Rapportage over het belevingsonderzoek naar de AWACS-testvluchten op 4 november 2008
Bijlage
Nummer: 2009D00991, datum: 2009-01-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Voortgang AWACS (2009D00990)
Preview document (š origineel)
Colofon Versie Contactpersoon J. van den Brink T 040-2652911 F 040-2653030 www.vrom.nl VROM-Inspectie Regio Zuid Kennedyplein 7-13, Gebouw B1 Postbus 850 5600 AW Eindhoven Bijlage(n) Auteurs J. van den Brink Ch. Terhaerdt Inhoud TOC \o "3-3" \h \z \t "Kop 1;1;Kop 2;2;Kop-Introductie;1" HYPERLINK \l "_Toc216511386" Samenvatting PAGEREF _Toc216511386 \h 7 HYPERLINK \l "_Toc216511387" 1 Inleiding PAGEREF _Toc216511387 \h 9 HYPERLINK \l "_Toc216511388" 2 Hoe is er gevlogen? PAGEREF _Toc216511388 \h 10 HYPERLINK \l "_Toc216511389" 3 De uitkomsten PAGEREF _Toc216511389 \h 13 HYPERLINK \l "_Toc216511390" 3.1 De beleving; het is zoals het is. PAGEREF _Toc216511390 \h 13 HYPERLINK \l "_Toc216511391" 3.1.1 De algemene vragen PAGEREF _Toc216511391 \h 13 HYPERLINK \l "_Toc216511392" 3.1.2 De beleving van de testvluchten PAGEREF _Toc216511392 \h 13 HYPERLINK \l "_Toc216511393" 3.1.3 De bevindingen per vlucht PAGEREF _Toc216511393 \h 14 HYPERLINK \l "_Toc216511394" 3.1.4 Nadere analyse van het totaalbeeld PAGEREF _Toc216511394 \h 14 HYPERLINK \l "_Toc216511395" 3.2 De bevindingen per deelvraag PAGEREF _Toc216511395 \h 15 HYPERLINK \l "_Toc216511396" 4 Koppeling van de beleving aan de vluchtprocedures PAGEREF _Toc216511396 \h 17 HYPERLINK \l "_Toc216511397" 5 Geluidmetingen PAGEREF _Toc216511397 \h 18 HYPERLINK \l "_Toc216511398" 5.1 Wat laten de geluidsmetingen zien? PAGEREF _Toc216511398 \h 18 HYPERLINK \l "_Toc216511399" 5.1.1 Conclusie PAGEREF _Toc216511399 \h 19 HYPERLINK \l "_Toc216511400" 6 Eindconclusie PAGEREF _Toc216511400 \h 19 HYPERLINK \l "_Toc216511401" Bijlage 1 PAGEREF _Toc216511401 \h 19 HYPERLINK \l "_Toc216511402" Bijlage 2 PAGEREF _Toc216511402 \h 19 HYPERLINK \l "_Toc216511403" Bijlage 3 PAGEREF _Toc216511403 \h 19 HYPERLINK \l "_Toc216511404" Bijlage 4 PAGEREF _Toc216511404 \h 19 HYPERLINK \l "_Toc216511405" Bijlage 5 PAGEREF _Toc216511405 \h 19 HYPERLINK \l "_Toc216511406" Bijlage 6 PAGEREF _Toc216511406 \h 19 Samenvatting Op 4 november jongstleden zijn er vanaf de vliegbasis Geilenkirchen 18 testvluchten (21, als de vluchten over Duitsland worden meegeteld) gemaakt met AWACS toestellen, om uit te proberen of met stillere start en landingsprocedures de hinder voor omwonenden verminderd kan worden. Een panel van 20 omwonenden van de vliegbasis heeft beoordeeld of stillere vliegprocedures in de praktijk evaren worden als vermindering van de hinder. Gelijktijdig zijn in opdracht van VROM door het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) geluidsanalyses uitgevoerd en is het exacte vliegpad van de testvluchten bepaald. In het belevingsonderzoek werden enkele vluchten ervaren als āmeer verkieselijkā dan een ānormaleā AWACS vlucht en enkele vluchten als āminder verkieselijkā. Enkele testvluchten bleken volgens de metingen stiller dan de referentievlucht, een ānormale āAWACS vlucht. In het belevingsonderzoek is evenwel geen relatie gevonden tussen de uitgevoerde stillere vliegprocedures en de ervaren hinder. Alleen het startgewicht bleek maatgevend voor de ervaren hinder, hoe zwaarder het vliegtuig, hoe meer hinder men ervaren heeft. De conclusie is dan ook dat het invoeren van stillere vliegprocedures op zich zelf niet zal leiden tot vermindering van de ervaren hinder. Vermindering van het startgewicht, en het daardoor steiler klimmen, kan wel een positief effect hebben, dat zich echter vooral zal voordoen in het gebied ten westen van Schinveld. Voor het gebied ten oosten van Schinveld mogen daarvan geen grote verbeteringen in de zin van verminderde hinder verwacht worden. VROM Inspectie Regio Zuid, Chantal Terhaerdt, Joep van den BrinkInleiding Het was een prachtige dag Heel Nederland en grote delen van BelgiĆ« en Duitsland gingen op 4 november 2008 schuil onder een grijs dek van mist en wolken. Behalve een klein stukje in het zuiden van Nederland en het aangrenzende gebied in Duitsland. Daar was het onbewolkt. De hemel was strak blauw, de zon scheen stralend en er was vrijwel geen wind. Idealer weer voor het maken van testvluchten was niet denkbaar, kortom een geschenk van de natuur. Het was een gedenkwaardige dag Nog nooit eerder is in Nederland op een dergelijke schaal een praktijkproef uitgevoerd met vliegprocedures. Nog nooit eerder is door omwonenden op een dergelijke schaal meegedaan aan een belevingsonderzoek over de praktijk van het vliegen met toestellen van een maat en schaal als waarmee in dit onderzoek getest is. Het is op zijn minst bijzonder, en misschien wel uniek, dat een dergelijk onderzoek wordt uitgevoerd in eendrachtige samenwerking tussen leiding, grondpersoneel en piloten van de NAVO luchtmachtbasis, daarbij gesteund door het ministerie van Defensie, bewoners in de omgeving van de basis, geluid