[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

B08 15912.08 JAI 654 nl

Bijlage

Nummer: 2009D00464, datum: 2009-01-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag van de JBZ-Raad, 27 en 28 november 2008 (2009D00456)

Preview document (🔗 origineel)




RAAD VAN

DE EUROPESE UNIE

Brussel, 19 november 2008 (24.11)

(OR. en)



15912/08





JAI 654

ENFOPOL 233

ECOFIN 522

TRANS 408

RELEX 926

ECO 165

PESC 1520

COTER 84

COSDP 1054

PROCIV 180

ENER 394

ATO 109

DATAPROTECT 97

TELECOM 206



NOTA

van:	de coördinator voor terrorismebestrijding van de EU

aan:	het Coreper/de Raad/de Europese Raad

Betreft:	Toepassing van de strategie en het actieplan inzake
terrorismebestrijding (juni‏‍–november 2008)



Dit verslag is een antwoord op het verzoek van de Europese Raad om de
zes maanden een verslag te ontvangen over de uitvoering van het
actieplan inzake terrorismebestrijding, dat in juni 2004 is aangenomen.
De nota bevat een samenvatting van de sinds december 2008 geboekte
vooruitgang, en de stand van zaken betreffende de ratificatie van
overeenkomsten en de uitvoering van de als prioritair beschouwde
wetgevingsbesluiten, die in ADD 1 nader worden vermeld. 



In december 2005 heeft de Europese Raad de
terrorismebestrijdingsstrategie van de Europese Unie aangenomen, die het
raamwerk vormt voor de activiteit van de EU op dit gebied. Het
strategische engagement van de Unie bestaat erin het terrorisme mondiaal
te bestrijden onder eerbiediging van de mensenrechten en Europa veiliger
te maken, om haar burgers de mogelijkheid te bieden in een ruimte van
vrijheid, veiligheid en recht te leven. In de strategie worden alle
acties gegroepeerd onder vier kopjes - VOORKOMEN, BESCHERMEN,
ACHTERVOLGEN en REAGEREN. Dit verslag beschrijft de voortgang die per
actie binnen dit kader is geboekt. 

Voorkomen

Herziening van de strategie en het actieplan

De eerste doelstelling van de strategie inzake terrorismebestrijding is
te voorkomen dat terrorisme mensen aantrekt, door de factoren die tot
radicalisering en rekrutering kunnen leiden, in Europa en op
internationaal niveau, aan te pakken. Om deze doelstelling te
verwezenlijken heeft de Raad in december 2005 een strategie en een
actieplan ter bestrijding van radicalisering en rekrutering aangenomen,
die jaarlijks worden bijgewerkt. Er wordt gewerkt aan een nieuwe versie
van de strategie en het actieplan die in de Raad JBZ van november zal
worden besproken. 

In 2006 stelde de Commissie een deskundigengroep gewelddadige
radicalisering in, die werd belast met het uitbrengen van een verslag
over de stand van het onderzoek op dit gebied. Het eindverslag van de
groep, getiteld: 'Radicalisation processes leading to acts of terrorism'
werd in september 2008 ook aan de lidstaten meegedeeld. 

In september heeft de Commissie de resultaten bekendgemaakt van een
reeks studies over

optimale praktijken bij de samenwerking tussen het maatschappelijk
middenveld en de autoriteiten om gewelddadige radicalisering te
voorkomen en te bestrijden;



de factoren die gewelddadige radicalisering, vooral onder jongeren,
kunnen teweegbrengen of beïnvloeden; 

de overtuigingen, de ideologie en het discours van gewelddadige
radicalen; en

rekrutering en mobilisatie voor de islamitische militante beweging in
Europa.

Uitgaande van de punten die aan de orde zijn gesteld in de vragenlijst
van de Commissie over "maatregelen om gewelddadige radicalisering tegen
te gaan" uit juli 2007 en de antwoorden van de lidstaten, heeft de Raad
in juli 2008 conclusies aangenomen betreffende versterking van de
samenwerking en het uitwisselen van optimale praktijken bij de
bestrijding van radicalisering en rekrutering voor terrorisme. Het
voornaamste doel, zoals beschreven in de conclusies, is radicalisering
en rekrutering te voorkomen door de lidstaten meer en betere informatie
te laten verzamelen en delen, mee te werken aan gezamenlijke
initiatieven, optimale praktijken te delen, te onderzoeken of er een
methode kan worden bedacht om de doeltreffendheid van maatregelen ter
bestrijding van radicalisering en rekrutering te meten, en in de gehele
EU analyses en overheidsevaluaties betreffende radicalisering en
rekrutering te laten uitwisselen tussen ambtenaren met bevoegdheid op
deze gebieden.

Toonaangevende lidstaten

Er is ook verder gewerkt met betrekking tot de vijf grote projecten die
aan de orde zijn gesteld tijdens de eerste informele bijeenkomst in
maart 2008 van hoge ambtenaren die belast zijn met de coördinatie van
het nationale anti-terreurbeleid; aan deze werkzaamheden is achteraf nog
een aanvullend onderwerp toegevoegd. Behalve dat onder Duitse leiding
het gebruik van het internet wordt behandeld, zal het Verenigd
Koninkrijk de verbetering van de communicatiestrategie onder zijn hoede
nemen, vooral de "taal" die wordt gebruikt om terreur te rechtvaardigen.
Spanje neemt het onderdeel verbetering van de opleiding van religieuze
leiders voor zijn rekening. Nederland werkt aan de rol van de
plaatselijke overheden bij radicaliseringspreventie, Zweden is belast
met het hoofdstuk buurtpolitie en Denemarken houdt zich bezig met de
deradicalisering van jongeren.

Radicalisering in gevangenissen

Op 30 september en 1 oktober 2008 heeft het voorzitterschap een
seminarie over radicalisering en rekrutering in gevangenissen belegd.
Hiermee werd een trilateraal (Oostenrijk, Frankrijk en Duitsland), door
de Commissie gefinancierd project over radicalisering in gevangenissen
afgesloten; met rechtshandhaving en gevangenisbeveiliging vertrouwde
mensen uit de academische wereld en uit de praktijk in bijna alle
lidstaten wisselden er van gedachten met vertegenwoordigers van Europol
en de Commissie.

Naar aanleiding van het seminarie verscheen een handleiding optimale
praktijken, getiteld 'Violent radicalisation - recognition of and
responses to the phenomenon by professional groups concerned'. Het
betreft geen openbare publicatie, maar is bestemd voor de rechtstreeks
betrokkenen, meer bepaald voor hun opleiding. Aanbevolen wordt meer
aandacht te besteden aan de opleiding van gevangenispersoneel, de
plaatsing van bepaalde gedetineerden, de godsdienstpraktijk onder
gedetineerden, toegang en opleiding voor imams, toegang voor bezoekers,
toegankelijkheid van media en telefoon voor gedetineerden, en de
voorbereiding op en follow-up van de invrijheidstelling. 

