Vragen VSO cie VW inzake milieuscenario’s kilometerprijs
Mobiliteitsbeleid
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2009D02516, datum: 2009-01-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H. Jager, voorzitter van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: I.B. Sneep, griffier
Onderdeel van zaak 2008Z10181:
- Indiener: C.M.P.S. Eurlings, minister van Verkeer en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat (2008-2010)
- 2009-01-13 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-01-14 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat (2008-2010)
- 2009-01-22 14:00: Suggesties voor doorrekening van de verschillende varianten van de differentiatie naar milieukenmerken bij de basisheffing van de kilometerprijs (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat (2008-2010)
- 2009-06-24 16:00: Anders Betalen voor Mobiliteit (Algemeen overleg), vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat (2008-2010)
- 2010-09-08 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
31305 Mobiliteitsbeleid Verslag Binnen de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat hebben de fracties van het PvdA, GroenLinks en D66 de behoefte om enkele vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de minister van Verkeer en Waterstaat d.d. 22 december 2008 inzake de verschillende scenario’s voor de milieudifferentiatie van het basistarief van de kilometerprijs (31 305, nr. 101). Bovengenoemde brief vloeit voort uit uw toezegging, gedaan in het vervolg algemeen overleg Anders Betalen voor Mobiliteit d.d. 18 november 2008, luidende dat u de kamer begin 2009 de verschillende door te rekenen varianten van de differentiatie naar milieukenmerken bij de basisheffing van de kilometerprijs zal doen toekomen. In genoemd algemeen overleg hebt u in dit verband tevens aangegeven dat u de Kamer de mogelijkheid biedt om u suggesties voor doorrekening van de verschillende varianten van de differentiatie naar milieukenmerken bij de basisheffing van de kilometerprijs te doen toekomen. De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat heeft besloten van deze mogelijkheid gebruik te maken. Bedoelde suggesties, van de leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks en D66 treft u hieronder aan. De voorzitter van de commissie H. Jager De griffier van de commissie I.B. Sneep Suggesties van de leden van de fractie van de PvdA De leden van de PvdA-fractie hebben het volgende verzoek. De scenario’s die doorgerekend worden voor de vrachtwagens, bestelauto’s en autobussen beperken zich tot de varianten gebaseerd op de huidige vaste lasten conform het uitgangspunt budgetneutraliteit van de kilometerheffing. De leden van de fractie van de PvdA zetten vraagtekens bij het nut van het variabiliseren binnen een bedrag van iets meer dan 1 eurocent. De discussie over internalisering van externe kosten loopt nog in Europa en de uitkomst is nog onzeker. Toch zou het in de ogen van de leden van de PvdA-fractie goed zijn om nu ook inzichtelijk te maken wat de milieuopbrengsten zouden zijn indien er inderdaad gewerkt gaat worden met een mogelijk nieuwe eurovignet richtlijn. Ook een doorberekening met prijzen, in hoogte vergelijkbaar met de Duitse Maut, zouden de PvdA-leden zeer op prijs stellen. De leden van de PvdA-fractie houden vast aan de overeengekomen uitgangspunten van de kilometerprijs, maar willen inzicht krijgen in de bandbreedte van milieuwinsten die gehaald zouden kunnen worden met de toerekening van de externe kosten. Suggesties van de leden van de fracties van GroenLinks en D66 voor de doorrekening milieuscenario’s kilometertarief In het navolgende deel worden diverse milieuscenario’s beschreven die de fracties van GroenLinks en D66 graag doorgerekend zien bij de kilometerprijs. Gestart wordt met een beschrijving van de opbouw van een kilometertarief in de eindsituatie waarbij de BPM en de MRB zijn afgeschaft. Vervolgens worden enkele alternatieven gegeven die in de ogen van deze leden moeten worden doorgerekend op milieueffecten. In het tweede deel van de notitie gaan we in op de scenario’s voor het vrachtvervoer. De