[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Vervoerconcessie voor de hogesnelheidslijn 2008

Bijlage

Nummer: 2008D22970, datum: 2008-12-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Concessie 2008 HSL-Zuid (2008D22969)

Preview document (🔗 origineel)


De Minister van Verkeer en Waterstaat, 

Gelet op artikel 20, eerste lid, en artikel 43c van de Wet
personenvervoer 2000; 

Gehoord het Landelijk Overleg Consumentenbelangen Openbaar Vervoer
(advies van 7 mei 2008 en 23 oktober 2008) en ProRail (advies van 7 mei
2008); 

Overwegende dat HSA Beheer N.V. deze concessie heeft aanvaard; 

Besluit: 

Aan HSA Beheer N.V., statutair gevestigd te Rotterdam en ingeschreven in
het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor
Utrecht en omstreken onder nummer 30177207, de volgende concessie te
verlenen: 

Definities 

In deze concessie wordt verstaan onder: 

a.	beheerder: houder van een concessie als bedoeld in artikel 16, eerste
lid, van de Spoorwegwet;

b.	consumentenorganisaties: consumentenorganisaties vertegenwoordigd in
het Landelijk Overleg Consumentenbelangen Openbaar Vervoer (LOCOV) of in
een door de minister aan te wijzen opvolger; 

c.	HSA: de naamloze vennootschap HSA Beheer N.V.; 

d.	minister: de Minister van Verkeer en Waterstaat; 

e.	ticketprijs: de ritprijs die de reiziger betaalt voor een
vervoersdienst van HSA;

f.	wet: Wet personenvervoer 2000. 

Reikwijdte van de concessie 

Deze concessie wordt verleend voor de afwikkeling van personenvervoer
per trein tussen de stations Amsterdam Centraal, Schiphol, Den Haag
Centraal, Rotterdam Centraal en Breda Centraal en de grensovergang bij
Hazeldonk. 

Waar deze aanwezig is maakt HSA gebruik van hogesnelheidsinfrastructuur.

Deze concessie laat onverlet het recht om personenvervoer per trein te
verrichten uit hoofde van de aan N.V. Nederlandse Spoorwegen verleende
Vervoerconcessie voor het hoofdrailnet. 

Deze concessie laat onverlet het recht van de beheerder bij de
jaarlijkse toewijzing van capaciteitsrechten rekening te houden met de
vaststelling van internationale treintrajecten op de voet van artikel 4
van Bijlage III bij Richtlijn 2001/14/EG.

Dienstregeling

HSA stelt een dienstregeling op volgens welke:

dagelijks in beide richtingen zeventien treindiensten worden uitgevoerd
tussen de stations Amsterdam Centraal, Schiphol en Rotterdam Centraal;

de eerste treindiensten niet later dan 8 uur voormiddags vanaf Amsterdam
Centraal en Rotterdam Centraal vertrekken;

de treindiensten niet langer dan 65 minuten na elkaar vertrekken. 

Lid 1 geldt niet voor zaterdagen, zondagen en algemeen erkende
feestdagen ingevolge de Algemene Termijnenwet.

In aanvulling op lid 1 is HSA gerechtigd binnen de reikwijdte van deze
concessie beschreven in artikel 2 treindiensten uit te voeren voorzover
de minister voorafgaand daaraan zijn goedkeuring hecht.

De minister verleent zijn goedkeuring in ieder geval voor uitvoering van
het in lid 1 bedoelde bedieningspatroon op zaterdagen, zondagen en
algemeen erkende feestdagen ingevolge de Algemene Termijnenwet. De
minister verleent zijn goedkeuring voorts voorzover HSA aantoont dat het
netto financiële resultaat van alle vervoersdiensten binnen de
reikwijdte van deze concessie gezamenlijk daardoor verbetert.

In afwijking van lid 4 kan de minister zijn goedkeuring onthouden
voorzover hij uitbreiding van het bedieningspatroon onwenselijk acht in
verband met de aanleg van spoorweginfrastructuur, het onderhoud aan
spoorweginfrastructuur, het testen van spoorweginfrastructuur of het
testen van rollend materieel. 

Onverminderd dit artikel 3 kan HSA de dienstregeling naar eigen inzicht
vaststellen en te allen tijde wijzigen, met inachtneming van de door de
beheerder toegewezen capaciteitsrechten. HSA deelt structurele
wijzigingen van de dienstregeling tijdig vooraf mee aan de minister. 

HSA informeert de reizigers op een adequate wijze via de daartoe
geschikte informatiekanalen over de dienstregeling, de ingangsdatum
ervan en eventuele tussentijdse wijzigingen van de dienstregeling. 

Capaciteitsrechten en vergunningen

HSA vraagt bij de beheerder tijdig de treinpaden aan die nodig zijn voor
de uitvoering van artikel 3 van deze concessie en sluit daarvoor een
toegangsovereenkomst met de beheerder. 

HSA is niet gehouden treindiensten uit te voeren voorzover de daarvoor
benodigde capaciteitsrechten, ondanks haar tijdige aanvraag, niet worden
verleend.

HSA draagt zorg tijdig te voldoen aan de geldende eisen voor toelating
als vervoerder in het algemeen en tot de hogesnelheidsinfrastructuur in
het bijzonder, alsmede de overige voor het vervoer noodzakelijke
vergunningen en toelatingsbewijzen tijdig te verkrijgen.

