[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nota van toelichting

Bijlage

Nummer: 2009D01059, datum: 2009-01-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Besluit houdende regels aangaande de registratie van elektronische adressen van derden en het elektronisch betekenen in geval van derdenbeslag (2009D01058)

Preview document (🔗 origineel)


Nota van toelichting

Algemeen

Ingevolge artikel 475, vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering worden bij algemene maatregel van bestuur regels gegeven
aangaande de registratie van elektronische adressen van
derde-beslagenen. Wanneer een derde aan een door de Minister van
Justitie aangewezen organisatie een elektronisch adres heeft opgegeven
waaraan kan worden betekend, kan aan deze derde het beslagexploot
elektronisch worden gelaten. De regels aangaande de registratie kunnen
betrekking hebben op de wijze van opgave, wijziging, afmelding en
doorhaling van een elektronisch adres en de gevolgen ervan. Naast het
elektronisch betekenen aan het elektronisch adres blijft het mogelijk om
op conventionele wijze te betekenen aan de woonplaats. 

Bij algemene maatregel van bestuur dienen tevens regels aangaande de
betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid van, de voorwaarden waaronder en de
wijze waarop een beslagexploot elektronisch kan worden gelaten. Op deze
verschillende regels heeft het besluit betrekking.

Het voornemen is de Koninklijke Beroepsorganisatie van
Gerechtsdeurwaarders (KBvG) aan te wijzen als organisatie aan wie door
een derde een elektronisch adres kan worden opgegeven. Het besluit tot
aanwijzing van een organisatie zal worden gepubliceerd in de
Staatscourant. 

Een ontwerp van het besluit is met de KBvG besproken. Tevens is een
ontwerp van het besluit voorgelegd aan het College bescherming
persoonsgegevens.

Registratie elektronische adressen

De derde die een mogelijk beslag op een elektronisch adres wenst te
ontvangen, dient een elektronisch adres op te geven aan een door de
Minister van Justitie aangewezen organisatie (de KBvG). Deze organisatie
dient er zorg voor te dragen dat de deurwaarders op de hoogte worden
gesteld aan wie zij elektronisch exploot kunnen laten. Het is de
bedoeling dat de KBvG een register houdt van derden aan wie elektronisch
een derdenbeslagexploot kan worden betekend. Dit register zal te
raadplegen zijn op de site van de KBvG (www.kbvg.nl). Met betrekking tot
het adres van de derde zal naast de naam van de derde, de datum van
opgave door de derde worden vermeld en de datum waarop daadwerkelijk
gebruik gemaakt kan worden van het elektronisch adres. Tevens zal de
inhoud van de laatste wijziging met betrekking tot het adres, de datum
van melding van deze wijziging en de datum waarop daadwerkelijk van het
gewijzigde adres gebruik kan worden gemaakt worden opgenomen. Ten slotte
zal de afmelding van het elektronisch adres met de bijbehorende datum
van melding door de derde en datum van doorhaling van het adres
(verwerking) worden aangegeven. Bij het gebruik van de applicatie ziet
de deurwaarder het adres zelf niet, het is verwerkt in de toepassing van
het systeem (aanklikken van de naam van de derde). 

Het betreft hier elektronische adressen die exclusief worden gemaakt
voor derdenbeslaglegging. 

Aan de opgave door een derde zijn geen kosten verbonden. 

De opgave van het elektronisch adres door de derde, het doorgeven van
wijzigingen met betrekking tot het adres, of het afmelden van het adres
is niet aan een bepaalde vorm gebonden. 

Naast gerechtsdeurwaarders kan ook door belastingdeurwaarders
elektronisch beslag onder derden worden gelaten. Op grond van artikel 4
jo. 13 e.v. van de Invorderingswet 1990 kunnen belastingdeurwaarders
overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering dwangbevelen betekenen en tenuitvoerleggen. 

Beginselen en mate van betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid

Met betrekking tot de eisen die worden gesteld aan de betrouwbaarheid en
vertrouwelijkheid van het laten van een elektronisch beslagexploot aan
een derde is uitwerking gegeven aan de beginselen van betrouwbaarheid en
vertrouwelijkheid die in de memorie van toelichting van de Wet
elektronisch bestuurlijk verkeer worden genoemd en is aangesloten bij
nationale en internationale normen voor informatiebeveiliging. De
deurwaarder is, voorzover deze ambtelijke werkzaamheden verricht,
bestuursorgaan. Afdeling 2.3 (verkeer langs elektronische weg) van de
Algemene wet bestuursrecht is dan ook van toepassing.

