[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Overig veiligheidsbeleid

Bijlage

Nummer: 2009D02532, datum: 2009-01-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Veiligheid in en om het onderwijs (2009D02530)

Preview document (🔗 origineel)


Bijlage 2.	Overig veiligheidsbeleid

In hoofdstuk 2 van de brief is de voortgang van de belangrijkste
maatregelen om het veiligheidsbeleid op scholen te verbeteren
beschreven. In deze bijlage wordt het overige veiligheidsbeleid
uiteengezet. Hiertoe behoren onder andere de maatregelen die het
ministerie van Justitie medio 2008 is gestart met het programma
‘Geweld’. Doel van het programma is een bijdrage te leveren aan de
reductie van geweldsincidenten in de samenleving. In het programma
worden preventieve maatregelen gecombineerd met een repressieve,
persoonsgerichte aanpak. Een belangrijk deel van de preventieve
maatregelen richt zich, in samenwerking met OCW, op scholen.

Hieronder leest u allereerst over de verbetering van de sociale
veiligheid door scholen zelf. Vervolgens komt de verbetering van sociale
veiligheid op scholen door samenwerking met andere partijen
(bijvoorbeeld gemeenten, jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg en politie) aan
bod. De meeste van de hieronder beschreven werkwijzen worden aangeboden
door het Centrum School en Veiligheid.

A. Beleid sociale veiligheid op scholen door scholen zelf

Deskundigheidsbevordering van docenten en onderwijsondersteunend
personeel

Het is belangrijk dat leraren en aankomende leraren worden voorbereid op
het omgaan met agressie en geweld. Vanaf 1 augustus 2006 zijn bepaalde
bekwaamheidseisen op dit gebied voor onderwijspersoneel van kracht. De
lerarenopleidingen moeten zorgen dat toekomstige leraren de
‘geĂ«iste’ vaardigheden beheersen. In de bekwaamheidseisen zijn
competenties opgenomen die leraren kunnen helpen in het omgaan met
agressie en geweld. Onder andere het scheppen van een veilig
schoolklimaat, het onderhouden van goed contact met leerlingen en hun
ouders, het signaleren van (gedrags)problemen, het aanspreken van
leerlingen op ongewenst gedrag en het stimuleren van gewenst gedrag zijn
hierin opgenomen. De lerarenopleidingen zorgen dat studenten
bovenstaande vaardigheden beheersen, scholen zijn er verantwoordelijk
voor dat leraren hun bekwaamheid tijdens hun loopbaan onderhouden. Op
het gebied van nascholing wordt binnen de onderwijssectoren een aantal
cursussen op gebied van agressie en geweld aangeboden. OCW heeft het
Centrum voor School en Veiligheid de opdracht gegeven om de trainingen
op het gebied van veiligheid en agressie en geweld te bundelen. Zo
ontstaat er een goed overzicht van de beschikbare expertise.

Actief burgerschap en sociale integratie 

Sinds eind 2006 houdt de inspectie toezicht op de manier waarop scholen
het ‘actief burgerschap’ en de ‘sociale integratie' bevorderen.
Het toezicht op ‘burgerschap’ wordt in stappen opgezet. Vanaf eind
2006 controleert de inspectie het ‘actief burgerschap’ en spreekt
scholen daar zonodig op aan. 

Scholen kregen tot 1 februari 2008 een ‘onvoldoende’ voor ‘actief
burgerschap’ als het onderwijs van de school in strijd was met de
basiswaarden van de democratische rechtsstaat. Of als duidelijk was dat
leerlingen niet voldoende werden onderwezen in ‘actief burgerschap’
en de school daar niet adequaat op reageerde. Sinds 1 februari 2008
tellen ook andere elementen mee bij een beoordeling als onvoldoende.
Bijvoorbeeld als de school geen visie heeft op ‘burgerschap’. Ook
moet de school deze visie en de manier waarop ze burgerschap bevordert
voor ouders, leerlingen en andere belanghebbenden via de schoolgids
inzichtelijk maken. Burgerschap gaat over meer dan democratie alleen.
Leerlingen moeten ook onderwezen worden in het omgaan met andere mensen
en het deelnemen aan de Nederlandse samenleving. Uiteraard moet de
school zelf het goede voorbeeld geven.

Gedragsinterventies: projecten gericht op verbeteren weerbaarheid,
vergroten van sociale competenties en conflicthantering

Op de website van het Centrum School en Veiligheid is de gids ‘Kiezen
voor Veiligheid’ te downloaden. Deze gids is bedoeld als ondersteuning
voor scholen bij de keuze voor een methode om sociale competenties te
ontwikkelen. Op deze site staat ook een ‘instrument voor
beleidsevaluatie’ voor scholen in het primair en voortgezet onderwijs.
Dit instrument geeft scholen, schoolbesturen en gemeenten handvatten
voor het concretiseren en verhelderen van beleid en interventies op het
gebied van sociale competenties en participatie.

