[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

2v. 14914.08 COPEN 199 nl

Bijlage

Nummer: 2009D00486, datum: 2009-01-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag van de JBZ-Raad, 27 en 28 november 2008 (2009D00456)

Preview document (🔗 origineel)






RAAD VAN

DE EUROPESE UNIE

Brussel, 24 november 2008

(OR. en)





14914/08

  DOCVARIABLE "LWCons_CoteSec"    





COPEN 199

EUROJUST 87

EJN 65

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN

Betreft:	BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het Europees justitieel netwerk



BESLUIT 2008/…/JBZ VAN DE RAAD

van

betreffende het Europees justitieel netwerk

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op
artikel 31 en artikel 34, lid 2, onder c),

Gezien het initiatief van het Koninkrijk België, de Tsjechische
Republiek, de Republiek Estland, het Koninkrijk Spanje, de Franse
Republiek, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het
Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen,
de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek
en het Koninkrijk Zweden,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)	De Raad heeft bij Gemeenschappelijk Optreden 98/428/JBZ het Europees
justitieel netwerk opgezet, dat zijn nut bij het vergemakkelijken van de
justitiële samenwerking in strafzaken heeft bewezen.

(2)	Overeenkomstig artikel 6 van de Overeenkomst van 29 mei 2000
betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten
van de Europese Unie, vindt de wederzijdse rechtshulp plaats door
rechtstreekse contacten tussen de bevoegde justitiële autoriteiten.
Deze decentralisatie van de wederzijdse rechtshulp heeft inmiddels breed
ingang gevonden.

(3)	Het beginsel van wederzijdse erkenning van justitiële beslissingen
in strafzaken wordt geleidelijk toegepast. Het bevestigt niet alleen het
beginsel van rechtstreekse contacten tussen bevoegde justitiële
autoriteiten: het bespoedigt ook de procedures en verleent ze een
volledig justitieel karakter.

(4)	Het effect van deze wijzigingen in de justitiële samenwerking is
verder versterkt door de uitbreiding van de Europese Unie in 2004 en
2007. Door deze ontwikkeling is het Europees justitieel netwerk nog
noodzakelijker geworden dan het ten tijde van zijn oprichting was, en
daarom moet het worden versterkt.

(5)	De Raad heeft bij Besluit 2002/187/JBZ Eurojust opgericht, teneinde
de coördinatie en de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van
de lidstaten te verbeteren. In Besluit 2002/187/JBZ is bepaald dat
Eurojust bij voorrang betrekkingen met het Europees justitieel netwerk
onderhoudt, gebaseerd op overleg en complementariteit.

(6)	In de vijf jaar waarin Eurojust en het Europees justitieel netwerk
naast elkaar bestaan, is gebleken dat de twee structuren moeten worden
gehandhaafd en dat de relatie tussen beide moet worden verduidelijkt.

(7)	Aan niets in dit besluit mag een uitleg worden gegeven waardoor de
onafhankelijkheid die contactpunten uit hoofde van het nationale recht
genieten, zou worden aangetast.

(8)	De justitiële samenwerking tussen de lidstaten moet worden
versterkt en daartoe moeten de contactpunten van het Europees justitieel
netwerk en Eurojust in staat worden gesteld om, telkens als dat nodig
is, rechtstreeks en doeltreffender te communiceren via een beveiligde
telecommunicatieverbinding.

(9)	Gemeenschappelijk optreden 98/428/JBZ moet bijgevolg worden
ingetrokken en worden vervangen door dit besluit,

BESLUIT:

Artikel 1

Oprichting

Het netwerk van justitiële contactpunten dat uit hoofde van
Gemeenschappelijk Optreden 98/428/JBZ tussen de lidstaten is opgezet
(hierna "het Europees justitieel netwerk" genoemd), zet zijn
werkzaamheden voort overeenkomstig het bepaalde in dit besluit.

Artikel 2

Samenstelling

1.	Het Europees justitieel netwerk wordt, rekening houdend met de
constitutionele voorschriften, de juridische tradities en de interne
structuur van elke lidstaat, samengesteld uit de centrale autoriteiten
die verantwoordelijk zijn voor de internationale justitiële
samenwerking en de justitiële autoriteiten of andere bevoegde
autoriteiten die in het kader van de internationale samenwerking
specifiek verantwoordelijk zijn.

2.	In elke lidstaat worden, met inachtneming van de nationale
voorschriften en de interne verdeling van bevoegdheden, een of meer
contactpunten opgericht en wordt ervoor gezorgd dat het gehele
grondgebied werkelijk wordt bestreken.

