Antwoord op vragen van het lid Boekestijn over de vraag van de Belgische senator E. Schelfhout aan de Belgische Minister van Buitenlandse Zaken De Gucht over "de nefaste betrokkenheid van de President van Rwanda, Kagame, bij het offensief van generaal Nkunda in Oost-Congo"
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2009D00124, datum: 2009-01-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.G. Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z07023:
- Gericht aan: A.G. Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking
- Indiener: A.J. Boekestijn, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Sub-Sahara Afrika Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag Datum 6 januari 2009 Behandeld Marijn van Blom Kenmerk DAF-1594/08 Telefoon 070-348 6417 Blad PAGE \* MERGEFORMAT 1 /1 Fax 070 348 6607 Bijlage(n) 1 daf@minbuza.nl Betreft Beantwoording vragen van REF bm_txtLidLeden \* MERGEFORMAT het lid REF bm_txtnaam \* MERGEFORMAT Boekestijn REF bm_txtonderwerp \* MERGEFORMAT de vraag van de Belgische senator E. Schelfhout aan de Belgische Minister van Buitenlandse Zaken De Gucht over "de nefaste betrokkenheid van de President van Rwanda, Kagame, bij het offensief van generaal Nkunda in Oost-Congo". Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Boekestijn over de vraag van de Belgische senator E. Schelfhout aan de Belgische Minister van Buitenlandse Zaken De Gucht over "de nefaste betrokkenheid van de President van Rwanda, Kagame, bij het offensief van generaal Nkunda in Oost-Congo". Deze vragen werden ingezonden op 18 november 2008 met kenmerk 2008Z07023. De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, Bert Koenders Antwoorden van de heer Koenders, Minister voor Ontwikkelingssamenwerking op vragen van het lid Boekestijn (VVD) over over de vraag van de Belgische senator E. Schelfhout aan de Belgische minister van Buitenlandse Zaken De Gucht over "de nefaste betrokkenheid van de President van Rwanda, Kagame, bij het offensief van generaal Nkunda in Oost-Congo". Vraag 1 Heeft u kennisgenomen van het persbericht met de titel 'Oost-Congo: internationale druk op Rwanda dringend opvoeren', waarin gewag wordt gemaakt van het debat in de Belgische senaat van E. Schelfhout op 14 november 2008 met de minister van Buitenlandse Zaken De Gucht? 1) Antwoord Ja. Vraag 2 Bent u het met Schelfhout eens dat er niet meer getwijfeld kan worden dat President Kagame betrokken is bij het offensief van Nkunda, zoals ook inmiddels in de omgeving van Kagame wordt toegegeven dat het niet uitgesloten is dat er Rwandese gedemobiliseerde soldaten aan de zijde van Nkunda meevechten? 2) Antwoord Uit het VN-rapport over schendingen van het wapenembargo tegen de DRC blijkt dat er gerede twijfel bestaat over de betrokkenheid van zowel de Congolese als de Rwandese regering bij de rebellenbewegingen die elkaar bevechten in het oosten van Congo. Vraag 3 Bent u het met senator Schelfhout eens dat de internationale gemeenschap, waaronder Nederland, het ontwikkelingsgeld moet gebruiken als wapen om Kagame zover te krijgen Nkunda niet meer te steunen? Vraag 4 Bent u bereid in 2009 de geplande algemene begrotingssteun aan Rwanda van 4 miljoen euro te schrappen omdat het Rwandese regime zich onbetrouwbaar heeft getoond? Antwoord Onderdeel van een ontwikkelingsrelatie is de politieke dialoog. Daar komen onderwerpen ter sprake als mensenrechten, goed bestuur en regionale veiligheid. Mede op naar aanleiding van het hierboven genoemde VN- rapport, heb ik besloten om voorlopig geen begrotingssteun te geven aan Rwanda. De Kamer werd hierover reeds geïnformeerd in mijn brief van 11 december jl. (kenmerk DAF-1521/08). 1) HYPERLINK http://www.politiek.net/hermes/26737 http://www.politiek.net/hermes/26737 2) Joseph Mutaboba, Kagame's speciale gezant voor de Grote Meren in een gesprek met Reuters 12 november 2008.