onderstaande redenering en onderbouwing voor een maximaal milieu-effectieve differentiatie van de tarieven van de aankomende kilometerprijs zijn gebaseerd op de volgende uitgangspunten: Opbrengsten moeten gelijk zijn aan de huidige inkomsten van BPM en MRB; Diesel en Benzine worden gelijk behandeld (na accijnscompensatie) op basis van de mate van absolute CO2 uitstoot en luchtvervuiling (Euroklasse); Vervuilende auto’s mogen straks niet goedkoper worden (dan nu via BPM/MRB); Tijdelijke extra inkomsten voor luchtvervuiling worden gebruikt om autorijders te compenseren voor dubbel betalen voor reeds betaalde BPM. De bandbreedte van de milieutarieven is groter dan wat gangbaar wordt genoemd. Met andere woorden, de maximale tarieven zijn hoger. De reden hiervoor is dat in de voorstellen die nu circuleren opmerkelijk genoeg blijkt dat de sterk vervuilende auto’s relatief goedkoper worden, tarieven worden kunstmatig gemaximeerd en dus niet gebaseerd op absolute uitstoot. Hiervoor is voor een aantal autotypen het basistarief vergeleken met de huidige BPM en de MRB. Basistarief Het basistarief voor de kilometerheffing bestaat in de ogen van de leden van de fracties van GroenLinks en D66 uit drie elementen: CO2-tarief: De basis bestaat uit een milieudifferentiatie met als grondslag de absolute CO2 uitstoot per kilometer met een progressief tarief. Afhankelijk van de CO2 uitstoot varieert dit gedeelte van het basistarief tussen 1 en 65 cent per km. Luchtvervuilingstoeslag: Vervolgens komt daarbovenop een bedrag als een auto ook bijdraagt aan luchtvervuiling (NOx/PM10); afhankelijk van de luchtverontreiniging varieert de toeslag tussen 0 en 23 cent per km. Accijnscompensatie: Voor dieselauto’s komt er vervolgens een accijnscorrectie om het verschil in te betalen accijns (inclusief BTW) te compenseren. Dit is eveneens gerelateerd aan de CO2 uitstoot. Bij een middenklasser van dezelfde grootte is dit ongeveer 3,6 cent per km, incl. BTW (2 cent voor de allerzuinigste tot 9 cent per km voor de dieselslurpers). Het volgende schema vat de opbouw van het basistarief samen: 1. Milieudifferentiatie CO2 uitstoot CO2 uitstoot < 70 gr/km 70 - 140 gr/km 140 - 200 gr/km > 200 gr km Eurocent per gram CO2 per km 0 0,035 0,105 0,28 2. Milieudifferentiatie Euroklasse Euroklasse Euro 1 Euro 2 Euro 3 Euro 4 Euro 5 Euro 6 Zonder retrofit roetfilter Met retrofit roetfilter Zonder retrofit roetfilter Met retrofit roetfilter Zonder affabriek roetfilter Met affabriek roetfilter Eurocent per km (benzine) 3,1 3,1 Nvt 1,3 Nvt 0 Nvt 0 0 Eurocent per km (diesel) 22,9 22,9 11,2 15,7 11,2 6,7 3,1 1,8 0 3. Accijnscorrectie diesel Diesel Euroklasse Euro 1 Euro 2 Euro 3 Euro 4 Euro 5 Euro 6 Eurocent per gr CO2 per km 0,025 0,025 0,025 0,025 0,025 0,025 Spitstarief In de spitsperiode een spitstarief van 11 cent per km op snelwegen en het onderliggende wegennet in regio’s met een te volle spits (I/C verhouding > 0,8). De leden van de fracties van GroenLinks en D66 stellen voor om het half uur voor en na de spits een spitstarief van 5,5 cent te heffen om voorkomen dat er een golf van verkeer net voor en net na de gedachte spitsperiode de weg op gaat (vgl. het probleem dat ontstaat in de wijken net buiten de zone van betaald parkeren). Stadstarief In stedelijke centra komt daarboven op een stadstarief van 10 cent per km voor dieselauto’s euro-1, 2 en 3 zonder roetfilter en 5 cent per km voor benzineauto’s euro-1 en dieselauto’s euro-2 en 3 met een retrofit roetfilter en euro 4 zonder af-fabriek roetfilter. Dit tarief moet bij voorkeur gelden op de wegen door en langs woongebieden, maar in elk geval in de milieuzones. Doel is om de vervuiling in leefgebieden een halt toe te roepen. De volgende tabel geeft een samenvatting. Stadstarief Euroklasse Euro 1 Euro 2 Euro 3 Euro 4 Euro 5 Euro 6 Zonder retrofit roetfilter Met retrofit roetfilter Zonder retrofit roetfilter Met retrofit roetfilter Zonder affabriek roetfilter Met affabriek roetfilter Eurocent per km (benzine) 5 0 Nvt 0 Nvt 0 Nvt 0 0 Eurocent per km (diesel) 10 10 5 10 5 5 0 0 0 Minirittarief Voor de eerste vijf kilometer wordt een minirittarief van 10 cent