Afstemming met werkzaamheden

HSA duldt buitendienststellingen van en gebruiksbeperkingen aan de
spoorweginfrastructuur die de beheerder noodzakelijk of wenselijk acht,
mits deze conform de toegangsovereenkomst tijdig aan HSA bekend worden
gemaakt. HSA stemt haar dienstregeling en haar treinenloop daarop af. 

De in lid 1 bedoelde buitendienststellingen en gebruiksbeperkingen
kunnen worden ingesteld ten behoeve van de aanleg van
spoorweginfrastructuur, het onderhoud aan spoorweginfrastructuur, het
testen van spoorweginfrastructuur en het testen van rollend materieel.

HSA is niet gehouden treindiensten uit te voeren voorzover de beheerder
de daarvoor voorziene spoorweginfrastructuur buiten dienst heeft gesteld
of aan gebruiksbeperkingen heeft onderworpen. 

Buitendienststellingen en gebruiksbeperkingen geven HSA geen aanspraak
op schadevergoeding of vermindering van de concessieprijs.

Vervoervoorwaarden 

HSA verkoopt aan iedere reiziger die dat wenst een vervoerbewijs voor de
laagste klasse en vervoert iedere reiziger in de laagste klasse met een
geldig vervoerbewijs in de trein van diens keuze, voor zover dit
redelijkerwijs mogelijk is binnen de grenzen van veiligheid en
treincapaciteit.

HSA accepteert voor binnenlandse reizen dezelfde vervoerbewijzen als NS
tussen dezelfde stations in dezelfde klasse, vermeerderd met een door de
minister goed te keuren toeslag. Wijzigingen van de toeslag behoeven
eveneens de goedkeuring van de minister.

HSA stelt de tarieven voor internationale reizen vast na goedkeuring van
de minister.

Voorzover NMBS en SNCF daarmee instemmen is HSA gehouden binnenlandse
reizigers toe te laten tot internationale treinen. HSA zorgt evenwel dat
tenminste het in artikel 3 lid 1 voorgeschreven bedieningspatroon
beschikbaar is voor binnenlandse reizigers.

HSA maakt de vervoervoorwaarden waaronder zij personenvervoer verricht,
de tarieven en de modellen van de vervoerbewijzen die zij uitgeeft op
een adequate wijze openbaar via de daartoe geschikte informatiekanalen. 

HSA biedt overeenkomstig de methodiek die NS in haar algemene
voorwaarden hanteert door middel van een klantvriendelijk systeem een
vergoeding in geld aan haar reizigers aan, ter compensatie van aan HSA
toerekenbare vertragingen. Deze vergoeding bedraagt voor binnenlandse
reizigers:

50% van de ticketprijs voor vertragingen vanaf 15 minuten, en

100% van de ticketprijs voor vertragingen vanaf 30 minuten.

Deze vergoeding bedraagt voor internationale reizigers:

20% van de ticketprijs voor vertragingen vanaf 30 minuten;

50% van de ticketprijs voor vertragingen vanaf 60 minuten, en

100% van de ticketprijs voor vertragingen vanaf 120 minuten.

Kaartintegratie en verkrijgbaarheid van vervoerbewijzen 

HSA streeft naar de totstandkoming van een stelsel van kaartintegratie
met NS.

Het in lid 1 bedoelde stelsel van kaartintegratie omvat ten minste:

a.	geïntegreerde verkoop van vervoerbewijzen die de reiziger aanspraak
geven op vervoersdiensten van zowel NS als HSA;

b.	gekoppelde distributie van vervoerbewijzen, al dan niet
geïntegreerd;

c.	gekoppelde informatiesystemen.

Het in lid 1 bedoelde streven betreft slechts de automaat- en
loketverkoop van vervoerbewijzen voor enkele reizen en retourreizen. 

Elektronisch vervoerbewijs 

Indien en zodra een chipkaart landelijk is ingevoerd in het
personenvervoer, zal deze chipkaart worden gebruikt in de verkoop- en
distributieprocessen van HSA.

Reizigers met een functiebeperking 

HSA sluit overeenkomsten met relevante partijen teneinde de toegang tot
de treinen, met inbegrip van het in- en uitstappen, te vergemakkelijken
voor reizigers met een lichamelijke functiebeperking. 

Punctualiteit

HSA streeft ernaar haar dienstregeling uit te voeren met een
punctualiteit die tenminste overeenkomt met de richt- of grenswaarde
voor punctualiteit volgens het Vervoerplan NS 2008.

Zitplaatskans

HSA streeft ernaar een zitplaatskans te bieden die ten minste
overeenkomt met de zitplaatsnorm voor de intercity volgens het
Vervoerplan NS 2008.

HSA biedt binnenlandse reizigers de mogelijkheid een zitplaats te
reserveren. Aan alle reizigers die daarvan gebruik maken biedt HSA een
beschikbaarheidsgarantie van een zitplaats van honderd procent.

Sociale veiligheid

HSA spant zich in teneinde het gevoel van veiligheid van reizigers te
vergroten.

De treinen zijn behoorlijk verlicht.

