A18 15569.08 ENFOPOL 224 nl
Bijlage
Nummer: 2009D00493, datum: 2009-01-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Verslag van de JBZ-Raad, 27 en 28 november 2008 (2009D00456)
Preview document (🔗 origineel)
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 november 2008 (19.11) (OR. en) 15569/08 ENFOPOL 224 CRIMORG 190 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper/de Raad Nr. vorig doc: 15236/08 CRIMORG 181 ENFOPOL 214 Betreft: Ontwerpconclusies van de Raad over een gemeenschappelijke werkstrategie en concrete maatregelen tegen cybercriminaliteit De Raad Justitie en Binnenlandse Zaken die op 24 en 25 juli 2008 plaatsvond was ingenomen met het idee van het voorzitterschap om een plan ter bestrijding van cybercriminaliteit in de EU op te stellen, dat het oprichten van nationale platformen en van een Europees platform voor het signaleren van inbreuken op het internet en het uitstippelen van een gemeenschappelijke werkstrategie en concrete maatregelen tegen cybercriminaliteit zou behelzen. Op 24 oktober 2008 heeft de Raad conclusies aangenomen betreffende de oprichting van nationale platformen en van een Europees platform voor het signaleren van inbreuken op het internet. Het voorzitterschap heeft een voorstel voor ontwerpconclusies van de Raad over een gemeenschappelijke werkstrategie en concrete maatregelen tegen cybercriminaliteit ingediend. Die ontwerp-conclusies zijn onlangs tijdens de vergadering van de Groep politiële samenwerking op 5 november 2008 besproken en door het Comité van artikel 36 op 5 november 2008 goedgekeurd. De ontwerp-conclusies zoals deze er na de besprekingen uitzien, staan in de bijlage. Het Comité van permanente vertegenwoordigers wordt verzocht overeenstemming te bereiken over de ontwerp-conclusies in de bijlage en deze ter goedkeuring aan de Raad voor te leggen. BIJLAGE Ontwerpconclusies van de Raad over een gemeenschappelijke werkstrategie en concrete maatregelen tegen cybercriminaliteit DE RAAD, WIJZENDE OP HET VOLGENDE: Eén van de doelstellingen van de Europese Unie is het stapsgewijs tot stand brengen van een ruimte van vrijheid en veiligheid en rechtvaardigheid middels gezamenlijk optreden van de lidstaten op het gebied van politiële en justitiële samenwerking; De Europeanen beschermen is één van de wezenlijk opdrachten van Europa. De Unie moet derhalve in staat zijn opkomende vormen van criminaliteit op te sporen en haar optreden bij te sturen opdat er snel een doeltreffende respons tot stand komt; Het aantal op internet vastgestelde inbreuken stijgt de laatste jaren voortdurend en de inbreuken worden steeds meer transnationaal, aangezien internet alle grenzen doet verdwijnen; De Europese Raad van Tampere van oktober 1999 heeft bepaald dat er voorrang dient te worden gegeven aan een strategie ter bestrijding van de georganiseerde criminaliteit en de cybercriminaliteit. Deze prioriteit is sedertdien bevestigd tijdens vele besprekingen in de Europese instellingen, en vooral in de mededeling van de Commissie van 22 mei 2007 aan het Europees Parlement, de Raad en het Comité van de Regio's, met als titel "Naar een algemeen beleid voor de bestrijding van cybercriminaliteit" en Kaderbesluit 2005/222/JBZ van de Raad van 24 februari 2005 over aanvallen op informatiesystemen , dat de Commissie in 2009 wil actualiseren; Uiterlijk op 15 september 2010 zal de Commissie een evaluatie voorleggen van de uitvoering van Richtlijn 2006/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 betreffende de bewaring van gegevens; De Commissie en de Raad van Europa hebben zich al ingezet om de partnerschappen tussen de overheid en de particuliere sector te versterken met het oog op de bestrijding van de cybercriminaliteit; De Commissie zal met een mededeling komen over de toekomstige prioriteiten op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht in Europa, waarin het volgende meerjarenprogramma (2010-2014) zal worden aangekondigd en waarin de strijd tegen cybercriminaliteit aan de orde zal komen; De Raad heeft de conclusies betreffende de oprichting van nationale instrumenten ten behoeve van een Europees platform voor het signaleren van inbreuken op het internet aangenomen en heeft daarmee uiting gegeven aan de wens om de samenwerking op rechtshandhavingsgebied te intensiveren door de rechtshandhavingsdiensten aanzienlijke en doeltreffende middelen ter beschikking te stellen; Tot slot lijkt het opstellen van een totaalplan tegen cybercriminaliteit de beste werkmethode op het niveau van de Unie om oplossingen te vinden voor alle vragen die zich op dit gebied voordoen of zich waarschijnlijk in de nabije toekomst zullen voordoen en om voor de follow-up van de uitvoering ervan te zorgen, DE RAAD: MEENT dat alle vormen van cybercriminaliteit moeten worden bestreden en verzoekt