacht voor WWB-klanten 

UWV voert ook werkzaamheden uit in het kader van de Wet Werk en Bijstand
(WWB). In het bijzonder noemen we de aanvraagprocedure en de primaire
dienstverlening gericht op werk, de zogenoemde basisdienstverlening. Wij
verwachten dat met deze dienstverlening in 2009 ca. 40.000 WWB-klanten
werk vinden. Op basis van cijfers van UWV en van gemeenten wordt
jaarlijks gerapporteerd over de ketenindicatoren Preventie WWB en
Uitstroom WWB. Wij blijven onze medewerking aan deze rapportage
verlenen. Daarnaast heeft de minister ons gevraagd specifiek de
uitstroom vanuit de WWB naar werk inzichtelijk te maken. De werkpleinen
zullen vanaf 2009 hun resultaten met de uitstroom naar werk van WW, WWB
en ook van niet-uitkeringsgerechtigden periodiek inzichtelijk maken via
de website   HYPERLINK "http://www.samenvoordeklant.nl" 
www.samenvoordeklant.nl . Via deze website kan ook een gedetailleerd
beeld worden verkregen van de opbouw van de geïntegreerde
dienstverlening op de Werkpleinen.

Samenwerking met gemeenten; vorming van Werkpleinen

Onze belangrijkste partner is de gemeente. We werken samen op de locale
vestigingen in geïntegreerde teams. Eén aanspreekpunt en maatwerk voor
werkzoekenden en werkgevers is de basis van onze dienstverlening,
ongeacht het type uitkering dat de klant ontvangt. 

In de vier grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht (G4))
gaan we samen met deze gemeenten onder de naam WERKplein zoveel mogelijk
een eenduidige manier van werken ondersteunen. Op tien punten is
afgesproken hoe de onderlinge samenwerking verder vorm krijgt. Er komt
ondermeer een gedeelde werkwijze om klanten op weg naar werk te helpen.
Dat geldt ook voor de benadering van werkgevers. Ook met de G27 en
andere gemeenten streven we naar eenduidigheid in werkwijze en we maken
afspraken over de onderlinge samenwerking. De opgedane ervaringen met
o.a. de G4 nemen we mee als input. 

UWV, CWI en gemeenten zijn al enkele jaren bezig de samenwerking vorm te
geven. Daartoe hebben partijen bedrijfsverzamelgebouwen in het leven
geroepen. De samenwerking op de Werkpleinen is een voortzetting van dit
initiatief, maar veel intensiever en meer verplichtend, want er is
sprake van geïntegreerde dienstverlening. Daarom hanteren we ook een
nieuw begrip, Werkpleinen: een Werkplein of Locatie Werk en Inkomen is
een samenwerking tussen Gemeenten en UWV, waar de dienstverlening
geïntegreerd wordt aangeboden binnen een gezamenlijke organisatorische
setting en op zoveel mogelijk één locatie.

De samenwerking op de Werkpleinen wordt net als de
bedrijfsverzamelgebouwen op basis van locale en regionale initiatieven
– dus van onderop – opgebouwd. Daarnaast richt UWV – na de fusie
met CWI – zijn regionale netwerk opnieuw in. Vanzelfsprekend is dat
een centraal gestuurd proces. In 2009 wordt beide ontwikkelingen aan
elkaar gekoppeld, zodat een optimaal netwerk ontstaat van circa 100
Werkpleinen.

Samenwerking met het onderwijsveld en andere partners in het netwerk

Daarnaast zijn onderwijsinstellingen – met name VMBO en ROC –
uitzendbureaus, re-integratie- bedrijven, branche- en
werkgeversorganisaties en belangenorganisaties rond werkzoekenden voor
ons belangrijke bondgenoten. 

Om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verstevigen maken
we gebruik van leerwerkloketten in alle arbeidsmarktregio's. Waar in een
arbeidsmarktregio nog geen leerwerkloket aanwezig is, richten we die in.
In de leerwerkloketten wordt de toegang georganiseerd naar
EVC-procedures (EVC= Erkenning Verworven Competenties), duale trajecten,
stageplaatsen en scholingsinformatie. Competentietesten van CTC's kunnen
als toeleiding voor deze instrumenten dienen. 

Het belang van deze leerwerkloketten wordt ook onderstreept door de
Commissie Arbeidsparticipatie. Voor het bemiddelen naar leerwerkbanen
intensiveren wij de bestaande samenwerking met de achttien Kenniscentra
voor Beroep en Bedrijfsleven. Ook bouwen we de samenwerking met VMBO en
ROC's uit om de aansluiting tussen school en arbeidsmarkt te verzekeren,
en uitval te voorkomen.

Een werkgeversgedreven dienstverlening

Met werkgevers gaan we partnerships aan en zoeken naar goede manieren om
aan de personeelsbehoefte te voldoen. De vraag van de werkgever is
leidend voor onze dienstverlening, omdat zij werkzoekenden een plaats op
de arbeidsmarkt kunnen bieden. Daarom is het belangrijk dat wij hun
bedrijven, de noodzakelijke competenties en opleidingsmogelijkheden
kennen. Wij investeren extra in werkgevers die graag met ons samenwerken
en iets voor onze klantgroepen willen betekenen. Specifiek voor
langdurig werklozen worden werkgevers pro-actief via banenmarkten en
soortgelijke manifestaties benaderd. Vanuit deze contacten brengen we
bij individuele werkgevers de mogelijkheden in kaart om langdurig
werklozen te plaatsen. 

Wij schakelen samen met gemeenten arbeidsmarktpartners en middelen in om
op korte en middellange termijn aan de vragen van werkgevers te kunnen
voldoen. Waar mogelijk kiezen we voor een lokale aanpak vanuit de lokale
vestigingen en waar nodig initiëren wij regionale of landelijke
arrangementen om resultaten te boeken. Speciale regionale teams gaan
zich hier op richten. 

Om werkgevers zicht te geven op goede potentiële werknemers, plaatsen
we van iedereen die werk zoekt een gevalideerd CV op werk.nl. Vooral
voor uitzendbureaus en grotere bedrijven is ons internetkanaal een
belangrijk wervingskanaal. MKB-ondernemers krijgen naast de werk.nl-
dienstverlening tevens persoonlijk advies en ondersteuning van de
werkcoach. Hierbij bieden wij niet alleen matching, maar ook andere
HRM-diensten en oplossingen in één pakket aan: oplossingen voor nieuwe
instroomknelpunten (subsidies, scholing en dergelijke), advies voor
behoud van personeel (diversiteit), en bij dreigend ontslag advies voor
preventief bemiddelen via de werk-naar-werk bemiddeling en ondersteuning
bij ontslagaanvragen.

In 2009 wordt een website  HYPERLINK "C:\\Documents and
Settings\\randrisan.MINSZW.NL.000\\Local Settings\\Temporary Internet
Files\\OLK39\\www.wajongwerk.nl" www.wajongwerk.nl  opgeleverd waar
werkgevers vacatures specifiek voor Wajongers kunnen plaatsen. Het
resultaat is dat de werkgever sneller over geschikte kandidaten
beschikt.

In 2009 wordt een Servicepunt Wajong ingericht. Dit servicepunt neemt
een aantal grote administratieve knelpunten van werkgevers weg, door de
administratie t.a.v. subsidies, voorzieningen en ziekmeldingen van
werkgevers over te nemen.

Bedrijven en organisaties, die op meerdere plaatsen in Nederland
vertegenwoordigd zijn, bieden we maatwerk in de vorm van “speciale
arrangementen”: één aanspreekpunt, locale dienstverlening aangevuld
met (regionale) diensten. 

Van werk-naar-werk bemiddeling is een belangrijke vorm van
dienstverlening die we waar mogelijk en van toepassing vaker inzetten.
Bij grootschalige uitstroom van personeel (collectief ontslag,
mobiliteitsbevordering) zetten wij ook deze vorm van dienstverlening in.
Waar wenselijk en mogelijk realiseren wij aansluiting bij de
Poortwachtercentra. 

Wij ondersteunen gemeenten – mede vanuit onze plusvestigingen - bij de
vormgeving en uitvoering van het regionaal arbeidsmarktbeleid. 

Intensieve aandacht voor wajong-gerechtigden

Uit onderzoek van ons Kenniscentrum blijkt dat 29% van de jongeren die
instromen in de Wajong op enigerlei wijze werk heeft. Die
participatiegraad kan aanzienlijk verhoogd worden voor de leeftijdsgroep
tot 27 jaar.

Voor jongeren die ondanks beperkingen mogelijkheden hebben om
(gedeeltelijk) te kunnen werken, wordt de ondersteuning primair gericht
op het krijgen en behouden van werk naar vermogen. Met dat doel voor
ogen wil het Kabinet de Wet Wajong aanpassen. Jongeren die na de
aanpassing (2010) voor de Wajong in aanmerking komen en de mogelijkheden
hebben om te werken, zal zoveel mogelijk werk of opleiding worden
aangeboden in het kader waarvan zij hun mogelijkheden kunnen
ontwikkelen. De inkomensondersteuning die ook mogelijk is en nodig kan
zijn, is aanvullend daarop. Ook wordt bij eerste aanmelding niet
getracht om al definitief vast te stellen in welke mate er mogelijkheden
tot werk bestaan. Dat zal pas na verloop van een aantal jaren zijn,
waarin de ontwikkeling van de aanwezige mogelijkheden zo goed mogelijk
is ondersteund en gestimuleerd. Dat de huidige Wajong-regelgeving
primair gericht is op inkomensondersteuning laat onverlet dat UWV samen
met andere betrokkenen steeds meer doet aan participatiebevordering,
onder andere via de Wajongteams. Resultaten van de uitvoering kunnen
verder verbeteren indien de regeling zelf meer op werk gericht wordt.