HSA streeft ernaar dat iedere reiziger gedurende de reis minstens één
keer persoonlijke aandacht van een steward krijgt. Dit streven geldt
niet voor reizigers tussen Amsterdam Centraal en Schiphol.

Serviceniveau

HSA streeft in haar treinen en op de door haar bediende stations naar
een zodanig serviceniveau dat de klanttevredenheid (uitgedrukt als het
percentage van de geënquêteerde reizigers dat het dienstenaanbod
waardeert met ten minste zeven op een schaal van één tot tien) ten
minste zeventig procent zal bedragen.

Informatie aan de concessieverlener 

HSA verstrekt op verzoek van de minister binnen een door de minister
gestelde termijn alle informatie die noodzakelijk is ten behoeve van de
controle op de uitvoering van deze concessie. Daaronder wordt mede
begrepen het geven van inzage in zakelijke gegevens en bescheiden,
onverminderd artikel 87, eerste lid, van de wet. 

Onverminderd het eerste lid rapporteert HSA aan de minister over de
uitvoering van deze concessie: 

a.	in een kwartaalrapportage: binnen vier weken na afloop van elk
kalenderkwartaal; 

b.	in een jaarrapportage: binnen twee maanden na afloop van elk
kalenderjaar. 

De in lid 2 bedoelde rapportages gaan vergezeld van een financiële
verantwoording van de uitvoering van deze concessie, gescheiden van het
financiële resultaat van andere activiteiten van HSA.

Op verzoek van de minister voert HSA een onderzoek uit naar de
uitvoering van deze concessie, dan wel verleent HSA haar medewerking aan
een in opdracht en voor rekening van de minister door een onafhankelijke
derde uit te voeren onderzoek naar de uitvoering van deze concessie. De
minister bepaalt de omvang, aard en reikwijdte van het onderzoek na
overleg met HSA. 

Alle schriftelijke informatie die HSA in het kader van deze concessie
aan de minister verstrekt, wordt gestuurd aan de concessiemanager
bedoeld in artikel 19 van deze concessie.

Alle informatie die HSA aanmerkt als vertrouwelijke bedrijfsinformatie
wordt door de minister als zodanig behandeld, behoudens voorzover een
verplichting tot openbaarmaking voortvloeit uit een wettelijke bepaling.

Consumentenorganisaties 

HSA vraagt krachtens artikel 31 van de wet advies aan de
consumentenorganisaties over de onderwerpen, genoemd in artikel 31 van
de wet en in artikel 33 van het Besluit personenvervoer 2000. 

HSA meet iedere drie maanden het oordeel van klanten op de in de
artikelen 10, 11, 12 en 13 vermelde onderdelen, en maakt de resultaten
vervolgens openbaar. Naar aanleiding van dit klantenoordeel voert HSA
iedere drie maanden overleg met de consumentenorganisaties en stelt zij
deze in de gelegenheid hun zienswijze naar voren te brengen.

Concessieprijs

HSA is voor deze concessie een concessieprijs verschuldigd. 

De concessieprijs is gelijk aan het positieve resultaat dat wordt
berekend overeenkomstig artikel 2.4 van de Subsidiebeschikking voor de
hogesnelheidslijn 2008. Leidt dat artikel tot een negatief resultaat,
dan bedraagt de concessieprijs nihil.

Binnen zes maanden nadat deze concessie haar geldigheid heeft verloren
doet HSA opgave aan de minister van de in totaal verschuldigde
concessieprijs. De artikelen 4 en 5 van de Subsidiebeschikking voor de
hogesnelheidslijn 2008 zijn van overeenkomstige toepassing.

HSA betaalt de concessieprijs binnen een maand na de in lid 3 bedoelde
opgave aan de minister.

Bijzondere omstandigheden 

De minister verleent op verzoek van HSA ontheffing van artikel 10 of
artikel 11 van deze concessie voorzover en voor zolang HSA kan aantonen
dat de daarin beschreven punctualiteit of zitplaatskans vanwege niet aan
haar toe te rekenen factoren structureel onhaalbaar moet worden geacht.

De minister verleent op verzoek van HSA ontheffing van artikel 3 lid 1
van deze concessie voorzover en voor zolang HSA kan aantonen dat
onvoorziene externe omstandigheden het structureel onhaalbaar maken
daaraan op redelijke wijze te voldoen mits: 

genoemde omstandigheden duidelijk buiten de invloedsfeer van HSA liggen;
en

het niet redelijk is te veronderstellen dat een andere vervoerder beter
zou presteren onder dezelfde omstandigheden.