Een belangrijke beginsel van betrouwbaarheid is authenticiteit, dat
betrekking heeft op de oorsprong van het document en ziet op de vragen
of het document wel echt is en de gegevens wel afkomstig van de
verzender. Ook het beginsel van integriteit, dat ziet op de mogelijkheid
dat het document onderweg is gemanipuleerd en betrekking heeft op de
vragen of het document volledig is en het niet onbevoegdelijk is
gewijzigd, speelt een belangrijke rol.  

Het vereiste van vertrouwelijkheid ziet erop dat het document alleen
toegankelijk is voor hen voor wie het is bestemd. Op het punt van de
beveiliging wordt aangesloten bij nationale en internationale normen
voor informatiebeveiliging. Bij nationale normen kan worden gedacht aan
normen zoals die voor overheidsorganen zijn opgenomen in het Voorschrift
Informatiebeveiliging Rijksoverheid (VIR). Internationale normen zijn op
dit moment NEN-ISO/IEC 17799 (Codes voor informatiebeveiliging) en
NEN-ISO/IEC 27001 (Managementsystemen voor informatiebeveiliging).

Er kunnen drie niveaus van betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid worden
onderscheiden: maximale, voldoende en pro forma betrouwbaarheid en
vertrouwelijkheid. Maximale betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid zien op
het toepassen van de beveiliging volgens de hoogste technische
standaarden. Van voldoende betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid is
sprake indien de veiligheid vergelijkbaar is met de situatie dat er
uitsluitend gebruik gemaakt wordt van conventioneel verkeer. Pro forma
betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid omvatten een minimale beveiliging.
De aard en de inhoud van het bericht en het doel waarvoor het wordt
gebruikt, zijn bepalend voor de mate van betrouwbaarheid en
vertrouwelijkheid die is vereist. 

Bij het elektronisch laten van een derdenbeslag is het, gelet op de aard
en inhoud, noodzakelijk om te kiezen voor beveiliging volgens de hoogste
technische standaarden. Gelet op de vertrouwelijkheid en betrouwbaarheid
van de te verzenden gegevens ligt het in de rede dat bij het laten van
het exploot van derdenbeslag gebruik wordt gemaakt van een
(geavanceerde) elektronische handtekening (met gecertificeerde
sleutels), derhalve een gekwalificeerde elektronische handtekening in de
zin van artikel 3:15a, tweede lid, BW. 

Gerechtsdeurwaarders werken al enige tijd met het systeem van
elektronische aanlevering van stukken aan het Kadaster. Hierbij wordt
door de gerechtsdeurwaarders gebruik gemaakt van een (geavanceerde)
elektronische handtekening (met gecertificeerde sleutels). Op deze wijze
is ongeveer 75% van alle gerechtsdeurwaarders bekend met het gebruik van
een dergelijke elektronische handtekening. Een veelgebruikte techniek
voor het aanmaken van een ‘geavanceerde elektronische handtekening’
is een ‘digitale handtekening’. Hierbij wordt gebruik gemaakt van
versleuteling van een bericht met behulp van twee codes: een publieke en
een private sleutel. Met de private sleutel, die uniek is voor de
ondertekenaar en die niet bekend mag raken bij anderen dan de
ondertekenaar, versleutelt de ondertekenaar het te verzenden bericht. De
ontvanger van dit bericht kan met een bijhorende publieke sleutel het
bericht ontcijferen én nagaan of het bericht ongewijzigd is en
afkomstig van de bezitter van de bijhorende private sleutel. Welke
publieke sleutel bij welke persoon hoort, wordt vastgelegd in een
digitaal certificaat door een onafhankelijke derde
(certificaatdienstverlener).

Artikelsgewijs 

Artikel 1 

Zoals hiervoor aangegeven zal de KBvG een register houden met
elektronische adressen van derden waaraan elektronisch beslag kan worden
gelaten. De registratie van gegevens van natuurlijke personen is een
verwerking van persoonsgegevens in de zin van artikel 1 van de Wet
bescherming persoonsgegevens (Wbp).Het doeleinde van de registratie is
een doelmatige tenuitvoerlegging van vonnissen, beschikkingen en
authentieke akten alsmede andere bij de wet als executoriale titel
aangewezen stukken (vergelijk artikel 8 en 9 Wbp).