In 2009 gaan we in samenwerking met BoaBorea, de brancheorganisatie van
re-integratiebedrijven, een pilot starten met 10.000 Wajonggerechtigden.
Deze cliënten worden op kansrijkheid geselecteerd uit het lopende
Wajongbestand. De cliënten die in aanmerking komen krijgen een sluitend
werkaanbod. We verwachten 2.500 Wajonggerechtigden een dergelijk aanbod
te kunnen doen. Uitgangspunten bij deze samenwerkingsovereenkomst zijn
snelheid van handeling, binnen vijf weken na intake op traject, korte
doorlooptijd en succesvolle plaatsing in regulier werk. Deze nieuwe
werkwijze is in 2008 beproefd. 

Wij zijn tevens gestart met het opzetten en inrichten van een
Werkgeversservicepunt Wajong. Doel daarvan is om administratieve taken
van werkgevers uit handen te nemen. Voorts hebben we voorbereidingen in
gang gezet om een website te openen om vraag en aanbodmatching voor
Wajong mogelijk te maken. Hierbij werken we samen met CNV-Jongeren en de
Re-integratiebedrijven. Doel is om vacatures beter en sneller
beschikbaar te stellen aan deze jongeren die op zoek zijn naar een
geschikte baan en werkgevers te kunnen voorzien van potentiële Wajong
kandidaten voor openstaande vacatures. Ter ondersteuning van deze
activiteiten start eind 2008 een intensieve publicatiecampagne. Wij
voeren overleg met de landelijke koepel voor scholen voor
praktijkonderwijs. Wij hebben voor de scholen een overzichtelijke matrix
ontworpen, waarin wij transparant maken welke instrumenten UWV in kan
zetten voor leerlingen.

WSW

Voor werkzoekenden met lichamelijke, verstandelijke en/of psychische
beperkingen is een reguliere baan soms (tijdelijk) niet haalbaar. De
bepaling of iemand aangewezen is op een plaats in de sociale
werkvoorziening, aanpassing van de arbeidsomgeving nodig heeft, dan wel
in aanmerking komt voor begeleid werken, is onderdeel van onze
dienstverlening. Wij stellen deze indicatie vanuit een onafhankelijke
positie.

De indicatiestelling beperkt zich niet tot een eenmalige vaststelling,
maar is door middel van de herindicatie een gericht instrument om mensen
met beperkingen vooral via begeleid werken (weer) in het arbeidsproces
te laten participeren. Probleem is dat binnen de WSW de afgelopen jaren
lange wachtlijsten zijn ontstaan. Voor cliënten met een indicatie kan
dit betekenen dat een deel van hun (op school) opgebouwde
arbeidscapaciteit verloren gaat. De regering heeft de commissie
Herbezinning Wet Sociale Werkvoorziening (commissie De Vries) gevraagd
om te adviseren over de toekomst van de WSW.

Arbeidsjuridische dienstverlening

Onze arbeidsjuridische dienstverlening kent drie kernactiviteiten: 

Toetsing van ontslagvoornemens van werkgevers in de private sector

De uitvoering van de ontslagtoets en de toepassing van de
ontslagcriteria kunnen belangrijk zijn voor het aan het werk houden van
bijzondere doelgroepen als ouderen en gedeeltelijk
arbeidsgehandicapten. 

Tewerkstellingsvergunningen 

Wij behandelen tewerkstellingsvergunningaanvragen voor tewerkstelling
van niet-Europeanen op arbeidsplaatsen waarvoor geen prioriteitgenietend
aanbod van arbeidskrachten beschikbaar is. De uitvoering van deze
functie zorgt ervoor dat zicht ontstaat op de arbeidsmarkt en meer
specifiek op bestaande krapte tussen vraag en aanbod (tot op sector- en
functieniveau).

Voorlichting (informatie en advies) over arbeidsjuridische kwesties.

Wij adviseren werkgevers, werknemers en werkzoekenden over alle
juridische aspecten rondom werk. Naast informatieverstrekking via
telefonie, internet en folders, verzorgen wij  op ruime schaal
voorlichtingsbijeenkomsten voor werkgevers, rechtshulpverleners en
organisaties. 

Vanuit deze activiteiten wordt beleids- en managementinformatie
gegenereerd die van belang is voor de uitvoering van de bemiddeling en
de re-integratie. 

Arbeidsjuridische dienstverlening bestaat tevens uit een aantal hieraan
gerelateerde activiteiten, zoals juridische procedures op het terrein
van de WAV en WSW, het bezoeken van bedrijven die werktijdverkorting
voor werknemers aanvragen, het registreren van EU-werkgevers die met
buitenlands personeel in Nederland arbeid komen verrichten
(notificaties) en beslissingen voor een no-risk polis voor langdurig
werklozen op aanvraag van gemeenten.

3.3	Middelen

Re-integratiebudgetten

Voor het jaar 2009 zijn de volgende re-integratiebudgetten beschikbaar
gesteld:

- Inkoop re-integratietrajecten WW: € 124 miljoen 

- Inkoop re-integratietrajecten AG: € 84 miljoen

De evaluatie van de rekenregel re-integratiebudget WW loopt momenteel
nog. Ten aanzien van het re-integratiebudget AG voeren we overleg met
het ministerie, waarbij de aandacht primair uitgaat naar de
financieringssystematiek. Hierdoor kan de hoogte van het budget nog
veranderen.

Nieuwe instrumenten

Bij de uitvoering van onze re-integratieactiviteiten kunnen we naar
verwachting vanaf 2009 enkele nieuwe instrumenten inzetten.

Loonkostensubsidie, participatieplaatsen

Met het wetsvoorstel Stimulering arbeidsparticipatie (Stap) krijgt UWV
de bevoegdheid om loonkostensubsidie (LKS) en participatieplaatsen in te
zetten voor WW-gerechtigden die jonger zijn dan 50 jaar en langer dan
één jaar werkloos zijn en voor arbeidsongeschikten. Bij het instrument
LKS gaat het om het toekennen van een subsidiebedrag aan een werkgever
die een UWV-cliënt plaatst op een reguliere arbeidsplaats.
Vooruitlopend op deze wet zijn wij al in 2008 op grond van het Tijdelijk
besluit brugbanen herbeoordeelden aan de slag gegaan om 10.000
herbeoordeelden met de inzet van LKS aan het werk te brengen. Met SZW is
overeengekomen dat we deze brugbanen gaan realiseren in de periode
2008-2011.

	We hebben de ambitieuze doelstelling het instrument LKS in te zetten
voor ca. 30.000 klanten WW en AG in de periode 2009-2011.

	

Bij participatieplaatsen gaat het om het voor een bepaalde periode
werken met behoud van uitkering, waarbij het dient te gaan om
additionele arbeid. We hebben de budgettaire ruimte om in 2009 1.500
klanten te plaatsen op de participatieplaatsen. Hierbij zoeken we
nadrukkelijk de samenwerking met gemeenten.

-	Premiekorting ouderen: 

Het wetsvoorstel premiekorting ouderen regelt dat de werkgever een
premieafdrachtkorting kan ontvangen van de Belastingdienst voor zowel
het aannemen van nieuwe werknemers van 50 jaar en ouder als het in
dienst houden van werknemers van 62 jaar en ouder.

Wij verwachten dat dit instrument kan bijdragen aan het beschikbaar
komen van geschikte vacatures.

Vergroten activerende werking WW

Het kabinet heeft onlangs aangekondigd de WW te willen wijzigen in
verband met het vergroten van de kansen op werk van langdurig werklozen.
Hiertoe wordt een pakket aan maatregelen ingezet waaronder aanpassing
van de regels ten aanzien van passende arbeid, actieve bemiddeling via
vacatureaanbod en inkomstenverrekening. Met SZW afgesproken dat UWV in
2009 in eerste aanleg aan 3.300 klanten een werkaanbod zal doen.
Afhankelijk van de resultaten zal budget voor meer klanten beschikbaar
worden gesteld.

Werkhervatting vanuit WAO en WAZ bevorderen

In 2009 geven wij uitvoering aan enkele wijzigingen in de WAO en de WAZ,
die het gevolg zijn van de motie Heerts. Indien iemand vanuit de WAO of
WAZ het werk hervat, wordt gedurende een periode van 5 jaar afgezien van
het aanpassen van het uitkeringsrecht aan de verdiensten uit het werk.
Wel worden de inkomsten verrekend de uitkering.

Wij gaan onze klanten via voorlichting over de inhoud van de wet in
combinatie met activerende mogelijkheden proberen te stimuleren om deze
nieuwe kansen te grijpen. Daarbij zullen wij onder andere verwijzen naar
een telefonisch loket. Als mensen dit loket bellen, krijgen zij alle
informatie over re-integratiemogelijkheden en kan op korte termijn zo
nodig een afspraak met de arbeidsdeskundige worden gemaakt over de
persoonlijke re-integratiemogelijkheden.

3.4	Resultaten

Onderstaande tabel toont de beoogde resultaten in 2009. De indicatoren
zijn deels afkomstig van UWV en deels van CWI. Door de fusie vervallen
overdrachtsmomenten tussen CWI en UWV. Onze inzet is de continuïteit in
de rapportage zoveel mogelijk te borgen, maar stellen wel vast dat door
de integratie van werkprocessen van CWI en UWV de basis is ontvallen aan
een aantal (keten)indicatoren. Bij enkele indicatoren is een nadere
toelichting gewenst. 

De normering op de indicator Tewerkstellingsvergunningen is gesteld op
90%. Dat die norm lager uitvalt dan in 2008 wordt veroorzaakt door een
sterk toenemende complexiteit van de aanvragen, waardoor meer tijd nodig
is voor de afhandeling. De verwachting is dat dit een structurele
ontwikkeling is. 

De norm voor het aantal vervulde vacatures houden we vooralsnog op
95.000, hoewel de realisaties thans hoger liggen. De reden hiervan is,
dat we bij de vacaturevervulling meer de focus willen leggen op
moeilijker plaatsbare klanten. Het genoemde aantal is exclusief de
vacatures die door re-integratiebedrijven worden vervuld.