Intrekking van de concessie

De minister trekt deze concessie op verzoek van HSA in als zich één
van de volgende gronden voordoet, of dreigt voor te doen:

a.	onteigening of vordering door de Staat van één of meer voor de
bedrijfsvoering van HSA onmisbare zaken of vermogensrechten of rechten
van intellectuele eigendom;

b.	HSA krijgt in twee opvolgende kalendermaanden niet de beschikking
over tenminste 67% van capaciteitsrechten benodigd voor de uitvoering
van het in artikel 3 lid 1 opgenomen bedieningspatroon;

c.	in twee opvolgende kalendermaanden worden meer dan 50% van de in
artikel 3 lid 1 bedoelde diensten getroffen door uitval of door
vertragingen van meer dan tien minuten door geldende
snelheidsbeperkingen veroorzaakt door infrastructurele defecten van de
hogesnelheidsinfrastructuur;

d.	bij het voortduren van een overmachtsituatie voor langer dan twee
maanden, die de uitvoering van tenminste 33% van de in artikel 3 lid 1
bedoelde diensten verhindert en waarvan de bedrijfseconomische gevolgen
voor HSA dermate zwaarwegend zijn dat van HSA in redelijkheid niet kan
worden gevergd dat zij die diensten uit blijft voeren en die niet door
middel van de in artikel 17 bedoelde procedure kunnen worden weggenomen.
Als een overmachtsituatie in de zin van dit onderdeel d. worden slechts
aangemerkt:

het niet beschikbaar zijn van elektriciteit op de infrastructuur;

blokkades van de infrastructuur veroorzaakt door derden, niet zijnde
leveranciers of contractspartijen van HSA of andere aan HSA gelieerde
partijen;

overstromingen en aardbevingen;

oorlog, rellen en algemene stakingen in Nederland (stakingen waarbij
alleen het personeel van HSA is betrokken niet inbegrepen);

voortdurende toerekenbare tekortkoming van hulppersonen van de Staat en
andere derden, met name – maar niet uitsluitend – de beheerder;

e.	bij toepassing van artikel 2.7 van de Subsidiebeschikking voor de
hogesnelheidslijn 2008.

De minister trekt de concessie in uiterlijk met ingang van een maand
nadat hij het verzoek van HSA heeft ontvangen, tenzij de grond daarvoor
dan is weggenomen.

De minister kan deze concessie zonder verzoek van HSA met onmiddellijke
ingang intrekken als:

a.	HSA failliet wordt verklaard en niet in staat is geweest binnen
dertig kalenderdagen een rechterlijke uitspraak tot vernietiging van het
faillissement te verkrijgen;

b.	de algemene vergadering van aandeelhouders van HSA een besluit neemt
tot ontbinding van HSA of indien HSA uit hoofde van enige wettelijke
bepaling wordt ontbonden.

Concessiemanager

Alleen mededelingen die HSA en de door de minister aangewezen
concessiemanager aan elkaar doen, zijn aan te merken als relevante
mededelingen in de zin van deze concessie.

De concessiemanager heeft het recht tot het – doen – verifiëren van
onderbouwende gegevens die hem door HSA zijn verstrekt. Ingeval voor
verificatie toegang tot commercieel gevoelige informatie van HSA nodig
is, kan HSA eisen dat verificatie door een derde plaatsvindt onder
voorwaarde van geheimhouding.

De concessiemanager ontvangt van HSA onder meer de volgende informatie:

de rapportages bedoeld in artikel 14;

verzoeken tot ontheffing als bedoeld in artikel 17;

verzoeken tot intrekking als bedoeld in artikel 18;

gegevens waarom de concessiemanager verzoekt ter verificatie van de aan
hem door HSA verstrekte of te verstrekken informatie.

Looptijd 

Deze concessie treedt in werking met ingang van [datum]. 

Deze concessie vervalt met ingang van de Aanvangsdatum, zoals
gedefinieerd in de concessieovereenkomst tussen de Staat der Nederlanden
en HSA van 5 december 2001, danwel in de ter vervanging van die
overeenkomst op grond van artikel 20, eerste lid, van de wet te verlenen
concessie. 

In afwijking van het vorige lid vervalt deze concessie uiterlijk twee
jaar na de in lid 1 bedoelde datum.

Slotbepalingen

Artikel 43a van de wet is niet van toepassing.

Deze concessie wordt aangehaald als “Vervoerconcessie voor de
hogesnelheidslijn 2008”.

Deze concessie wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT, 

Camiel Eurlings 

MEDEDELING 

Een belanghebbende die zich met dit besluit niet kan verenigen, kan
binnen zes weken, met ingang van de dag na die waarop dit besluit is
bekendgemaakt, daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Minister van
Verkeer en Waterstaat. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan: 

Ministerie van Verkeer en Waterstaat 

Hoofddirectie Juridische Zaken 

Postbus 20906 

2500 EX Den Haag 

onder vermelding van “bezwaarschrift”. Het bezwaarschrift dient te
zijn ondertekend en dient in ieder geval te bevatten: de naam en het
adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit
waartegen het bezwaar is gericht, en de gronden van het bezwaar. Zo
mogelijk dient een afschrift van het besluit en de overige op het
bezwaar betrekking hebbende stukken te worden meegezonden.

TOELICHTING

Inleiding

Recentelijk is de hogesnelheidslijn tussen Nieuw-Vennep en Rotterdam,
alsmede tussen Rotterdam, Breda en de Belgische grens gereed gekomen
voor reizigersvervoer. In combinatie met de conventionele infrastructuur
ontstaat daarmee een spoorverbinding Amsterdam−Brussel voor
hogesnelheidstreinen. Het vervoer zal worden uitgevoerd door de naamloze
vennootschap HSA Beheer N.V., een joint venture van NS en KLM die
daarvoor in 2001 door middel van een tenderprocedure is geselecteerd. De
voorwaarden waaronder het vervoer zal worden verricht zijn op 5 december
2001 contractueel vastgelegd. Dit contract geeft HSA aanspraak op
verlening van een vervoerconcessie voor de duur van vijftien jaar.