deskundigen van het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR), en vertegenwoordigers van het ministerie van VROM en van de VROM-Inspectie. Aan iedereen die bijgedragen heeft aan de tests en het onderzoek is dan ook veel dank verschuldigd voor hun inzet, tijd en de getoonde betrokkenheid. Wat is er wel gemeten en wat niet? Deze rapportage bevat de uitkomsten van het belevingsonderzoek over de op 4 november 2008 uitgevoerde testvluchten met AWACS toestellen vanaf de basis Geilenkirchen. Verder wordt uitgelegd welke vliegprocedures daarbij gehanteerd zijn. Ook zijn de uitkomsten van de geluidsmetingen vermeld. Bij de tests is niet gekeken naar luchtverontreiniging en geurhinder. Dat bleek op de korte termijn die voor de voorbereiding beschikbaar was niet mogelijk te zijn. Over Nederlands grondgebied zijn slechts starts uitgevoerd. Om technische redenen was het uitvoeren van naderingen over Nederlands grondgebied niet mogelijk. Het onderzoek heeft aan Nederlandse zijde dan ook uitsluitend betrekking op de bij starts gehanteerde vliegprocedures. Hoe zit deze rapportage in elkaar? Deze rapportage is vooral gericht op de deelnemers aan het belevingsonderzoek. De opzet van het onderzoek en de gestelde vragen zijn hen bekend. Daarover gaat deze rapportage dan ook niet. Wel wordt in deze rapportage in grote lijnen het beeld geschetst dat voortkomt uit het belevingsonderzoek. De nadruk ligt daarbij op de eindconclusie. Bij de deelvragen worden slechts de highlights vermeld en niet het oordeel over elke vlucht afzonderlijk. Hoe is er gevlogen? Uit een in opdracht van VROM door het NLR uitgevoerd onderzoek bleek dat er in theorie mogelijkheden zijn om met andere vluchtprocedures de geluidhinder bij het starten en landen enigszins te beperken. Tests in de simulator wezen uit dat er inderdaad andere start en landingsprocedures mogelijk zijn. Daarop is besloten deze andere vliegprocedures in de praktijk te testen en daarbij de bewoners van de regio te betrekken. In het kader van de testvluchten is volgens een aantal verschillende procedures gestart. Er is gevarieerd in het bij de start ingezette vermogen. Verder is er op verschillende hoogte afgelevelled en doorgevlogen op klimvermogen. Ook het startgewicht van de toestellen varieerde. EĆ©n van de vluchten (vlucht 10) betrof een trainingstoestel dat een reguliere trainingsvlucht uitvoerde. Deze vlucht behoorde niet tot het testprogramma. De registraties over deze vlucht zijn wel meegenomen bij het belevingsonderzoek. De volgende tabel geeft een overzicht van de gevlogen profielen. Overzicht van de startprocedures: vlucht tijd gewicht (lbs/kg) DEPARTURE Vliegtuig nummer No. HH:MM:SS Ā Ā 1 8:08:20 250.000/113.636 Normaal 445 2 8:21:50 250.000/113.636 go around, vol vermogen, touch & go 445 3 8:35:45 250.000/113.636 go around, vol vermogen, touch & go 445 4 8:42:23 300.000/137.273 Normaal 444 5 8:50:00 250.000/113.636 go around, vol vermogen, touch & go 445 6 9:03:30 250.000/113.636 go around, vol vermogen, 50 ft 445 7 9:17:00 250.000/113.636 90% vermogen, touch & go 445 8 9:19:55 320.000/145.455 verminderd vermogen op 1000 ft, aflevelen op 1700 ft 443 9 9:31:05 250.000/113.636 go around, 3 motoren, vol vermogen, 200 ft 445 10 9:39:10 - Normaal TCA, missievlucht 11 9:45:15 250.000/113.636 90% vermogen, touch & go 445 12 9:53:20 250.000/113.636 go around, vol vermogen, 1-10 ft 445 13 10:00:30 250.000/113.636 90% vermogen, touch & go 445 14 10:12:07 300.000/137.273 go around, vol vermogen, 50 ft 444 15 10:15:50 250.000/113.636 go around, vol vermogen, touch & go 445 16 10:25:40 300.000/137.273 go around, vol vermogen, 50 ft 444 17 10:29:30 250.000/113.636 go around, 3 motoren, vol vermogen, 200 ft 445 18 10:34:20 250.000/113.636 go around, 3 motoren, vol vermogen, 200 ft 445 Tabel 1: overzicht testvluchten 4 november 2008 van 8.08 uur tot 10.39 uur De tabel maakt duidelijk dat het merendeel van de testvluchten gevlogen is met hetzelfde relatief lichte vliegtuig met een startgewicht van 250.000 LB (Amerikaanse pounds). Daarvoor is gekozen omdat bepaalde manoeuvres, b.v. starten met 3 motoren, uit het oogpunt van veiligheid getest moeten worden met een relatief licht vliegtuig. Vlucht 10 betrof de trainingsvlucht met een afwijkend en lichter vliegtuig. De vluchten 4, 8, 14 en 16 zijn uitgevoerd met zwaardere toestellen, waarbij vlucht 8 uitgevoerd is met het zwaarste toestel. De vluchten 1, 4, 8 en 10 betroffen starts vanaf stilstand. Daarnaast is een aantal go-arounds uitgevoerd. Een go-around, een vlucht waarbij het vliegtuig na de start een circuit vliegt en over Duitsland de baan nadert, kan op verschillende manieren worden uitgevoerd. Bij een ātouch and goā wordt een landing uitgevoerd, waarna meteen een doorstart gemaakt wordt. Deze manoeuvre is uitgevoerd bij de vluchten 2, 3, 5, 7, 11, 13 en 15. Het toestel komt daarbij eerder los dan bij een normale start, en zal dan ook eerder op hoogte zijn. Er zijn ook go-arounds