Met betrekking tot de arbeidsuitstroom hanteren wij nieuwe definities,
die deels voortkomen uit de huidige Arbeidsuitstroomquote en deels uit
de huidige ketenindicatoren preventie en uitstroom. Nieuwe indicatoren
zijn nodig als gevolg van de fusie tussen CWI en UWV.

De nieuwe indicator is de Arbeidsuitstroom WW. Deze wordt onderverdeeld
in:

Preventie WW: het aantal met werkloosheid bedreigde klanten dat voor de
1e WW-dag met behulp van UWV werk heeft gevonden.

Arbeidsuitstroom WW: het aantal WW-gerechtigde klanten dat vanaf de 1e
WW dag met behulp van UWV uitstroomt naar werk, waarvan ca. 40.000 met
behulp van een re-integratiebedrijf.

In onze periodieke verantwoording relateren we de uitstroom aan de
instroom WW. Daarnaast leggen we een relatie tussen uitstroom en
verblijfsduur in de uitkering.

Prestatie-indicatoren

Resultaatgebied 3: bemiddeling en bevorderen re-integratie / uitstroom
Norm 2009	Norm 2008	Realisatie 2007

Tijdigheid indicatie WSW:

Indicatie WSW

Herindicatie WSW	

95 %

95 %	

 95 %

95 %	

97,7 %

98,5 %

Tijdigheid juridische dienstverlening:

Ontslagvergunningen

Tewerkstellingsvergunningen 	

82 %

90 %	

82 %

94 %	

84,3 %

94,2 %

Transparantiebereik	60 %	60%	55,5 %

Aantal beschikbare CV’s	150.000	150.000	160.682

Aantal vervulde vacatures	95.000	95.000	106.051

Arbeidsuitstroom WW 

Preventie (hervat vóór 1ste WW-dag)

Uitstroom WW (hervat vanaf de 1ste WW-dag)	

22.000

150.000	45 %	48 %

Plaatsingspercentage AG	30 %	30 %	31 %



4.	Vertrouwen in sociaal medische oordelen

4.1	Doelstelling

Wegens de toenemende vergrijzing en ontgroening wordt de
beroepsbevolking kleiner. Reeds is aangehaald dat UWV een belangrijke
bijdrage wil leveren aan het bereiken van een maximale participatiegraad
van de bevolking. Extra inspanningen zijn nodig om mensen langer
(gezond) aan het werk te houden. Deze extra inspanningen dienen ook
geleverd te worden om mensen met (sociaal-medische) beperkingen optimaal
te laten participeren. 

Gaandeweg is de visie op arbeidsongeschiktheid veranderd: het ‘hebben
van werk’ draagt bij aan het welzijn van het individu en dat geldt ook
voor het werken met medische beperkingen, mits de werkzaamheden passend
zijn voor de persoon in kwestie. Bij het beoordelen van klanten van het
UWV ligt het accent vooral op de arbeidsmogelijkheden en ‘Werk boven
uitkering’ is daarbij een belangrijk uitgangspunt geworden. De
kernfunctie Sociaal Medische Zaken (SMZ) wil met haar sociaal medische
expertise hieraan een belangrijke bijdrage leveren. 

De kernfunctie Sociaal Medische Zaken wil een gezaghebbend
expertisecentrum zijn op het gebied van verzekeringsgeneeskunde en
arbeidskunde. De toegevoegde waarde is gelegen in het professionele
oordeel: de interpretatie van objectieve gegevens en subjectieve
observaties in een klantcontact.

Klanten en opdrachtgevers kunnen vertrouwen op de deskundigheid en
onafhankelijkheid van de oordelen en adviezen van sociaal medische
zaken. Zij voldoen aan professionele maatstaven, zijn wetenschappelijk
onderbouwd en hebben een kwaliteitskeurmerk. 

Hierna geven we aan op welke wijze wij in 2009 een stap zetten in de
realisatie van deze doelstelling. 

4.2	Activiteiten

Sociaal Medische Zaken neemt geleidelijk aan de sociaal medische
activiteiten van de huidige divisie Arbeidsgeschiktheid over. Volgens de
huidige planning wordt in mei 2009 de uitvoering van de WIA overgenomen.
Bij de invoering van de nieuwe werkprocessen besteden we veel aandacht
aan de sturing op de raakvlakken tussen de verschillende kernfuncties,
zodat klanten een doorlopend proces ervaren.

Met de bewust voorzichtige opbouw van de kernfunctie SMZ en de gerichte
aandacht daarbij voor de klantaspecten, zetten wij in op beheersing van
de risico’s en onzekerheden die gepaard gaan aan procesvernieuwing.

Herbeoordelingen

Op grond van het in 2004 aangepaste schattingbesluit wordt een groep van
meer dan 300.000 arbeidsongeschikten opnieuw beoordeeld op mate van
arbeidsgeschiktheid. Deze omvangrijke operatie ronden wij in 2009 af.

Preventie

Wie – ondanks ziekte – perspectief heeft om weer te kunnen werken,
moet zolang mogelijk in dienst blijven. Vanuit die invalshoek beoordelen
wij bij de aanvraag WIA of werkgever en werknemer voldoende hebben
gedaan om de werknemer te behouden voor het bedrijf. Ons oordeel kan
verschillende rechtsgevolgen hebben: al dan niet toelating tot de WIA,
al dan niet ontslag uit de dienstbetrekking en zo nodig het opleggen van
een sanctie indien blijkt dat de werkgever of werknemer onvoldoende
re-integratie-inspanningen heeft geleverd. Wij zullen actief werkgevers
en werknemers wijzen op de noodzaak om tijdig voldoende maatregelen te
treffen, zodat sancties niet nodig zijn.

Als een werknemer met een tijdelijk dienstverband wordt ontslagen,
terwijl hij al langer dan 13 weken ziek is, dan volgt een zelfde soort
preventieve toetsing. De ervaring leert dat het risico op langdurig
verzuim bij deze groep hoog is.

Indien iemand met een werkloosheidsuitkering ziek wordt, dan zorgen wij
in principe vanaf de eerste dag voor de begeleiding. Ook dit betreft een
groep klanten met een verhoogd risico op langdurig verzuim

Vanwege de gesignaleerde hogere risico’s gaan wij in 2009 onze
preventieve en begeleidende activiteiten verder intensiveren.

Ketensamenwerking 

Ook ketenpartners binnen het domein van Werk en Inkomen zien zich
geconfronteerd vraagstukken hoe de re-integratie van klanten met
sociaal-medische beperkingen zo effectief mogelijk is vorm te geven. Een
goede diagnose aan de kop van het re-integratieproces leidt tot een meer
gerichte en effectievere aanpak van re-integratie.

SMZ ziet vanuit haar rol als dienstverlener voor sociaal-medische en
arbeidskundige beoordelingen diverse mogelijkheden om haar expertise ook
voor andere publieke opdrachtgevers in de keten in te zetten. 

Door de Minister van SZW toestemming verleend om in pilotvorm de
samenwerking met een beperkt aantal gemeenten op dit gebied te
beproeven. In 2009 worden de resultaten uit deze pilots geanalyseerd.
Aan de hand van verkregen inzichten zal gedestilleerd worden hoe wij
onze kennis voor ketenpartners optimaal en zo veel als mogelijk ‘op
maat’ ten dienste kunnen stellen. Indien aan samenwerking behoefte
bestaat zal SMZ in 2009, voor zover capaciteit hiervoor ruimte biedt,
haar diensten beschikbaar stellen aan ketenpartners. 

Vergroten van het gemak voor burgers

Binnen het domein van Werk en Inkomen wordt actief gestreefd om op
diverse terreinen de naar hulp zoekende burger klantgerichter te
ondersteunen. SMZ streeft er naar om ook wat betreft sociaal-medische
vraagstukken het gemak voor de burger te vergroten door: 

Stroomlijnen van UWV processen

In 2009 wordt uitgewerkt hoe sociaal-medische vraagstukken bij de
diverse kernfuncties te koppelen zijn zodat de klant slechts éénmalig
een uitnodiging krijgt voor een sociaal-medische beoordeling. Hiermee
worden voor de klant dubbele soortgelijke beoordelingen door dezelfde
dienstverlener. Een voorbeeld hiervan is de jongere met beperkingen die
in het kader van de Wajong reeds sociaal-medisch wordt beoordeeld en in
een later stadium mogelijk een indicatiestelling voor de WSW dient te
ondergaan waarvoor een grotendeels soortgelijke beoordeling noodzakelijk
is.

Stroomlijnen van keten processen 

Wij werken samen met het Centrum Indicatiestelling Zorg en gemeenten om
de dienstverlening op het gebied van indicatiestelling aan klanten met
gezondheidsklachten te verbeteren. Deze samenwerking – in de vorm van
pilots - maakt deel uit van het programma ‘Harmonisering
indicatiestellingen’ van de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport en Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het programma loopt tot
medio juli 2009. 

Handhaving

Bij de toepassing van het nieuwe Maatregelenbesluit stimuleren wij dat
verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen een actieve bijdrage leveren.
Zij kunnen door zelf verantwoordelijkheid te nemen voor het toepassen
van het sanctie-instrument – binnen de kaders van het leveren van
maatwerk – het gewenste re-integratiegedrag bevorderen.

Deskundigheidsbevordering

In 2009 wordt een intern expertisecentrum vormgegeven en ingericht. Dit
expertisecentrum draagt onder meer zorg voor verhoging van het
kennisniveau, stimuleert het leren en het innoverend vermogen van de
professionals in onze organisatie en bevordert de wetenschappelijke
onderbouwing van het professioneel handelen.