Met ingang van 1 januari 2005 is in de nieuwe Wet personenvervoer 2000
een concessiestelsel voor het openbaar vervoer geïntroduceerd. Ook voor
de nieuwe hogesnelheidslijn geldt sindsdien dat het verboden is openbaar
vervoer te verrichten zonder daartoe verleende concessie (artikel 19 lid
1 van de wet). Bevoegd tot het verlenen, wijzigen of intrekken van
concessies voor openbaar vervoer per trein is de minister van Verkeer en
Waterstaat. In overeenstemming met de uitkomst van de tenderprocedure
zal binnenkort aan HSA een vervoerconcessie worden verleend voor de
hogesnelheidslijn voor de duur van vijftien jaar. 

Bij het verlenen van de onderhavige Vervoerconcessie voor de
hogesnelheidslijn 2008 is de hogesnelheidsinfrastructuur gereed en
veilig bevonden voor het uitvoeren van reizigersvervoer. Het
treinbeïnvloedingssysteem is evenwel nog niet opgeleverd en getest voor
rijsnelheden hoger dan 160 kilometer per uur en voor het passeren van de
grens met België. Hiervoor dient een nieuwe versie van het European
Rail Traffic Management System (ERTMS) te worden geïmplementeerd,
waarna HSA een periode van 26 weken moet worden geboden voor onder meer
het testen van haar rollend materieel. Dit betekent dat de concessie
voor de duur van vijftien jaar waarop HSA aanspraak heeft thans nog niet
kan ingaan. 

Zeker gezien de reeds ontstane vertragingen in de hogesnelheidslijn is
het wenselijk reeds een aanvang te maken met het reizigersvervoer, zij
het met snelheden tot 160 kilometer per uur en uitsluitend tussen
Amsterdam, Schiphol en Rotterdam. Zodra uitbreiding van het
bedieningspatroon mogelijk en wenselijk is, dient ook daartoe te kunnen
worden overgegaan. 

Om deze reden wordt thans aan HSA, vooruitlopend op de ingang van de
concessie voor vijftien jaar, de onderhavige concessie verleend als
basis voor het verrichten van reizigersvervoer. Deze concessie eindigt
bij de inwerkingtreding van de eigenlijke concessie. Om het tijdelijke
karakter van deze concessie zeker te stellen is de duur bovendien
beperkt tot maximaal twee jaar.

Reikwijdte en bedieningspatroon

De geografische reikwijdte van deze concessie is gelijk aan de
reikwijdte van de vijftienjarige concessie die naar aanleiding van de
tenderprocedure zal worden verleend. Dit betekent dat zij geldt voor de
afwikkeling van reizigersvervoer tussen de stations Amsterdam Centraal,
Schiphol, Rotterdam Centraal, Den Haag Centraal en Breda en de
grensovergang bij Hazeldonk. Voor het Belgische grondgebied is geen
Nederlandse concessie vereist, aangezien de Wet personenvervoer 2000
uiteraard alleen voor Nederland geldt. HSA zal eventueel vervoer van en
naar Antwerpen, Brussel en andere Belgische en Franse stations in
samenwerking met NMBS en SNCF kunnen verrichten.

De onderhavige concessie biedt de basis om de hiervoor genoemde stations
een onbeperkt aantal keer per dag te bedienen. Dit is gedaan om
voldoende flexibiliteit te bieden om in de aanloop naar de eigenlijke
concessie in te spelen op de feitelijke stand van de implementatie van
de infrastructuur, de beschikbaarheid van rollend materieel, de
ontwikkeling van het reizigersaanbod en andere omstandigheden die thans
nog niet met zekerheid vaststaan. Benadrukt moet echter worden dat de
concessie HSA niet verplicht alle stations binnen de reikwijdte van de
concessie daadwerkelijk te bedienen. 

De concessie schrijft voor dat HSA op werkdagen overdag een uurdienst
aanbiedt tussen Amsterdam Centraal, Schiphol en Rotterdam Centraal.
Hiermee wordt voldaan aan de wens de hogesnelheidslijn gedeeltelijk in
gebruik te stellen voor zover de spoorweginfrastructuur dat toelaat. Bij
het verlenen van deze concessie bestaan geen concrete voornemens om het
bedieningspatroon uit te breiden tot een hogere frequentie of tot andere
stations. Dit betekent dat Den Haag Centraal, Breda en de verbinding
naar België op basis van deze concessie wel mogen maar vooralsnog
waarschijnlijk niet zullen worden bediend.