"Check the web"

In het kader van het "check the web"-initiatief hebben al 24 lidstaten
hun accounts opengesteld op het door Europol beheerde informatieportaal
(36 contactpunten). Honderden websites zijn via het portaal
toegankelijk, er zijn koppelingen naar tal van extremistische
publicaties, en een groot aantal verklaringen van terreurorganisaties
zijn in het Engels vertaald. Tot dusver hebben acht lidstaten bijdragen
geleverd aan het portaal.

Verscheidene vergaderingen van "check the web"-deskundigen vonden plaats
bij Europol.

De tweede fase van het informatieportaal die bij Europol wordt gepland,
heeft ten doel het portaal te verbeteren door er een aantal nieuwe
capaciteiten aan toe te voegen zoals het opslaan van gerubriceerde
gegevens, bijvoorbeeld beoordelings- en evaluatieresultaten, en het
opslaan van video- en audiobestanden. Hierdoor zou ook het aantal
gebruikersaccounts kunnen worden uitgebreid.

CCTV

Het CCTV-initiatief, dat in 2007 werd genomen, werd in september 2008
voltooid met het eindverslag aan de Groep terrorisme. Het verslag
bestaat uit twee delen: de algemene conclusies en een bijlage met de
samenvatting van de antwoorden van de lidstaten. Hoofddoel van het
initiatief was optimale praktijken met betrekking tot het rechtskader en
de praktische toepassing van CCTV in de lidstaten te bepalen. Hiervoor
werd uitgegaan van de antwoorden die de lidstaten op twee vragenlijsten
over diverse aspecten van het gebruik van CCTV hebben verstrekt.

Alliantie der beschavingen

Eind september hebben de lidstaten overeenstemming bereikt over een
"licht" samenwerkingsverband met de Alliantie der beschavingen, op basis
van een briefwisseling, vergezeld van een actieplan voor de periode
2008-2010. Het actieplan draait om vijf aandachts- en
samenwerkingspunten:

a)	Mensenrechten en politieke hervorming

b)	Media en toegang tot informatie

c)	Interculturele dialoog en culturele diversiteit, met name
uitwisselingen en intermenselijke contacten

d)	Immigratie en integratie

e)	Rol van het maatschappelijk middenveld bij het voorkomen van
polarisatie en radicalisering

Zowel SG/HV Solana als Commissielid Ferrero-Waldner hebben op 24
september in New York de vergadering bijgewoond waar het actieplan werd
gepresenteerd. Alle 27 lidstaten en de Europese Commissie maken nu deel
uit van de Groep vrienden van de alliantie. De aandachtspunten van de
lidstaten en de partnerorganisaties werden voor het eerst besproken op 2
en 3 oktober in Parijs. Daar zou van gedachten worden gewisseld over
beleidsmaatregelen, projecten en initiatieven die bij het uitstippelen
van nationale strategieën in het kader van de alliantiedoelstellingen
uit die aandachtspunten zouden kunnen voortvloeien. 

Beschermen

De tweede doelstelling van de terreurbestrijdingsstrategie bestaat erin
burgers en infrastructuur te beschermen en ons minder kwetsbaar voor
aanslagen te maken, onder meer door grenzen, vervoermiddelen en kritieke
infrastructuur beter te beschermen.

Grensbeveiliging

In juni heeft de Raad een nieuw schema voor de toepassing van het
Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) goedgekeurd.
De overgang van SIS 1+ naar SIS II zou aanvankelijk in september 2009
plaatsvinden. Inmiddels zijn echter een aantal technische
toepassingsproblemen gerezen.

In juni heeft de Raad een besluit over de toepassing van het
Schengenacquis in Zwitserland goedgekeurd. Door dit besluit kunnen vanaf
9 juni 2008 reële SIS-gegevens aan Zwitserland worden overgedragen, en
kan Zwitserland vanaf 14 augustus 2008 gegevens in het SIS invoeren en
SIS-gegevens gebruiken. Doordat Zwitserland reële gegevens gebruikt,
zal de Raad kunnen nagaan of de bepalingen van het Schengenacquis met
betrekking tot het SIS correct worden toegepast. In september heeft een
evaluatie plaatsgevonden en eind 2008 moet de controle aan de
binnengrenzen met Zwitserland worden opgeheven.

Frankrijk heeft met betrekking tot SIS II een voorstel ingediend voor
een systeem om personen die verdacht worden van activiteiten in verband
met terrorisme of georganiseerde criminaliteit, met behulp van
SIS-signalering snel op te sporen. Aldus zouden de bevoegde nationale
instanties informatie kunnen verzamelen over personen die onder controle
staan in de zin van artikel 99 van de Schengenovereenkomst (artikel 36
van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de
instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem
van de tweede generatie (SIS II), voordat zij het grondgebied van de EU
betreden. De Raad zal naar verwacht tijdens de zitting van 27 november
2008 conclusies over dit voorstel aannemen. 

Om de grensbeveiliging te verbeteren heeft de Europese Commissie in
februari 2008 een mededeling "Voorbereiding van de volgende stappen in
het grensbeheer in de Europese Unie" ingediend, waarin voorstellen
worden gedaan voor nieuwe instrumenten die onlosmakelijk deel zouden
gaan uitmaken van het Europese grensbeheer. De mededeling bevat
voorstellen voor de invoering van een in- en uitreissysteem met behulp
waarvan de data waarop onderdanen van derde landen de Schengenruimte in-
en uitreizen, elektronisch kunnen worden geregistreerd; voorstellen voor
vereenvoudigde grensovergang voor bonafide reizigers door middel van
automatische grensovergangsfaciliteiten voor EU-burgers en bepaalde
categorieën onderdanen van derde landen; en parameters voor de
mogelijke invoering van een elektronisch systeem voor reisvergunningen
(ESTA). De Raad is voornemens om in juni ten vervolge op deze mededeling
conclusies aan te nemen. 

In oktober heeft de Raad het Europees Pact inzake immigratie en asiel
aangenomen, op grond waarvan Frontex operationeel zal worden versterkt.
Volgens het Europees Pact zal Frontex voorts de middelen krijgen om zijn
coördinatietaak in het beheer van de buitengrenzen volledig te
vervullen, crisissituaties het hoofd te bieden en, op verzoek van de
lidstaten, de nodige operaties uit te voeren. Op termijn kan de
instelling van een systeem van Europese grenswachters worden overwogen.

Bescherming van kritieke infrastructuur

In juni 2008 heeft de Raad een politiek akkoord bereikt over het
richtlijnvoorstel inzake de inventarisatie van en de aanmerking als
Europese Kritieke Infrastructuur en de beoordeling van de noodzaak de
bescherming van dergelijke infrastructuur te verbeteren met name met
betrekking tot twee prioritaire sectoren: vervoer en energie. Desgewenst
kunnen hieraan na drie jaar, bij de herziening van de richtlijn,
sectoren worden toegevoegd, met name de ict-sector. Inmiddels hebben de
Commissie en de lidstaten gezamenlijk een consensus bereikt over een
reeks richtsnoeren voor de tenuitvoerlegging van de richtlijn, met name
wat het aanduiden van de Europese kritieke infrastructuur betreft. Zodra
het Coreper akte van deze richtsnoeren heeft genomen, zal de Raad de
richtlijn formeel aannemen, waarschijnlijk vóór het einde van dit
jaar. 