per km betaald. Hiermee moet een extra prikkel ontstaan om de auto minder te gebruiken voor korte ritten. Dit is nodig omdat er te weinig stimulans ontstaat om korte ritten te vervangen door bijvoorbeeld een gezond fietsritje vanwege de lage prijs van de rit door het kleine aantal kilometers. Verwachte opbrensten Heel grof wordt door de leden van de fracties van GroenLinks en D66 een opbrengst van het basistarief, excl. het luchtvervuilingstoeslag op 5,5 miljard euro (gem. 5,5 cent/km; 100 miljard km’s) becijferd, uit het Spitstarief 1,6 miljard euro (11 cent/km; 15% in de spits, 15 mld km) en nog enkele honderden miljoenen uit Minirittarief en Stadstarief, dus totaal 7 mld. Ter vergelijking: de huidige opbrengst per jaar uit BPM, MRB en opcenten uit de MRB is 6,8 miljard. Tarieven kunnen licht aangepast worden (binnen onze uitgangspunten) als blijkt dat de inkomsten uit het CO2 tarief (en de accijnscompensatie) niet gelijk zijn aan de inkomsten uit MRB en BPM bij omslag naar kilometerprijs (of aan de accijnsinkomsten bij omslag). Door te rekenen scenario’s De leden van de fracties van GroenLinks en D66 vragen u de volgende scenario’s door te rekenen op verkeers- en milieueffecten (mobiliteitseffecten en voertuigverliesuren, emissies CO2 en emissies NOx en PM10: NOx en PM10 zowel op landelijk niveau als apart voor de Randstad en 1 grote stad) en op inkomsten van de overheid: Basistarief; Basistarief plus Spitstarief; Basistarief plus Spitstarief plus Minirittarief; Basistarief plus Spitstarief plus Stadstarief; Basistarief plus Spitstarief plus Minirittarief plus Stadstarief; De kilometerprijs zal een stevig sturend effect hebben, aangezien de hoge brandstofprijzen dit jaar een goed merkbaar effect hadden (bij ca 4 cent per km hogere kosten door de dure brandstof). De kosten per kilometer van scenario A zijn doorgaans 3 á 12 cent buiten de spits en 14 á 23 cent in de spits (energieslurpers veel meer). Dit geldt ook voor de kosten in de stad, maar vervuilende auto’s zijn daar met scenario C 10 cent per kilometer duurder uit. Bij korte ritten komt er in geval van scenario B en D nog 10 cent bij (buiten de spits wordt het 13 á 22 cent en in de spits 24 á 33 cent) Milieuscenario’s kilometertarief vrachtwagens en bestelwagens De afspraken die gemaakt zijn in de commissie Nouwen, zijn vooral gemaakt voor het personenverkeer. Er zijn geen specifieke afspraken gemaakt voor het goederenvervoer. Wel wordt gesuggereerd dat de afspraken voor het personenverkeer ook gelden voor het goederenvervoer. Nu de milieuscenario’s worden doorgerekend, is het goed om ook voorbereid te zijn op de politieke discussie over verschillende varianten van de kilometerprijs voor het goederenvervoer over de weg. Door alleen de vaste lasten van het goederenvervoer te variabiliseren zullen de tarieven voor het goederen uitkomen op 1 a 2 eurocent per kilometer. Hierbij is een effectieve milieudifferentiatie niet mogelijk. In tegenstelling tot het personenverkeer komen de infrastructuurkosten en externe kosten niet terug in de vaste lasten voor het vracht- en bestelverkeer. Een Europese discussie hierover speelt op dit moment via de herziening van de Eurovignet richtlijn wel. De leden van de fracties van GroenLinks en D66 achten het niet eerlijk en uitlegbaar om een kilometerprijs te introduceren waar een vervuilende vrachtwagen veel minder betaalt dan een schone personenauto. De klimaatproblematiek vereist tevens dat ook de bestel- en vrachtwagens versneld zuiniger worden. Hiervoor is een adequate milieudifferentiatie noodzakelijk. Om voorbereid te zijn op een discussie die toch gaat komen, stellen deze leden voor de volgende twee varianten door te rekenen: basistarief op Duitse Maut-niveau basistarief op basis van dekking infrastructuurkosten en externe kosten 1. Basistarief op Duits Maut niveau: In Duitsland betalen alle zware en grote vrachtwagens een tarief per kilometer: het zogenaamde Maut tarief. Dit tarief geldt alleen voor vrachtwagens zwaarder dan 12,5 ton en met meer dan drie assen. Om het tarief ook geschikt te maken voor vrachtwagens met twee assen en lichter dan 12,5 ton is het