uitgevoerd waarbij het vliegtuig wel daalt, maar geen landing maakt en de baan op 50 voet hoogte (vluchten 6, 14 en 16) of op 200 voet hoogte (vluchten 8, 17 en 18) overvlogen wordt. Ook daarbij is het vliegtuig eerder op hoogte dan bij een start vanaf stilstand. Zoān vlucht wordt ookwel āfly-byā genoemd. Een aantal vluchten is uitgevoerd met minder vermogen (vluchten 7, 8, 9,11, 13, 17 en 18). Dat beĆÆnvloed de prestaties van het vliegtuig, dat bij minder vermogen minder snel zal klimmen, en dus op een geringere hoogte zal passeren dan bij vol vermogen. Het merendeel van de circuitvluchten hebben een zuidelijke route gevlogen. Twee vluchten zijn volgens een noordelijke route gevlogen. De uitkomsten De beleving; het is zoals het is. De algemene vragen In het onderzoek zijn als eerste twee algemene vragen gesteld (zie voor het overzicht van de gestelde vragen bijlage 2). De eerste vraag had betrekking op het aandeel als ernstig ervaren geluidhinder. Uit het belevingsonderzoek blijkt dat de deelnemers de geluidhinder van de AWACS vliegtuigen ervaren als de meest ernstige bron van hinder. Daarnaast scoren ook het vliegverkeer in het geheel en de luchtmachtbasis hoog als bronnen van geluidhinder. Deze uitkomsten stemmen overeen met de uitkomsten van het RIVM belevingsonderzoek in de regio. De tweede vraag had betrekking op de mate waarin de deelnemers van het panel bezorgd waren over hun gezondheid als gevolg van de blootstelling aan geluid, uitstoot en de externe veiligheidsrisicoās. Uit het belevingsonderzoek blijkt dat alle drie de genoemde factoren gelijk hoog scoren (ca 70%). Ook deze uitkomst komt overeen met de resultaten van het RIVM belevingsonderzoek in de regio. Samenvattend kan gesteld worden dat het testpanel qua beleving van geluidhinder en ervaren bezorgdheid goed overeenkomt met de beleving van de bewoners van de regio. De beleving van de testvluchten De laatste samenvattende vraag was of de respondenten een bepaalde vlucht wel of niet verkiezen boven een ānormaleā AWACS vlucht (Zie voor het overzicht van de over de testvluchten gestelde vragen bijlage 2). In deze vraag wordt gevraagd om een totaaloordeel over de hinderbeleving per vlucht. Het antwoord op deze vraag geeft derhalve het eindoordeel van het panel over de hinderbeleving. De antwoorden op de overige vragen geven een oordeel over deelaspecten en zijn ondergeschikt aan het eindoordeel. Vandaar dat hieronder allereerst het eindoordeel gegeven wordt. Alvorens dat eindoordeel te geven eerst nog enkele kanttekeningen aangaande de registraties in het belevingsonderzoek. Van de 18 vliegbewegingen (verder vluchten genoemd) over Nederland (allemaal starts) zijn er 14 door nagenoeg alle respondenten (panelleden) geregistreerd en gewaardeerd. De overige vliegbewegingen zijn door een deel van de respondenten geregistreerd. Ten aanzien van de vliegbewegingen 17 en 18 zijn er zo weinig registraties dat deze verder niet worden meegenomen in het onderzoek. De gevonden resultaten hebben dus betrekking op de eerste 16 vliegbewegingen op de testdag. Met het verschillende aantal registraties per vlucht is rekening gehouden bij het opmaken van de bevindingen. De belangrijkste bevindingen ten aanzien van het totaalbeeld: Acht van de 18 vluchten zijn door het panel in vergelijking tot een ānormaleā AWACS vlucht, positief gewaardeerd. Het oordeel van het panel is dat de bij deze vluchten gevolgde vluchtprocedures verkozen worden boven de standaard vluchtprocedures. Negen vluchten werden negatief beoordeeld, de bij deze vluchten gevolgde vliegprocedures worden door het panel gemiddeld minder gewenst geacht dan een standaard vlucht. EĆ©n vlucht werd beoordeeld als neutraal, dat wil zeggen gelijk aan een ānormaleā AWACS vlucht. Het verschil met een ānormaleā vlucht is evenwel slechts gering. De best scorende vlucht wordt slechts ānauwelijks beterā gevonden dan een normale AWACS vlucht en de slechtst scorende vlucht wordt slechts āenigszins slechterā gevonden dan een ānormaleā AWACS vlucht. Het belevingsonderzoek geeft aan dat de spreiding in waardering tussen de diverse vluchten klein is. Er kunnen dan ook uit het belevingsonderzoek geen stellige conclusies getrokken worden ten aanzien van de te verkiezen vliegprocedures. Hieronder wordt nader ingegaan op de waardering per vlucht voor de best en slechtst scorende vluchten. De bevindingen per vlucht Geen enkele vlucht springt er uit als āzeer veelā (4 punten op een schaal van 4), āveelā (3 punten op een schaal van 4) of zelfs āenigszinsā (2 punten op een schaal van 4) beter dan een ānormaleā vlucht. Daar staat tegenover dat ook geen enkele vlucht beoordeeld is als āzeer veelā (4 punten op een schaal van 4) slechter of āveelā slechter (3 punten op een schaal van 4). Vlucht 1 is van alle testvluchten het meest positief gewaardeerd. Deze vlucht is echter ānauwelijks positieverā ervaren dan een standaard vlucht. Wel is van belang dat het testpanel nagenoeg onverdeeld