Lijst van vragen n.a.v. het Jaarverslag van de Europese Rekenkamer
Lijst van vragen
Nummer: 2008D23493, datum: 2008-12-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Ch.B. Aptroot, voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: E.A.J. Groen, griffier
Onderdeel van zaak 2008Z10098:
- Indiener: Ch.B. Aptroot, voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven
- Medeindiener: E.A.J. Groen, griffier
- Voortouwcommissie: commissie voor de Rijksuitgaven
Preview document (š origineel)
24 202 Jaarverslag Europese Rekenkamer Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld {datum} Binnen de commissie voor de Rijksuitgaven hebben enkele fracties de behoefte om over het Jaarverslag 2007 van de Europese Rekenkamer vragen en opmerkingen aan het kabinet voor te leggen. De vragen en opmerkingen zijn op 18 december 2008 aan de minister van FinanciĆ«n gezonden. Bij brief van ⦠zijn deze door de minister beantwoord. Vragen en antwoorden zijn hieronder afgedrukt. De voorzitter van de commissie, Aptroot Griffier van de commissie, Groen I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties Afkeurende verklaring Lidstaatverklaringen en Annual Summeries Koppeling betere controle aan toekomstige financiĆ«le perspectieven Discussie over tolerantiegrenzen Verbetering van regels, kennisuitwisseling, beheer en controle Voorbehoud BTW Bruto nationaal product en bruto nationaal inkomen (bnp/bni) Cohesiebeleid Landbouwbeleid en plattelandsontwikkeling FinanciĆ«le correcties Problemen met goedkeurende verklaringen agentschappen II. Reactie van de minister Afkeurende verklaring Lidstaatverklaringen en Annual Summeries Koppeling betere controle aan toekomstige financiĆ«le perspectieven Discussie over tolerantiegrenzen Verbetering van regels, kennisuitwisseling, beheer en controle Voorbehoud BTW Bruto nationaal product en bruto nationaal inkomen (bnp/bni) Cohesiebeleid Landbouwbeleid en plattelandsontwikkeling FinanciĆ«le correcties Problemen met goedkeurende verklaringen agentschappen Afkeurende verklaring De leden van de fractie van het CDA vragen naar het kwijtingsadvies dat de Nederlandse kabinet tijdens de Ecofin-Raad van 10 februari 2009 zal uitbrengen. De leden van de fractie van de PvdA constateren dat hoewel de Europese Rekenkamer dit jaar verbetering heeft geconstateerd in de administratie van de uitgaven van de EU gelden, er kritiek blijft van de Europese Rekenkamer op de rechtmatigheid van de uitgaven. Voor de leden van de fractie van de PvdA is deze verbetering onvoldoende om de minister van FinanciĆ«n dit jaar een goedkeurende verklaring af te laten geven en verzoeken de minister dan ook dit, net als voorgaande jaren, niet te doen. De leden van de fractie van de SP hebben helaas moeten constateren dat het rapport van de Europese Rekenkamer niet veel afwijkt van voorgaande jaren. Daarmee zijn de uitgaven van de Unie voor een groot deel nog steeds oncontroleerbaar op hun doelmatigheid en rechtmatigheid. Deze leden zijn wel blij met de geboekte vooruitgang bij de administratie van de Unie op zoān manier dat een goedkeurende verklaring voor dat onderdeel is afgegeven. Dat stemt deze leden enigszins hoopvol dat er op andere onderdelen ook vooruitgang zal worden geboekt. Echter dat neemt volgens de leden van de fractie van de SP niet weg dat de gehele situatie onacceptabel is. Ook de leden van de fractie van de Partij voor de vrijheid vragen welk kwijtingsadvies de Nederlandse kabinet zal uitbrengen tijdens de EcoFin-Raad van 10 februari 2009. Lidstaatverklaringen en Annual Summeries De leden van de fracties van het CDA en van de Partij voor de vrijheid vragen, uitgaande van het gegeven dat in 2007 voor het eerst door alle lidstaten Annual Summaries zijn