Kenniscentra voor verzekeringsgeneeskunde en arbeidskunde

In navolging van het kenniscentrum verzekeringsgeneeskundige dat wij
tezamen met VU-MC en AMC hebben opgezet, starten wij ook een
kenniscentrum voor arbeidskunde. Onze inzet is om daar meerdere partijen
bij te betrekken. De kenniscentra beogen een brug te slaan tussen
wetenschap, opleiding en uitvoering. Zo zal UWV een leerstoel openen met
genoemde universiteiten op het gebied van verzekeringsgeneeskunde. Wij
verwachten begin 2009 bekend te kunnen maken welke wetenschapper op die
leerstoel wordt benoemd.

Innovatie

SMZ voert een aantal pilots uit en neemt in pilots van derden deel om
nieuwe werkwijzen in de praktijk uit te werken en te beproeven. De
pilots zijn: Specialisatie verzekeringsartsen in samenwerking met de
Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties, Verwijsfunctie
voor verzekeringsartsen, Landelijk elektronisch patiëntendossier en
Kenniswerken voor professionals. 

Deze pilots eindigen op verschillende tijdstippen in 2009. Op basis van
de uitkomsten wordt besloten de uitgeteste werkwijze al dan niet op
landelijke schaal te gaan gebruiken.

4.3	Resultaten

Diverse resultaatgebieden van UWV zijn afhankelijk van een goede interne
samenwerking tussen de kernfuncties. Zo zal de betaling van een
arbeidsongeschiktheidsuitkering alleen binnen de normtermijn kunnen
geschieden als SMZ tijdig haar sociaal-medisch advies aan Uitkeren heeft
afgegeven. Wij sturen op de tijdigheid van de SMZ advisering.

Ook de klantgerichtheid die onze klanten ervaren zal een optelsom zijn
van de ervaren dienstverlening binnen de diverse kernfuncties. SMZ voelt
zich als onderdeel van het ketenproces mede verantwoordelijk voor de te
behalen UWV brede prestaties.

Onze artsen en arbeidsdeskundigen hebben dagelijks contact met klanten.
Wij willen graag van die klanten weten hoe zij onze dienstverlening
ervaren en waarderen. Om de kwaliteit van de dienstverlening van SMZ te
bepalen wordt regulier een klantenmonitor ingezet . Deze monitor levert
informatie op over de (door de klant ervaren) kwaliteit van de
dienstverlening van de individuele professional. Aan de hand van de
verkregen resultaten worden aanpassingen doorgevoerd teneinde de
kwaliteit van onze dienstverlening te verhogen. Tevens voert SMZ pilots
uit op basis waarvan een verdere ontwikkeling van de klantgerichtheid
plaatsvindt.

In 2009 wordt het Centraal Expertisecentrum van SMZ operationeel.
Hiermee wordt een stevige positieve impuls gegeven aan de
vakontwikkeling en verdere professionalisering van de arbeidsdeskundige
en de verzekeringsarts. Via een doorontwikkeling van toetsinstrumenten,
het hanteren van geneeskundige protocollen en een
kwaliteitsmanagementsysteem wordt de bandbreedte van de sociaal-medische
beoordelingen verder geminimaliseerd en wordt een belangrijke bijdrage
geleverd aan de plausibiliteit (en rechtmatigheid) van de door UWV
afgegeven oordelen.

Wij verwachten in 2009 de volgende resultaten te boeken. 

Resultaatgebied 1: voorkomen van uitkeringsinstroom	Norm 2009	Norm 2008
Realisatie 2007

Juistheid beoordeling re-integratieverslag	80%	70%	88%

Herstelde vangnetgevallen, onderverdeeld in:

< 13 weken

> 13 weken	

 85%

 80%	

85%

80%	

82%

77%





5.	Snel, eenvoudig en voorspelbaar uitkeren

5.1	Doelstelling

De kernfunctie Uitkeren wil de komende jaren uitgroeien tot een
excellente uitvoerder. Daarbij past een snel en efficiënt proces van
aanvraag tot uitkering, waarbij alles in één keer goed gaat.

Op weg daar naar toe is ons belangrijkste doel voor 2009 de realisatie
van een vereenvoudigde uitvraag en een actief hergebruik van gegevens.

5.2	Activiteiten

Klantprocessen vernieuwd

In 2009 verbeteren we de dienstverlening aan klanten, onder meer door de
invoering van een vereenvoudigde gegevensuitvraag. Klanten hoeven hun
gegevens maar één keer aan te leveren. Tegelijk verbetert de kwaliteit
van de beschikbare gegevens.

Kenmerkend voor de nieuwe klantprocessen is de transparantie. De klant
weet wat hij wanneer in dat proces mag verwachten en is verzekerd van
een strikte bewaking van het proces. En als het proces niet loopt zoals
beloofd, dan wordt de klant door de veroorzaker gebeld. 

Voor onze WIA-klanten is een start gemaakt met de invoering van het
nieuwe klantproces. De uitkomsten van de eerste tests hebben geleid tot
enkele aanpassingen. De definitieve invoering wordt begin 2009 verwacht.

Voor onze WW-klanten vervangen we het werkbriefje door een (digitaal)
mutatieformulier. Deze wijziging loopt parallel aan de overdracht van de
uitvoering WW op 1 januari 2009 naar de nieuwe staande organisatie. Het
nieuwe werkproces WW biedt de klant tal van voordelen. Wordt nu nog per
periode eerst het recht vastgesteld en dan pas betaald, straks staat de
betaling voorop. Via risicoselectie bewaken we dat er geen oneigenlijk
gebruik of misbruik wordt gemaakt van het in de klant gestelde
vertrouwen. We gebruiken Internet als informatiebron en zo nodig zoeken
we telefonisch contact om nadere uitleg te geven

Nieuw beleid

Het kabinet bereidt beleid voor om te komen tot inkomstenverrekening bij
werkhervatting na 12 maanden werkloosheid. Om dit mogelijk te maken
passen wij de werkprocessen aan, alsmede het ICT-systeem van de WW.

Als onderdeel van een aantal Wajong maatregelen worden voorstellen
verwacht voor een nieuw, meer activerend systeem van
inkomensondersteuning en ook een aangepaste inkomensregeling voor
Wajongers die op school zitten of studeren. De effecten daarvan voor de
uitkeringsverzorging zullen wij in de uitvoeringstoets in beeld brengen.

Handhaving

Het doel van handhaving is het bevorderen van het draagvlak voor de
sociale zekerheid door naleving van wetten en regels te stimuleren. Om
dit te realiseren staat het bevorderen van een cultuur van naleving bij
klanten van UWV centraal. Dat wordt bereikt door zowel preventieve als
repressieve maatregelen. Het toegenomen belang dat wordt gehecht aan het
stimuleren van de nalevingsbereidheid onder klanten brengt nieuwe
activiteiten met zich mee die vooral leiden tot meer aandacht voor
preventieve handhaving. Preventief zetten wij in op heldere voorlichting
over rechten en plichten. In dit kader wordt systematisch onderzoek naar
oorzaken van regelovertreding en het voorkomen ervan steeds
belangrijker. Door in te zetten op doelgroep specifieke communicatie en
voorlichting en risicoprofilering aan de kop van onze processen geven we
hier in 2009 een extra impuls aan. De prestatie-indicator voor de
bekendheid van plichten onder cliënten stellen we voor het derde
achtereenvolgende jaar naar boven bij, op 85% (2008: 80%).

In de vernieuwde klantprocessen willen wij het risico op onontdekte
regelovertreding zo klein mogelijk laten zijn en de controlebeleving
onder klanten op peil houden. Daarom voeren wij steekproeven en
controles achteraf uit. Met deze instrumenten kunnen wij zicht houden op
de risico’s en schadelast. Het borgen van het dienstverleningsconcept,
inclusief de componenten naleving en handhaving, vereist op landelijk en
regionaal niveau de juiste instrumenten en voorzieningen. In het
vernieuwingsproces van UWV zorgen wij voor een zodanige inpassing van
handhaving, dat de nieuwe processen en het ondersteunende systeem
voldoende waarborgen bieden tegen potentieel misbruik van sociale
voorzieningen. Dat moet er toe leiden dat klanten die niet willen, niet
kunnen of niet weten, eerder in het proces gedetecteerd worden. Voor
klanten die zich niet houden aan de regels geldt een lik-op-stuk beleid.
Ons tweede speerpunt voor 2009 is het handhaven van de output van
repressieve activiteiten op het beoogde niveau van 2008, zodat we de
beleving van de pakkans op peil houden.

Ten derde willen we de effectiviteit van de repressieve handhaving
verhogen. Dit willen we bereiken door vernieuwing van het mechanisme dat
samenloopsignalen genereert (detectie van witte fraude). Anderszijds
verwachten we een hogere effectiviteit als gevolg van betere selectie
van signalen. Door verhoging van de aangiftegrens en de overdracht van
een deel van onze taken naar het SIOD daalt het aantal bij het Openbaar
Ministerie in te dienen processen-verbaal van 400 in 2008 naar 200 in
2009. Evenals in voorgaande jaren zorgen we ervoor dat op ten minste 95%
van de geconstateerde overtredingen een sanctie volgt. 

5.3	Resultaten

Wij verwachten in 2009 de volgende resultaten te boeken op onderstaande
prestatie-indicatoren. We sluiten in onze normering zoveel mogelijk aan
bij de actuele realisaties. Bij de tijdigheid Wajong speelt een
bijzondere situatie. In relatief veel gevallen ontvangen wij aanvragen
met een ingangsdatum die in het verleden ligt. Daarom is de datum
aanvraag genomen als vertrekpunt voor de vaststelling van de tijdigheid.
Als de ingangsdatum ver in het verleden ligt dan vergt de vaststelling
van het recht meestal veel tijd. Dat kan de haalbaarheid van deze
indicator beïnvloeden.