positief is over deze vlucht. * zijn eveneens positief gewaardeerd, maar slechts marginaal positiever dan een normale vlucht. Wel is een grote meerderheid van het testpanel positief over deze vluchten. De positieve waardering van de overige als ābeterā ervaren vluchten (vluchtnummer 15, 16, 7, 12, 17) is slechts dusdanig marginaal beter dan een normale vlucht dat aan de positieve waardering geen betekenis kan worden toegekend. Dit mede omdat het testpanel over deze vluchten verdeeld oordeelde. Vluchten 8 en 4 zijn van alle vluchten met een duidelijke voorsprong als het meest ongunstig beoordeeld. Het gemiddelde oordeel is dat deze vluchten āenigszins minder gunstigā zijn dan een normale vlucht. De panelleden waren nagenoeg onverdeeld negatief over deze vluchten. Vier panelleden vonden vlucht 8 āzeer veelā of āveel ongunstigerā. Vlucht 3 is eveneens ervaren als minder gunstig. Ook ten aanzien van deze vlucht is het panel bijna onverdeeld negatief. Het gemiddelde oordeel over deze vlucht is ānauwelijksā minder gunstig dan een standaard vlucht. De negatieve waardering van de overige als āslechterā ervaren vluchten (vlucht nrs 9, 14, 10, 3, 11, 13) is slechts dusdanig marginaal slechter dan een standaard vlucht, dat aan dat oordeel geen betekenis kan worden toegekend. Nadere analyse van het totaalbeeld De panelleden wonen verdeeld over het vlieggebied. Een aantal mensen woont vlak bij de basis, in het gebied waar het startgeluid het meest wordt waargenomen. Een aantal mensen woont wat verder weg, in het gebied waar het klimgeluid het meest bepalend is. Om eventuele verschillen in waarneming en in waardering, voortkomend uit het verschil in woonplaats, in kaart te brengen zijn de respondenten (panelleden) in drie groepen verdeeld, te weten een groep āSchinveldā, een groep āBrunssumā en een groep ābuitengebiedā. De groep āSchinveldā waardeert vlucht 1 als het meest positief, gevolgd door vlucht 6 en vlucht 16. Het oordeel is overigens steeds dat deze vluchten slechts ānauwelijks gunstigerā zijn dan standaard vluchten. Over vlucht 1 was de groep āSchinveldā onverdeeld positief of neutraal Vlucht 4 is door de groep āSchinveldā als meest ongunstige beoordeeld. De vlucht werd als āenigszinsā ongunstiger ervaren. Nagenoeg de gehele groep āSchinveldā beoordeelde deze vlucht als minder gunstig. Ook vlucht 8 werd als minder gunstig beoordeeld; waardering ānauwelijks minder gunstigā. De groep āBrunssumā is veel minder uitgesproken in haar oordeel dan de groep āSchinveldā. De vluchten 17, 1, 2 en 3 werden als beste beoordeeld, waardering ānauwelijks gunstigerā met vlucht 17 als beste van die vijf. De vluchten 4, 8, 14 en 18 werden als minder gunstig beoordeeld, maar ook daarbij was het verschil met een standaard vlucht slechts marginaal. Voor de groep āBrunssumā zijn de verschillen tussen de geteste vliegprocedures en de standaard procedure slechts gering. Voor de groep die wat verder van de basis af woont, de groep ābuitengebiedā, waren vlucht 1, 7 en 6 het meest gunstig. Het verschil met de normale vlucht valt in de categorie ānauwelijksā en is derhalve slechts klein. Wel is iedereen in deze groep onverdeeld positief of neutraal over vlucht 1 en vlucht 7. Vlucht 4 werd het meest negatief beoordeeld, gevolgd door vlucht 10 en vlucht 8. Al deze vluchten werden beoordeeld als ānauwelijksā minder gunstig. Daarmee wijkt het beeld van de groep in het ābuitengebiedā niet veel af van het beeld van het panel als totaal. Voor alle deelgroepen en voor het panel als geheel geldt dat vlucht 1 het hoogst gewaardeerd werd. Vluchten 4 en 8 scoren in alle deelgroepen en bij het panel als geheel negatief. De scores zijn weergegeven in een tabel. Totaal +/ gunstig - / ongunstig 1 4 6 8 2 3 Schinveld Brunssum āBuitengebiedā + - + - + - 1 4 17 4 1 4 6 8 1 8 7 10 16 3 2 + 3 14 + 18 6 8 + 15 Tabel 2: resultaten gunstig en ongunstig scorende vluchten De bevindingen per deelvraag Deelvraag 2: Was het piekgeluid meer of minder lawaaiig dan een ānormaleā AWACS vlucht? Vlucht 1 en vlucht 6 werden minder lawaaiig gevonden en de vluchten 4 en 8 meer lawaaiig dan een ānormaleā AWACS vlucht. Dat stemt overeen met het totaalbeeld over de vluchten. Deelvraag 3: Leek de duur van de overvlucht langer of korter dan een ānormaleā AWACS vlucht? Vlucht 3, 13 en 10 leken de respondenten korter te duren dan een ānormaleā AWACS vlucht en met name vlucht 17 leek langer te duren. Deze bevindingen wijken af van de eindconclusie van het panel. Kennelijk is de duur van de overvlucht niet bepalend voor de mate van hinder. De omstandigheid dat de vluchten 3 en 13 ook als relatief lawaaiig ervaren zijn wijst daar ook op. Deelvraag 4: Deze vlucht was qua geluidsniveau voor mij meer of minder belastend dan een ānormaleā AWACS vlucht? In lijn met de eindconclusie is het panel van oordeel dat de vluchten 1 en 6 het minst belastend zijn en de vluchten 4 en 8 het meest belastend. Deelvraag 5: Deze vlucht was qua veiligheidsbeleving