Eind oktober heeft de Europese Commissie de invoering van een
alarmmechanisme voorgesteld met als doel de lidstaten te helpen om, ter
ondersteuning van de bescherming van kritieke infrastructuur, informatie
uit te wisselen over gedeelde dreigingen en zwakke punten, en over
passende maatregelen en strategieën om de risico's te beperken. Het
betreft een beveiligd informatiesysteem (het CIWIN), dat zal worden
bediend door de Commissie en ondergebracht bij het Gemeenschappelijk
Centrum voor Onderzoek in Ispra. De besprekingen over dit voorstel
zullen onder het Franse voorzitterschap beginnen. 

Beveiliging van explosieven

Zoals in het vorige voortgangsverslag te lezen stond, is in april
politieke overeenstemming bereikt over een actieplan van de EU om
explosieven beter te beveiligen. De toepassing van de prioritaire
maatregelen uit dat plan is door diverse actoren ter hand genomen. De
Commissie heeft een Permanent Comité precursoren opgericht, dat in 2008
al vier maal heeft vergaderd. Op 13 oktober hebben deskundigen het
protocol over het explosievenopruimingsnetwerk (EEODN) goedgekeurd, dat
nu operationeel is en wordt ondersteund door Europol. Europol heeft
tevens meegewerkt aan de invoering van het explosievenalarmsysteem en
van de Europese bommendatabase (EBDS). De Spaanse autoriteiten zijn met
financiële steun van de Commissie hun alarmsysteem aan het uitbreiden
tot alle 27 lidstaten. Ter beveiliging van de mobiele eenheden voor de
fabricage van explosieven is met ingang van 1 januari 2009 een wijziging
aangebracht in de Europese Overeenkomst betreffende het internationale
vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR). De nieuwe ADR is bij
Richtlijn 2008/68, die op 30 september werd aangenomen, in EU-recht
omgezet.

Meststoffen op basis van ammoniumnitraat zijn oneigenlijk gebruikt voor
het illegaal vervaardigen van explosieven. In een recent besluit van het
Europees Parlement en de Raad, dat deel zal gaan uitmaken van
Verordening (EG) nr. 1907/2006 inzake de registratie en beoordeling van
en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen
(REACH), wordt derhalve bepaald dat de toegang tot meststoffen die meer
dan 16 gewichtspercent stikstof in verhouding tot het ammoniumnitraat
bevatten, moet worden beperkt tot landbouwers en professionele
gebruikers. Om sociaal-economische redenen kunnen de lidstaten echter
een limiet tot maximum 20% voor hun grondgebied toepassen.

Beveiliging van het vervoer

De Commissie heeft op 1 oktober 2008 het derde verslag gepresenteerd
over de uitvoering van Verordening (EG) nr. 2320/2002 tot vaststelling
van gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de
burgerluchtvaart, voor de periode januari-december 2007. In deel I van
het verslag worden de in 2007 opgestelde inspectieverslagen van de
Commissie, alsook de follow-upacties, geanalyseerd. In deel II komen de
maatregelen aan bod die zijn getroffen om het proces tot uitvoering van
de voorschriften te rationaliseren, waarbij meer rekening wordt gehouden
met de behoeften van de passagiers en de sector. In de conclusies wordt
erkend dat er sinds 2002 aanzienlijke vorderingen met de beveiliging van
de luchtvaart zijn gemaakt. Tevens wordt erop gewezen dat het
toekomstige programma hierop zal voortbouwen met als doel de vluchten
binnen, vanuit en naar de Gemeenschap beter te beveiligen, de Europese
belangen te beschermen en het vertrouwen van het publiek in het
luchtvervoersysteem te handhaven. Dit moet leiden tot een volgende
belangrijke fase in de ontwikkeling van een alomvattende regeling voor
de beveiliging van het luchtvervoer, waarin ten volle rekening wordt
gehouden met de behoeften van de passagiers en de sector.

De Commissie heeft op 5 september 2008 aan de Raad en het Europees
Parlement een ontwerp-verordening (EG) van de Commissie ingediend tot
aanvulling van de gemeenschappelijke basisnormen voor de beveiliging van
de luchtvaart die zijn vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EG)
nr. 300/2008 van 11 maart 2008. Het Commissievoorstel is noodzakelijk om
de beveiliging van de luchtvaart in de EU op een niveau te brengen dat
conform de in de verordening opgelegde normen is. Methodes en
technologieën voor het opsporen van vloeibare explosieven moeten zo
spoedig mogelijk en uiterlijk op 29 april 2010 worden ingezet op
luchthavens overal in de EU, zodat passagiers onbeperkt onschadelijke
vloeistoffen kunnen meenemen. Indien het onmogelijk is om tijdig in de
gehele EU methodes en technologieën voor het opsporen van vloeibare
explosieven in te zetten, zal de Commissie de nodige aanvullingen
voorstellen op de categorieën producten die kunnen worden verboden.
Indien het gebruik van deze methodes en technologieën op bepaalde
luchthavens om objectieve redenen niet mogelijk is, zal de Commissie in
uitvoeringsmaatregelen nadere bepalingen vaststellen op grond waarvan
vloeistoffen kunnen worden meegenomen zonder dat daardoor de
beveiligingsnormen in het gedrang komen. De Raad en het Europees
Parlement hebben tot 5 december 2008 de tijd om te beslissen of zij al
dan niet bezwaar maken tegen de aanneming van bovengenoemde aanvullende
normen door de Commissie. 

Veiligheidsonderzoek

De derde Europese conferentie over veiligheidsonderzoek, met
vertegenwoordigers van de onderzoekswereld, het bedrijfsleven en de
Europese instellingen, vond plaats in september te Parijs. Zij had
voornamelijk ten doel de concrete implicaties van het
veiligheidsonderzoek voor de burger te demonstreren, en de mogelijkheden
die onderzoek en innovatie bieden te plaatsen tegenover de reële vraag
naar veiligheid en de markt. De conferentie vond plaats in het kader van
het Europees programma voor veiligheidsonderzoek, dat deel uitmaakt van
het zevende kaderprogramma op het gebied van onderzoek en ontwikkeling.

Ter gelegenheid van de conferentie heeft het Europees forum voor
veiligheidsonderzoek en -innovatie (ESRIF) zijn tussentijdse verslag
gepresenteerd. Het ESRIF is opgericht in 2007 en wil in 2009 met
middellange- en langetermijnprioriteiten voor het veiligheidsonderzoek
komen. Met name zou het de vooruitzichten tot 2030 in kaart moeten
brengen en, met oog voor de nationale onderzoeksactiviteiten, de
'innovatiedimensie' moeten ontwikkelen.