aangeleverd, hoe de kwaliteit hiervan kan worden verbeterd? Deze leden vragen in hoeverre het kabinet zich inzet voor openbaarmaking van deze summaries? Wat is de relatie tussen deze jaarlijkse samenvatting en de Nationale Lidstaatverklaringen? De leden van de fractie van de PvdA vinden dat veel meer lidstaten, net als Nederland, een nationale verklaring over de EU-uitgaven zouden moeten afgeven. Koppeling betere controle aan toekomstige financiĆ«le perspectieven De leden van de fractie van het CDA verwijzen naar de in de Tweede Kamer aangenomen motie waarin wordt opgeroepen een betere controle te koppelen aan begrotingsonderhandelingen (Kamerstuk 31 335, nr. 11). Hoe wordt deze motie concreet uitgevoerd, bijvoorbeeld in het kader van de evaluatie van de EU-begroting 2008/2009? De leden van de fractie van de SP vragen eveneens welk aangrijpingspunten het kabinet in het Europese Rekenkamer rapport ziet om uitvoering te geven aan de motie-Luijben, die vraagt om de verbetering van de verantwoording over EU-uitgaven met alle mogelijke middelen te koppelen aan de onderhandelingen over toekomstige financiĆ«le perspectieven? Discussie over tolerantiegrenzen De leden van de fractie van het CDA vragen aandacht voor de op 16 december 2008 door de Europese Commissie gepubliceerde mededeling over het concept ātolerable risk of errorā (COM(2008)688). Wat is de mening van de Nederlandse kabinet hierover? Welk risico acht zij aanvaardbaar, mede in het licht van de Nederlandse foutenpercentages bij de Europese structuurfondsen? De leden van de fractie van de Partij voor de vrijheid vragen wat de mening van de Nederlandse kabinet is met betrekking tot het verhogen van de aanvaardbare foutenmarge voor de structuurfondsen? Verbetering van regels, kennisuitwisseling, beheer en controle Met betrekking tot de discussie over de EU-begrotingsevaluatie in 2008/2009 hebben de leden van de fracties van het CDA en van de Partij voor de vrijheid de volgende vragen. Welke mogelijkheden ziet het kabinet om Europese subsidieregels te vereenvoudigen? Wat is de mening van het kabinet over het spanningsveld tussen het stellen van striktere regels enerzijds en anderzijds de extra problemen die dit oplevert voor uitvoerders om hieraan te voldoen? Hoe moeten de Europese, nationale en regionale overheden de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van Europese structuurfondsen onderling verdelen met het oog op een zo groot mogelijke efficiĆ«ntie en effectiviteit? De leden van de fractie van de PvdA hebben met belangstelling kennis genomen van het jaarverslag van de Europese Rekenkamer 2007. Uit het verslag van de Europese Rekenkamer blijkt dat de Europese Commissie er nog niet in is geslaagd om het risico van fouten in veel onderdelen van de begroting terug te dringen. Bijvoorbeeld op het gebied van de uitgaven voor regionale ontwikkeling stelt de Rekenkamer twijfels te hebben over de rechtmatigheid van de uitbetaling van 11% van de betaalde 42 miljard euro. Vorig jaar is al geconstateerd dat ook de complexe regels en verordeningen bijdragen aan het maken van fouten. Volgens de Europese Commissie geven de bestaande systemen van interne controle redelijke zekerheid over de rechtmatigheid van activiteiten. De Europese Rekenkamer betwijfelt dit, vanwege hardnekkig terugkerende voorbehouden en gebrek aan uniformiteit in de onderbouwing. De complexiteit van de procedures leidt tot fouten bij aanvragen Ć©n verantwoording, zodat juist het tegengestelde van toepassing is. De wens fraude te voorkomen, werkt door de moeilijkheidsgraad van de EU regels dit juist onbedoeld in de hand en heeft daardoor tot gevolg dat er veel onregelmatigheden ontstaan. De leden van de fractie van de PvdA menen op grond hiervan dat