Resultaatgebied 2: juiste en tijdige uitkeringsverstrekking	Norm 2009
Norm 2008	Realisatie 2007

Tijdigheid eerste betaling, onderverdeeld in:

WW < 4 weken na ingang recht

WIA < 4 weken na ingang recht

ZW < 4 weken na ingang recht

Wajong < 18 weken na aanvraag	

80%

80%

 75%

 80%	

75%

65%

70%

80%	

82%

Nvt

Nvt

Nvt

Rechtmatigheid	99%	99%	98,4%

Bekendheid van verplichtingen (compliance)	85%	80%	> 85%

Afdoening fraudegevallen	95%	95%	96%





6.	Actuele en betrouwbare gegevens

6.1	Doelstelling

Gegevens zijn de basis voor vrijwel alle processen van UWV. Ook derden
gebruiken gegevens van UWV. Actualiteit en betrouwbaarheid van de
gegevensdienst zijn daarbij kernbegrippen. Op termijn wil UWV uitgroeien
van leverancier van gegevens naar een breed erkende gegevensexpert. Een
ontwikkeling die past binnen de Vernieuwing van UWV waarbij
klantgerichtheid en efficiënt werken centraal staan. Maar ook een
ontwikkeling die nodig is om een prominente rol te kunnen spelen in het
kader van de Elektronische Overheid (eenmalige uitvraag en meervoudig
gebruik).

Als stap in die groeivisie verwachten wij in 2009 als belangrijkste
resultaten te kunnen bereiken dat de loonaangifteketen stabiel
functioneert en de gegevens uit de polisadministratie in belangrijke
mate worden gebruikt voor de uitkeringsvaststelling van de door UWV
uitgevoerde wetten. De focus zal hierbij in 2009 verschuiven van de
techniek (het goed werkend krijgen van de polisadministratie, de keten)
naar de kwaliteit van de gegevens in de polisadministratie.

6.2	Activiteiten

UWV verricht op het gebied van gegevensdiensten vier functies, die van
verwerver, beheerder en leverancier van gegevens en manager van
gegevensstromen. Centraal bij de gegevensverwerving staat de eenmalige
uitvraag van gegevens, waardoor de administratieve lasten voor bedrijven
en burgers kunnen worden beperkt. Gegevensbeheer omvat de opslag van de
basisgegevens van klanten van UWV in het polisdomein. Klanten kunnen op
termijn via het digitaal verzekeringsbericht hun gegevens inzien en
(laten) corrigeren.

Meervoudig gebruik van gegevens wordt bevorderd door snelle levering van
gegevens. De kernfunctie Gegevensdiensten levert intern niet alleen de
basisgegevens van UWV zelf, maar ook loonaangiftegegevens en andere
nationale basisgegevens, zoals die van het GBA. Met interne en externe
klanten worden afspraken gemaakt over de inhoud en termijnen van de
levering van gegevens. Wij werken aan een zodanige betrouwbaarheid van
de gegevens dat hergebruik, zoals voor de vaststelling van de uitkering,
zonder verdere uitvraag mogelijk is.

Voortgang maatregelen op basis van Integrale Probleemanalyse

UWV en de Belastingdienst zijn onder regie van het Ketenbureau bezig met
het opstellen van een ketenjaarplan voor 2009. In dat plan worden de
maatregelen en te verwachten resultaten voor 2009 beschreven. 

Loon in, loon over

Al enkele jaren bestaan er voor het vaststellen van het jaarinkomen twee
wettelijke stelsels, die bekend staan met de begrippen ‘loon over’
en ‘loon in’. Bij ‘loon over’ wordt het loon in beschouwing
genomen dat in een bepaald jaar verdiend is, ook al heeft de feitelijke
betaling buiten die periode plaatsgevonden. Bij ‘loon in’ wordt
alleen in ogenschouw genomen het loon dat in een bepaald jaar
daadwerkelijk is ontvangen, ook al heeft dat loon betrekking op
bijvoorbeeld voorgaande jaren. De wetgever heeft er nu voor gekozen om
vanaf 2010 alleen nog de ‘loon in’ variant te toe te staan. Dat
vergt voor een deel van het bedrijfsleven aanpassing van de
administratie ten behoeve van de loonaangifte. In 2009 zullen een aantal
grote organisaties, waaronder de Belastingdienst en UWV, het nieuwe
systeem gaan uittesten.

Gegevensmanagement

UWV gaat het bestaande gegevensmanagement verder uitbouwen en
verbeteren. Dit moet een bijdrage leveren aan de optimalisatie van de
inrichting van de UWV gegevenshuishouding, en de inbedding daarvan in
het publieke domein. Dit levert in 2009 de volgende voordelen voor onze
klanten op:

We beperken het uitvragen van gegevens bij werkgevers, hetzij door
gegevens elders op te halen, hetzij door de bestaande uitvraag te
optimaliseren;

Het zelfde geldt voor het inwinnen van gegevens bij werknemers en
verzekerden;

Wij participeren in initiatieven op het gebied van E-overheid, om
daarmee de digitale toegankelijkheid te vergroten.

6.3	Resultaten

Wij zullen ook in 2009 periodiek rapporteren over de tijdigheid waarmee
onze gegevens – volgens de contractsvoorwaarden – leveren aan
derden. We stellen de norm voor 2009 op 85%.

Resultaatgebied 4: klantgerichtheid	Norm 2009	Norm 2008	Realisatie 2007

Gegevenslevering aan derden < afgesproken termijn	85%	80%	Nvt 





7.	Zorgvuldige bedrijfsvoering 

7.1	Doelstelling

Komend jaar wordt de fusie met CWI een feit, geven we – samen met
gemeenten – de geïntegreerde dienstverlening vorm, voeren we
klantgerichte werkprocessen in als onderdeel van de Vernieuwing,
implementeren we nieuwe, ingrijpende wetgeving. En dat doen we met
substantieel minder financiële armslag. Dat is een complexe opdracht
die veel vraagt van onze medewerkers. Wij vinden dan ook dat
zorgvuldigheid voorop moet staan. De koers staat vast, het tempo wordt
bepaald door onze mogelijkheden. Dat zien we bij het in uitvoering nemen
van de Vernieuwing, bij onze ICT, bij de verdergaande concentratie van
de huisvesting en dat geldt ook voor de noodzakelijke personele afbouw
en voor de opleiding en ondersteuning van onze medewerkers in een nieuwe
bedrijfscultuur.

7.2	Activiteiten

Werken aan efficiency

UWV heeft gedurende de jaren 2002 – 2006 een migratie- en
transformatieprogramma uitgevoerd met het oog op de eenwording van de
organisatie en de verbetering van de efficiency. Dat heeft zichtbare
resultaten opgeleverd, zoals blijkt uit onderstaande grafieken. In 2009
voltrekt zich de volgende grote organisatieverandering als CWI en UWV
samengaan. De verwachte meerjarige effecten daarvan hebben we ook in
deze grafieken in beeld gebracht.

Zoals de grafieken laten zien zal de budgettaire ruimte voor UWV ook de
komende jaren nog verder teruglopen. Daarmee loopt ook de ruimte terug
om tegenvallers te kunnen opvangen.

In bovenstaande grafiek staan alleen de structurele budgetten van UWV
vermeld, ter financiering van het going concern. De incidentele
(project-) budgetten zijn niet opgenomen.

Ter toelichting bij deze grafiek melden wij het volgende:

Tot en met 2006 heeft UWV 25% bezuinigd ten opzichte van de
uitgangspositie 2001. Daarmee zijn de bij de UWV-vorming beoogde
synergievoordelen gerealiseerd.

In 2004-2005 is circa € 130 mln. extra bezuinigd. De kostenstijging in
die jaren bedroeg 9,3% (door 12% hogere personeelskosten, m.n.
pensioenen), terwijl de loon/prijscompensatie 1,3% bedroeg.

Tot en met 2006 heeft CWI ca. € 70 mln. bezuinigd. Dat is ruim 20%.

In 2007 heeft UWV, conform afspraak met SZW, € 100 mln. extra
bezuinigd.

In 2010 en 2011 wordt € 94 miljoen bezuinigd als gevolg van de
Vernieuwing.

De fusie van UWV en CWI leidt tot een bezuiniging van € 127 mln.

De totale bezuiniging van UWV en CWI bedraagt t/m 2012 ruim € 900 mln.
Dat is ruim 45%.

Een vernieuwd UWV

In de afgelopen jaren hebben wij gewerkt aan het ontwerpen van nieuwe
werkprocessen, waarbij het belang van de klant leidend is. Vanaf 2009
voeren we die nieuwe werkprocessen geleidelijk aan in in onze
bedrijfsvoering. We beginnen met de WIA. Concreet betekent dit dat alle
vijf de kernfuncties hun deel van het uitvoeringsproces WIA gaan
invullen.

Om de doelstellingen van de vernieuwing voluit te kunnen realiseren
hebben we ook de organisatie opnieuw ingericht. Het primaire proces
wordt niet langer verzorgd door divisies die naar wet zijn
georganiseerd, maar door bedrijfsonderdelen met ieder één kernfunctie
als werkdomein. Daarmee bieden we meer mogelijkheden tot specialisatie
van medewerkers en daarmee tot kwaliteitsbevordering.

Een eveneens belangrijke voorwaarde voor het realiseren van de
Vernieuwing is deregulering, zeker in die gevallen waar regelgeving
klantgericht handelen in de weg staat. De afgelopen jaren hebben UWV en
SZW gezamenlijk een groot aantal mogelijkheden tot deregulering verkend.
Dat heeft onder meer geleid tot (voorstellen tot) aanpassingen in de
wet- en regelgeving SUWI. Op andere terreinen is inhoudelijk
overeenstemming bereikt en is de volgende stap het neerleggen in wet- en
regelgeving. Wij willen met voortvarendheid de samenwerking met SZW op
dat punt voortzetten.

Het zogenoemde transitieproces loopt volgens planning door tot in 2010.
Onze transitiestrategie is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

Elke kernfunctie kent zijn eigen verandertempo en –dynamiek. Er is
daarom geen sprake van een big bang scenario, maar van een gefaseerde
invoering van de vernieuwing. Die invoering geschiedt in nauw overleg
met het going concern.