Vervolgen

De derde doelstelling van de Europese terrorismebestrijdingsstrategie is
terroristen over de EU-grenzen heen en mondiaal te achtervolgen en op te
sporen: hun plannen en communicatie te hinderen; ondersteunende
netwerken te verstoren; hen de toegang tot geld en materiaal voor het
plegen van aanslagen te ontnemen en hen voor de rechter te brengen.

Operationele samenwerking

De EU zal met haar antwoord op dreigingen het meeste resultaat boeken
als de instellingen en de lidstaten beter gaan samenwerken aan reële,
concrete operationele projecten. Na de besprekingen tijdens de informele
zitting van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken in juli
2008, waar

het 'convergentiebeginsel' werd toegelicht, heeft het voorzitterschap
ontwerp-conclusies bij de Raad ingediend waarin gepoogd wordt dit
beginsel te definiëren en in te vullen. Daarin wordt de lidstaten
verzocht methoden te ontwikkelen ter verbetering van de operationele
samenwerking tussen hun wetshandhavingsdiensten, met dien verstande dat
deze samenwerking de partners praktisch voordeel oplevert en dat recht
wordt gedaan aan de juridische, operationele en andere eisen in de
lidstaten, en wel op de volgende gebieden: 

-	nauwere contacten tussen functionarissen

-	onderlinge aanpassing met betrekking tot materieel en praktijk

-	nauwere contacten via gezamenlijke acties

-	de onderlinge aanpassing van de rechtskaders.

De Raad heeft in oktober de door het voorzitterschap voorgestelde
richtsnoeren voor beste praktijken voor centra voor politiële en
douanesamenwerking goedgekeurd. De centra voor politiële- en
douanesamenwerking zijn een waardevol instrument voor de rechtstreekse
grensoverschrijdende samenwerking, gezien de recente en toekomstige
ontwikkelingen, vooral wat betreft informatie-uitwisseling.

Op het gebied van douanesamenwerking werd in september de gezamenlijke
operatie ATHENA uitgevoerd, tegen witwasactiviteiten in verband met
terreurfinanciering en andere illegale activiteiten. Er werd aan
deelgenomen door de douanes van 22 lidstaten, door vijf derde landen
(Algerije, Kroatië, Marokko, Noorwegen en Tunesië), OLAF, de
Commissie, de Werelddouaneorganisatie (WDO), Europol en Interpol. Ook de
financiële-inlichtingeneenheden (FIE's) waren bij de operatie
betrokken. De resultaten zullen in november worden gepresenteerd en
besproken. 

In juni heeft de Raad Besluit 2008/617/JBZ ter verbetering van de
samenwerking in crisissituaties tussen de speciale interventie-eenheden
van de lidstaten van de Europese Unie (het zogenoemde Atlasnetwerk)
aangenomen. Dit besluit omvat de algemene voorschriften en voorwaarden
voor bijstandverlening door, en/of een optreden van de speciale
interventie-eenheden van een lidstaat op het grondgebied van een andere
lidstaat wanneer deze eenheden hierom door laatstgenoemde lidstaat is
verzocht, en zij op dit verzoek zijn ingegaan teneinde het hoofd te
bieden aan een crisissituatie.

Cybercriminaliteit - cyberterrorisme

In het besef dat cybercriminaliteit in al haar vormen bestreden moet
worden, heeft het Franse voorzitterschap - ter goedkeuring in november -
een ontwerp van Raadsconclusies over een gemeenschappelijke
werkstrategie en concrete maatregelen voor de bestrijding van
cybercriminaliteit ingediend. Doel van deze strategie moet zijn nog
doeltreffender op te treden tegen de talrijke criminele activiteiten die
met behulp van elektronische netwerken worden begaan, aansporing tot het
plegen van terreurdaden en het goedpraten van terrorisme. Ook moet deze
strategie bijdragen aan de respons op specifieke dreigingen tegen de
elektronische netwerken (bijvoorbeeld grootschalige aanvallen op
informatiesystemen). 

Het voorzitterschap heeft tevens een project voorgesteld voor de
oprichting van een Europees platform voor het signaleren van inbreuken
op het internet. Deze structuur, die bij Europol zou worden
ondergebracht, zou signaleringen over strafbare feiten ontvangen van de
nationale platforms van de lidstaten van de Europese Unie. In oktober
heeft de Raad conclusies betreffende de oprichting van nationale
platformen en van een Europees platform voor het signaleren van
inbreuken op het internet aangenomen. 

Onderlinge aanpassing van het strafrecht van de lidstaten

Het Europees Parlement heeft in september advies uitgebracht over het
ontwerp-kaderbesluit tot wijziging van het kaderbesluit van 2002 inzake
terrorismebestrijding (2002/475/JBZ). Het ontwerp houdt met name in dat
ook het publiekelijk uitlokken van het plegen van een terroristisch
misdrijf, alsook werving en training voor terrorisme onder het
kaderbesluit zouden worden gebracht. Mits enkele nationale voorbehouden
worden ingetrokken, kan het kaderbesluit wellicht voor het jaareinde
worden aangenomen. 

Uitwisseling van gegevens

In juni is Besluit 2008/633/JBZ van de Raad aangenomen, over de toegang
tot het visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door aangewezen
autoriteiten van de lidstaten en door Europol, met het oog op het
voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en
andere ernstige strafbare feiten. 

Eveneens in juni aangenomen werd het Besluit inzake de intensivering van
de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding
van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit. Met dit besluit,
waarvan sommige onderdelen zijn gebaseerd op wezenlijke onderdelen van
het Verdrag van Prüm (oorspronkelijk in 2005 door zeven lidstaten
ondertekend), wordt beoogd de uitwisseling van informatie tussen de
autoriteiten die belast zijn met de preventie en opsporing ter zake van
strafbare feiten, te verbeteren. 

Het Commissievoorstel voor een kaderbesluit van de Raad over het gebruik
van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens) voor
wetshandhavingsdoeleinden is tijdens het Sloveense voorzitterschap
uitvoerig besproken en grondig herzien. Het Franse voorzitterschap heeft
de aanzet gegeven tot een diepgaande discussie over de belangrijkste
thema's uit dit voorstel, die zal uitmonden in een verslag dat eind
november ter goedkeuring aan de Raad wordt voorgelegd. De verplichting
om PNR-gegevens te verzamelen zou worden beperkt tot de passagiers op
vluchten van en naar derde landen. Een compromisvoorstel betreffende
intracommunautaire vluchten heeft in de Raadszitting van 24 oktober 2008
ruime steun gekregen. Het berust op het inzicht dat de PNR-gegevens voor
intracommunautaire vluchten pas na een kostenbatenevaluatie onder de
Europese regelgeving kunnen worden gebracht; in de preambule moet worden
vermeld dat bepaalde staten autonoom zulke gegevens laten verzamelen, en
dat hun ervaring nuttig zou kunnen zijn bij een evaluatie van het
Europese PNR-systeem; en in het dispositief moet worden bepaald dat het
Europese PNR-systeem op dit punt na een aantal jaren kan worden herzien.
Van doorreispassagiers, d.w.z. op vluchten met ten minste één sectie
buiten de Gemeenschap en een of meer binnen de EU, zouden de gegevens
door de vervoerder aan elk van de betrokken lidstaten worden meegedeeld.