veiliger/onveiliger dan een ānormaleā AWACS vlucht? Vlucht 1 werd vanuit het oogpunt van veiligheid als het meest positief beleefd. De vluchten 8, 4 en 17 werden in die volgorde als minder veilig ervaren. Vlucht 1 werd ook in het totaal oordeel als beste gewaardeerd en de vluchten 4 en 8 scoorden in het totaaloordeel als slechtsten. Deelvraag 6: Werd u door deze overvlucht gestoord in een activiteit (bij voorbeeld lezen, praten, ect)? Qua storing scoorde vlucht 1 relatief gezien het meest positief terwijl de vluchten 4, 14 en 8 relatief het slechtst scoorden waar het de mate van storing betreft. Samenvattend: Het beeld ten aanzien van de als beste en als slechtste scorende vluchten is over de hele linie consistent positief ten aanzien van vlucht 1 en consistent negatief ten aanzien van de vluchten 4 en 8. Koppeling van de beleving aan de vluchtprocedures In dit hoofdstuk wordt de relatie gelegd tussen de resultaten van het belevingsonderzoek en de gevlogen procedures. Kijkend naar de scoretabel van het belevingsonderzoek valt op dat er geen relatie is tussen de gevlogen vluchtprocedures en de belevingsscores. De als beste gewaardeerde vluchten, 1, 2 en 6 betroffen zowel een start vanuit stilstand (vlucht 1) als ook āgo-aroundsā met in Ć©Ć©n geval een ātouch and goā (vlucht 2) en in het geval van vlucht 6 een āfly-byā op 50 voet hoogte. Deze drie vluchten zijn uitgevoerd met vol vermogen. Het valt op dat de drie relatief goed scorende vluchten uitgevoerd zijn met het lichte toestel (250.000 Lb). Dat geldt ook in het algemeen. Alle beter dan gemiddeld scorende vluchten, met uitzondering van vlucht 16, zijn uitgevoerd met het lichte vliegtuig. De als slechtste gewaardeerde vluchten 4, 8 en 3 betroffen in twee gevallen een start (vlucht 4 en vlucht 8) en in een geval een āgo-aroundā met een ātouch and goā (vlucht 3). Deze vluchten zijn uitgevoerd met vol vermogen. Het valt op dat de met afstand als slechtst scorende vluchten 4 en 8 zijn uitgevoerd met relatief zware vliegtuigen (resp. 300.000 Lb en 320.000 Lb). De slechte score van vlucht 3 kan niet verklaard worden uit het startgewicht. Die vlucht is uitgevoerd met het lichte (250.000 Lb) toestel. Ten aanzien van de vluchten met verminderd vermogen valt het volgende op. De vluchten met 3 motoren (9, 12, 14, 19) geven een verdeeld beeld. Over vlucht 19 zijn er te weinig data voor en betrouwbaar beeld. De vluchten 9 en 14 scoren negatief, vlucht 12 daarentegen scoort positief. Vlucht 8 waarbij met vier motoren met verminderd vermogen gevlogen is scoort eveneens negatief. Deze bevindingen geven geen consistent beeld op basis waarvan conclusies getrokken zouden kunnen worden. Men zou kunnen verwachten dat overvliegen op grotere hoogte zoals het geval is bij touch and goās en fly-byās minder hinderlijk is. Echter hier is het beeld zeer verdeeld. Een aantal van deze vluchten is ervaren als positief en een aantal als negatief. Ook hieruit kunnen geen conclusies getrokken worden. Verder is nog opmerkelijk dat de start van de TCA, vlucht nr 11, nagenoeg āgelijkā scoort. Dat is opmerkelijk omdat dit toestel lichter is dan de AWACS toestellen waarmee de overige tests gevlogen zijn. De TCA was geen onderdeel van het testprogramma. Conclusie van het belevingsonderzoek Uit de resultaten van het belevingsonderzoek naar de vluchtprocedures blijkt dat met name het startgewicht bepalend is voor de ervaren hinder. De vermogens setting waarmee gevlogen wordt en de gevolgde vluchtprocedures blijken op zichzelf, los van de factor startgewicht, niet van maatgevende betekenis geweest te zijn voor de ervaren hinder. Vlucht 1 en vlucht 6 zijn de meest positief gewaardeerde vluchten. Op het eerste gezicht is niet duidelijk welke aspecten van de bij deze vluchten gevolgde vliegprocedures de reden zijn voor deze positieve waardering. Een nadere analyse van de geluidsmetingen en het vliegpad zullen daarover mogelijk uitsluitsel kunnen geven. Daarop wordt in het hoofdstuk over de geluidsmetingen en de eindconclusie dan ook nog nader ingegaan. Geluidmetingen Wat laten de geluidsmetingen zien? Tijdens de testdag zijn geluidsmetingen uitgevoerd. Hiervoor zijn de bestaande meetposten in de regio gebruikt. In opdracht van VROM heeft het Nationaal Lucht-en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) onderzocht welke startprocedures het meest potentie heeft om het geluid op de grond te doen laten afnemen. Daarvoor heeft het NLR de meetwaarde geanalyseerd en gekeken naar het hoogteprofiel, vliegsnelheid, motorvermogen en het moment van cut-back. Geluidsmetingen Alle meetwaarden van alle meetposten zijn beschikbaar. In deze analyse van het NLR zijn de meetwaarden van de volgende meetposten bestudeerd: 184 (recht onder de vliegroute, dichtste bij de startbaan) 175 (bij de basisschool de Belboom in Schinveld) 188 (verder weg van Schinveld en Brunssum) Het NLR heeft alle vliegbewegingen gedurende de test geregistreerd. Dit betekent dat ook de twee starts en