Een belangrijk uitgangspunt van de onderhavige concessie is dat het
reizigersvervoer de noodzakelijke werkzaamheden aan de infrastructuur en
met name het ERTMS niet mag doorkruisen en de oplevering niet mag
vertragen. De voorgeschreven uurdienst Amsterdam−Schiphol−Rotterdam
op werkdagen overdag voldoet daaraan. Het uitgangspunt komt verder tot
uitdrukking in de bepaling dat uitbreiding van het bedieningspatroon de
goedkeuring van de Minister behoeft (artikel 3.3) en dat deze
goedkeuring kan worden onthouden als hij de uitbreiding onwenselijk acht
in verband met de aanleg van spoorweginfrastructuur, het onderhoud aan
spoorweginfrastructuur, het testen van spoorweginfrastructuur of het
testen van rollend materieel (artikel 3.5). Deze onderwerpen worden
nader geregeld in de toegangsovereenkomst die HSA bij inwerkingtreding
van de concessie heeft gesloten met ProRail over het gebruik van
capaciteit en de kwaliteit van de hoofdspoorweginfrastructuur.

Vervoervoorwaarden

Een belangrijk aspect voor de reiziger zijn de tariefstelling en de
wijze van kaartverkoop. Op deze punten schrijft de concessie voor dat
zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de tarieven en vervoerbewijzen die
NS hanteert voor het hoofdrailnet. Dit betekent dat de reiziger als
basis hetzelfde vervoerbewijs kan gebruiken als voor treinen van NS en
dat ook abonnementen en vrijreizenkaarten geldig zullen zijn voor het
vervoer over de hogesnelheidslijn. Wel zijn daarnaast toeslagen
verschuldigd, waarvan de hoogte moet worden goedgekeurd door de minister
van Verkeer en Waterstaat. Deze toeslagen worden gerechtvaardigd door de
aanzienlijke bekorting van de reistijd die de hogesnelheidslijn
betekent.

Concreet is de concessie erop gericht de reiziger tussen Amsterdam,
Schiphol en Rotterdam de keuze te bieden tussen HSA (via de
hogesnelheidslijn) en NS (via het conventionele spoor). Hij zal deze
keuze pas kort voor het instappen hoeven te maken. Beschikt hij reeds
over een vervoerbewijs van NS dan zal hij een toeslag voor de
hogesnelheidslijn kunnen kopen. Heeft hij nog geen vervoerbewijs dan zal
de kaartautomaat hem de keuze bieden al dan niet via de
hogesnelheidslijn te reizen. Reizigers die slechts voor een gedeelte van
hun reis van de hogesnelheidslijn gebruik maken en verder met NS reizen
hoeven dus ook slechts één vervoerbewijs en een toeslag te kopen.
Artikel 7 van de concessie regelt deze kaartintegratie. Artikel 8
verplicht HSA deel te nemen aan de landelijke chipkaart.

Kwaliteit van de dienstverlening en overleg met consumentenorganisaties

Ondanks het voorlopige karakter van de concessie bestaat geen aanleiding
af te zien van eisen aan de kwaliteit van de dienstverlening die HSA aan
de reiziger biedt. De Wet personenvervoer 2000 schrijft overigens voor
dat dergelijke eisen in de concessie worden gesteld. Het betreft met
name het faciliteren van reizigers met een functiebeperking, de
punctualiteit waarmee de dienstregeling wordt uitgevoerd, de
zitplaatskans, de sociale veiligheid en het serviceniveau. Verwezen
wordt naar de artikelen 9 tot en met 13. Bij substantiële vertragingen
geldt de terugbetalingsregeling van artikel 6.6. Voorts waarborgt de
concessie de inspraak van de consumentenorganisaties verenigd in het
LOCOV, mede op basis van periodiek te verrichten
klanttevredenheidsonderzoeken (artikel 15).

Op onderdelen bevat de onderhavige concessie minder ver strekkende eisen
aan de dienstverlening van HSA dan in de tenderprocedure waren opgenomen
en in de vijftienjarige concessie zullen worden gesteld. De reden
daarvoor is dat de onderhavige concessie HSA niet onbeperkt in staat
stelt vervoerdiensten aan te bieden. Zo mag de uurdienst tussen
Amsterdam, Schiphol en Rotterdam alleen worden uitgebreid als de
Minister oordeelt dat de werkzaamheden aan de infrastructuur daarvan
geen hinder ondervinden. Dit kan betekenen dat een uitbreiding die uit
het oogpunt van bijvoorbeeld zitplaatskans wenselijk is niet wordt
toegestaan. Om deze reden kunnen de aan HSA gestelde eisen minder strikt
zijn dan onder andere omstandigheden voorgeschreven zou worden.

Financiële aspecten

In de inleiding is uiteengezet dat de vijftienjarige concessie die in de
tenderprocedure aan HSA is toegekend nog niet kan ingaan. Om deze reden
kon HSA nog niet worden verplicht vervoerdiensten te verrichten over de
hogesnelheidslijn. Ook is toegelicht dat vanwege de werkzaamheden aan de
infrastructuur nog slechts een uurdienst op werkdagen tussen Amsterdam,
Schiphol en Rotterdam kan worden gereden. Deze beperking betekent dat de
uitvoering van treindiensten niet op uitsluitend commerciële
grondslagen kan worden ingericht. 

Met de spoedige aanvang van het vervoer over de hogesnelheidslijn is een
publiek belang gemoeid. Bovendien heeft HSA reeds de benodigde
investeringen gedaan en andere vaste kosten gemaakt ten behoeve van het
reizigersvervoer, die door de vertraagde oplevering van de
infrastructuur onbenut dreigen te blijven. De Staat is daarvoor
aansprakelijk. Dat de vaste kosten reeds zijn gemaakt betekent tevens
dat het vervoer onder de onderhavige concessie additioneel slechts
variabele kosten meebrengt.