een vereenvoudiging van de regels een absolute noodzaak is. Wat is de inzet van het kabinet op dit punt? De leden van de fractie van de PvdA menen dat ook kan worden overwogen om een kennisuitwisseling te organiseren van de Tweede Kamer, met lagere overheden en vertegenwoordigers van de Europese Commissie, waarbij de methodologie en werkwijze van de Commissie besproken en uitgelegd kan worden en men vragen kan stellen aan de Europese Commissie met als doel toekomstige misstanden te voorkomen. Hoewel de Commissie steeds sneller is met het terugvorderen van geld, zijn de leden van de fractie van de PvdA van mening dat er misschien ook aan gedacht kan worden financiĆ«le maatregelen te nemen tegen landen die, om welke reden dan ook, kennelijk niet in staat zijn de besteding van EU-fondsen goed te controleren. De leden van de fractie van de SP vragen of het kabinet in het rapport argumenten ziet om het beheer van Europese gelden door Nederland te verbeteren? De leden van de fractie van de SP zijn voorts van mening dat het geconstateerde tekort aan informatie over de impact van corrigerende maatregelen actie behoeft. Zeker gezien de verwachting dat de gevolgen van het terugvorderen van gelden groot kan zijn, terwijl de grond van terugvorderen voor een deel ligt aan de complexiteit van de regels waaraan moet worden voldaan. Bovendien twijfelt de Europese Rekenkamer aan het effect ervan op het terugdringen van het percentage fouten. Ziet het Kabinet mogelijkheden om de kwaliteit van de corrigerende maatregelen te verbeteren? Indien ja, op welke wijze? De leden van de fractie van de Partij voor de vrijheid verwijzen naar het gegeven dan nationale en regionale overheden zorgen voor de uitvoering van 80% van de EU-uitgaven. De door de Europese Rekenkamer geconstateerde fouten worden volgens de leden van deze fractie dan ook vooral door de lidstaten gemaakt. Er worden door de lidstaten inspanningen verricht om de controle te verbeteren. De leden van de fractie van de Partij voor de vrijheid vragen zich af om welke inspanningen het hierbij gaat? En of deze inspanningen per Europees land verschillen? Welke Europese landen hebben het meeste toezicht nodig? Waar komt dit door? De leden van de fractie van de Partij voor de vrijheid vragen hoe het kabinet staat tegenover het toekennen van lump sums aan projectuitvoerders en/of aan nationale of regionale overheden? Voorbehoud BTW Met betrekking tot de bevindingen van de Europese Rekenkamer en het voorbehoud voor de BTW stellen de leden van de fractie van het CDA de volgende vragen. Betreft het hier de reeds langer lopende discussie over het BTW-compensatiefonds? Zo neen, kan het kabinet aangeven waar de twee voorbehouden in verband met BTW voor Nederland dan wel uit bestaan? Wanneer is het voorbehoud dat op 2002 betrekking heeft naar verwachting opgelost? Wat zijn de oorzaken van het ontstaan van een nieuw voorbehoud in 2007? Kan ten aanzien van beide voorbehouden duidelijk gemaakt worden wat de financiĆ«le omvang is, respectievelijk wat de eventuele financiĆ«le consequenties kunnen zijn voor Nederland? Ook de leden van de Partij voor de vrijheid vragen waaruit de twee voorbehouden bestaan met betrekking tot de BTW voor Nederland en wat de oorzaak is van het ontstaan van een nieuw voorbehoud in 2007? Bruto nationaal product en bruto nationaal inkomen (bnp/bni) Met betrekking tot het voorbehoud voor het bnp/bni stellen de leden van de fractie van het CDA en de leden van de fractie van de Partij voor de vrijheid de vraag hoe het kabinet het feit beoordeelt dat er maar weinig lidstaten zijn die (zoals Nederland) geen voorbehouden kennen ten aanzien van bni/bnp? De leden van de fractie van het CDA vragen of bekend is wat de aard en ernst