Het WODC heeft in 2008 in opdracht van het Ministerie van Justitie en in
samenwerking met OCW een plan- en procesevaluatie laten uitvoeren naar
leerlingbemiddeling in het basis- en voortgezet onderwijs. In de
evaluatie kwam naar voren dat leerlingbemiddeling positieve effecten kan
hebben in het onderwijs. Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en
Veiligheid ontwikkelt momenteel een modelaanpak voor leerlingbemiddeling
waarna deze in 2009 getest wordt in een pilot. In vervolg hierop wordt
ook aandacht besteed aan het stellen van kwaliteitseisen voor aanbieders
van leerlingbemiddeling.

In 2008 heeft Codename Future in het kader van het programma Geweld een
aantal pilots uitgevoerd met gedragscodes op school. Doel is het
bespreekbaar maken van omgangsvormen, verbetering van het klimaat op
school, het ondersteunen van leerlingen, ouders en docenten en de inzet
van gedragscodes voor de lange termijn te borgen middels een methodiek
die jongeren aanspreekt. Deelnemende scholen waren enthousiast over het
project. Dit jaar wordt gestart met een vervolgproject, waaraan een
groter aantal scholen kan deelnemen en waaraan een effectevaluatie wordt
gekoppeld. 

De afgelopen maanden is in het kader van het programma Geweld met
(samenwerkingsverbanden van) scholen overlegd over de Agressie Regulatie
Training. Dit is een in de Verenigde Staten in de reclassering, binnen
het gevangeniswezen én in niet-justitiële settings zoals op scholen
een bewezen effectieve interventie om agressief en asociaal gedrag bij
jongeren tegen te gaan. Inmiddels blijkt dat scholen enthousiast zijn om
mee te doen. In 2009 starten er naar verwachting 20 pilots. Doel van
deze inzet is om via een train-de-trainer programma docenten in staat te
stellen agressief en gewelddadig gedrag tegen te gaan en individuele
jongeren in staat te stellen zichzelf te leren beheersen. 

De lesmethode C&SCO/RIPP richt zich op gedragsverbetering en versterking
van sociaal gedrag bij leerlingen. Doel van dit programma is het
verbeteren van het leerklimaat op school door het versterken van houding
en handelen van het personeel van de school. Het programma is bedoeld
voor jongeren in de eerste twee schooljaren op het voortgezet onderwijs.
Het ministerie van Justitie is in het schooljaar 2007-2008 een pilot
gestart. Het WODC evalueert gelijktijdig het programma. Bij positieve
resultaten wordt dit programma verder verspreid.

De MBO-raad ontwikkelt met subsidie van het ministerie van OCW voor de
bve-sector een ‘visuele aanpak veiligheid’. Doel van de aanpak is
het zorgen voor een veilige en sociale werk- en leeromgeving. EĂ©n van
de resultaten is een waarden-en-normenpakket per mbo-instelling of per
onderwijslocatie. Dit zogenoemde normenpakket maakt duidelijk hoe
jongeren, docenten en onderwijsondersteunend personeel in en rondom de
roc’s met elkaar omgaan. 

Mentoring wordt steeds vaker ingezet om jongeren te begeleiden bij hun
schoolloopbaan en oriëntatie op de toekomst. De begeleiding bestaat in
ieder geval uit het ontwikkelen van sociale, cognitieve en emotionele
vaardigheden. Om een goed overzicht te krijgen van mentoringprojecten in
Nederland inventariseert  OCW de bestaande projecten gericht op
jongeren. De resultaten van dit onderzoek zijn in 2009 bekend. Deze
worden gebruikt om het beleid voor mentoring de komende jaren vorm te
geven. 

Seksuele diversiteit 

Het is van belang dat homoseksuelen zich veilig kunnen voelen op school.
Een grotere acceptatie van seksuele diversiteit op school is niet los te
zien van een veilig schoolklimaat. OCW blijft daarom scholen
ondersteunen, zodat zij een open en veilig schoolklimaat kunnen
creëren, verbeteren of behouden. Dat geeft homoseksuele jongeren en
leerkrachten de kans om gewoon homo of lesbisch te zijn. 

In het kader van de emancipatienota en de nota ‘Gewoon homo zijn’
zijn diverse maatregelen genomen. 