prijsverschil tussen de drie en vier assers, teruggerekend naar twee assen. Op basis van deze berekening stellen de leden van de fracties van GroenLinks en D66 voor om de volgende tarieven voor het vrachtwagens door te rekenen. Voor bestelwagens dienen tarieven conform dezelfde rekenmethodiek te worden doorgerekend. Basistarief op Duitse Maut-niveau Euroklasse Euro 0 en 1 Euro 2 Euro 3 Euro 4 Euro 5 EEV Zonder retrofit roetfilter Met retrofit roetfilter Zonder retrofit roetfilter Met retrofit roetfilter Eurocent per km 2 assen 26 26 17,6 17,6 17,6 15,5 12,7 12,7 Eurocent per km 3 assen 27,4 27,4 19,0 19,0 16,9 16,9 14,1 14,1 Eurocent per km 4 assen of meer 28,8 28,8 20,4 20,4 18,3 18,3 15,5 15,5 2. Basistarief op basis van dekking infrastructuurkosten en externe kosten Als de kosten van infrastructuur en de externe kosten worden doorgerekend in de kilometerprijs voor vrachtwagens dan ontstaat het volgende plaatje. Ook deze variant moet naar de mening van de leden van de fracties van GroenLinks en D66 worden doorgerekend om goed voorbereid te zijn op de komende politieke discussie. Basistarief dekking infrastructuurkosten en externe kosten Euroklasse Euro 0 Euro 1 Euro 2 Euro 3 Euro 4 Euro 5 < 7,5 ton 50,2 46,5 46,1 45,1 43,4 42,5 7,5 – 16 ton 66,3 62,6 61,8 60,5 58,1 56,8 16 – 32 ton 70,9 66,3 66 64,3 62,1 60,9 > 32 ton 77,7 73,3 72,2 70,1 67 65,2 Voor het tarief is de gemiddelde prijs van de externe kosten genomen en de gemiddelde prijs van de infrastructuurkosten. Vervolgens zijn de kosten luchtverontreiniging gedifferentieerd. Aangezien de congestiekosten zijn opgenomen als onderdeel van de externe kosten, stellen deze leden voor in deze variant geen spitstarief voor vrachtwagens in rekening te brengen. Voor bestelwagens dienen tarieven conform dezelfde rekenmethodiek te worden doorgerekend. - 0 - Deze accijnscorrectie komt in feite in de plaats van de dieseltoeslag van € 307 en benzine-aftrek van € 1442 (BPM 2008) in de BPM en de hogere MRB voor dieselauto’s. De prijs van 3,6 cent/km is het equivalent van de gederfde accijns in vergelijking tot een even grote middenklasse benzineauto; dit bij een dieselverbruik in de praktijk van 1 liter op 16 km en een accijnsverschil per liter incl. BTW tussen benzine en diesel van 33,6 cent/liter); Een stijging van de brandstofkosten met € 0,50 per liter zijn voor een auto met een verbruik in de praktijk van 1:16 gemiddeld ca 3,2 cent per km. Iemand met een schone zuinige auto uit de middencategorie die 10.000 km per jaar rijdt gaat er flink op vooruit. Zo betaalt iemand met een Renault Clio nu een BPM van 4482 euro en in 7,5 jaar 1860 euro MRB, totaal 6342 euro in 7,5 jaar. Met een autokilometrage van 10.000 km per jaar en 15 % daarvan in de spits betaalt hij/zij in 7,5 jaar met een basistarief voor de Clio van 2,4 cent en een Spitstarief van 11 cent in totaal 3400,- euro. Dit geeft dus een voordeel van 2942 euro in 7,5 jaar. Het omslagpunt waarboven de automobilist van Clio meer gaat betalen dan de huidige BPM en MRB in 7,5 jaar ligt bij bijna 20.000 km. Iemand met een brandstofslurper die 10.000 km per jaar rijdt gaat er ook op vooruit. Zo betaalt iemand met een Jeep (GR Cher) nu een BPM van 41.960 euro en in 7,5 jaar 12.120 euro MRB, totaal 54.080 in 7,5 jaar. Met een autokilometrage van 10.000 km per jaar en 15 % daarvan in de spits betaalt hij/zij in 7,5 jaar met een basistarief voor de Jeep van 38,8 cent en een Spitstarief van 11 cent in totaal 30.200,- euro. Dit geeft dus een voordeel van € 23.800 in 7,5 jaar. Het omslagpunt waarboven de automobilist van Jeep meer gaat betalen dan de huidige BPM en MRB in 7,5 jaar ligt bij ongeveer 18.000 km. Enhanced environmentally friendly vehicle: schone voertuigen waarvan de norm tussen Euro V en Euro VI ligt. Aanlegkosten en beheer- en onderhoudkosten. Kosten voor milieuschade zoals luchtverontreiniging, geluid, klimaat, en congestiekosten en kosten voor ruimtebeslag. Bronnen: Maibach et al; Handbook on Estimation of external costs in the transport sector Impact study; CE Delft, 2008 en Boon et al; Infrastructuurkosten van het vrachtverkeer over de weg, CE Delft, 2008. PAGE 1