Om deze redenen heeft de Minister aan HSA toegezegd alle eventuele
exploitatieverliezen onder de onderhavige concessie te vergoeden. Ten
behoeve daarvan wordt een afzonderlijke subsidiebeschikking gegeven op
basis van artikel 22 van de Wet personenvervoer 2000. Nu
exploitatietekorten voor vergoeding in aanmerking komen, dient omgekeerd
een overschot aan de Staat te worden uitgekeerd. Deze uitkering is in
artikel 16 van de concessie vormgegeven als concessieprijs op grond van
artikel 25 lid 1 van de Wet personenvervoer 2000.

Het economische belang bij de exploitatie onder de concessie berust
aldus bij de Staat. Dit geldt niet slechts voor de verplichte bediening
van Amsterdam, Schiphol en Rotterdam, maar ook voor eventuele
uitbreiding van het bedieningspatroon binnen de reikwijdte van de
concessie. Een dergelijke uitbreiding behoeft mede daarom de goedkeuring
van de Minister (artikel 3.4). Tegen dezelfde achtergrond onderwerpt de
concessie de vervoertarieven in artikel 6.2 en artikel 6.3 aan de
goedkeuring van de Minister.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2: reikwijdte van de concessie 

Artikel 2 vermeldt overeenkomstig artikel 25 lid 3 van de Wet
personenvervoer 2000 de stations waartussen het openbaar vervoer wordt
afgewikkeld. Met de onderhavige concessie voldoet HSA derhalve aan de
concessieplicht van artikel 19 van de wet voor wat betreft
treinreizigers tussen de stations Amsterdam Centraal, Schiphol,
Rotterdam Centraal, Den Haag Centraal en Breda en de grensovergang bij
Hazeldonk. Verder gaat de concessie niet. Met name dwingt de concessie
HSA niet deze stations daadwerkelijk te bedienen, doch slechts om het in
artikel 3 bedoelde bedieningspatroon uit te voeren. 

De reikwijdte is breder dan nodig om de bediening van Amsterdam,
Schiphol en Rotterdam uit te voeren teneinde voor de nabije toekomst
flexibiliteit te bieden. Weliswaar wordt nog niet voorzien dat
voorafgaand aan de ingang van de vijftienjarige concessie Den Haag,
Breda en de verbinding naar België daadwerkelijk kunnen worden bediend,
maar deze mogelijkheid moet evenmin worden uitgesloten. Voorkomen dient
te worden dat in een dergelijk geval opnieuw de procedure van
concessieverlening moet worden doorlopen. De vijftienjarige concessie
zal overigens zo spoedig mogelijk in werking treden en de bediening van
Den Haag, Breda en de verbinding met België uiteraard wel
voorschrijven.

Min of meer ten overvloede bepaalt het derde lid dat de concessie de
rechten van NS voor het hoofdrailnet onverlet laat. De
hogesnelheidsinfrastructuur behoort niet tot het hoofdrailnet en NS is
daarom niet bevoegd daarvan gebruik te maken. Omgekeerd kan HSA op grond
van lid 2 geen gebruik maken van de conventionele verbinding tussen
Schiphol en Rotterdam via Leiden en Den Haag. Tussen Amsterdam en
Nieuw-Vennep, rond Rotterdam en op het station van Breda rijden de
treinen van HSA echter over de conventionele infrastructuur, die tot het
hoofdrailnet behoort waarvoor aan NS een vervoerconcessie is verleend.
Die rechten van NS worden door de onderhavige concessie uiteraard
geëerbiedigd. 

Evenmin doet de concessie afbreuk aan het recht van ProRail bij de
jaarlijkse toewijzing van capaciteitsrechten rekening te houden met de
vaststelling van internationale treintrajecten, zoals voorgeschreven
door Europese regelgeving. Deze bepaling is opgenomen in het vierde lid.

Artikel 3: dienstregeling

Het eerste lid van artikel 3 verplicht HSA overdag een uurdienst uit te
voeren in beide richtingen tussen de stations Amsterdam Centraal,
Schiphol en Rotterdam Centraal. Het tweede lid voegt daaraan toe dat
deze verplichting niet geldt voor zaterdagen, zon- en feestdagen.
Uitbreiding van het bedieningspatroon is volgens het derde lid slechts
toegestaan als de Minister daaraan zijn goedkeuring hecht. 

De goedkeuringsbevoegdheid van de Minister is hoofdzakelijk ingegeven
door twee overwegingen. In de eerste plaats moet worden gewaarborgd dat
de werkzaamheden aan de spoorweginfrastructuur geen hinder ondervinden
van uitbreiding van het bedieningspatroon. Het vijfde lid bepaalt daarom
dat de Minister zijn goedkeuring kan onthouden als hij uitbreiding om
die reden onwenselijk acht. In de tweede plaats berust het economische
belang van de vervoersoperatie bij de Staat, zoals hierboven uiteen is
gezet. Om deze reden bepaalt het vierde lid dat de Minister uitbreiding
van het bedieningspatroon alleen goedkeurt als het netto financiële
resultaat van de vervoersoperatie daardoor verbetert.

