[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Concept-brief en advies t.b.v. de Europese Commissie voor aan de Tweede Kamer

Subsidiariteitstoets van het voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg (COM(2008) 414def)

Bijlage

Nummer: 2009D02367, datum: 2009-01-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: De vaste commissie voor VWS legt haar advies en de concept-brief aan de Europese Commissie voor aan de Tweede Kamer (2009D02356)

Preview document (🔗 origineel)


BIJLAGE

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE TWEEDE

KAMER DER STATEN-GENERAAL

Aan de Europese Commissie

De vicevoorzitter van de Europese Commissie

Mevrouw M. Wallström

Den Haag, 21 januari  2009

Hartelijk dank voor uw brief van 4 december 2008, waarin u ingaat op de
opmerkingen van beide Kamers der Staten-Generaal van het Koninkrijk der
Nederlanden in het 

schrijven van 2 oktober 2008 over het voorstel voor een richtlijn
betreffende

grensoverschrijdende gezondheidszorg (COM(2008) 414). 

Zoals in dit schrijven was gemeld, zagen de Kamers zich genoodzaakt een
definitief oordeel over de subsidiariteit en proportionaliteit van de
voorgestelde maatregelen op te schorten tot het moment dat de bij hen
levende vragen hierover adequaat werden beantwoord en hierover
duidelijkheid werd verkregen. 

Inmiddels is dit onderwerp binnen de Tweede Kamer meermaals besproken
geweest met het Nederlandse Kabinet. Tevens is in het kader van de
oordeelvorming over subsidiariteit en proportionaliteit een
rondetafelgesprek georganiseerd. Hierin zijn door een brede
vertegenwoordiging van belangenorganisaties en experts uiteenlopende
standpunten en inschattingen van implicaties van deze ontwerprichtlijn
voor Nederland ingebracht.

Op basis van de hiervoor geschetste input heeft de Tweede Kamer een
definitief standpunt kunnen formuleren met betrekking tot de
subsidiariteit en proportionaliteit van de ontwerprichtlijn.

Deze treft u aan in de bijlage. Een afschrift van dit standpunt zal
worden toegezonden aan het Nederlandse kabinet, de COSAC en de Raad.

Met vriendelijke groet, 

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

G. A. Verbeet

Beoordeling van het voorstel voor een richtlijn van het Europees

Parlement en de Raad betreffende de toepassing van de rechten

van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg

(COM(2008)414)

Subsidiariteit

De Tweede Kamer beoordeelt de subsidiariteit van het voorstel positief.

Overwegingen die bij dit oordeel een rol spelen, zijn de volgende:

– Gezondheidszorg houdt niet op bij de grens. Daarom is het goed als
er

op Europees niveau een regeling wordt getroffen voor
grensoverschrijdende

gezondheidszorg;

– Er ligt nu eenmaal een aantal uitspraken van het Europese Hof van

Justitie die voor de lidstaten relevant zijn. Aangezien de beleidsmakers

zich hier een oordeel over vormen is enige wijze van codificatie van die

uitspraken vereist (wat alleen op Europees niveau kan en wat hier ook

de kern van het voorstel vormt). Pas daarna volgt de politieke afweging

op die punten.

De Tweede Kamer vraagt wel aandacht voor de volgende kanttekening:

de huidige tekst van de ontwerprichtlijn lijkt de mogelijkheid te bieden
om

in de toekomst de aanspraken op zorg in het buitenland, dan wel vanuit

het buitenland op Nederlandse zorg, te verbreden tot bijvoorbeeld de

langdurige zorg (AWBZ). Omdat deze mogelijkheden niet uitgesloten zijn

en in zouden kunnen grijpen in de organisatie en invulling van de
gezondheidszorg

in Nederland, blijft dit een kritisch aandachtspunt voor het

vervolgtraject van dit dossier.

Proportionaliteit:

De Tweede Kamer beoordeelt de proportionaliteit van het voorstel
vooralsnog

negatief. Overwegingen die bij dit oordeel een rol spelen, zijn de

volgende:

– Hoewel het goed is om patiëntenrechten en recht op zorg over de

grens te regelen, is via verdragen, bilaterale afspraken en uitspraken

van het Europees Hof één en ander reeds gewaarborgd. Het middel

van een richtlijn is niet proportioneel om de nog bestaande problemen

en onduidelijkheden op te lossen.

– Het beoogde doel zou eventueel anderszins bereikt kunnen worden,

omdat er andere instrumenten zijn die duidelijkheid en rechtszekerheid

afdwingen (zoals voorlichting en het starten van inbreukprocedures

tegen lidstaten).

– Er is nog veel onduidelijkheid over de impact van een richtlijn op
het

Nederlandse zorgstelsel. De vraag of de problematiek rondom de

grensoverschrijdende zorg met een richtlijn (in plaats van een ander

middel) dient te worden opgelost, is vooralsnog niet duidelijk
beantwoord.

– Een aantal bepalingen in de ontwerprichtlijn wijst in de richting
van

uitbreiding van de invloed/zeggenschap van de Europese Commissie

ten opzichte van de lidstaten. Meer specifiek: artikel 5.3, artikel 8.2,

10.3, 12.3, 14.2, 15.3 en artikel 16.

Tenslotte:

Op basis van het huidige voorstel en de Impact Assessment is het in dit

stadium moeilijk de concrete praktische, juridische en financiële
implicaties

van het voorstel voor Nederland in te schatten. De commissie VWS

heeft begrepen dat ook in het behandelingstraject tussen de lidstaten en

in het maatschappelijk veld nog veel inhoudelijke vragen leven. De

Tweede Kamer benadrukt in dit verband dat de politieke standpunten

van de fracties ten aanzien van de inhoud van het voorstel dan ook los

staan van het hierboven gestelde oordeel over subsidiariteit en
proportionaliteit.

Derhalve zal de Tweede Kamer dit onderwerp nauwgezet blijven

volgen en op de agenda houden in de debatten met de Nederlandse
regering.