In oktober is in de Raad een algemene oriëntatie tot stand gekomen
over het voorstel tot oprichting van het Europees
Strafregisterinformatiesysteem (ECRIS). Het ECRIS-besluit moet het met
name mogelijk maken om informatie langs elektronische weg door te geven,
en zal bepalen onder welke voorwaarden en in welk formaat dit moet
gebeuren. De lidstaten zullen dus hun strafregisters geheel zelfstandig
blijven beheren, maar dankzij een gemeenschappelijk formaat zal de
gegevensoverdracht vlotter verlopen. Er loopt een proefproject voor het
koppelen van de strafregisters van 14 lidstaten. De resultaten daarvan
zullen nuttig zijn voor de verdere werkzaamheden inzake geautomatiseerde
informatie-uitwisseling op Europees niveau.<0 

Europol

Nu er sinds april 2008 een politiek akkoord in de Raad bestaat over het
besluit om Europol tot een EU-instantie om te vormen, wordt verwacht dat
het besluit in november - onder één voorbehoud voor parlementaire
behandeling - formeel zal worden aangenomen. Met dit besluit wordt het
mandaat van Europol uitgebreid tot georganiseerde criminaliteit,
terrorisme en alle andere vormen van grensoverschrijdende zware
criminaliteit. Het wordt voor Europol hierdoor gemakkelijker om de
lidstaten te helpen bij grensoverschrijdende recherche.

Eurojust

In juli is in de Raad een algemene oriëntatie tot stand gekomen over
een ontwerp-besluit inzake het versterken van Eurojust,. en wel met de
volgende middelen: een gemeenschappelijk minimumpakket aan bevoegdheden
voor de nationale leden, een coördinatiemechanisme voor noodgevallen,
betere doorgifte van informatie aan Eurojust, een betere nationale
verankering van Eurojust, en versterking van de justitiële samenwerking
met derde landen, doordat Eurojust aldaar verbindingsmagistraten zou
kunnen detacheren. 



Europees justitieel netwerk

In juli is in de Raad een algemene oriëntatie tot stand gekomen over
een ontwerp-besluit inzake het Europees justitieel netwerk,. Het
Europees justitieel netwerk vergemakkelijkt het leggen van adequate
contacten tussen de contactpunten van de verschillende lidstaten, in het
bijzonder bij het optreden tegen zware criminaliteit. Dankzij de
contactpunten beschikken de Europese justitiële instanties constant
over fundamentele informatie aan de hand waarvan zij een
rechtshulpverzoek kunnen opstellen of de justitiële samenwerking in het
algemeen te kunnen verbeteren.

Wederzijdse erkenning

De Raad heeft een algemene oriëntatie bereikt over een ontwerp van
kaderbesluit ter versterking van de procedurele rechten van personen en
ter bevordering van de toepassing van het beginsel van wederzijdse
erkenning op beslissingen gegeven in afwezigheid van de betrokkene
(verstekvonnissen).

In juli heeft de Raad een kaderbesluit aangenomen betreffende de wijze
waarop bij een nieuwe strafrechtelijke procedure rekening wordt gehouden
met veroordelingen in andere lidstaten van de Europese Unie. Dit
kaderbesluit heeft ten doel de voorwaarden vast te stellen waaronder in
een strafrechtelijke procedure in een lidstaat tegen een persoon
rekening wordt gehouden met eerdere veroordelingen die in andere
lidstaten wegens andere feiten tegen de betrokkene zijn uitgesproken.

Financiering van terrorisme

De Raad heeft in juli de herziene strategie betreffende de financiering
van terrorisme goedgekeurd. De meeste maatregelen uit de oorspronkelijke
strategie, van december 2004, zijn immers uitgevoerd. De andere, ook die
waarvan de uitvoering al aan de gang is, zijn in de herziene strategie
opgenomen. De drie Uniepijlers werken actief aan de uitvoering mee. 

Volgens de herziene strategie moeten de bestaande maatregelen worden
verscherpt, en moet de bestaande regelgeving, in het bijzonder de
JBZ-wetgeving ter uitvoering van de 9 speciale aanbevelingen van de FATF
(wederzijdse rechtshulp, confiscatie, samenwerking tussen de
financiële-inlichtingeneenheden (FIE's) en informatie-uitwisseling en
samenwerking in verband met strafbare feiten van terroristische aard),
daadwerkelijk worden toegepast. Met name wordt aandacht geschonken aan
de interne en de internationale informatie-uitwisseling tussen de
verschillende instanties, ook in de privésector, die bij de strijd
tegen terreurfinanciering zijn betrokken. Voorts zouden meer gerichte
maatregelen tegen terreurfinanciering beter moeten worden getroffen,
uitgaande van een inlichtingengestuurde methode, zouden effectievere
technieken voor het bevriezen van vermogensbestanddelen moeten worden
toegepast, en zou nauwer met de VN en andere internationale instanties
moeten worden samengewerkt, om de internationale dimensie te versterken.

De EU-coördinator voor terrorismebestrijding zal in januari 2009
afzonderlijk rapporteren over de toepassing van de herziene strategie.

Op 3 september heeft het Hof van Justitie uitspraak gedaan in de
gevoegde zaken C-402/05 P en C‍‏-415/05 P, Kadi en Al Barakaat
International Foundation tegen de Raad en de Commissie. De klagers waren
in 2002 op grond van VNVR-resolutie 1267 op de Al Qaeda- en de
Taliban-lijst gezet. De EU-verordening houdende omzetting van de
VN-verplichting is door het Hof ten aanzien van beide klagers nietig
verklaard, omdat hun procedurele en hun fundamentele rechten onvoldoende
waren geëerbiedigd. Het Hof aanvaardde evenwel dat de bevriezing
misschien feitelijk gerechtvaardigd was, en bevestigde de rechtsgevolgen
jegens de klagers tot op de datum van 3 december 2008. De Raad hecht
groot belang aan de conclusie van het Hof dat het recht van verdediging
van de klagers kennelijk is geschonden, en tracht binnen een adequate
termijn de maatregelen te laten treffen die nodig zijn om aan het arrest
te voldoen.



Op 23 oktober 2008 heeft het Gerecht van eerste aanleg zich in zaak
T-256/07 uitgesproken over het beroep dat de Organisatie van
Volksmujahedeen van Iran (OMPI) had ingesteld tegen twee Raadsbesluiten
waarbij verzoekster was gehandhaafd op de afzonderlijke "autonome" lijst
van personen en entiteiten waarop specifieke beperkende maatregelen ter
bestrijding van het terrorisme van toepassing waren. Het Gerecht
bevestigde Raadsbesluit 2007/445/EG van 28 juni 2007, maar verklaarde
Raadsbesluit 2007/868/EG van 20 december 2007 nietig. Het oordeelde dat
de nieuwe procedure die de Raad na de eerste OMPI-uitspraak, d.d. 12
december 2006 (zaak T-228/02), had vastgesteld, voldeed aan de
voorwaarde dat het recht van verdediging van de personen en entiteiten
op de autonome lijst moest worden geëerbiedigd. Ook vond het Gerecht
dat het Raadsbesluit van juni op redelijke gronden berustte. In het
besluit van december echter had de Raad volgens het Gerecht niet naar
behoren aangegeven op welke gronden de bevriezing van verzoeksters
tegoeden was gehandhaafd, en daarom werd het door het Gerecht nietig
verklaard. De OMPI blijft echter staan op de lijst die gebaseerd is op
een later Raadsbesluit, 2008/583/EG van 15 juli 2008, dat nu eveneens in
rechte wordt aangevochten.

