[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

toelichtende nota

Bijlage

Nummer: 2009D01335, datum: 2009-01-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Verdrag Guernsey inzake de toegang tot onderlinge overlegprocedures i.v.m. de toerekening van winsten van verbonden ondernemingen en de toepassing van de Nederlandse deelnemingsvrijstelling (2009D01333)

Preview document (šŸ”— origineel)


Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Staten van Guernsey
inzake de toegang tot onderlinge overlegprocedures in verband met de
toerekening van winsten van verbonden ondernemingen en de toepassing van
de Nederlandse deelnemingsvrijstelling; St.Ā Peter Port, 25 april 2008
(Trb. 2008, 114)

TOELICHTENDE NOTA

I. ALGEMEEN

Inleiding en verloop onderhandelingen

	De toenemende internationalisering van de economie heeft onder meer tot
gevolg dat steeds meer bestanddelen van het inkomen van Nederlandse
belastingplichtigen in het buitenland worden gegenereerd, ofwel worden
verplaatst naar het buitenland (met name laag belastende jurisdicties).
De informatie die de Belastingdienst nodig heeft voor het vaststellen
van de belastingschuld, opdat een juiste belastingheffing plaatsvindt,
dient steeds vaker uit het buitenland te komen. Hoewel de
belastingplichtige verplicht is deze gegevens te verstrekken, is niet
altijd na te gaan of dit ook werkelijk (correct) gebeurt. Dit kan de
bestrijding van belastingontwijking en fraude belemmeren. Daarom wordt
het steeds meer van belang om hulp van het buitenland te kunnen
inroepen. Nederland is dan ook voorstander van een zo ruim mogelijke
informatieuitwisseling.

	Nederland is in het kader van het informatieuitwisselingsproces van de
Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) met
Guernsey tot overeenstemming gekomen over een
informatieuitwisselingsverdrag betreffende belastingzaken (het op 25
april 2008 te St.Ā Peter Port tot stand gekomen Verdrag tussen het
Koninkrijk der Nederlanden en de Staten van Guernsey inzake de
uitwisseling van informatie betreffende belastingzaken; Trb. 2008, 113),
gebaseerd op het OESO Model Agreement on Exchange of Information on Tax
Matters (OESO- document DAFFE/CFA/(2002)24/FINAL). Tijdens de
onderhandelingen over dit informatieuitwisselingsverdrag zijn Nederland
en Guernsey door middel van compenserende voordelen tot een evenwichtig
pakket gekomen, teneinde op bilateraal niveau gelijke
concurrentievoorwaarden (ā€˜level playing fieldā€™) te scheppen. Dit
pakket beoogt te leiden tot een hoog niveau van transparantie en
informatieuitwisseling, waarmee tegemoet wordt gekomen aan het
Nederlandse belang van informatieuitwisseling en voldaan wordt aan de
OESO-standaarden van informatieuitwisseling. 

	In het kader van de voornoemde compenserende voordelen zijn Nederland
en Guernsey overeengekomen dat parallel aan het
informatieuitwisselingsverdrag gewerkt zal worden aan een bredere
economische- en handelsrelatie. Ten behoeve hiervan zal onderzocht
worden of partijen kunnen komen tot een breder belastingverdrag ter
vermijding van dubbele belasting. Een dergelijk verdrag dient te passen
in een relatie tussen een OESO-lidstaat en een laagbelastend
gecommitteerd land en dient rekening te houden met de specifieke
kenmerken van een ieders belastingstelsel. Het komen tot zo een
eventueel allesomvattend belastingverdrag zal in stappen plaatsvinden.
Als eerste stap werd op 25 april 2008 te St. Peter Port (Guernsey)
ondertekend het onderhavige Verdrag tussen het Koninkrijk der
Nederlanden en de Staten van Guernsey inzake de toegang tot onderlinge
overlegprocedures in verband met de toerekening van winsten van
verbonden ondernemingen en de toepassing van de Nederlandse
deelnemingsvrijstelling (hierna: het ā€˜Verdragā€™). De inwerkingtreding
(en beƫindiging) van het onderhavige Verdrag is gekoppeld aan de
inwerkingtreding (en beƫindiging) van het overeengekomen
informatieuitwisselingsverdrag. Verdere besprekingen met Guernsey
omtrent een belastingverdrag zullen plaatsvinden na inwerkingtreding van
het informatieuitwisselingsverdrag.

	Het onderhavige Verdrag is grotendeels gebaseerd op het relevante
artikel van de OESO Model Tax Convention on Income and Capital (hierna
te noemen: het ā€˜OESO-modelbelastingverdragā€™). 