de landingen over Duitsland zijn meegenomen. Deze zijn niet meegenomen in de analyse, omdat deze alleen starts over Nederland betreffen. Om die reden verschilt het overzicht met vluchten van de NLR met die van het testpanel van het belevingsonderzoek. Het overzicht van de vluchten van de NLR is in bijlage 5 opgenomen. Met name vanaf vlucht 10 verschilt de nummering van de vluchten in het belevingsonderzoek van de nummering van de vluchten bij de geluidmetingen. Uit de lijst met vluchten is op te merken dat drie verschillende vliegtuigen tijdens de test over Nederland zijn gestart. Het zijn de vliegtuigen met de nummers 443, 444 en 445. In de figuren is steeds de eerste (referentievlucht) van vlucht 445 met een dikke blauwe lijn weergegeven. In onderstaande figuur 1 zijn alle vluchten van toestel 445 weergegeven. Dit toestel heeft 13 testvluchten over nederland gemaakt, waarvan de geluidswaarden in figuur 1 zijn weergegeven. Figuur 1: geluid van vliegtuig 445 in meetpost 184 (recht onder de vliegroute) Voor het gebied rondom meetpost 184 kan worden geconcludeerd dat de maximale geluidsniveaus variĆ«ren tussen ā4 dB en +3 dB t.o.v. van de referentie. Daarbij is het opmerkelijk dat voor een aantal vluchten het geluid in de tijd snel toeneemt dan wel afneemt. Bij het buiten beschouwing laten van de vluchten 19 en 20, die niet zijn meegenomen in het belevingsonderzoek, valt op dat vlucht 6 de vlucht met de laagste geluidwaarden is. Dat komt overeen met de goede score van deze vlucht in het belevingsonderzoek. De goede score van vlucht 1 kan niet verklaard worden aan de hand van de geluidmetingen. De figuren voor de maximale geluidsniveaus voor meetpost 175 en 188 zijn in de bijlage opgenomen. In de twee voornoemde figuren en in figuur 1 zijn de verschillende vluchten met een en hetzelfde vliegtuig (nr 445) met elkaar vergeleken. In onderstaande figuur 2 zijn de eerste starts van de drie verschillende vliegtuigen die aan de test deelnamen weergegeven. De getoonde meetwaarden zijn geregistreerd door meetpost 184. Deze meetpost is gelegen het dichtste bij de startbaan. Naar verwachting zal door deze meetpost de hoogste waarden worden gemeten ten opzichte van de andere meetposten. Figuur 2: eerste starts van een type vliegtuig op meetpost 184 Hieruit blijkt dat hoe zwaarder het toestel, hoe hoger het maximale geluidsniveau. Hierbij komen de maximale geluidsniveaus van de vliegtuigen 443 (vlucht 8) en 444 (vlucht 4) voor het eerst boven de 100 dB(A). Het verschil kan oplopen naar 8 dB(A). De duur van het geluidsevent verschilt sterk per vliegbeweging. Dit houdt nauw verband met de gevlogen procedures. Uit de hoogteprofielen blijkt dat de drie vliegtuigen een significant andere procedure vlogen. Vliegtuigtype 443 en 444 vlogen lager dan de referentievlucht 445. Bovendien lijkt het dat de vliegtuigen 443 en 444 sneller over meetpost 184 vliegen. Beide geluidevents hebben namelijk een kortere duur. Deze trend is ook zichtbaar in meetpost 175 (zie bijlage). Hoogtes Vliegtuig 445 heeft de meeste startprocedures gevlogen. Daarom zijn voor dit vliegtuig de hoogte ligging van de vliegpaden bepaald aan de hand van de rijksdriehoekcoordinaten. Zie figuur 3 hieronder. Figuur 3: hoogtes uitgezet tegen de rijksdriehoekcoordinaten In figuur 3 zijn ook de posities van enkele meetpunten weergegeven. Hierdoor ontstaat een beeld van hoogte van het vliegtuig ten opzichte van de positie van de meetposten. De vluchten 19 en 20 maken een bocht ter hoogte van meetpost 188. Daarnaast is te zien dat de meeste vluchten net na het passeren van de meetpunten in Schinveld meetpost 172 tot en met meetpost 184 een cut-back hebben: het vliegtuig vermindert vermogen wat resulteert in een minder steile klimhoek. Conclusie Uit de analyse van de geluidsmetingen kan worden geconcludeerd dat vlucht 4 en vlucht 8 een hoger gemeten maximale geluidsniveau hebben dan de andere vluchten. Verder kan worden geconcludeerd dat vlucht 6 een lager gemeten geluidsniveau heeft dan de andere vluchten (zie figuur 2). Zowel uit het belevingsonderzoek als uit de geluidsmetingen blijkt dat de vluchten 4 en 8 negatief uit de test komen. Uit het belevingsonderzoek blijkt dat de vluchten 1 en 6 worden verkozen boven een ānormaleā AWACSā vlucht. De geluidsmetingen bevestigen de bevindingen uit het belevingsonderzoek over vlucht 6. Ook blijkt uit de analyse van de geluidsmetingen dat hoe zwaarder het toestel, hoe hoger het maximale geluidsniveau. Verder kan worden geconcludeerd dat hoe lichter het vliegtuig, hoe eerder en hoger het vliegtuig kan klimmen. Deze combinatie leidt tot een lager geluidsniveau. Eindconclusie Uit de resultaten van het belevingsonderzoek blijkt dat met name het startgewicht bepalend is voor de ervaren hinder. De vermogens setting waarmee gevlogen wordt en de gevolgde vluchtprocedures blijken op zichzelf, los van de factor startgewicht, niet van maatgevende betekenis geweest te zijn voor de ervaren hinder. Het