de lidstaten en de Commissie een gemeenschappelijke werkstrategie op te stellen, waarbij zij rekening dienen te houden met de inhoud van het Verdrag inzake de bestrijding van strafbare feiten verbonden met elektronische netwerken van de Raad van Europa. Doel van deze strategie moet zijn, middelen te bieden om nog doeltreffender op te treden tegen de talrijke criminele activiteiten die met behulp van elektronische netwerken worden begaan. Deze nemen onrustbarende vormen aan zoals kinderpornografie, allerlei vormen van seksueel geweld alsmede terreurdaden - zoals omschreven in Kaderbesluit 2002/475/JBZ van 13 juni 2002. Ook moet deze strategie bijdragen aan de respons op specifieke dreigingen tegen de elektronische netwerken (grootschalige aanvallen op informatiesystemen). Tot slot moet in de strategie worden gesproken over de middelen om de traditionele via internet gepleegde criminele activiteiten te bestrijden, zoals fraude met identiteit, diefstal van identiteit, frauduleuze verkoop, financiële inbreuken, illegale handel op internet, vooral drugs- en wapenhandel. 2) IS VAN MENING dat moet worden gezocht naar een doeltreffende reactie op al deze dreigingen in verband met de elektronische netwerken, en wel via horizontale maatregelen zoals: het versterken van het partnerschap van de overheid en de particuliere sector met als doel het gezamenlijk opstellen van methodes voor de opsporing en de preventie van schade ten gevolge van criminele activiteiten en voor het doorgeven, aan de rechtshandhavingsdiensten, van belangrijke informatie over de frequentie van de misdrijven door de bedrijven die daarvan het slachtoffer zijn. In het bijzonder wordt de Commissie aangeraden werk te maken van de nadere invulling van de richtsnoeren die zijn aangenomen door de Conferentie over de wereldwijde samenwerking tegen cybercriminaliteit, die op 1 en 2 april 2008 is gehouden onder auspiciën van de Raad van Europa, en waarmee wordt beoogd het partnerschap van overheid en particuliere sector te verbeteren in het kader van de bestrijding van de cybercriminaliteit. In dit verband neemt de Raad kennis van de aanbevelingen die zijn gedaan ter afsluiting van de vergadering van deskundigen die de Commissie op 25 en 26 september van dit jaar had georganiseerd (zie bijlage); het verbeteren van de kennis en de opleiding onder de mensen die in Europa zijn betrokken bij de bestrijding van de cybercriminaliteit. Het is met name gewenst dat er een netwerk wordt opgezet van hoofden van de politiediensten die de cybercriminaliteit bestrijden. Daarmee zou namelijk een aanvulling worden geboden op de werkzaamheden van de ter zake actieve deskundigengroepen, waarbij niet alleen rekening zal worden gehouden met de toekomstige risico's, maar ook met de procedures voor een snelle reactie bij ernstige incidenten, op een wijze die vergelijkbaar is met die van de onder auspiciën van Europol ingestelde groep, of de door de Commissie ingestelde Gemeenschappelijke Centra voor Onderzoek; het versterken van de technische en internationale samenwerking met de derde landen, die steeds vaker te maken krijgen met deze criminele plaag, en het opvoeren van de technische bijstand; 3) VERZOEKT in dit verband de lidstaten en de Commissie met maatregelen te komen op basis van casestudy's, en daarbij in het bijzonder rekening te houden met technologische ontwikkelingen, ten einde instrumenten voor operationeel gebruik op de korte en de middellange termijn te ontwikkelen, zoals: a) op de korte termijn: de oprichting van een Europees platform voor het signaleren van criminele handelingen op het internet; de uitwerking, in samenwerking met de particuliere sector, van een Europese modelovereenkomst voor samenwerking tussen rechtshandhavingsdiensten en de particuliere sector; een omschrijving van identiteitsfraude op het internet die in overeenstemming is met de nationale wetgevingen; de instelling van nationale kaders en van uitwisseling van goede praktijken inzake cyberpatrouilles, als modern middel voor de bestrijding van criminaliteit op internet waarmee op Europees niveau informatie kan worden uitgewisseld over pseudoniemen in overeenstemming met de nationale wetgevingen betreffende gegegevensuitwisseling; het opzetten van gemeenschappelijke onderzoeksteams; een oplossing vinden voor de problemen die voortkomen uit het zwerven in de elektronische netwerken ("roaming") en uit het anonieme karakter van vooruitbetaalde telecommunicatieprodukten; b) op de middellange termijn de uitwisseling van informatie omtrent instrumenten voor het blokkeren en/of afsluiten van kinderpornosites in de lidstaten. De aanbieders van internettoegang moeten worden aangemoedigd om dergelijke maatregelen te nemen. Het Europees platform zou indien nodig het instrument kunnen zijn waarmee een gemeenschappelijke zwarte lijst kan worden opgesteld; het bevorderen van computerdoorzoekingen op afstand, indien het nationaal recht daarin voorziet, zodat de onderzoeksdiensten snel toegang hebben tot de informatie, een en ander met instemming van het gastland; het ontwerpen van tijdelijke definities van categorieën inbreuken en statistische indicatoren ter aanmoediging van het verzamelen van vergelijkbare statistische gegevens over de verschillende vormen van cybercriminaliteit, waarbij rekening dient te worden gehouden met de werkzaamheden die de Europese Unie momenteel op dit gebied verricht. 