Budgettaire gevolgen en administratieve lasten

	De budgettaire gevolgen en administratieve lasten zijn verwaarloosbaar.

II. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING 

Hoofdstuk I

Artikel 1 (belastingen waarop het Verdrag van toepassing is)

	Artikel 1 geeft aan op welke soort belastingen het Verdrag van
toepassing is. 

Artikel 2 (begripsomschrijvingen)

	In artikel 2 zijn diverse definities overeengekomen die in het Verdrag
worden gebruikt. Deze definities zijn gebruikelijk in de
belastingverdragen die Nederland sluit en zijn in overeenstemming met
het internationaal gebruik betreffende belastingverdragen.

	Het tweede lid voorziet voor begrippen die niet zijn gedefinieerd in
het Verdrag zelf, in een oplossing overeenkomstig artikel 3, tweede lid,
van het OESO-model belastingverdrag. 

Hoofdstuk II Winstaanpassing van verbonden ondernemingen

Artikel 3 (reikwijdte van hoofdstuk II)

	Dit artikel geeft aan dat hoofdstuk II van dit Verdrag van toepassing
is als voor belastingdoeleinden winsten, die zijn begrepen in de winsten
van een onderneming van een Partij, ook (lijken te) zijn begrepen in de
winsten van een onderneming van de andere Partij en de beginselen van
artikel 4 van het Verdrag (zie hierna) niet in aanmerking zijn genomen.

	Het tweede lid van dit artikel geeft aan dat het eerste lid van
overeenkomstige toepassing is ingeval bij de desbetreffende onderneming
sprake is van verliezen. 

Artikel 4 (beginselen bij de winstaanpassing van verbonden
ondernemingen)

	Dit artikel geeft de beginselen aan die van toepassing zijn op de
aanpassing van winsten van verbonden ondernemingen. Het gaat om
verbonden ondernemingen die bepaalde voorwaarden zijn overeengekomen in
de commerciƫle of financiƫle relatie, die afwijken van hetgeen
gebruikelijk is tussen onafhankelijke ondernemingen. De winsten, die in
een niet-zakelijke relatie tussen verbonden ondernemingen ontbreken en
die normaal gesproken wel zouden zijn gerealiseerd in een zakelijke
relatie, worden begrepen in de winsten van de desbetreffende onderneming
en dienovereenkomstig belast.

Artikel 5 (algemene bepaling)

	In dit artikel wordt geregeld dat de Partij die op grond van artikel 4
een winstaanpassing beoogt, de desbetreffende (rechts)persoon, waarvan
de onderneming deel uitmaakt, over dit voornemen informeert. Deze
(rechts)persoon kan dan de (rechts)persoon waarvan de andere onderneming
deel uitmaakt informeren en die kan dan op zijn beurt de andere Partij
op de hoogte stellen. Echter, dit behoeft de Partij die de informatie
verstrekt er niet van te weerhouden de voorgenomen aanpassing te
verwezenlijken. 

Artikel 6 (onderlinge overlegprocedures)

	Artikel 6 schept voor de belastingplichtige de mogelijkheid (alsmede
voorwaarden) een verzoek bij de bevoegde autoriteit van zijn land in te
dienen om een onderlinge overlegprocedure op te starten ten behoeve van
het oplossen van problemen die de voorgaande artikelen van het Verdrag
mogelijk teweeg hebben gebracht. 

	De bevoegde autoriteiten zullen ingeval van een gerechtvaardigd verzoek
van een belastingplichtige, op grondslag van het tweede lid trachten
door middel van een onderlinge overlegprocedure een oplossing te zoeken
voor de problemen waar belastingplichtigen tegenaan lopen die aan
belastingheffing zijn onderworpen welke niet overeenkomstig de
bepalingen van het Verdrag plaatsvond. Op grond van het derde lid kunnen
de bevoegde autoriteiten rechtstreeks met elkaar communiceren.

	In het vierde lid zijn situaties omschreven waarin de bevoegde
autoriteiten niet verplicht zijn om een onderlinge overlegprocedure op
te starten, onder andere in het geval dat reeds een finale ruling is
overeengekomen, op grond waarvan een van de ondernemingen tengevolge van
aanpassing van de verrekenprijs een aanzienlijke boete verschuldigd zou
worden. 

In het vijfde lid is aangegeven dat partijen tevens andere vormen van
geschillenbeslechting kunnen overeenkomen, waaronder arbitrage. 