3.	Elke lidstaat wijst onder de contactpunten een nationale
correspondent voor het Europees justitieel netwerk aan.

4.	Elke lidstaat stelt een technisch correspondent voor het Europees
justitieel netwerk aan.

5.	Elke lidstaat zorgt ervoor dat zijn contactpunten taken in verband
met justitiële samenwerking in strafzaken vervullen en voldoende kennis
hebben van een andere taal van de Europese Unie dan de nationale taal,
aangezien elk contactpunt moet kunnen communiceren met de contactpunten
van andere lidstaten.

6.	De verbindingsmagistraat bedoeld in Gemeenschappelijk Optreden
96/277/JBZ van de Raad van 22 april 1996 inzake een kader voor de
uitwisseling van verbindingsmagistraten ter verbetering van de
justitiële samenwerking tussen de lidstaten van de Europese Unie wordt,
voor zover hij in een lidstaat is aangewezen en overeenkomstige taken
vervult als die welke in artikel 4 van dit besluit aan de contactpunten
zijn opgedragen, aan het Europees justitieel netwerk en aan de
beveiligde communicatieverbinding overeenkomstig artikel 9 van dit
besluit toegevoegd door de lidstaat die hem uitzendt, overeenkomstig de
door die lidstaat vast te stellen voorwaarden.

7.	De Commissie wijst een contactpunt aan voor de gebieden die onder
haar bevoegdheid vallen.

8.	Het Europees justitieel netwerk beschikt over een secretariaat dat
verantwoordelijk is voor het beheer van het netwerk.

Artikel 3

Werking van het netwerk

Het Europees justitieel netwerk heeft in het bijzonder de volgende drie
taken:

a)	het vergemakkelijkt het leggen van adequate contacten tussen de
contactpunten van de verschillende lidstaten, om de in artikel 4
omschreven taken te vervullen;

b)	het organiseert periodieke vergaderingen van de vertegenwoordigers
van de lidstaten, zoals bepaald in de artikelen 5 en 6;

c)	het verschaft continu een aantal bijgewerkte basisgegevens, in het
bijzonder via een adequate telecommunicatieverbinding, zoals bepaald in
de artikelen 7, 8 en 9.

Artikel 4

Taken van de contactpunten

1.	De contactpunten zijn actieve bemiddelaars die de justitiële
samenwerking tussen de lidstaten moeten vergemakkelijken, in het
bijzonder bij het optreden tegen vormen van ernstige criminaliteit. Zij
staan ter beschikking van de plaatselijke justitiële autoriteiten en
andere bevoegde autoriteiten van hun lidstaat, van de contactpunten van
de andere lidstaten en de plaatselijke justitiële autoriteiten en
andere bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten, opdat deze de
meest geschikte rechtstreekse contacten kunnen leggen.

Zo nodig kunnen zij zich op basis van afspraken tussen de betrokken
administraties verplaatsen om de contactpunten van de andere lidstaten
te ontmoeten.

2.	De contactpunten verstrekken de juridische en praktische gegevens die
voor de plaatselijke justitiële autoriteiten van hun lidstaat, de
contactpunten van de andere lidstaten en de plaatselijke justitiële
autoriteiten van de andere lidstaten noodzakelijk zijn om op
doeltreffende wijze een verzoek om justitiële samenwerking op te
stellen of om de justitiële samenwerking in het algemeen te verbeteren.

3.	Op hun respectieve niveaus zijn de contactpunten, waar nodig in
samenwerking met het Europees netwerk voor justitiële opleiding,
betrokken bij opleidingssessies betreffende justitiële samenwerking ten
behoeve van de bevoegde autoriteiten van hun lidstaat, en zij bevorderen
de organisatie daarvan.

4.	Naast zijn taken als contactpunt bedoeld in de leden 1 tot en met 3
neemt de nationale correspondent met name de volgende taken op zich:

a)	hij is in zijn lidstaat verantwoordelijk voor aangelegenheden in
verband met de interne werking van het netwerk, waaronder de
coördinatie van verzoeken om inlichtingen en van de door de nationale
bevoegde autoriteiten verstrekte antwoorden;

b)	hij is de hoofdverantwoordelijke voor de contacten met het
secretariaat van het Europees Justitieel netwerk en neemt onder meer
deel aan de in artikel 6 bedoelde vergaderingen;

c)	hij geeft desgevraagd advies over de aanwijzing van nieuwe
contactpunten.

5.	De technisch correspondent van het Europees justitieel netwerk,
- en dat kan ook een in de leden 1 tot en met 4 bedoeld contactpunt
zijn -, zorgt ervoor dat de in artikel 7 bedoelde informatie met
betrekking tot zijn lidstaat wordt verstrekt en wordt bijgewerkt
overeenkomstig artikel 8.