Met verbetering van de klantgerichtheid wachten we niet op integrale
invoering van de vernieuwing. Daarom worden al delen van de nieuwe
klantprocessen ingevoerd, die voor de klant een tastbare verbetering van
de dienstverlening door UWV betekenen. 

Veelheid van activiteiten vraagt zorgvuldige aanpak

Zoals gezegd hanteren wij zorgvuldigheid naast klantgerichtheid als
criterium voor onze bedrijfsvoering in 2009. We zien diverse risico’s
en onzekerheden en nemen de volgende maatregelen om die risico’s te
beheersen:

Bij de inrichting van de organisatie naar kernfuncties kan er spanning
ontstaan op de raakvlakken. Klant & Service heeft de opdracht de
integraliteit te bewaken. Dat laat onverlet dat de kernfuncties
gezamenlijk de verantwoordelijkheid dragen voor het eindresultaat.

Vernieuwen betekent herinrichten van de organisatie. De juiste mensen op
de juiste plaats. Mensen die voorlopers van de nieuwe klantgerichte
cultuur willen en kunnen zijn. Ons benoemingsbeleid is ingericht op dat
cultuuraspect.

Tijdens de migratie kan productieverlies optreden. Wij hebben ons
niettemin als doel gesteld het prestatieniveau van 2007 en 2008 zoveel
mogelijk te handhaven en alleen op (aspecten van) de klantgerichtheid te
sturen op resultaatverbetering. Dat betekent dat wij er alert op zijn
dat klanten geen hinder ondervinden van interne veranderingen.

Er ontwikkelt zich fundamenteel nieuw beleid voor UWV. Zowel bij de
uitvoering van de WW als bij de Wajong zal van ons worden gevraagd onder
voorwaarden aan werkzoekenden een daadwerkelijk vacatureaanbod te gaan
doen. Dat vergt een intensivering in het netwerk van UWV, de
re-integratiemarkt en het bedrijfsleven, waar tijd voor nodig is.

Een goed werkende informatietechnische ondersteuning is cruciaal voor
UWV. Zoals onlangs is gebleken bij de ontwikkeling van een nieuw
WIA-systeem bestaat het risico dat systemen niet voldoen aan de zware
eisen die eraan gesteld worden. Ons beleid is erop gericht dat klanten
geen hinder ondervinden van dat risico.

De hiervoor genoemde ontwikkelingen worden voor een belangrijk deel
gelijktijdig binnen de organisatie geïmplementeerd. Bovendien voltrekt
zich vanaf begin 2009 de fusie tussen UWV en CWI en wordt in den lande
de geïntegreerde dienstverlening in samenwerking met gemeenten
geïntroduceerd. De veelheid van ontwikkelingen, de onderlinge relaties
en afhankelijkheden en daarbij de beperkte financiële speelruimte maken
van 2009 een jaar waarin zorgvuldigheid en gedegenheid centraal dienen
te staan in voorbereiding, besluitvorming en uitvoering van
vernieuwingen. Tempodruk en een verder oplopende financiële druk kunnen
dat proces ernstig verstoren.

Toezicht

Wij voeren onze interne onderzoeken uit op basis van een auditkalender,
waarin een UWV-brede risico-inventarisatie is opgenomen. De gegevens uit
het onderzoek van onze auditdienst stellen wij – in het kader van de
single audit gedachte – beschikbaar aan de Inspectie Werk en Inkomen.
De voert geregeld onderzoek uit naar de kwaliteit van ons handelen. De
toezichtsbevindingen van de Inspectie vertalen wij – voor zover
mogelijk en nodig - in onze bedrijfsvoering. 

Het kabinet heeft zijn visie op interbestuurlijk toezicht vastgesteld.
In lijn met deze visie ondersteunen wij de gedachte om komen tot een
model van meta-toezicht. 

Personeel

UWV staat voor grote organisatorische veranderingen. Belangrijke
uitgangspunten bij deze veranderingen zijn de verdere
professionalisering van onze medewerkers en een cultuurverandering in
ons handelen en denken.

We willen deze veranderingen zoveel mogelijk met en door eigen
medewerkers realiseren. Hierbij vervullen wij een stimulerende en
sturende rol richting medewerkers. Als onderdeel van deze rol zien wij
het benaderen van medewerkers voor nieuwe functies, het krijgen van de
juiste mens op de juiste plaats en het medewerkers aanbieden van
mogelijkheden zoals het employability paspoort om zich te oriënteren en
inzicht te geven in hun mogelijkheden.

Tijdens deze veranderingen en de bijbehorende afbouw willen we ook onze
medewerkers perspectief bieden voor het vinden van werk zowel binnen als
buiten UWV. Dit gebeurt door het investeren in de medewerkers. Bij deze
investering staat de ontwikkeling van de medewerker van nieuwe
competenties, vaardigheden of opleidingen centraal. Ons beleid is er op
gericht het personeelsbestand zoveel mogelijk via natuurlijke weg af te
bouwen en tijdelijke contracten beperkt te verlengen. De mate waarin dit
mogelijk is hangt samen met de actuele economische ontwikkelingen. Ook
voor ons eigen personeel hanteren wij de doelstelling “werk boven
uitkering”. De boventallige medewerker krijgt een outplacementtraject
aangeboden en er gelden zoektermijnen en financiële regelingen om
vertrek te stimuleren. Gedwongen ontslag is echter niet uit te sluiten.

Sinds de oprichting van UWV realiseren wij een omvangrijke reductie van
het personeelsbestand. Ook de komende jaren wordt die lijn voortgezet.
Onderstaande grafiek schetst die ontwikkeling.

In het meerjarenbeleidsplan 2009-2013 hebben wij de verwachting
uitgesproken dat de formatie tot en met 2012 zal dalen met 5.300
formatieplaatsen (inclusief CWI). Belangrijkste oorzaken zijn
volumeontwikkelingen, de efficiencydoelstellingen op grond van het
programma Vernieuwing en de fusie met CWI. Wij verwachten voor de
uitvoering van reguliere taken in 2009 een formatie (fte’n) nodig te
hebben van 17.150 fte (waarvan 3.650 afkomstig van CWI). Dit betekent
een daling ten opzichte van 2008 met 1.350 fte. De genoemde aantallen
zullen wijziging ondergaan op het moment dat nieuw beleid in uitvoering
wordt genomen.

Ons beleid is er op gericht het personeelsbestand zoveel mogelijk via
natuurlijke weg af te bouwen en tijdelijke contracten beperkt te
verlengen. De mate waarin dit mogelijk is hangt samen met de actuele
economische ontwikkelingen. Ook voor ons eigen personeel hanteren wij de
doelstelling “werk boven uitkering”. De boventallige medewerker
krijgt een outplacementtraject aangeboden en er gelden zoektermijnen en
financiële regelingen om vertrek te stimuleren. Gedwongen ontslag is
echter niet uit te sluiten. Daarnaast bieden wij onze medewerkers
perspectief binnen UWV. De ontwikkeling van de medewerker naar de voor
de toekomst benodigde competenties staat daarbij centraal.

Huisvesting

Vanaf 2008 is een mantelovereenkomst tussen UWV en CWI van kracht waarin
afspraken zijn gemaakt over de huisvesting van medewerkers op CWI/BVG
locaties en de daarvoor in rekening te brengen kosten. In ons
meerjarenplan Huisvesting, dat wij u vóór 1 februari 2009 aanbieden,
geven wij inzicht in de gevolgen van het samengaan van UWV en CWI voor
het huisvestingsbeleid en de vastgoedpositie. Wij verwachten een
verbetering van de efficiency te kunnen bereiken door:

Integratie van regionale vestigingen van CWI met huisvesting van UWV;

Het terugbrengen van het aantal CWI/BVG locaties van 127 naar ca. 100; 

De hoofdkantoorfuncties van CWI te huisvesten in UWV - La Guardia te
Amsterdam, waarbij de hoofdvestiging te Amsterdam eind 2008/begin 2009
kan worden verlaten.	

Door het dalende aantal fte bij UWV en CWI neemt de behoefte van m
gestaag af. In 2009 kan op basis van afloop van huidige UWV contracten
ca. 40.000 m worden afgestoten. De krimp op huisvestingsgebied
verloopt door de situatie op de vastgoedmarkt iets trager dan de
personele afname. In onderstaande grafiek schetsen wij de ontwikkeling
van het aantal UWV panden en de beschikbare m vanaf 2002. 

Gezien de vastgoedmarkt voor oudere kantoorgebouwen is het noodzakelijk
extra activiteiten te ontplooien om meer m te kunnen afstoten. Een
risico daarbij is dat de huisvesting van UWV zich geleidelijk
concentreert in minder, grotere en oudere panden met veelal een langere
huurtermijn. Afstoten van m wordt daardoor steeds lastiger en
duurder. De samenwerking met RGD en andere ketenpartners wordt in dat
licht onverminderd voortgezet.

ICT

Informatietechnologie is onmisbaar geworden in onze samenleving. Dat
geldt ook voor een organisatie als UWV. De complexiteit van wetgeving,
de communicatie met klanten, efficiency, de borging van kwaliteit, het
zijn alle eisen die de samenleving stelt en die de inzet van informatie-
en communicatietechnologie noodzakelijk maken. ICT is een domein waar
ontwikkelingen bijzonder snel gaan. Wat vandaag geïntroduceerd wordt,
lijkt morgen wel verouderd. Wij kiezen echter voor technologie die zich
heeft bewezen. Om te komen tot een beheerste ontwikkeling van nieuwe
functionaliteiten en systemen moeten hoge eisen worden gesteld aan
kennis en kunde van ICT en aan planning, organisatie, beheer,
verantwoording en besturing. UWV weet uit ervaring dat de bouw van
nieuwe systemen een lastige opgave is met grote afbreukrisico’s. Wij
leren van eerdere processen, zowel onze successen als onze mislukkingen.

