Arbeidsparticipatie
Bijlage
Nummer: 2009D00813, datum: 2009-01-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Evaluatie samenwerkingsovereenkomst inzake het verhogen arbeidsparticipatie en het terugdringen van voortijdig schoolverlaten (2009D00812)
Preview document (🔗 origineel)
BIJLAGE 1 ARBEIDSPARTICIPATIE Onderdeel A.3 van de samenwerkingsovereenkomst Het project Internaat voor Veiligheid en Vakmanschap is in ontwikkeling. Het project richt zich vooral op de moeilijkere categorie voortijdige schoolverlaters in combinatie met gezins-problematiek. De interdepartementale afstemming met Jeugd en Gezin en OCW is daarbij essentieel. In april 2009 zal een plan van aanpak gereed zijn. Dit is in lijn met de motie Knops en Voordewind, nr. 44 (31700-X). VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN Onderdeel B.1 en B.2 van de samenwerkingsovereenkomst De ROC´s zijn voor Defensie belangrijke partners in de werving en opleiding van potentiële medewerkers. De samenwerking is per 1 september 2008 uitgebreid. Met zeven ROC’s waarmee Defensie al langere tijd nauwer samenwerkt, is een intentieovereenkomst getekend om de samenwerking de komende jaren verder te intensiveren. De overeenkomst omvat onder andere de afspraak om de scholing van defensiemedewerkers zoveel mogelijk te laten aansluiten op de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB). Met ingang van het schooljaar 2008-2009 zijn twee nieuwe “Vrede & Veiligheid” (V&V) instroomopleidingen bij deze ROC´s van start gegaan. Dat betreft zowel de opleiding op niveau 2(+) als op niveau 3 van de WEB. Beide MBO-opleidingen kennen een 40-urige lesweek en worden door ROC- en defensie-instructeurs verzorgd. Op dit moment zijn negentien defensiemedewerkers als instructeur geplaatst bij de betrokken ROC’s. Voorzien is dat in het schooljaar 2009-2010 een palet aan instroomopleidingen kan worden aangeboden, verdeeld in de clusters Grondoptreden, Veiligheid, Maritiem, Logistiek en Techniek. In totaal gaat het dan om tien richtingen per niveau. Deze opleidingen zullen in eerste instantie worden gegeven op de zeven ROC´s, maar vanaf het schooljaar 2010-2011 bij zo’n dertig ROC´s. Vanaf 2009 wordt tevens de ontwikkeling gestart van opleidingen op niveau 4. De Beroeps Praktijk Vorming (BPV) tijdens deze instroomopleidingen is essentieel en bestaat uit een tien weken durende stageperiode waarin de leerling het geleerde kan toepassen in het desbetreffende vakgebied. Voor de instroomopleidingen die inmiddels zijn gestart zijn BPV-plaatsen bij Defensie gecreëerd. Met de toename van het aantal instroomopleidingen in de komende jaren zullen ook de daarbij behorende BPV-plaatsen in overleg met de defensieonderdelen in beeld worden gebracht. In de samenwerkingsovereenkomst is voorzien dat Defensie deze BPV-plaatsen zal aanbieden. Voor sommige – meerjarige – opleidingen is het noodzakelijk om tweemaal een BPV-plaats aan te bieden. Het totale aantal benodigde stageplaatsen is afhankelijk van het aantal kandidaten in de instroomopleidingen en wordt daar ook op afgestemd. In nauw overleg met de ROC’s maakt Defensie een prognose van het aantal kandidaten in de instroomopleidingen voor de komende jaren en de daarvoor benodigde stageondersteuning. De voorlichting voor de instroomopleidingen bij de ROC´s heeft in 2008 tot betere resultaten geleid dan in 2007. In 2007 namen ongeveer 1.700 leerlingen deel aan een instroom-opleiding. In 2008 zijn dat 2.200 leerlingen. De doelstelling voor de komende jaren loopt op van 3.000 leerlingen in schooljaar 2009-2010 naar 3.600 leerlingen voor schooljaar 2010-2011 en 4.000 leerlingen in het schooljaar 2011-2012. Aan verdere verbeteringen wordt gewerkt. Zo zal voor 2009 in samenspraak met de ROC´s een gezamenlijk plan van aanpak voor de vulling van deze opleidingen worden opgesteld. Om kandidaten zo vroeg mogelijk te interesseren voor de instroomopleidingen worden komend schooljaar tweedaagse kennismakingsprogramma´s ontwikkeld. Deelnemers kunnen tijdens deze dagen uitgebreid kennismaken met de defensieonderdelen. De dagen worden georganiseerd in de periode 14 februari tot 1 maart 2009. De verwachting is dat zo’n 2.000 geïnteresseerden zullen deelnemen. Om leerlingen die aan een ROC de vierjarige opleiding electro- en avionicatechniek volgen voor een functie bij Defensie te interesseren, worden nu al stageplaatsen beschikbaar gesteld. Ook heeft Defensie nadere afspraken gemaakt met enkele erkende kenniscentra over het verder ontwikkelen van in- en doorstroomopleidingen om civiele erkenning te verkrijgen. De kenniscentra zijn daarvoor de bevoegde instanties. Nieuwe defensiemedewerkers kunnen na voltooiing van de instroomopleiding een erkende civiele (start-)kwalificatie krijgen. In Amsterdam zullen voortijdige schoolverlaters die mogelijk interesse voor een baan bij Defensie hebben, door de Dienst Werk en Inkomen van de gemeente worden benaderd om bij Defensie te solliciteren. Het betreft schoolverlaters die nog niet bij het CWI staan ingeschreven. Als de resultaten daartoe aanleiding geven, zal het project worden uitgebreid tot andere steden en zal de samenwerking met de gemeenten en de ROC´s op dit gebied worden geïntensiveerd. Onderdeel B.4 en B.5 van de samenwerkingovereenkomst In 2008 is bij een aantal ROC’s gestart met een opleiding op niveau 3. Vanwege de pilot-fase is het aantal aanmeldingen uiteindelijk beperkt tot 185. Volgend jaar zal er een scala aan opleidingen op een beperkt aantal scholen gaan proefdraaien om uiteindelijk in 2010 bij alle deelnemende ROC’s van start te gaan. Hiermee verdubbelen de ROC’s in drie jaar tijd het aantal mensen dat zij met een MBO 2 of 3 kwalificatie civiel laten opleiden. Een ander belangrijk element in de aanpak van de problematiek van de voortijdige school-verlaters is het zeker stellen dat alle defensiemedewerkers voordat zij uitstromen bij Defensie ten minste een opleiding op niveau 2 hebben ontvangen. In 2009 wordt er bij het commando landstrijdkrachten een eerste proef gehouden. In 2010 zal een geïntegreerde aanpak worden vastgesteld. Deze aanpak wordt nu binnen het Flexibel Personeelssysteem (FPS) voorbereid op het gebied van E-portfolio, EVC en het ontwikkelen van een universeel persoonlijk ontwikkelplan (POP). Bovendien worden er tot 2010 tweehonderd loopbaan-begeleiders ingevoerd in de organisatie. Vanuit het project loopbaanlint zullen vervolgens de benodigde civiele opleidingen worden aangeleverd.