Het opstellen van een handreiking ‘Naar een discriminatievrije
school’ voor leraren, jongeren en schoolbestuurders. Deze bevat een
aantal richtlijnen waarvan een aantal over het omgaan met
homoseksualiteit.

De Nationale Jeugdraad krijgt gedurende een aantal jaar steun voor
activiteiten om de acceptatie onder verschillende groepen jongeren te
bevorderen.

Bijdrage aan de totstandkoming van een ‘gay &
straightonderwijsalliantie van de Algemene Onderwijsbond, CNV Onderwijs,
het CBOO, Empowerment Lifestyle Services en COC. Deze alliantie is
bedoeld om de acceptatie van homoseksuelen op school te bevorderen.

Steun aan projecten gericht op het verbeteren van de sociale acceptatie
van homoseksuelen op school. Het gaat om steun voor de Roze Olifant, de
website   HYPERLINK "http://www.gayandschool.nl"  www.gayandschool.nl 
en initiatieven van leerlingen en leraren die op hun school een ‘gay &
straight’ alliantie willen opzetten.

B. Beleid  sociale veiligheid op scholen door samenwerking tussen
scholen en andere partijen

Brede scholen

De veiligheid in en om de school wordt ook verbeterd als scholen beter
in staat zijn om jongeren een ‘sluitend dagarrangement’ te bieden.
Dat kunnen scholen niet alleen. De ‘brede school’ in het primair en
voortgezet onderwijs is daar bij uitstek voor geschikt. Het kenmerk van
deze brede scholen is dat ze de eigen organisatie, hun aanbod en/of
doelstellingen hebben verbreed. Hierdoor is er sprake van een
structurele samenwerking met partners uit andere sectoren zoals
bijvoorbeeld sport, cultuur, welzijn en opvang.Overigens wordt ook de
politie met name in het voortgezet onderwijs vaak genoemd als ‘actieve
partner’ van de ‘brede school’. 

Bijna 350 scholen voor voortgezet onderwijs en 1000 basisscholen zijn
inmiddels een ‘brede school’. Om dit verder te stimuleren hebben
OCW, VWS en de gemeenten het initiatief genomen om op termijn, 2500
combinatiefuncties te realiseren. Hiermee is dit jaar gestart in de G30,
en inmiddels zijn de gemeenten van de tweede tranche uitgenodigd om
vanaf volgend jaar mee te doen.

Versterking samenwerking tussen onderwijs en jeugdvoorzieningen

Een sterke zorgstructuur steunt scholen in het creëren van een veilig
schoolklimaat. In de brief van 19 juni 2008 (2007–2008, 31 001, nr.
51) staat op welke manier OCW en Jeugd & Gezin zich inzetten om de
samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg in Zorg- en Adviesteams
(ZAT’s) verder te verbeteren. In ZAT’s werken scholen en
instellingen voor maatschappelijk werk, jeugdgezondheidszorg,
leerplicht, bureau jeugdzorg en politie structureel samen om te zorgen
voor snelle en passende hulp en ondersteuning voor jongeren met
problemen. 

Uit de ‘monitor ZAT’s 2007’ blijkt dat in het voortgezet onderwijs
inmiddels 92% van de scholen over een ZAT beschikt (91% in 2006). In het
basisonderwijs heeft 71% van de scholen een schoolgebonden zorgteam en
60% van de scholen een bovenschools ZAT (was beide 52% in 2005). In de
bve-sector is de dekkingsgraad 75% (was 72% in 2006) en zijn de ZAT’s
veelal geconcentreerd binnen de servicecentra of trajectbureaus van de
roc’s.

De ambitie is om een landelijke dekking van ZAT’s te hebben in alle
onderwijssectoren.Vooral omdat de afgelopen jaren uit onderzoek is
gebleken dat hulp vanuit ZAT’s enorm dienstbaar kan zijn aan kinderen
en jongeren die problemen hebben bij het opgroeien. Bij het NJI is een
landelijk steunpunt opgericht waar professionals die samenwerken in de
ZAT’s terecht kunnen met vragen over multidisciplinair werken. 

Veilige thuissituatie: centra voor jeugd en gezin

Een gezonde en veilige thuissituatie is voor alle kinderen en jongeren
essentieel. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor het aanbod van
opgroei- en opvoedondersteuning op basis van de Wet collectieve
preventie volksgezondheid (straks Wet publieke gezondheid) en de Wet
maatschappelijke ondersteuning. Het gaat onder andere
om jeugdgezondheidszorg en (school-)maatschappelijk werk. Deze
voorzieningen worden gebundeld in de centra voor jeugd en gezin. Het
kabinet heeft de ambitie om in 2011 een landelijk dekkend netwerk van
deze centra te hebben. Op lokaal niveau moeten er onder de regie van de
gemeenten goede afspraken komen om de centra voor jeugd en gezin te
verbinden met het onderwijs. Bijvoorbeeld via de zorgstructuur van
onderwijsinstellingen (de Zorg- en Adviesteams).