is van het voorbehoud dat de Commissie in juni 2008 heeft gemaakt ten aanzien van de bni/bnp (over 2004-2006) van alle tien nieuwe lidstaten? De leden van de fracties van het CDA en van de Partij voor de vrijheid vragen of het denkbaar is dat er nog bnp/bni-correcties zullen volgen voor lidstaten (zoals bijvoorbeeld bij Griekenland is gebeurd)? Zo ja, welke consequenties kan dat hebben voor de EU-middelen respectievelijk voor de Nederlandse afdrachten? Cohesiebeleid Ten aanzien van de bevindingen op het terrein van het cohesiebeleid stellen de leden van de fracties van het CDA en van de Partij voor de vrijheid de vraag of bekend is wat het gemiddelde foutenpercentage is in 2007 bij door Nederland beheerde middelen in het kader van cohesiebeleid? Verder vragen de leden van genoemde fracties in hoeverre er in 2007 verdere uniformering en harmonisering is bereikt in de wijze waarop in de verschillende lidstaten toezicht wordt gehouden en controles worden uitgevoerd? Onderschrijft het kabinet betreffende aanbevelingen (p. 19 persbericht) van de Europese Rekenkamer? Welke aanpak acht Nederland het meest effectief om in de toekomst te voorkomen dat meer dan 4,5 miljard euro ten onrechte wordt uitgekeerd in het kader van cohesiebeleid? Wat is de Nederlandse inzet in deze? De leden van de fractie van de SP vragen of het kabinet kan instemmen met de aanbevelingen voor de cohesiefondsen en hoe het kabinet de āaanzienlijke consequenties voor de middelenā weegt wanneer deze zouden worden uitgevoerd? Landbouwbeleid en plattelandsontwikkeling Tot slot vragen de leden van de fractie van het CDA fractie zich bij het landbouwbeleid het volgende af. Hoe zijn op het terrein van het plattelandsbeleid in Nederland het toezicht en de controle georganiseerd en geven de bevindingen van de Europese Rekenkamer aanleiding tot aanpassing? Onderschrijft het kabinet de aanbevelingen die de Europese Rekenkamer doet inzake plattelandsontwikkeling? Ook de leden van de fractie van de Partij voor de vrijheid vragen of het kabinet de aanbevelingen onderschrijft die de Europese Rekenkamer doet inzake plattelandsontwikkeling? De leden van de fractie van de Partij voor de vrijheid vragen of kan worden uitgelegd waarom in Nederland in het kader van de Bedrijfstoeslagregeling (BTR) rechten boven het nationale maximum van 4,9 miljoen euro zijn toegekend? Aan hoeveel landbouwers en voor welk bedrag is er teveel betaald? Zijn de door de Europese Rekenkamer genoemde teveel betaalde bedragen inmiddels al teruggevorderd? Zijn er naast deze door de Europese Rekenkamer ontdekte fouten, nog meer andere of vergelijkbare fouten aan het licht gekomen bij nationale controles? FinanciĆ«le correcties De leden van de Partij voor de vrijheid vragen of er op basis van de bevindingen van de Europese Rekenkamer over het jaar 2007 voor Nederland nog correcties zijn aangebracht? Zo ja, kan het kabinet een overzicht daarvan geven? Problemen met goedkeurende verklaringen agentschappen De leden van de fractie van de SP constateren ook dat er geen goedkeurende verklaring kon worden afgegeven voor de rekeningen van een tweetal agentschappen, te weten die voor de Europese Politieacademie en de Toezichtsautoriteit voor het Europese Wereldwijde navigatiesysteem. Anders dan bij de meeste tekortkomingen ligt hier niet een verantwoordelijkheid bij lidstaten, maar alleen bij de Europese Commissie. Gaat het kabinet er bij de Commissie op aandringen om deze toestand te verbeteren, en zijn er mogelijkheden om daar consequenties aan te verbinden wanneer de verbetering uitblijft? Is het kabinet het met de leden van de fractie van de SP eens dat het niet verantwoord is in te stemmen met nieuw agentschappen wanneer deze situatie niet is verantwoord?