Artikel 5

Doel en plaats van de plenaire vergaderingen van de contactpunten

1.	De plenaire vergaderingen van het Europees justitieel netwerk,
waarvoor ten minste drie contactpunten per lidstaat worden uitgenodigd,
hebben ten doel:

a)	ervoor te zorgen dat de contactpunten elkaar leren kennen en
ervaringen uitwisselen, vooral wat betreft de werking van het netwerk;

b)	een discussieforum te zijn voor praktische en juridische problemen
van de lidstaten in het kader van de justitiële samenwerking, in het
bijzonder met betrekking tot de uitvoering van de in het kader van de
Europese Unie vastgestelde instrumenten.

2.	De in het Europees justitieel netwerk op dit gebied opgedane ervaring
wordt doorgegeven aan de Raad en de Commissie, als uitgangspunt voor
besprekingen over eventuele wijzigingen in de regelgeving en praktische
verbeteringen op het gebied van de internationale justitiële
samenwerking.

3.	De in lid 1 bedoelde vergaderingen worden op gezette tijden en ten
minste driemaal per jaar georganiseerd. Eenmaal per jaar kan de
vergadering plaatsvinden in Brussel, ten kantore van de Raad of ten
kantore van Eurojust in Den Haag. Twee contactpunten per lidstaat worden
uitgenodigd voor de vergaderingen die ten kantore van de Raad en
Eurojust plaatsvinden.

Andere vergaderingen kunnen in de lidstaten gehouden worden, om de
contactpunten van alle lidstaten in de gelegenheid te stellen andere
autoriteiten van de gastlidstaat dan de contactpunten te ontmoeten en
een bezoek te brengen aan specifieke organen van die lidstaat die
verantwoordelijk zijn voor de internationale justitiële samenwerking of
de bestrijding van bepaalde vormen van ernstige criminaliteit. De
contactpunten nemen op eigen kosten deel aan deze vergaderingen.

Artikel 6

Vergaderingen van de correspondenten

1.	De nationale correspondenten van het Europees justitieel netwerk
komen ten minste eenmaal per jaar op ad-hoc basis bijeen, en naar gelang
van de door de leden geconstateerde behoefte, op uitnodiging van de
nationale correspondent van de lidstaat die het voorzitterschap van de
Raad waarneemt; deze houdt tevens rekening met de wensen van de
lidstaten inzake bijeenroeping van de correspondenten. Tijdens deze
vergaderingen worden met name administratieve kwesties in verband met
het netwerk besproken.

2.	De technische correspondenten van het Europees justitieel netwerk
komen ten minste eenmaal per jaar op ad-hoc basis bijeen, en naar gelang
van de door de leden geconstateerde behoefte, op uitnodiging van de
technische correspondent van het Europees justitieel netwerk van de
lidstaat die het voorzitterschap van de Raad waarneemt. In die
vergaderingen worden de in artikel 4, lid 5, bedoelde kwesties
besproken.

Artikel 7

Inhoud van de binnen het Europees

justitieel netwerk verspreide gegevens

Het secretariaat van het Europees justitieel netwerk stelt de volgende
informatie ter beschikking van de contactpunten en de bevoegde
justitiële autoriteiten:

a)	de volledige gegevens van de contactpunten in elke lidstaat, onder
vermelding, waar nodig, van hun nationale bevoegdheden;

b)	een IT-instrument waarmee de verzoekende of uitvaardigende autoriteit
van een lidstaat de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat kan
identificeren die haar verzoek om en beslissingen aangaande justitiële
samenwerking, inclusief aangaande instrumenten waarmee het beginsel van
wederzijdse erkenning in praktijk wordt gebracht, in ontvangst moet
nemen en moet uitvoeren;

c)	beknopte juridische en praktische informatie over de gerechtelijke
stelsels en procedures van de lidstaten;

d)	de teksten van de toepasselijke rechtsinstrumenten en, voor wat
betreft de vigerende overeenkomsten, de tekst van de verklaringen en
voorbehouden.

Artikel 8

Actualisering van de informatie

1.	De in het kader van het Europees justitieel netwerk verspreide
gegevens moeten voortdurend bijgewerkt worden.

2.	Elke lidstaat moet zelf nagaan of de gegevens in het systeem juist
zijn en het secretariaat van het Europees justitieel netwerk op de
hoogte stellen als gegevens betreffende een van de vier in artikel 7
genoemde punten gewijzigd moeten worden.

Artikel 9

Telecommunicatie-instrumenten

1.	Het secretariaat van het Europees justitieel netwerk zorgt ervoor dat
de uit hoofde van artikel 7 verstrekte informatie beschikbaar wordt
gesteld op een website die voortdurend wordt bijgewerkt

2.	De beveiligde telecommunicatieverbinding wordt opgezet voor de
operationele werkzaamheden van de contactpunten van het Europees
justitieel netwerk. Het opzetten van de beveiligde
telecommunicatieverbinding komt ten laste van de algemene begroting van
de Europese Unie.