Aanneming van rechtsinstrumenten op het gebied van politiële
samenwerking en het strafrecht

De formele aanneming van verscheidene wetgevingsteksten waarover de Raad
tot een algemene oriëntatie is gekomen (waaronder het kaderbesluit
betreffende het Europees bewijsverkrijgingsbevel, het kaderbesluit
betreffende de organisatie en de inhoud van uitwisselingen van gegevens
uit het strafregister tussen de lidstaten, het kaderbesluit over de
bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de
politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, en het herziene
kaderbesluit inzake terrorismebestrijding) is vertraagd, ofwel omdat er
nog voorbehouden voor behandeling door het parlement moeten worden
ingetrokken, ofwel omdat de procedure met het Europees Parlement nog
moet worden afgerond. 

Sitcen

SitCen is de Raad en de Commissie geregeld blijven voorzien van analyses
inzake ontwikkelingen met betrekking tot de terroristische dreiging. 

Reageren

De vierde prioriteit van de EU-terrorismebestrijdingsstrategie bestaat
erin ons in een geest van solidariteit voor te bereiden op het beheersen
en zoveel mogelijk beperken van de gevolgen van een terroristische
aanslag, door ons beter toe te rusten tot het aanpakken van de gevolgen,
het coördineren van de respons, en het voorzien in de behoeften van de
slachtoffers.

Regelingen inzake crisiscoördinatie

De derde oefening in het kader van de EU-regeling inzake coördinatie
bij crisis- en noodsituaties (CCAEX08) vond plaats van 22 tot en met 24
september 2008. Het thema was een klimaatramp (dubbele storm) die over
het hele Europese continent en in een derde land (Marokko) zeer grote
schade aanricht. Volgens het verslag van de hotwash-evaluatie is de EU
nu op kruissnelheid met de toepassing van de desbetreffende procedures.
De rol van steungroep, stuurgroep en Coreper in CCA-verband, alsmede de
verwachtingen te hunner aanzien (de politieke coördinatie), zullen
echter nog nader moeten worden omschreven. Evenals in 2007 zijn de
websites die de Commissie voor de gelegenheid had geopend - meer bepaald
de portaalsite Argus - en het feit dat deze toegankelijk waren op de
webpagina van de CCA, van groot nut gebleken om alle belangrijke actoren
tijdens de oefeningen een compleet beeld van de situatie te geven. In
het licht van deze positieve ervaring verdient het ten zeerste
aanbeveling om, wanneer er sprake is van alarmmodus of formele
crisismodus, de CCA-webpagina te voorzien van een permanente koppeling
naar de echte Argus-site van de Commissie.



Civiele bescherming

Na de aanneming in 2007 van het communautaire mechanisme voor civiele
bescherming (herschikking) en het financieringsinstrument voor civiele
bescherming hebben de Commissie en de lidstaten zich toegespitst op de
uitvoering van deze instrumenten. Tot op heden hebben 17 lidstaten in
totaal 79 modules en 6 ondersteuningsteams voor technische bijstand
(TAST) geregistreerd; hiermee worden alle modules bestreken, behalve
brandbestrijding met helikopters en noodonderdak. De modules zijn
opgenomen in de lopende activiteiten van de Commissie, bijvoorbeeld
oefeningen en algemene opleidingen. De Commissie heeft in maart 2008
haar mededeling "Versterking van het reactievermogen van de Unie bij
rampen" ingediend. Op basis daarvan heeft de Raad in juni 2008
conclusies aangenomen inzake de versterking van het reactievermogen van
de Unie - naar een geïntegreerde aanpak van rampenbeheersing, waarin
preventie, paraatheid en reactie aan bod komen. De Raad zal tijdens de
zitting van 27 november 2008 nagaan hoe het optreden van de Unie op
geïntegreerde wijze kan worden versterkt door middel van Europese
onderlinge bijstand op basis van civielebeschermingsmodules en andere
middelen, alsmede door een betere opleiding en samenwerking met andere
organisaties, met name de Verenigde Naties.

Wederzijdse evaluatie van nationale regelingen op het gebied van
terrorismebestrijding

De voorbereidende fase van de tweede ronde van de wederzijdse evaluatie
van nationale regelingen op het gebied van terrorismebestrijding, die
paraatheid en gevolgenbeheersing betreft, is afgerond; de bezoeken ter
plaatse zijn in mei 2008 begonnen. Tien bezoeken zouden in 2008
plaatsvinden, en de overige 17 in 2009. Aan deze evaluatie wordt
voornamelijk deelgenomen door politiële, veiligheids-, inlichtingen- en
burgerbeschermingsdiensten. De lidstaten tonen grote belangstelling voor
het initiatief en hebben dan ook actief meegewerkt aan de bezoeken en de
voorbereiding ervan. De deelname van de Commissie en Europol betekende
een meerwaarde voor de evaluatiebezoeken.

CBRN

Naar aanleiding van het groenboek van de Commissie over bioparaatheid
van juli 2007, heeft de Raad in december 2007 conclusies aangenomen over
de aanpak van chemische, biologische, radiologische en nucleaire
risico's (CBRN) en bioparaatheid, waarin de koers wordt uitgestippeld
voor 2008 en 2009 wat betreft de inspanningen om dreigingen en risico's
van CBRN te voorkomen en erop te reageren volgens een op alle gevaren
afgestemde aanpak, waarbij de dreiging die van terrorisme uitgaat, als
prioriteit wordt erkend. In juli 2008 heeft de Commissie een
samenvatting van de antwoorden op het groenboek over bioparaatheid
gepresenteerd. 

De Raad heeft in juni 2008 nota genomen van de geactualiseerde
inventaris van EU-instrumenten tegen chemische, biologische,
radiologische en nucleaire risico's ("de CBRN-inventaris").