startgewicht van het toestel beĆÆnvloedt de prestaties bij het starten. Een zwaarder toestel klimt trager en zal derhalve op geringere hoogte over vliegen, en alleen al door de lagere vlieghoogte meer geluidhinder veroorzaken. De als een van de beste scorende Vlucht 6 vloog relatief hoog over, hoger dan andere vluchten met hetzelfde toestel. Dat verklaart voor deze vlucht de relatief lage gemeten waarden van de geluiddruk en de relatief positieve waardering van deze vlucht. Daarbij moet wel opgemerkt worden dat de geluidsmetingen uitwijzen dat de verschillen in geluid in het gebied het dichtst bij de vliegbasis (oostelijk van Schinveld) geringer zijn dan de verschillen op grotere afstand van de basis. De voordelen van een laag startgewicht en het steiler klimmen opdat op grotere hoogte wordt overgevlogen komen dan ook het meest tot uiting in het gebied te westen van Schinveld. Bijlage 1 Verantwoording Er hebben zich 24 mensen gemeld voor deelname aan het panel. Daarvan hebben er zich nadien twee afgemeld omdat zij op de testdag niet op locatie aanwezig konden zijn. EĆ©n lid van het panel heeft de vragenlijsten te laat ontvangen en kon dus niet deelnemen. EĆ©n respondent heeft zich na de tests teruggetrokken. Er resulteerden 20 panelleden (respondenten) die meegedaan hebben aan het belevingsonderzoek. Van allen zijn ingevulde onderzoeksformulieren retour ontvangen. Van Ć©Ć©n respondent kunnen de ingevulde gegevens door onverklaarbare tijdsverschillen niet gekoppeld worden aan de testvluchten. De gegevens van deze respondent zijn niet meegenomen bij het bepalen van de conclusies van het onderzoek. Twee respondenten hebben 20 vliegbewegingen geregistreerd. Drie respondenten hebben 18 vliegbewegingen geregistreerd. Elf respondenten hebben 18 vliegbewegingen geregistreerd. Eveneens elf respondenten hebben 17 vliegbewegingen geregistreerd. Vijftien respondenten hebben 16 respectievelijk 15 vliegbewegingen geregistreerd. Zestien respondenten hebben 14 vliegbewegingen geregistreerd. Alle 19 respondenten hebben 13 vliegbewegingen geregistreerd, zij het dat enkele respondenten enkele vliegbewegingen gemist hebben. Bij het bepalen van de totale waarderingen en het trekken van de conclusies is het verschil in registraties verdisconteerd. Er zijn twee vluchten over Duitsland gestart en wel na vlucht 9 en na vlucht 14. In totaal zijn er 18 vliegbewegingen (allen starts) over Nederland uitgevoerd. Kennelijk hebben de starts over Duitsland, die voor een aantal panelleden in Nederland hoorbaar waren voor verwarring gezorgd en zijn ze door enkele panelleden meegenomen in de beoordeling. Daardoor zijn de cijfers voor de vluchten na vlucht 10 minder betrouwbaar dan de beoordeling van de vluchten 1 t/m 10. Omdat de vluchten na vlucht 10 er in het eindbeeld noch in positieve zin, noch in negatieve zin uitspringen heeft dit geen invloed op het eindbeeld. Om snel een beeld te kunnen genereren en cijfermatige bewerkingen te kunnen uitvoeren is er voor gekozen de waarderingen om te zetten in cijfers. Positieve waarderingen zijn omgezet in positieve cijfers. Aan de waardering āheel veelā is het cijfer 4 toegekend, aan de waardering āveelā het cijfer 3, aan de waardering āenigszinsā het cijfer 2, aan de waardering ānauwelijksā het cijfer 1 en aan de waardering āgelijkā het cijfer 0. Voor de negatieve waarderingen geldt hetzelfde, deze zijn uitgedrukt in negatieve cijfers in de reeks van ā4 tot ā1. Bij het invullen van de onderzoeksformulieren bleek dat de vraagstelling niet consequent was in die zin dat steeds de negatieve waarderingen aan dezelfde zijde van de reeks moesten worden ingevuld. De positieve zijde van de reeks en de negatieven zijde ervan wisselden per vraag van kant. Dat maakte het invullen tot een concentratieoefening, en is de kans op fouten verhoogd. Hiermee is zoveel mogelijk rekening gehouden bij het opmaken van de bevindingen. Bijlage 2 Vragen belevingsonderzoek Algemeen Schaal waarin kan worden aangegeven de mate van hinder/overlast van geluid. Schaal waarin kan worden aangegeven de bezorgdheid in relatie tot uitstoot door, geluid van en ongeval met een militair vliegtuig. Overige vragen Waar was u op het moment van de overvlucht? Was het piekgeluid meer of minder lawaaiig dan een ānormaleā AWACS-vlucht? Leek de duur van de overvlucht langer of korter dan een ānormaleāAWACS-vlucht? Deze vlucht was qua geluidsnivo voor mij meer of minder belastend dan een ānormaleā AWACS-vlucht? Deze vlucht was qua veiligheidsbeleving veiliger/onveiliger dan een ānormaleā AWACS-vlucht? Werd u door deze overvlucht gestoord in een activiteit? Deze vlucht verkies ik boven een ānormaleā AWACS-vlucht? Bijlage 3 Opmerkingen testpanelleden op het vragenformulier Zoals al in de inleiding vermeld werd, hebben de respondenten een schat aan gegevens verstrekt. Naast het invullen van de formulieren hebben veel respondenten de moeite genomen om aanvullende opmerkingen te maken en ons ook te informeren