Daar de KBvG als houder van het register en de individuele deurwaarders
als gebruikers van het register enige tijd nodig hebben om in te spelen
op deze wijze van betekening onder de derde en de latere wijzigingen,
zal een bepaalde termijn voor de verwerking van gegevens worden
gehanteerd. De KBvG heeft aangegeven een termijn van vijf dagen
wenselijk te achten. Deze termijn ziet zowel op de verwerking van de
opgave als voor de wijziging van gegevens en de afmelding van het adres
waaraan elektronisch kan worden betekend. De opgave van een adres heeft
tot gevolg dat na ommekomst van een termijn van vijf dagen na ontvangst
hiervan elektronisch kan worden betekend, de wijzigingen hebben tot
gevolg dat er na ommekomst van een termijn van vijf dagen volgens de
gewijzigde gegevens zal worden betekend en de afmelding heeft tot gevolg
dat na ommekomst van een termijn van vijf dagen het elektronisch adres
zal worden doorgehaald, waarna niet langer elektronisch zal kunnen
worden betekend.

Artikel 2

In artikel 2, onder a, is aangegeven dat aangaande de betrouwbaarheid en
vertrouwelijkheid de eis wordt gesteld dat gebruik wordt gemaakt van een
systeem van gegevensverwerking dat in staat is om de verzender, de
gerechtsdeurwaarder of belastingdeurwaarder, te identificeren en na te
gaan of een bericht authentiek is en daadwerkelijk afkomstig is van de
verzender. Hiermee wordt recht gedaan aan het beginsel van
authenticiteit. Het betekent dat geschikte technieken dienen te worden
gekozen om gerechtsdeurwaarders of belastingdeurwaarders te
identificeren, vast te stellen of gegevens werkelijk afkomstig zijn van
deze personen en de echtheid van een document vast te stellen. Onder een
systeem van gegevensverwerking wordt verstaan een systeem voor het
genereren, verzenden, ontvangen, opslaan of op andere wijze verwerken
van gegevens.  

Tevens dient gecontroleerd te worden of het bericht volledig is en niet
onbevoegdelijk is gewijzigd. In onderdeel b wordt het beginsel
integriteit tot uitdrukking gebracht. Een derde moet er zeker van zijn
dat een bericht niet door onbevoegden gewijzigd is. Het moet ervan op
aan kunnen dat het elektronisch beslagexploot ‘te vertrouwen’ is. 

In onderdeel c is het vereiste van een goede beveiliging opgenomen. Een
bericht dient immers alleen toegankelijk te zijn voor hen voor wie het
is bestemd. Hiermee wordt het beginsel van vertrouwelijkheid
gewaarborgd. Deze beveiliging dient in elk geval zodanig te zijn, dat
deze aansluit bij internationale normen voor informatiebeveiliging. De
verdere uitwerking van het systeem voor gegevensverwerking is aan de aan
te wijzen organisatie, de KBvG, overgelaten. 

Artikel 3

In artikel 3 is opgenomen dat het systeem voor gegevensverwerking erin
dient te voorzien dat de deurwaarder langs elektronische weg een
ontvangstbevestiging krijgt van de derde. Hiervoor is gekozen omdat het
van groot belang kan worden geacht te kunnen constateren of een
beslagexploot is ontvangen door de derde. Vanaf het moment van ontvangst
is de beslaglegging onder de derde voltooid. 

Het betreft hier een automatische ontvangstbevestiging. De ontvangst
vindt niet eerst plaats als het bericht daadwerkelijk is geopend. Of en
wanneer een bericht wordt geopend behoort tot de verantwoordelijkheid
van de derde. 

Artikel 4 

In artikel 4 is aangegeven dat het besluit gelijktijdig in werking zal
treden met de Wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering en de Gerechtsdeurwaarderswet in verband met de
bevoegdheid van deurwaarders om informatie op te vragen en elektronisch
te betekenen in geval van derdenbeslag (Stb. 2008, 435). De
inwerkingtreding van deze wet is voorzien voor het  begin van 2009. 

De Staatssecretaris van Justitie,