Campussen

Voor de groep ‘moeilijke’ jongeren blijkt dat intensieve combinaties
van onderwijs, zorg en ‘arbeidstoeleiding’ nodig zijn om ze op het
rechte pad te houden en te zorgen voor een startkwalificatie of een
baan. In 2007 zijn negen pilots voor campussen gestart. Doel van de
pilots is om inzicht te krijgen in de meest effectieve aanpak voor
jongeren zonder zicht op opleiding of baan en die dreigen af te glijden
naar maatschappelijk ongewenst gedrag. Daarnaast loopt een experiment in
Rotterdam (wijkscholen) dat zoekt naar een structurele effectieve aanpak
voor de groep overbelaste jongeren in Rotterdam. Onder andere op basis
van de uitkomsten van de pilots in 2010 en de effectiviteit van het
experiment ‘wijkscholen’ neemt het kabinet een besluit over een
structurele, sluitende voorziening voor deze groep jongeren. 

Politie, justitie en schoolveiligheid

Aanpak wapenbezit op scholen: In 2008 is een checklist verspreid om
samenwerking (scholen, gemeenten, politie en openbaar ministerie) bij de
preventieve aanpak van wapenbezit in het onderwijs aan te moedigen. Om
het gebruik van de checklist te kunnen meten, is voorafgaand aan de
verspreiding een nulmeting gehouden naar de lokale samenwerking bij de
aanpak van wapens op onder meer scholen. De nulmeting laat zien dat bij
24% van de scholen in het voorafgaande jaar ten minste Ă©Ă©n incident
geweest is waarbij sprake was van wapenbezit. Daarnaast meldt 18%
wapenincidenten rondom de school (2008/2009, 28 684, nr. 177). De
checklist biedt een effectieve aanpak om het wapenbezit op scholen tegen
te gaan. Daarvoor is onder meer vereist dat de aanpak opgenomen is in
het veiligheidsplan van de school en dat er afspraken met de politie
gemaakt worden over samenwerking bij de preventieve aanpak van wapens.
In 2009 zal het gebruik van de checklist op scholen verder worden
gestimuleerd.

Jongeren zonder startkwalificatie gaan ruim vijf keer zo vaak het
criminele pad op als jongeren die wel een startkwalificatie hebben. Met
partijen in de regio, waaronder de gemeente en de politie, onderzoekt
OCW de mogelijkheden voor pilots op het snijvlak van
criminaliteitspreventie en schooluitval.

In het kader van het ‘Actieplan politie en schoolveiligheid’ maken
politie en scholen afspraken over de inzet van politie op school.
Hierbij is een regierol weggelegd voor de gemeente. De reikwijdte van de
afspraken is afhankelijk van de behoefte van de school en wordt in
overleg vastgesteld. De eerste uitkomsten van een onderzoek in de
politieregio's over de van het actieplan levert een divers beeld op. Een
aantal regio’s is al ver met het maken van afspraken tussen scholen,
politie en gemeenten. Daar is de samenwerking al nagenoeg operationeel.
In andere regio’s bevindt men zich nog in de startfase. Het aanwijzen
van wederzijdse contactpersonen is een belangrijke eerste stap die door
veel regio’s wel is genomen.

De politie is niet alleen in het kader van het ‘Actieplan politie en
schoolveiligheid’, maar ook in het kader van de ‘kwaliteitsteams
sociale veiligheid’, de ‘brede scholen’ en de ZAT’s betrokken
bij de (sociale) veiligheid van de onderwijsinstellingen. 

Naast het registreren van incidenten door scholen is het van belang dat
indien jongeren zich schuldig maken aan strafrechtelijke feiten, al dan
niet met gebruik van geweld, aangifte wordt gedaan bij de politie. Dan
wordt justitie ingeschakeld zodat een op de jongere toegesneden straf of
maatregel kan worden getroffen. OCW zorgt er samen met Justitie voor dat
er duidelijke richtlijnen komen wanneer scholen aangifte moeten doen van
dergelijke incidenten. In 2009 wordt er vanuit het programma Veilige
Publieke Taak een handleiding ter bevordering van de aangiftebereidheid
beschikbaar gesteld aan werkgevers. Dit moet het ook voor scholen
makkelijker maken aangifte te doen.