Wij hebben recent een aantal concrete maatregelen genomen die direct in
relatie staan tot het voortijdig moeten stoppen met de ontwikkeling van
het WIA-systeem. Daarnaast verwachten wij in november 2008 een aantal
maatregelen te kunnen nemen na afronding van nog lopende onderzoeken. 

Voorop blijft staan, dat onze klanten geen hinder mogen ondervinden van
ICT-ontwikkelingen. Pas als de werking van een systeem is bewezen
schakelen we om. 

Wij gaan voorlopig geen grote en complexe nieuwbouwprojecten binnen het
UWV starten en hebben enkele kleinere projecten gestopt. Van de Algemene
Rekenkamer nemen we het advies over om veel meer te werken met een
plateaugewijze aanpak waarbij strategische ambities worden vertaald in
haalbare stappen van overzienbare omvang en die zoveel mogelijk een
zelfstandige rechtvaardiging kennen in termen van voordelen voor onze
uitvoering.

Wij richten onze organisatie opnieuw en beter in op het gebied van
informatievoorziening ICT. Een heldere scheiding van
verantwoordelijkheden is daarbij het leidende beginsel. De divisies,
waar de verantwoordelijkheid ligt voor de uitvoering, formuleren de
ICT-behoefte. Dit is in lijn met een aanbeveling van de Algemene
Rekenkamer. De divisies worden daarbij ondersteund door de centrale
directie ICT. De aansturing van de leveranciers en het bewaken dat de
wijzigingen niet verstorend werken op de lopende productie, ligt bij de
centrale directie ICT. 

Om verantwoordelijkheden te kunnen nemen, is vanuit de projecten een
grotere transparantie vereist. Wij hebben de daarvoor noodzakelijke
organisatorische en bestuurlijke stappen gezet. Om in algemene zin tot
een effectievere sturing te kunnen komen, zullen wij onze
leidinggevenden, zowel op lijn- als projectniveau, nadrukkelijker gaan
aanspreken op de bij hun toevertrouwde verantwoordelijkheden behorende
“accountability”.

Een al ingezette maatregel om het kennis- en kundeniveau te vergroten is
onze campagne om ICT-deskundigen te werven die ons kunnen helpen bij
functioneel ontwerp en in algemene zin de vertaling te kunnen maken van
de behoefte naar vragen aan leveranciers in termen van diensten. 

Het oplossen van de geconstateerde problemen rond ICT-besturing en
ICT-volwassenheid zal twee à drie jaar vergen. Het opbouwen van
werkelijke professionele kennis en kunde is vooral een zaak van leren
door doen. Wij hebben er alle belang bij de overblijvende
projectenportefeuille te laten uitvoeren volgens de lijnen van de nieuwe
organisatie. Daar zullen wij op verschillende wijzen in investeren,
waardoor de inzet van externen maximaal zal worden beperkt.

Een goede structuur en voldoende kennis en kunde zijn belangrijk om
kwaliteit te kunnen verkrijgen. Maar zonder samenwerking en
resultaatgerichtheid komt die kwaliteit toch niet tot stand. Wij werken
aan een intensief UWV-breed programma om houding en gedrag van
medewerkers en leidinggevenden op die doelen te richten.

Wij verwachten medio november 2008 inzicht te kunnen geven in ons
toekomstige ICT-beleid. 

Met het Meerjarenbeleidsplan 2010-2014 leggen we daar een financiële
vertaling bij van de keuzes die gemaakt worden naar aanleiding van de
rapportage van november 2008.

Kwaliteitszorg

In 2009 bouwen wij onze kwaliteitszorg verder uit op basis van het
uitgangspunt dat maatwerk voor de klant vraagt om maatwerk in
kwaliteitszorg. Kwaliteit binnen UWV definiëren we als een stelsel van
activiteiten waar de vraag van de klant leidend is en het aanbod van
diensten afgestemd blijft op maatschappelijke tendensen. Binnen de
vernieuwing van de organisatie in bedrijfskernfuncties zal daarom niet
alleen de bedrijfsvoering door ISO certificering geborgd blijven, maar
ook gezocht worden naar mogelijkheden om te excelleren. Daartoe maken
wij in 2009 een start met inzet van kwaliteitsmethoden die het
specifieke type bedrijfsvoering van de verschillende
bedrijfskernfuncties ondersteunen. Ten aanzien van Beveiliging en
Privacy zorgen wij ervoor dat we voldoen aan de bepalingen van artikel
5.22 en 6.4 van de Regeling Suwi.

Integriteit

We blijven de bewustwording van integriteit en het integer handelen
binnen de organisatie activeren, onder andere gericht op de
verbeterpunten uit de 1-meting integriteitbeleving uit 2008. Voor het
WERKbedrijf voeren wij in het eerste kwartaal 2009 een 0-meting
integriteitbeleving uit.

Maatschappelijk ondernemen en good governance

Als grote maatschappelijke organisatie blijven wij ons de komende jaren
richten op het maken van verantwoorde en innovatieve keuzes bij ons
personeelsbeleid en ons inkoopbeleid. Daarbij vinden we het belangrijk
dat medewerkers zich ook voor maatschappelijke doelen kunnen inzetten
die op het werkveld van UWV liggen. De activiteiten van het UWV-beleid
Maatschappelijk Ondernemen hebben betrekking op fysiek welbevinden,
diversiteit in het personeelsbestand, de deelname aan relevante
netwerken en maatschappelijke functies en op duurzaam inkopen,
aanbesteden en energiebeleid. De ambities op het gebied van duurzaam
inkopen voor 2009 passen zonder meer binnen de kabinetsdoelstelling om
in 2010 voor 100 % duurzaam in te kopen binnen het Rijk. UWV heeft zich
begin 2008 aangesloten bij de Handvestgroep. Wij zien dat als een
belangrijke stap in het transparant maken van de organisatie. Een van de
activiteiten die uit dit besluit voortvloeit, is het introduceren van
een code Goed Bestuur. Wij hebben de code vastgesteld.

Cliëntenparticipatie

De Cliëntenraden zijn van waarde voor UWV. Zij scherpen ons in het
anticiperen en reageren op klantsignalen. Het samengaan met CWI en de
intensieve samenwerking met gemeenten zal gevolgen hebben voor de
inrichting van de cliëntenparticipatie op landelijk en regionaal
niveau. Wij zullen onze cliëntenraden voortdurend betrekken bij deze
veranderingen.

Nieuwe klantprocessen als gevolg van de Vernieuwing leggen wij vooraf
voor advies aan de Centrale Cliëntenraad voor. Ook worden
uitvoeringsbesluiten die de dienstverlening raken, niet genomen als daar
geen advies van de betrokken cliëntenraad is bijgevoegd. Verder zullen
we in 2009 de kwaliteit van cliëntenparticipatie nieuwe impulsen geven
om te komen tot een constructieve samenwerking tussen de cliëntenraden
en UWV. We werken in overleg met de cliëntenraden aan de bekendheid van
de raden bij cliënten en medewerkers UWV.

7.3	Resultaten

Onze doelstelling voor 2009 is binnen het toegekende budget te blijven. 

Resultaatgebied 5: efficiency	Norm 2009	Norm 2008	Realisatie 2007

Realisatie binnen budget	< 100%	< 100%	< 100%



8.	Prestatie overzicht 	

	Norm 2009	Norm 2008	Realisatie 2007

Resultaatgebied 1: voorkomen van uitkeringsinstroom



1	Juistheid beoordeling re-integratieverslag	80%	70%	88%

2	Herstelde vangnetgevallen, onderverdeeld in:

< 13 weken

> 13 weken	

85%

80%	

85%

80%	

82%

77%

Resultaatgebied 2: juiste en tijdige uitkeringsverstrekking



3	Tijdigheid eerste betaling, onderverdeeld in:

WW < 4 weken na ingang recht

WIA < 4 weken na ingang recht

ZW < 4 weken na ingang recht

Wajong < 18 weken na aanvraag	

80%

80%

75%

80%	

75%

65%

70%

80%	

82%

Nvt

Nvt

Nvt

4	Rechtmatigheid	99%	99%	98,4%

5	Bekendheid van verplichtingen (compliance)	85%	80%	> 85%

6	Afdoening fraudegevallen	95%	95%	96%

Resultaatgebied 3: bemiddeling en bevorderen re-integratie / uitstroom



7	Tijdigheid indicatie WSW, onderverdeeld in:

Indicatie WSW

Herindicatie WSW	

95%

95%	

 95%

95%	

97,7%

98,5%

8	Tijdigheid juridische dienstverlening, onderverdeeld in

Ontslagvergunningen

Tewerkstellingsvergunningen 	

82%

90%	

82%

94%	

84,3%

94,2%

9	Transparantiebereik	60%	60%	55,5%

10	Aantal beschikbare CV’s	150.000	150.000	160.682

11	Aantal vervulde vacatures	95.000	95.000	106.051

12	Arbeidsuitstroomquote WW

Onderverdeeld in:

Preventie (hervat vóór 1ste WW-dag)

Arbeidsuitstroom (hervat vanaf 1ste WW-dag)	

22.000

150.000	45%	48%

13	Plaatsingspercentage AG	30%	30%	31%

Resultaatgebied 4: klantgerichtheid



14	UWV, onderverdeeld in:

Klanttevredenheid uitkeringsgerechtigden

Klanttevredenheid werkgevers	

6.8

6.0	

6.8

nvt	

6.7

5.4

15	Gegevenslevering aan derden < afgesproken termijn	85%	80%	nvt

Resultaatgebied 5: geïntegreerde dienstverlening



16	Keten, onderverdeeld in:

Keten klanttevredenheid werkzoekenden (UWV ambitie = 6.8)

Keten klanttevredenheid werkgevers	

-

-	

Nvt

Nvt	

6.4

74% tevreden

Resultaatgebied 6: efficiency



17	Realisatie binnen budget	< 100%	< 100%	< 100%





9.	Begroting 	UWV 2009

De hoogte van de begroting wordt in belangrijke mate bepaald door de in-
en uitstroom en de omvang van het bestand. SZW en UWV hanteren sinds
enkele jaren een gezamenlijk rekenmodel waarin de verwachte
volumeontwikkelingen worden vertaald naar een meerjarig financieel
kader. Het rekenmodel heeft ten grondslag gelegen aan de vaststelling
van het financiële kader voor de reguliere uitvoeringskosten 2009 zoals
dat in de augustusbrief is opgenomen. Daarbij zijn de meest recente
verkenningen van het Centraal Planbureau betrokken. 