In februari 2008 had de Commissie al een taakgroep CBRN ingesteld, die
de nodige expertise op dit gebied bijeen moest brengen. De taakgroep zal
de Commissie helpen bij het bepalen van een CBRN-beleid. De afgelopen
maanden hebben enkele deskundigenbijeenkomsten plaatsgevonden over de
preventie en opsporing van, en het reageren op, chemische, biologische,
radiologische en nucleaire dreigingen. De subgroep biologische dreiging
heeft haar werkzaamheden voltooid, terwijl het werk in de subgroepen
radiologische en nucleaire, respectievelijk chemische dreigingen, nog
aan de gang is. Voorts heeft de Commissie regionale workshops over het
combineren van veiligheid en gezondheid georganiseerd: over het bepalen
van optimale praktijken en aanbevelingen voor het reageren op
CBRN-incidenten en over de beveiliging van CBRN-stoffen. Vermelding in
dit verband verdient ook dat de Commissie in mei 2008 een samenvatting
heeft uitgebracht van de antwoorden op het groenboek over het gebruik
van opsporingstechnologie door wetshandhavings-, douane- en andere
veiligheidsdiensten. De Commissie zal in 2009 een voorstellenpakket
inzake CBRN presenteren, namelijk een horizontale mededeling,
actieplannen inzake bioparaatheid, inzake het beperken van het
radiologische en het nucleaire risico en inzake de chemische dreiging,
alsmede een document van de Commissiediensten over het combineren van
veiligheid en gezondheid.

Het voorzitterschap heeft eind oktober in Parijs een conferentie over
CBRN belegd, en zal, als bijdrage aan de Europese strijd tegen
radiologisch en nucleair terrorisme, een conferentie organiseren over
het opsporen van radiologische en nucleaire risico's, die in december
plaatsvindt.

De Raad wordt verzocht conclusies aan te nemen over de oprichting van
een CBRN-gegevensbank bij Europol.

Van 5 tot en met 7 november heeft het voorzitterschap, in samenwerking
met acht lidstaten en met de steun van de Commissie, een noodsituatie
van grote omvang gesimuleerd; het betreft een totaaloefening, "EU Terror
Attack - Var 2008", tegen terreuraanvallen met ontvlambaar materiaal,
chemicaliën, en radioactieve en biologische stoffen. 

Slachtoffers van terreur

In het kader van haar programma "strafrecht" voor 2007 blijft de
Commissie steun verlenen aan de slachtoffers van terreur, in de vorm van
toelagen uit haar budget van 1,8 miljoen euro. Daarnaast is men nu klaar
om de opdracht - ten belope van 200.000 euro - voor het helpen vormen
van een netwerk van verenigingen van terreurslachtoffers, dat in het
programma "Strafrecht" was aangekondigd, aan te besteden. Het netwerk
moet de transnationale samenwerking tussen de verenigingen van
terreurslachtoffers bevorderen en hun belangen op het niveau van de
Europese Unie helpen behartigen. Voorts moet het door bewustmaking de
solidariteit van de Europese burger met de slachtoffers van het
terrorisme stimuleren.

In het programma "Strafrecht" voor 2008 zijn de slachtoffers op gelijke
voet gesteld met de slachtoffers van andere misdrijven. De begroting is
daarom opgetrokken, en voor de medefinanciering van projecten voor steun
aan de slachtoffers van terreur is nu 2,2 miljoen euro beschikbaar.

Internationale samenwerking

De EU en de lidstaten blijven, via internationale organisaties en hun
beleidsdialoog met derde landen, op actieve wijze terreurpreventie in de
hand werken.

Internationale organisaties

Conform haar algemene doel, te ijveren voor een zo breed mogelijke
multilaterale samenwerking, legt de EU bijzondere nadruk op de rol van
de Verenigde Naties, en heeft zij dit jaar actief meegewerkt aan de
eerste tweejaarlijkse evaluatie van de terrorismebestrijdingsstrategie
van de VN, die op 5 september 2008 werd besloten met de aanneming bij
consensus van resolutie 62/272 van de Algemene Vergadering. De EU heeft
verdere diplomatieke demarches ondernomen met het oog op een
internationale consensus inzake een alomvattend verdrag over
internationaal terrorisme. Met het uitvoerend directoraat voor
terrorismebestrijding van de VN (CTED) werden bijzonder nauwe contacten
onderhouden over de follow-up van VNVR-resolutie 1373 (2001). De
uitvoerend directeur van het CTED heeft herhaalde malen vergaderd met de
CTC van de EU, met COTER en met de Commissie; overeengekomen is
regelmatig van gedachten te wisselen over terreurbestrijding. 

De EU blijft met andere internationale en regionale organisaties zoeken
naar synergie en een complementaire aanpak. In die zin zijn er contacten
geweest met de NAVO en de Afrikaanse Unie.

Technische bijstand

De EU blijft een groot aantal landen technisch helpen hun
terreurbestrijdingscapaciteit te vergroten. Op het gebied van
terreurbestrijding is heel wat geïnvesteerd in de ontwikkeling van
speciale samenwerkings- en hulpprogramma's ten aanzien van Marokko en
Algerije, tot dusver met wisselend succes. De EU heeft haar trojka met
deze twee landen laten vergaderen om de samenwerking tot dusverre te
beoordelen en om over een eventuele volgende fase van gedachten te
wisselen. 

De Commissie overweegt om een bedrag toe te wijzen uit het
stabiliteitsinstrument 2009-11, dat aldus voor het eerst expliciet zou
worden aangewend voor terreurbestrijdingsprojecten. Het programma zou
uit drie grote delen bestaan: steun voor de
terrorismebestrijdingsstrategie van de VN, steun voor terreurbestrijding
in de Sahel, en in Pakistan / Afghanistan. De definitieve beslissingen
zullen begin 2009 vallen. 

Een trojkavergadering met Rusland op 23 september heeft de bevestiging
gegeven van een belangrijke eensgezindheid op een aantal punten. Een
reeks minder formele contacten heeft plaatsgevonden, waaronder met
Canada; de voor 23 september geplande trojkavergadering met dit land
ging niet door.

Westelijke Balkan

De Raad heeft in juni nota genomen van het tweede verslag betreffende de
stand van de uitvoering door de lidstaten en de organen van de EU van de
actiegerichte nota inzake verbeterde samenwerking betreffende
georganiseerde criminaliteit, corruptie, illegale immigratie en
terrorismebestrijding tussen de EU, de Westelijke Balkan en de
betreffende landen van het Europees nabuurschapsbeleid. 

Voorts heeft de Raad in juli conclusies aangenomen over samenwerking met
de landen van de Westelijke Balkan in de strijd tegen georganiseerde
misdaad en terrorisme. Daarin worden de prioriteiten bepaald voor het
opvoeren van de samenwerking in EU-verband en op nationaal niveau ter
voorkoming van terrorisme, radicalisering en werving, en van zware
misdrijven die verband houden met de Westelijke Balkan.

Tijdens het Sloveense voorzitterschap, in de eerste helft van 2008, werd
een project gelanceerd betreffende het doorgeven van optimale praktijken
die de EU had gepuurd uit de eerste ronde van de wederzijdse evaluatie
van nationale structuren en wetgeving voor terreurbestrijding. Tijdens
het Franse voorzitterschap werd de voorbereiding voortgezet, en voor de
komende Tsjechische ambtstermijn staan bezoeken aan de landen van de
Westelijke Balkan op de agenda. Het project, dat door de Groep
terrorisme wordt gecoördineerd, moet deze landen vertrouwd gaan maken
met de terreurbestrijdingsstructuren en -praktijk van de EU.