Artikel 5: afstemming met werkzaamheden

Gedurende de uitvoering van het reizigersvervoer wordt de laatste hand
gelegd aan de infrastructuur voor rijden op hoge snelheid en wordt deze
getest. Ook verkrijgt HSA in het kader van de vijftienjarige concessie
gedurende 26 weken toegang tot de infrastructuur voor – onder andere
– het testen van haar rollend materieel en voor het beproeven van haar
vervoerproces en haar systemen. Het reizigersvervoer mag deze processen
niet verstoren.  

De afstemming van de treinenloop met de werkzaamheden aan de
spoorweginfrastructuur is een aangelegenheid tussen HSA als vervoerder
en ProRail als beheerder van de infrastructuur. Het betreft hier zowel
de inrichting van de dienstregeling als incidentele afwijkingen van de
dienstregeling indien de werkzaamheden daartoe noodzaken. In beide
opzichten geldt dat de werkzaamheden voorrang hebben boven het
reizigersvervoer teneinde de hogesnelheidslijn zo spoedig mogelijk
volledig op te leveren voor hogesnelheidsvervoer. Wel dient ProRail
verstoring van de treinenloop zoveel te beperken als mogelijk is zonder
de werkzaamheden daarmee te vertragen en deze zo spoedig mogelijk te
plannen en aan te kondigen. Om een voldoende transparante en daarmee
commercieel optimale treindienst te kunnen bieden zullen
buitendienststellingen zoveel mogelijk geclusterd in de weekeinden
moeten plaatsvinden. Dit wordt verder niet in de onderhavige concessie
maar in de verhouding tussen HSA en ProRail vastgelegd.

Op grond van artikel 34 lid 2 van de Wet personenvervoer 2000 draagt de
concessiehouder redelijkerwijs zorg voor vervangend vervoer als
reizigers ernstig in hun belang worden geschaad als gevolg van afwijking
van de dienstregeling door werkzaamheden. Het ligt in de rede dat dit
vervangende vervoer zal bestaan uit de NS-verbindingen langs het
conventionele spoor. Het is aan HSA daarover overeenstemming met NS te
bereiken.

Artikel 6: vervoervoorwaarden 

Het eerste lid van artikel 6 bevat de kernverplichting om openbaar
vervoer aan te bieden. Het bepaalt dat HSA in beginsel is gehouden
iedere reiziger met een geldig vervoerbewijs te vervoeren. Volgens het
derde lid geldt deze verplichting ook voor binnenlandse reizigers in
internationale treinen. Weliswaar verplicht de concessie niet tot het
uitvoeren van treindiensten naar België en Frankrijk, maar als deze
worden uitgevoerd dienen zij ook voor binnenlandse reizigers
toegankelijk te zijn, tenzij de toestemming van NMBS of SNCF daarvoor
niet kan worden verkregen. In dat laatste geval dient de uurdienst
tussen Amsterdam, Schiphol en Rotterdam door een afzonderlijke
binnenlandse trein te worden gereden.

Lid 2 bepaalt dat de toeslagen die HSA bovenop de tarieven van NS
berekent moeten worden goedgekeurd door de Minister. Hetzelfde geldt
volgens lid 3 voor de internationale tarieven. Deze bepalingen zijn met
name opgenomen omdat de overheid het economische belang bij de
vervoersoperatie draagt.

Het zesde lid bevat de terugbetalingsregeling bij substantiële
vertragingen en knoopt aan bij het systeem dat NS daarvoor hanteert. De
regeling onderscheidt tussen nationale en internationale reizigers.
Onder die laatste categorie vallen reizigers die in een trein van HSA de
grens passeren.

Artikel 7: kaartintegratie en verkrijgbaarheid van vervoerbewijzen 

Dit artikel verplicht HSA ertoe te streven naar integratie met NS van de
verkoopprocessen van vervoerbewijzen. Aangezien HSA en NS aan elkaar
gelieerde ondernemingen zijn mag ervan worden uitgegaan dat dit streven
leidt tot daadwerkelijke integratie van de kaartverkoop. Omdat hiervoor
de medewerking van NS nodig is en de concessie zich niet tot NS richt,
moet hier echter worden volstaan met een inspanningsverplichting voor
HSA.

Artikelen 17 en 18: bijzondere omstandigheden; intrekking van de
concessie

De artikelen 17 en 18 regelen de mogelijkheid ontheffing te verlenen of
de concessie te beperken, uit te breiden of in te trekken onder de daar
vermelde omstandigheden. De artikelen 17.1, 17.2 en 18.1 zijn alleen van
toepassing als HSA daarom verzoekt. Artikel 18.3 kan ook zonder verzoek
van HSA worden toegepast. Deze bepalingen stellen bijvoorbeeld zeker dat
HSA kan verzoeken de concessie in te trekken als het
treinbeïnvloedingssysteem (de reeds geïmplementeerde versie van ERTMS)
structureel niet functioneel beschikbaar zou zijn om de uurdienst
Amsterdam−Schiphol−Rotterdam uit te voeren (artikel 18.1 onder c).
Het gaat hier echter om uitzonderingssituaties.

	  PAGE  18 /  NUMPAGES  18 

Vervoerconcessie voor de hogesnelheidslijn 2008