De augustusbrief is voor ons het vertrekpunt bij het opstellen van de
begroting UWV 2009. Vanaf 2009 omvat het budget van UWV ook het budget
van CWI. UWV en CWI fuseren immers per 1 januari 2009.

Financiële taakstelling en efficiency 2009

In de begroting bedragen de reguliere uitvoeringskosten € 1.685,1 mln.
(inclusief toegekende budgetaanvullingen t/m begin september, loon- en
prijsniveau 2009). De begroting voldoet daarmee aan de kaderstelling van
de augustusbrief. De besparingen die voortvloeien uit de
herbeoordelingen en het Coalitieakkoord zijn meegenomen. Hoewel verdere
verbetering van de efficiency ook in 2009 onze ambitie blijft (met name
vanuit de Vernieuwing komen daarvoor de impulsen) wordt de ruimte voor
additionele bezuinigingen steeds geringer. De organisatie moet immers
onder grote druk presteren gezien het beleidsprogramma van het kabinet,
in combinatie met krimp van de organisatie als gevolg van
volumedalingen. Daar komt de fusie per 1 januari tussen UWV en CWI nog
bovenop. UWV is daarmee aan de kritieke grens van zijn
besparingspotentieel gekomen.

9.1	Begroting UWV 2009

De begroting 2009 voor UWV luidt als volgt:

 

In bovenstaande begroting zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

loonindex 2009 (incl. mutatie 2008) = 1,03164; prijsindex 2009 (incl.
mutatie 2008) = 1,03910; de gezamenlijke index UWV/CWI bedraagt 1,03403
waarvoor geldt dat in 2009 68% van de kosten loongevoelig is en 32% is
prijsgevoelig.

De financiering van de uitvoeringskosten is inclusief een vergoeding van
het ministerie OC&W i.v.m. ‘overige OC&W-subsidies en Wet IWIA’.

Regulier structurele kosten 2009

De productcatalogus 2009 van UWV presenteert het eerste jaar van de
gefuseerde combinatie UWV en CWI. Deze is als volgt opgebouwd: 

Deze reguliere kosten zijn als volgt naar kostensoorten te
onderscheiden:

De personeelskosten worden berekend op basis van de benodigde
arbeidscapaciteit voor de bedrijfsactiviteiten en het hiermee
corresponderende normenstelsel en geldende personeelstarieven.

De huisvestingskosten worden berekend op basis van de benodigde
arbeidscapaciteit, het genormeerde werkoppervlak per medewerker en het
voor 2009 vastgestelde tarief per m².

De kosten voor automatisering zijn opgebouwd uit werkplekautomatisering,
datacom/telecom en systeemkosten. Deze kosten zijn genormeerd en worden
berekend op basis van de benodigde arbeidscapaciteit, het genormeerde
werkplekgebruik c.q. datacom/telecomgebruik en het tarief voor 2009. De
systeemkosten zijn gebaseerd op de inventarisatie van de behoefte in de
uitvoering.

Binnen cost accounting wordt voor de categorie ‘overige kosten’ een
norm gehanteerd, gerelateerd aan de voorgaande kostencategorieën.

WSW-indicatiebesluiten

Binnen de reguliere uitvoering in het jaar 2009 voeren wij, zoals tot nu
toe gebruikelijk bij CWI, de activiteiten in verband met de
WSW-indicatiestelling ad € 23,1 mln. uit.

Budget voor investeringskosten 2009

Voor 2009 is een investeringsbudget van € 27,8 mln. voorzien conform
de afgesproken meerjarenreeks.



Kosten invoering wet- en regelgeving 2009

Voor 2009 zijn de volgende (meerjarige) programma’s voorzien:

Brugbanen		 €   0,6  mln.

Overdracht SIOD		      pm 

Digitaal Verzekeringsbericht		      pm

Overig nieuw beleid		      pm 

SUB/Walvis		 € 27,5 mln. +

Totaal	 € 28,1 mln. + pm

Vernieuwing

Voor 2009 is in het kader van het programma Vernieuwing een bedrag
opgenomen van € 93,3 mln. conform de meerjarenraming. De tot nu toe
voorziene activiteiten 2009 vergen een budget van ruim € 83 mln. Later
dit jaar – na afronding van de herbezinning inzake het ICT-beleid –
stellen wij de omvang van de investeringsbehoefte definitief vast en
onderbouwen die in ons investeringsprogramma 2009. Uitgangspunt is dat
we binnen het kader voor 2009 blijven.

Nieuw voorzien beleid

Dit betreft mogelijke toekomstige initiatieven tot aanpassing van c.q.
invoering van wet- en regelgeving waarvan de ingangsdatum en/of de
exacte (financiële) impact nog onzeker zijn. SZW en UWV zijn met elkaar
in overleg over de ‘definitieve invoering’. Vanwege de onzekerheid
of deze initiatieven ook daadwerkelijk tot een aanvullende
budgetaanvraag zullen leiden, zijn deze initiatieven in het totale
financieel kader als PM opgenomen. Een overzicht van de huidige
onderkende initiatieven, met ter indicatie hun financiële impact, is
als volgt weer te geven:

Initiatief wetsvoorstel Dwangsom bij niet tijdig beslissen	  €   3,6
mln.*

Ketenbureau (loonaangifteketen)		  €   5,4 mln.

Richtlijn passende arbeid WW		  €   7,7 mln.

WAO en WAZ (motie Heerts)		  €   1,5 mln.

STAP		  €   8,5 mln.

Invoeringskosten wijziging Wajong		  € 27,4 mln. 

Premiekortingsregeling ouderen		  €   2,0 mln.

Verzamelwet 2009		  €   1,0 mln.

Bestuursrechtelijke premie ZW		  €   2,2 mln.

Verzekeringsgeneeskundige protocollen	  €   5,3 mln.

Tegemoetkoming meerkosten gezondheid	  €   1,6 mln. +

Totaal, in financieel kader als pm opgenomen	  € 66,2 mln.

* Dit betreft uitsluitend de uitvoeringskosten. De kosten van de
dwangsommen zelf zijn programmakosten.

Frictiekosten

Met het ministerie zijn afspraken gemaakt over de financiering van de
frictiekosten als gevolg van de krimp van de organisatie en het niet
gelijktijdig en in gelijke mate kunnen afbouwen van personeel en
huisvesting door UWV. Voor het jaar 2009 is een bedrag van € 7,9 mln.
opgenomen aan frictiekosten. Dit bedrag maakt deel uit van het totale
meerjarige budget dat voor frictiekosten (sociaal plan en huisvesting)
beschikbaar is gesteld aan UWV. Wij zijn in gesprek met SZW over verdere
financiering van de frictiekosten.

Financiering kosten met betrekking tot de fusie (nog in bespreking)

UWV en het ministerie voeren nog overleg in het kader van de aanstaande
fusie tussen UWV en CWI en de hiermee samenhangende fusiekosten, zoals
kosten verbonden aan harmonisatie arbeidsvoorwaarden en transformatie-
en frictiekosten.

9.2	Kostenverdeling 2009

Activiteiten van UWV worden gefinancierd uit een fonds/rijksbijdrage. De
verwachte verdeling van de uitvoeringskosten 2009 over de
fondsen/rijksbijdrage is als volgt:

Bij deze verdeling van de uitvoeringskosten hebben we de ‘oud
CWI-activiteiten’ afzonderlijk in beeld gebracht, om dat de
financiering hiervan niet plaats vindt via de fondsen, maar via een
aparte Rijksbijdrage. Deze verdeling van de overige activiteiten (‘oud
UWV’) is gebaseerd op de vastgestelde verdeelregels toerekening
uitvoeringskosten 2008 van UWV.

9.3	Kasstroomoverzicht 2009

Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de zogenoemde indirecte
methode. Hierbij wordt de begroting volgens het baten- en lastenstelsel
herleid tot inkomsten en uitgaven.

De investeringen in de materiële vaste activa zijn nader uit te
splitsen als volgt:

Investeringen in gehuurde panden	€ 26 mln.

Inventaris				€   2 mln.

Hardware en software			€ 15 mln.

Totaal					€ 43 mln.

9.4	Meerjarige ontwikkeling uitvoeringskosten

De reeksen gerealiseerde uitvoeringskosten en de ontwikkeling van de
meerjarige uitvoeringskosten zien er volgt uit:

Bronnen: jaarrekeningen, begrotingen en augustusbrief UWV 2009

(t/m 2009 in loon- prijspijl van het betreffende jaar; 2010 t/m 2013 in
loon- prijspeil 2009)

(In verband met de fusie is de historische reeks ten opzichte van vorige
jaarplannen aangepast; in de begroting 2009 is het budget voor de WSW
indicatiebesluiten eveneens verwerkt, voor de overige jaren is dit
budget nog niet verwerkt)

De gerealiseerde kostendaling kunnen we zichtbaar maken in een
indexcijfer. De index voor het jaar 2001 is op 100 wordt gesteld en de
loon-/prijscorrectie, de volume-effecten en de wet- en regelgeving zijn
in de indexcijfers betrokken.

(In verband met de fusie is de historische reeks ten opzichte van vorige
jaarplannen aangepast)

De effecten van de ingezette kostenbesparing zetten zich naar
verwachting in de jaren 2008 en 2009 voort. 

 PAGE    

 PAGE   2 

Financiering kosten fusie - nog in bespreking

Begroting

2009

Harmonisatie arbeidsvoorwaarden en pensioenen

PM

Transformatie – en frictiekosten

PM