[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antw vr Anker over het stopzetten van de subsidie aan Onze Weg

Bijlage

Nummer: 2009D01690, datum: 2009-01-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Antwoord op vragen van het lid Anker en het lid Van der Vlies over het stopzetten van de subsidie aan Onze Weg (2009D01689)

Preview document (🔗 origineel)


2009Z00550 / 2080909830

Antwoorden op vragen van het lid Anker (ChristenUnie) aan de minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de brief van de minister
gedateerd 8 januari over acceptatie van homoseksuele gerichtheid in
levensbeschouwelijke kring en het bericht “‘Onze Weg’ verliest
subsidie”. (Ingezonden 15 januari 2009)

1

Bent u bekend met het bericht ‘Onze Weg’ verliest subsidie? 1)

 

1

Ja.

2

Hoe verklaart u dat u op 6 januari een brief naar de Kamer stuurt 2)
waarin u schrijft dat u geen reden ziet de subsidie aan de Stichting
Onze Weg in te trekken, maar dat u dat op 8 januari 3) terugneemt? Welke
nieuwe informatie is in deze korte tijd tot u gekomen?

2

Ik heb de antwoorden op de Kamervragen voor het kerstreces behandeld en
op 6 januari verzonden. Parallel hieraan heb ik contact gehad met de
Stichting Onze Weg, waarbij uiteindelijk een brief van Onze Weg van 8
januari het geleidelijk ontstane beeld completeerde, waardoor ik tot de
conclusie kwam dat het mij niet mogelijk was deze subsidie door te
zetten.

 

3

Kunt u verklaren hoe uw conclusie dat de stichting expliciet streeft
naar verbleking van homoseksuele gevoelens zich verhoudt met uw
antwoorden van 6 januari op vragen Van der Ham 2), waarin u mededeelt
dat de Stichting u schriftelijk heeft bevestigd dat ze op geen enkele
wijze betrokken is bij de ‘genezing’ van homoseksuelen, maar
integendeel aangeeft dat deze verandering niet het 'bij voorbaat beoogde
doel' is? 

4

Bij de uitvoering van welke activiteiten uit het projectplan van de
stichting Onze Weg heeft u geconstateerd dat deze conflicteren met de
bescherming van minderheden en het recht op zelfbeschikking? Welke
activiteiten vormen om die reden voor u de grond voor het beëindigen
van de subsidie? 

3 en 4

Op basis van de brief van 8 januari jl. van Stichting Onze Weg, in
samenhang met andere indicaties (zoals de op de website geplaatste
persoonlijke getuigenissen waarin in instemmende zin wordt verwezen naar
publicaties zoals “Het genezen van de homoseksueel’’) ben ik
uiteindelijk tot de conclusie gekomen dat de Stichting streeft naar
verbleking van homoseksuele gevoelens, en in dat kader nadrukkelijk het
perspectief openhoudt dat dit bij sommigen kan leiden tot verandering
naar heteroseksualiteit. Dit past niet binnen een subsidieprogramma dat
gericht is op sociale acceptatie van homoseksualiteit.

5

Hoe verhoudt zich het kabinetsbeleid om diverse belangenorganisaties met
zeer uiteenlopende grondslag te subsidiëren teneinde sociale acceptatie
van homoseksualiteit te bereiken met het besluit om de subsidie voor de
Stichting Onze Weg in te trekken, nu deze organisatie op zijn minst in
die zin een toegevoegde waarde heeft dat zij homo’s uit een specifieke
levensbeschouwelijke kring vertegenwoordigt?

5

Tijdens de uitvoering van gesubsidieerde projecten kan duidelijk worden
dat niet meer aan de subsidievoorwaarden wordt voldaan. In dat geval
wordt de subsidie stopgezet. De reden van stopzetting heb ik in mijn
antwoord op vraag 3 en 4 reeds toegelicht. Ik sluit geen enkele groep
bij voorbaat uit, subsidieer verschillende groepen, ook uit christelijke
orthodoxe kring, waar opvattingen bestaan die verschillen van die in
andere homo-organisaties. Wel stel ik als eis voor het verlenen van
subsidie dat de activiteiten bijdragen aan de sociale acceptatie van
homoseksualiteit.

6

Is het niet in de lijn van het kabinetsbeleid dat, wanneer
homoseksualiteit in den brede bespreekbaar moet worden gemaakt, er
ruimte moet zijn voor uiteenlopende visies en dus ook voor een visie
waarin homoseksualiteit wordt erkend maar een verandering van
homoseksualiteit naar heteroseksualiteit niet wordt uitgesloten?

6

Allereerst zij gezegd dat de Stichting in mijn ogen op zichzelf zeker
waardevol werk verricht in een kring waar andere homo-organisaties
weinig toegang hebben. Vervolgens: het staat een ieder vrij om te
geloven in en te hopen op verandering van homoseksualiteit naar
heteroseksualiteit en het is niet aan de regering daar een oordeel over
te vellen. Ik trek de subsidie in omdat het streven naar het verbleken
van homoseksuele gevoelens, en het in dat kader nadrukkelijk openhouden
van het perspectief dat dit bij sommigen zou kunnen leiden tot
verandering naar heteroseksualiteit, niet past binnen een
subsidieprogramma dat gericht is op sociale acceptatie van
homoseksualiteit. 

1) ND, 9 januari 2009

2) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008-2009, nr. 1111

3) Kamerstuk 20 017, nr. 46

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid
Van der Vlies (SGP), ingezonden 15 januari 2009 (vraagnummer 2009Z00517
/ 2080909780)