Het opzetten van de beveiligde telecommunicatieverbinding maakt de
stroom van gegevens en van verzoeken om justitiële samenwerking tussen
de lidstaten mogelijk.

3.	De nationale correspondenten voor Eurojust, de nationale
correspondenten voor Eurojust inzake terrorisme, de nationale leden van
Eurojust en de door Eurojust aangewezen verbindingsmagistraten kunnen de
in lid 2 bedoelde beveiligde communicatieverbinding ook gebruiken voor
hun operationele werkzaamheden. De verbinding kan worden gekoppeld aan
het in artikel 16 van Besluit 2002/187/JBZ betreffende Eurojust
bedoelde dossierbeheerssysteem (Case Management-Systeem).

4.	De rechtstreekse contacten tussen de bevoegde justitiële
autoriteiten, als bepaald in de instrumenten inzake justitiële
samenwerking, zoals artikel 6 van de Overeenkomst van 29 mei 2000
betreffende de wederzijdse hulp in strafzaken tussen de lidstaten van de
Europese Unie, worden door dit artikel geheel onverlet gelaten.

Artikel 10

Betrekkingen tussen het Europees justitieel netwerk en Eurojust

Het Europees justitieel netwerk en Eurojust onderhouden bevoorrechte
betrekkingen, die gebaseerd zijn op overleg en complementariteit, met
name tussen de contactpunten van een lidstaat, het nationale lid van
Eurojust van dezelfde lidstaat en de nationale correspondenten voor het
Europees justitieel netwerk en Eurojust. Ten behoeve van een efficiënte
samenwerking worden de volgende maatregelen genomen:

a)	Het Europees justitieel netwerk stelt de in artikel 7 vermelde
gecentraliseerde informatie, alsmede de krachtens artikel 9 opgezette
beveiligde telecommunicatieverbinding ter beschikking van Eurojust.

b)	De contactpunten van het Europees justitieel netwerk brengen hun
nationaal lid per geval op de hoogte van alle zaken die in hun ogen
beter door Eurojust kunnen worden behandeld.

c)	De nationale leden van Eurojust kunnen, op uitnodiging van het
Europees justitieel netwerk, deelnemen aan de bijeenkomsten van het
Europees justitieel netwerk.

Artikel 11

Begrotingsmiddelen

Om Eurojust in staat te stellen zijn taken uit te voeren bevat de
begroting van Eurojust een specifiek onderdeel betreffende de
werkzaamheden van het secretariaat van het Europees justitieel netwerk.

Artikel 12

Territoriaal toepassingsgebied

Het Verenigd Koninkrijk stelt de voorzitter van de Raad er schriftelijk
van in kennis indien het dit besluit op de Kanaaleilanden en op het
eiland Man wenst toe te passen. De Raad neemt een besluit ten aanzien
van dit verzoek.

Artikel 13

Evaluatie van de werking

van het Europees justitieel netwerk

1.	Elke twee jaar vanaf … brengt het Europees justitieel netwerk
aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie verslag uit over
zijn activiteiten en beheer.

2.	Het Europees justitieel netwerk kan in het in lid 1 bedoelde verslag
ook wijzen op problemen in verband met het strafrechtelijk beleid in de
Europese Unie die naar aanleiding van de activiteiten van het EJN aan
het licht gekomen zijn en kan ook voorstellen doen ter verbetering van
de justitiële samenwerking in strafzaken.

3.	Het Europees justitieel netwerk kan ook verslagen of andere
informatie over de werking ervan indienen waar de Raad heeft gevraagd.

4.	De Raad evalueert om de vier jaar vanaf …( de werking van het
Europees justitieel netwerk op basis van een door de Commissie in
samenwerking met het Europees justitieel netwerk opgesteld verslag.

Artikel 14

Intrekking van Gemeenschappelijk Optreden 98/428/JBZ

Gemeenschappelijk Optreden 98/428/JBZ wordt ingetrokken.

Artikel 15

Dit besluit wordt van kracht op de dag van zijn bekendmaking in het
Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 

	Voor de Raad

	De voorzitter

	Advies van 2 september 2008 (nog niet bekendgemaakt in het
Publicatieblad).

	PB L 191 van 7.7.1998, blz. 4.

	PB C 197 van 12.7.2000, blz. 3.

	PB L 63 van 6.3.2002, blz. 1.

	PB L 105 van 27.4.1996, blz. 1.

(	Datum waarop dit besluit van kracht wordt.

14914/08		CS/lg	

	DG H 2 B		NL

14914/08		CS/lg	  PAGE  \* MERGEFORMAT  15 

	DG H 2 B		NL