Mensenrechten en terrorisme

Tijdens haar bilaterale en multilaterale dialoog heeft de EU steeds
benadrukt dat bij de bestrijding van terrorisme de rechtsstaat en de
mensenrechten steeds volledig in acht moeten worden genomen. Op 17
december 2008 is nu een studiebijeenkomst met Israël belegd, waar meer
bepaald de dilemma's zullen worden besproken die dit voor een democratie
inhoudt.

In het kader van het Europees-mediterraan partnerschap hebben de
Europese Commissie en het Tsjechisch ministerie van Buitenlandse Zaken
op 16 en 17 juni 2008 in Praag een seminar georganiseerd over het thema
zorgen voor eerbiediging van de mensenrechten bij de bestrijding van
terrorisme, overeenkomstig het internationaal recht. 

De EU is een diepgaande dialoog blijven voeren met de juridisch adviseur
van het ministerie van Buitenlandse Zaken van de VS over internationaal
recht en diverse aspecten van de inspanningen op het gebied van
terrorismebestrijding. De dialoog helpt om beter te begrijpen hoe
terrorisme wordt bestreden met eerbiediging van de rechtsstaat en het
internationaal recht, ook wat de mensenrechten betreft. Hij stelt de EU
in de gelegenheid een aantal specifieke vragen omtrent bepaalde
praktijken en beleidsmaatregelen van de VS met betrekking tot
terreurbestrijding aan de orde te stellen, en haar bezorgdheid te uiten.
De laatste zitting van de dialoog vindt plaats op 29 oktober in New York


EVDB

Het Europees Defensieagentschap (EDA) is zeer actief gebleven op
verschillende terreinen die in hoge mate kunnen bijdragen tot het
voorkomen van terreuraanvallen en tot een beter gerichte en voorbereide
gevolgenbeheersing.

Activiteiten inzake CBRN-verdediging omvatten het detecteren,
identificeren en monitoren (DIM) van CBRN-risico's, alsook het opruimen
van CBRN-explosieven, waarbij de meeste aandacht uitgaat naar
biologische DIM-apparatuur en het opleiden van personeel voor het
opruimen van CBRN-explosieven.

Op het gebied van de bestrijding van geïmproviseerde explosieven (IED)
werkt het EDA aan een concept voor EVDB-operaties, voor onderzoek naar
IED en voor het bestuderen van incidenten. Het EDA blijft zich tevens
beraden op andere werkzaamheden waaraan de deelnemende lidstaten
eventueel wensen deel te nemen. Het EDA biedt advies en bijstand aan
andere EU-agentschappen betreffende IED's en de wijze waarop deze moeten
worden aangepakt. 

 

Een project inzake een netwerk voor maritieme surveillance heeft ten
doel alle aan zee grenzende EU-landen meer bewust te maken van het
maritieme aspect en er aldus toe bij te dragen dat terroristische
indringing en terreuraanvallen vanaf zee worden voorkomen, en is tevens
gericht op het ondersteunen van EVDB-operaties in het buitenland.

 

Een recent initiatief ter bestrijding van draagbare
luchtverdedigingssystemen (C-ManPad) moet beschermende maatregelen voor
militaire operaties opleveren. Het initiatief kan daarnaast ook gebruikt
worden bij de bescherming van burgerluchthavens en burgervliegtuigen
tegen terroristische acties op het grondgebied van de EU. 

 

De EDA-werkzaamheden op het gebied van inlichtingen kunnen worden gezien
als een aanvulling op de civiele inspanningen om de veiligheid in heel
Europa te verhogen.

Het agentschap: 

- biedt momenteel een opleidingsprogramma voor analisten aan dat moet
voorzien in (i) cultureel inzicht in specifieke gebieden van belang
(opleiding betreffende inzicht in de omstandigheden van een missie door
middel van inlichtingen - IUME), (ii) vaardigheden om gegevens te
verzamelen op het gebied van open bronnen (OSINT-opleiding) en (iii)
vermogen om de verkregen informatie te interpreteren en te beoordelen
(opleiding inzake inlichtingenanalyse); 

- ontplooit, in samenwerking met de EU-Commissie via het zevende
kaderprogramma, een initiatief om instrumenten voor het verzamelen en
verwerken van inlichtingen uit open bronnen te verbeteren. Doel ervan is
op middellange termijn een instrument van de volgende generatie te
ontwikkelen dat voorziet in alle noodzakelijke functies voor het gehele
proces van inlichtingenproductie. Het project zal in 2009 van start gaan
en moet in 2012 tot resultaten leiden.

Nadat de mededeling van de Commissie "De internationale uitdaging van
nucleaire veiligheid en nucleaire beveiliging" uitvoerig was besproken,
werd in oktober 2008 een akkoord bereikt over de beginselen op het
gebied van nucleaire veiligheid waardoor de Gemeenschap zich tegenover
derde landen zal laten leiden, en over de criteria voor het verlenen van
assistentie ter zake. Deze assistentie zou kunnen bijdragen aan de
preventie tegen radiologische en nucleaire dreigingen.

Er is verder gewerkt aan het koppelen van de interne en de externe
aspecten van de veiligheid in verband met EVDB-missies. Het
Raadssecretariaat en Europol hebben een akkoord ondertekend op grond
waarvan evaluaties betreffende criminele activiteiten kunnen worden
uitgewisseld; het zou moeten worden uitgebreid tot gegevensuitwisseling
met betrekking tot verdachten.

In november zal de Raad Algemene Zaken, uitgebreid met de ministers van
Defensie, zich beraden over voorstellen voor een beter geïntegreerd
systeem van maritieme surveillance.

_________________

	De meest recente versie van het actieplan inzake terrorismebestrijding
staat in doc. 7233/1/07 REV 1.

	Vorig verslag in doc. 9416/1/08.

	Doc. 14469/4/05 REV 4.

	Laatste versie doc. 15443/07.

	Doc. 14293/2/08 RESTREINT UE en 14294/08.

 	Doc. 9140/08.

	Doc. 14356/2/08.

	Doc. 9873/08.

	Doc. 13440/08.

	Doc. 10934/08.

	Doc. 13717/08.

	Doc. 14069/08.

	Doc. 13815/08.

	PB L 210, blz. 73.

	Doc. 13567/08.

	Doc. 14071/08.

	PB L 218, blz. 129

	PB L 210, blz. 1 en 12.

	Doc. 14230/08.

	Doc. 8706/3/08.

	Doc. 11769/08.

	Doc. 11703/1/08.

	Doc. 9675/07.

	Doc. 11778/1/08.

	Doc. 16089/04.

	Doc. 13589/08.

	Doc. 11163/1/07.

	Doc. 5215/07.

	Doc. 7562/08.

	Doc. 10128/08.

	Doc. 11951/07.

	Doc. 16589/07.

	Doc. 12311/08 RESTREINT UE.

	Doc. 10382/08.

	Doc. 15170/08.

	Doc. 8827/1/08.

	Doc. 8529/1/08.

	Doc. 12046/3/08.

15912/08		gys/JEL/sd	  PAGE  1 

	CAB	 NL