Brief aan de Commissie Meijers
Bijlage
Nummer: 2009D02828, datum: 2009-01-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: N. Albayrak, staatssecretaris van Justitie (Ooit PvdA kamerlid)
Bijlage bij: Uitbreiding van de Richtlijn langdurig ingezetenen (2009D02827)
Preview document (🔗 origineel)
Datum 23 januari 2009 Onderwerp Uitbreiding van de richtlijn langdurig ingezetenen Geachte heer Groenendijk, Dank voor uw brief van 24 november 2008, waarin u reageert op mijn brief van 19 september 2008 over de uitbreiding van de Richtlijn langdurig ingezetenen en een alternatieve oplossing aandraagt voor de geschetste problemen. Hieronder zal ik ingaan op uw vragen en suggesties. Allereerst deel ik u, wellicht ten overvloede, mee dat het voorstel tot wijziging van de Richtlijn niet is aangenomen door de Raad. Het Voorzitterschap heeft nu besloten het dossier te sluiten en meent dat moet worden gewacht op de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon. Aangezien het niet zeker is of de huidige tekst van het wijzigingsvoorstel tegen die tijd wederom onderwerp van bespreking zal zijn, kan het zijn dat ook de oplossing in mijn brief van 19 september jongstleden niet meer aan de orde zal zijn. Niettemin beantwoord ik hieronder graag uw brief. U dringt erop aan dat de termijn van vijf jaar van rechtmatig verblijf, nodig voor de toekenning van een status van langdurig ingezetene, zou moeten aanvangen bij de indiening van de asielaanvraag en niet pas met de toekenning van de verblijfsvergunning regulier. Dit is inderdaad de inzet van Nederland geweest. Nederland heeft tijdens de onderhandelingen er steeds op aangedrongen dat de gehele periode vanaf de indiening van de asielaanvraag zou moeten kunnen meetellen. Voor Nederland is dit van belang, aangezien de verblijfsvergunning asiel veelal wordt verleend met ingang van de datum van aanvraag en Nederland de gehele looptijd van de vergunning wil kunnen meerekenen. U stelt voorts als alternatieve oplossing voor, dat de nationale vormen van bescherming wellicht zouden kunnen worden aangemerkt als subsidiare bescherming in de zin van de kwalificatierichtlijn. U voert daartoe aan dat het op grond van artikel 3 van de Kwalificatierichtlijn aan lidstaten is toegestaan om gunstiger normen vast te stellen of te handhaven indien deze met de richtlijn verenigbaar zijn. Dit standpunt deel ik niet. Naar mijn oordeel is het niet met de richtlijn verenigbaar om vreemdelingen verlening van een verblijfsvergunning asiel op basis van nationale bescherming, aan te merken als subsidiaire bescherming. Op grond van artikel 2, onder 2, van de Kwalificatierichtlijn wordt verstaan onder een ‘persoon die voor de subsidiaire-beschermingsstatus in aanmerking komt’: een persoon ten aanzien van wie er zwaarwegende gronden bestaan om aan te nemen dat, kort gezegd, hij bij terugkeer een reëel risico zou lopen op ernstige schade als omschreven in artikel 15 van de Richtlijn. Artikel 15 van de Richtlijn bepaalt dat ernstige schade bestaat uit: a) doodstraf of executie; b) foltering of onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing van een verzoeker in zijn land van herkomst; of c) ernstige en individuele bedreiging van het leven of de persoon van een burger als gevolg van willekeurig geweld in het kader van een internationaal of binnenlands gewapend conflict. De Richtlijn geeft derhalve vastomlijnde criteria voor de vraag wie in aanmerking komt voor de subsidiaire beschermingsstatus, net zoals er vastomlijnde criteria zijn gegeven voor de vraag welke vreemdelingen in aanmerking komen voor de vluchtelingenstatus. Het zou niet in overeenstemming zijn met de tekst en bedoeling van de Richtlijn als lidstaten zouden besluiten om ook vreemdelingen die niet onder deze criteria vallen aan te merken als vluchteling of subsidiair beschermde. Dit zou ook niet in lijn zijn met de harmonisatiegedachte, die immers ten grondslag ligt aan de Richtlijn. Vertaald naar de Nederlandse situatie betekent dit het volgende. Zoals u wellicht bekend is, is het Nederlandse kabinet van oordeel dat de bescherming van artikel 15 van de Richtlijn samenvalt met de bescherming van artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, inclusief de recente jurisprudentie van het Hof in Straatsburg hierover, en derhalve met artikel 29, eerste lid, onder b, van de Vreemdelingenwet 2000. Naar het oordeel van het kabinet moeten derhalve als nationale bescherming worden aangemerkt de verleningsgronden van artikel 29, eerste lid, onder: c (traumatabeleid en overige humanitaire gronden), d (categoriale bescherming), e (gezinshereniging), en f (verruimde gezinshereniging), van de Vreemdelingenwet 2000. Over dit onderwerp zal het Europese Hof van Justitie in Luxemburg naar verwachting begin 2009 uitspraak doen, maar deze discussie kan hier terzijde blijven. Immers, ongeacht de uitkomst van deze procedure zullen vreemdelingen ten aanzien van wie bij terugkeer geen reëel risico bestaat op ‘ernstige schade’ in de zin van artikel 15 van de Richtlijn, niet kunnen worden aangemerkt als ‘persoon die voor subsidiaire bescherming in aanmerking komt’. Naar mijn oordeel is het niet verenigbaar met de Richtlijn om personen op wie artikel 15 van de Richtlijn niet van toepassing is, toch aan te merken als subsidiair beschermden. Artikel 3 van de richtlijn staat derhalve niet toe om op dit punt gunstiger normen vast te stellen. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Hoogachtend, Staatssecretaris van Justitie, IF REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT = " " " " " REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT Test " Datum 23 januari 2009 Ons kenmerk REF dvRefGegevensOnsKenmerk \* MERGEFORMAT dds 5580212/08 REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 3 van SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 3 Ons kenmerk dds 5580212/08 Uw kenmerk CM0812 Kopie aan De Voorzitter van de Tweede Kamer De Voorzitter van de Eerste Kamer Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. IF SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 1 > 1"Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 1 van SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 3 " " " > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag De Voorzitter van de Commissie Meijers Postbus 201 3500 AE UTRECHT