4) VERZOEKT de Commissie toe te zien op de vorderingen bij de voorbereiding van de uitvoering van de in de punten 2 en 3 genoemde maatregelen. Verzoekt de lidstaten derhalve de Commissie te laten weten welke bijdrage zij leveren. ROEPT OP aanvullende maatregelen te nemen voor de langere termijn in het kader van het volgende meerjarenprogramma op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (2010-2014). ________________________ Bijlage bij de BIJLAGE De rechtshandhavingsdiensten en de particuliere sector moeten worden aangemoedigd tot een operationele en strategische informatie-uitwisseling met het oog op de versterking van hun vermogen opkomende soorten cybercriminaliteit op het spoor te komen en te bestrijden. De rechtshandhavingsdiensten moeten worden aangemoedigd om verleners van internettoegang in te lichten over ontwikkelingen in de cybercriminaliteit. In het bijzonder worden de lidstaten aangemoedigd een gestandaardiseerd systeem op zetten voor de uitwisseling van vertrouwelijke operationele en strategische informatie tussen de rechtshandhavings- en de particuliere sector. De volgende structuren en procedures maken deel uit van de essentiële componenten van een dergelijk systeem: Permanente contactpunten: er dienen permanente contactpunten ten behoeve van de rechtshandhaving - alsmede equivalenten ervan in de particuliere sector - te worden ingesteld met het oog op een grotere duidelijkheid en efficiëntie in het kader van de vraag- en antwoordprocedures. Het contactpunt van de particuliere sector dient ook buiten de werkuren te kunnen reageren op dringende verzoeken van rechtshandhavingszijde. De rechtshandhavings- en de particuliere sector dienen tot overeenstemming te komen over wat wordt aangemerkt als "dringend". Beide sectoren worden aangemoedigd elkaar bijstand te verlenen bij onderricht, opleiding en andere vormen van ondersteuning voor hun diensten en activiteiten. Standaardformulier voor verzoeken: de rechtshandhavingsdiensten moeten op nationaal niveau, en indien mogelijk ook met derde landen, een gestandaardiseerde structuur vaststellen voor de formulieren waarmee verzoeken worden ingediend en beantwoord. De particuliere sector dient bij de beantwoording van verzoeken van de rechtshandhavingsdiensten gebruik te maken van dit formulier. Verzoeken van rechtshandhavingsdiensten moeten in schriftelijke, bij voorkeur elektronische, vorm worden gedaan en minimaal de volgende informatie bevatten: Referentienummer - Vermelding van de rechtsgrond - De specifieke gegevens waarom wordt verzocht - De tijdzone Gegevens aan de hand waarvan kan worden gecontroleerd wie de afzender van het verzoek is. Prioriteringsniveaus voor de verzoeken: de rechtshandhavings- en de particuliere sector moeten tot afspraken komen over een systeem voor de prioritering van verzoeken van rechtshandhavingszijde aan de particuliere sector. De rechtshandhavings- en de particuliere sector moeten bedacht zijn op de kosten die zijn verbonden aan de indiening en beantwoording van verzoeken. Er dienen procedures te worden ontwikkeld, waarbij de financiële consequenties van deze activiteiten in aanmerking moeten worden genomen en aandacht dient te worden geschonken aan aspecten in verband met vergoeding van onkosten en billijke compensatie voor de betrokken partijen. De Europese Commissie, de lidstaten en de belanghebbenden binnen de particuliere sector worden opgeroepen de uitwisseling van beste praktijken met betrekking tot de bovengenoemde punten 1 tot en met 7 te bevorderen , ten einde de nationale instrumenten nauwer op elkaar af te stemmen en uiteindelijk te komen tot een systeem voor de uitwisseling van operationele en strategische informatie op EU-niveau. ________________________ PB L 69, 16.3.2005, blz. 67. Doc. 13243/08 ENFOPOL 162 CRIMORG 140. De "particuliere sector" omvat niet alleen ondernemingen uit de particuliere sector, maar ook andere relevante belanghebbenden in de industrie van de informatie en communicatietechnolgie (ICT), met inbegrip van Computer Emergency Response Teams (CERTs). 15569/08 gar/PM/jg PAGE 1 DG H 3A NL 15569/08 gar/PM/jg PAGE 6 BIJLAGE DG H 3A NL 15569/08 gar/PM/jg PAGE 8 Bijlage bij de BIJLAGE DG H 3A NL