Op grond van het zesde lid kunnen partijen overeenkomen om de
procedures, zoals opgenomen in het Verdrag, aan te passen met het oog op
de ontwikkelingen uit hoofde van het op 23 juli 1990 te Brussel tussen
de EG-lidstaten tot stand gekomen Verdrag ter afschaffing van dubbele
belasting in geval van winstcorrecties tussen verbonden ondernemingen
(Trb. 1990, 173) en de ontwikkelingen voortvloeiend uit de discussies in
de OESO over de onderlinge overlegprocedure.

Hoofdstuk III Toepassing van de Nederlandse deelnemingsvrijstelling

Artikel 7 (regels voor de toepassing van de Nederlandse
deelnemingsvrijstelling)

	In dit artikel is bepaald dat de bevoegde autoriteiten in geval van
deelnemingen in Guernsey ter voorkoming van dubbele belasting
overeenstemming kunnen bereiken over de voorwaarden voor toepassing van
de Nederlandse deelnemingsvrijstelling. 

	Hierbij zij opgemerkt dat ten tijde van de onderhandelingen over het
Verdrag in de Nederlandse deelnemingsvrijstelling nog de
onderworpenheidseis gold. Het was voor Guernsey van groot belang, mede
omdat een dergelijke bepaling met het Eiland Man was overeengekomen, dat
zij zekerheid hadden dat de deelnemingsvrijstelling van toepassing kon
zijn voor actieve Guernsey vennootschappen. Nadien heeft deze bepaling
echter zijn belang verloren als gevolg van het vervallen van de
onderworpenheidseis per 1 januari 2007 (Wet van 14 december 2006, Stb.
682). Zoals ook is vastgelegd in het op 25 april 2008 te St. Peter Port
ondertekende Memorandum van Overeenstemming, zal de Nederlandse
deelnemingsvrijstelling voor Guernsey vennootschappen worden toegepast
overeenkomstig de voorwaarden gesteld in de Wet Vennootschapsbelasting
1969. 

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

Artikel 8 (inwerkingtreding) 

	In dit artikel is de inwerkingtreding van het Verdrag geregeld
overeenkomstig hetgeen gebruikelijk is in verdragen. In het tweede lid
wordt de koppeling gelegd naar het eerder genoemde met Guernsey
overeengekomen informatieuitwisselingsverdrag: het onderhavige Verdrag
treedt slechts in werking indien ook het informatieuitwisselingsverdrag
in werking is getreden. 

Artikel 9 (beƫindiging) 

	Artikel 9 regelt de beƫindiging van het Verdrag. Het Verdrag is
gesloten voor een periode van vijf jaar (tenzij de uitzondering zich
voordoet van het tweede lid, zie hierna,). Indien zes maanden daaraan
voorafgaand niet wordt besloten het Verdrag te verlengen, komt het te
vervallen. Dit is bedoeld om te bezien of het aanhouden van het Verdrag
enig nut oplevert voor beide partijen. Als dit niet het geval is vervalt
het Verdrag automatisch.

	In het tweede lid wordt, evenals in het vorige artikel, de koppeling
gelegd naar het eerdergenoemde informatieuitwisselingsverdrag met
Guernsey: het Verdrag wordt zonder kennisgeving beƫindigd indien dat
informatieuitwisselingsverdrag wordt beƫindigd. 

III. Koninkrijkspositie

	Het Verdrag zal, voor wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft,
alleen voor Nederland gelden.

De Staatssecretaris van Financiƫn,

De Minister van Buitenlandse Zaken,

 Van Raad, Teksten Internationaal & EG belastingrecht 2007-2008,
Deventer: Kluwer 2007, p. 1602 e.v. en beschikbaar via   HYPERLINK
"http://www.oecd.org/dataoecd/15/43/2082215.pdf" 
http://www.oecd.org/dataoecd/15/43/2082215.pdf . Zie tevens de bijlage
bij de toelichtende notaā€™s bij de
belastinginformatieuitwisselingsverdragen (TIEAā€™s) met het Eiland Man
(Trb. 2006, 96) en met Jersey (Trb. 2007,148).

Het advies van de Raad van State wordt zonder meer openbaar gemaakt,
omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vijfde lid jo
vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State).

 Van Raad e.a., Teksten Internationaal & EG belastingrecht 2007-2008,
Deventer: Kluwer 2007, p. 849 e.v. en beschikbaar via
http://www.oecd.org/dataoecd/50/49/35363840.pdf.

 

 

 PAGE   5 

-  PAGE   5  -