over andere waarnemingen die door hen gedaan zijn, bij voorbeeld over het gevolgde vluchtpad of over de geurhinder. De volgende opmerkingen zijn door de testpanelleden genoteerd: Kerosinelucht Een aantal panelleden geeft bij specifieke vluchten aan kerosinelucht te hebben geroken. Tijdens deze test is geen geuronderzoek uitgevoerd. Naar deze problematiek wordt nader gekeken. Fluitend geluid Een aantal panelleden merkt bij specifieke vluchten fluitend geluid op. Het waargenomen fluitende geluid lijkt het compressorgeluid te zijn. De verschillen in geluidsbeleving tussen de vluchten zijn voor wat betreft dit aspect nog onverklaarbaar, omdat de motoren van de drie vliegtuigen die aan de test deelnamen identiek zijn. TCA Een aantal panelleden heeft een TCA (trainingsvliegtuig) opgemerkt gedurende de test. De vlucht met de TCA maakte geen deel uit van het testprogramma. De bevindingen van de panelleden ten aanzien van de vlucht met de TCA zijn wel meegenomen in het onderzoek. EĆ©n panellid had nog aanvullende vragen of opmerkingen na de testdag. De vragenlijst is niet opgesteld in samenspraak met de testleden. Naar verwachting heeft dit panellid de vliegprocedures van de vluchten bedoeld. De gevlogen vliegprocedures zijn gebaseerd op een verkenning naar mogelijkheden om stiller te vliegen door het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium. In deze fase zijn geen panelleden betrokken. Testvluchten voldeden niet aan de afspraak om zowel starts als landingen te testen. De afspraak was inderdaad om beide te testen. Echter om technische redenen wat het uitvoeren van landingen over Nederlands grondgebied niet mogelijk. Het onderzoek heeft aan Nederlandse zijde dan ook uitsluitend betrekking op de bij starts gehanteerde vliegprocedures. De testvluchten werden door NAVO bestemd en maakten weinig verschil in vluchtlijnen. Naar verwachting heeft dit panellid bedoeld dat de NAVO de vliegprocedures heeft bepaald. Zoals hierboven al is genoemd, heeft het NLR een verkenning uitgevoerd naar mogelijkheden om stiller te vliegen. Hieruit is een aantal variaties gekomen. De NAVO heeft deze variaties gecombineerd en toegepast in de testvluchten. Bijlage 4 Bijlage 5 Overzicht vluchtenregistratie NLR No. HH:MM:SS Vliegtuig Procedure 1 8:08:20 445 normaal 2 8:21:50 445 go around, vol vermogen, touch & go 3 8:35:45 445 go around, vol vermogen, touch & go 4 8:42:23 444 normaal 5 8:50:00 445 go around, vol vermogen, touch & go 6 9:03:30 445 go around, vol vermogen, 50 ft 7 9:17:00 445 90% vermogen, touch & go 8 9:19:55 443 verminderd vermogen op 1000 ft, aflevelen op 1700 ft 9 9:31:05 445 go around, 3 motoren, vol vermogen, 200 ft 10 Ā 458 start richting Duitsland 11 9:39:10 19997 Normaal TCA, missievlucht geen onderdeel van de test 12 9:45:15 445 90% vermogen, touch & go 13 9:53:20 445 go around, vol vermogen, 1 - 10 ft 14 10:00:30 445 90% vermogen, touch & go 15 Ā 452 start richting Duitsland 16 10:12:07 452 go around, vol vermogen, 50 ft 17 10:15:50 445 go around, vol vermogen, touch & go 18 10:25:40 452 go around, vol vermogen, 50 ft 19 10:29:30 445 go around, 3 motoren, vol vermogen, 200 ft 20 10:34:20 445 go around, 3 motoren, vol vermogen, 200 ft Bijlage 6 Overzicht van de gemeten geluidsdruk per vlucht op meetpost 188 Figuur 4: geluidsmetingen meetpost 188, vliegtuigtype 445 Figuur 5: eerste start vliegtuigtypes 443, 444 en 445 op meetpost 188 Figuur 6 ā Geluid van 445 in meetpost 175 (bij de basisschool in Schinveld) Figuur 7: ligging meetposten De volgorde waarin de scores genoemd worden is steeds de rangvolgorde van de waardering | | Rapportage over het belevingsonderzoek naar de AWACS-testvluchten op 4 november 2008 | 8 december 2008 | | Rapportage over het belevingsonderzoek naar de AWACS-testvluchten op 4 november 2008 | 8 december 2008 Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 6 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 30 Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 3 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 30 Rapportage over het belevingsonderzoek naar de AWACS-testvluchten op 4 november 2008 Datum 8 december 2008 Status Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 30 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 30 Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 11 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 30 Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 23 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 30 Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 25 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 30 Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 29 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 30 PAGE \# "'Pagina: '#' *) noot: de volgorde waarin de scores genoemd worden is steeds de rangvolgorde van de waardering 445 vlucht 1 8:08h LAmax~94 dB(A) 444 vlucht 4 8:42h LAmax~101 dB(A) 443 vlucht 8 9:19h LAmax~102 dB(A) west oost vliegrichting