Nader antw aanbestedingsplicht bij projectontwikkeling
Brief regering
Nummer: 2009D02910, datum: 2008-12-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M. Cramer, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Onderdeel van zaak 2009Z01226:
- Indiener: J.M. Cramer, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (2008-2010)
Onderdeel van zaak 2009Z01319:
- Indiener: P.F.C. (Paulus) Jansen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2009-02-11 11:30: Procedurevergadering VROM (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (2008-2010)
- 2009-02-12 10:00: Uitvoering van de Nota Ruimte (voortzetting) (Algemeen overleg), vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (2008-2010)
- 2009-04-02 14:00: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter, Bij brief d.d. 19 februari 2007 (kenmerk DGR 2007014585) heeft mijn ambtsvoorganger de antwoorden aangeboden op de vragen van het lid Jansen (SP) over de aanbestedingsplicht bij projectontwikkeling (ingezonden op 31 januari 2007). In het antwoord is aangegeven, dat de Tweede Kamer, nadat de consequenties van het hierna te noemen Auroux-arrest zijn geïnventariseerd, zo spoedig mogelijk nader zal worden geïnformeerd. De Interdepartementale Commissie Europees Recht (ICER) heeft getracht een antwoord te geven op de door het Auroux-arrest opgeroepen vragen. Een ad hoc werkgroep onder auspiciën van de ICER heeft het arrest uitvoerig geanalyseerd en de uitkomsten hiervan toegepast op de in Nederland gebruikelijke publiek-private samenwerking (PPS) voor gebiedsontwikkeling. De analyse van het arrest Auroux en de gevolgen voor de Nederlandse PPS voor gebiedsontwikkeling zijn neergelegd in het rapport Auroux dat ik u - mede namens de minister voor Wonen, Wijken en Integratie - hierbij aanbied. Het rapport is bij brief van 14 oktober 2008 door de Minister van Binnenlandse Zaken aan alle gemeenten en provincies toegezonden. Ik beperk mij er hierna toe enkele hoofdpunten uit het rapport te geven. Hoewel de rechtsverhouding in de zaak Auroux niet één op één gelijk te stellen is met de rechtsverhouding van de in Nederland gebruikelijke PPS voor gebiedsontwikkeling zijn er wel parallellen tussen de Franse en de Nederlandse situatie. Zowel in de Franse als in de Nederlandse situatie is sprake van een in één overeenkomst samengebrachte ontwikkeling van zowel publieke als private werken. In de Franse zaak concludeerde het Hof dat de gemeente Roanne voor het gehele project – dat zowel publieke als private werken omvatte - ten onrechte geen Europese aanbestedingsprocedure had gevolgd. In tegenstelling tot de Franse zaak Auroux geschiedt de ontwikkeling van de private projecten in Nederland voor rekening en risico van de particuliere projectontwikkelaars. Dat betekent dat er voor de private werken in beginsel geen aanbestedingsplicht geldt. Uit het arrest Auroux volgt evenwel dat dit anders wordt, indien een gemeente verdergaande eisen aan het project stelt dan voortvloeiend uit haar gebruikelijke publiekrechtelijke betrokkenheid. Tevens moet sprake zijn van een bezwarende titel: een gemeente dient voor de uitvoering van de (bouw)werken een tegenprestatie te leveren.In het arrest lijkt het Hof dit begrip ruim uit te leggen: ook van derden verkregen inkomsten worden geacht deel uit te maken van de voor het werk te betalen tegenprestatie. Niet duidelijk wordt na het arrest of het criterium voor wiens rekening en risico commercieel vastgoed wordt gerealiseerd, van belang is voor de beoordeling of sprake is van een bezwarende titel. De rechtspraak is op dit punt meerduidig. Ook kan sprake zijn van een concessie van openbare werken, indien het exploitatierisico bij de aannemer wordt gelegd. Het is om die reden raadzaam voor aanbestedende diensten om terughoudend te zijn met het stellen van eisen die verder gaan dan hierboven omschreven, indien men een aanbestedingsplicht zou willen vermijden. Voor de publieke werken, inclusief de diensten die hiermee verband houden, zoals de ontwikkeling van een stedenbouwkundig plan, geldt dat een gemeente deze werken en diensten moet aanbesteden. Onder bepaalde omstandigheden, als een gemeente geen andere mogelijkheid ter beschikking staat, kan zij er voor kiezen de aanbestedingsplicht naar een private partij door te schuiven , maar ook hier zal telkens kritisch gekeken moeten worden of aan de strikte voorwaarden van het Hof voldaan wordt. Het rapport Auroux heeft op een aantal punten meer duidelijkheid gegeven over de aanbestedingsrechtelijke aspecten van gebiedsontwikkeling, maar op andere punten zal nadere rechtspraak van het Hof van Justitie EG moeten worden afgewacht. Het Hof bepaalt uiteindelijk of de in het rapport gegeven interpretatie van de aanbestedingsregelgeving juist is. Ik ben mij ervan bewust dat het rapport een hoog abstractieniveau heeft en daardoor niet makkelijk leesbaar is. Ook zijn in het rapport geen concrete modellen of handreikingen opgenomen over de vraag hoe in het vervolg om te gaan met PPS voor gebiedsontwikkeling. Daarom zal mijn ministerie samen met andere betrokken partijen zo spoedig mogelijk een handreiking ontwikkelen in de vorm van de ‘Reiswijzer marktpartijen en gebiedsontwikkeling’ als vervolg op het rapport Auroux. Tot slot vraagt de heer Jansen of het in het licht van het Auroux arrest nog houdbaar is dat overheden aan private partijen onderhands exclusieve ontwikkelings- en eigendomsrechten toekennen voor commerciële ontwikkelingen in ruil voor andere concessies. Op deze vraag is geen stellig bevestigend of ontkennend antwoord mogelijk. Uit de jurisprudentie volgt dat het onderhands toekennen niet zonder meer onmogelijk is, maar de uiteindelijke conclusie hangt af van de aard en omvang van de door de gemeente in de overeenkomst met de private partijen te stellen eisen alsmede de precieze invulling van het begrip ‘bezwarende titel’. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, dr. Jacqueline Cramer Pagina PAGE 3 van NUMPAGES 3 De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20017 2500 EA Den Haag Datum 16 december 2008 Betreft Aanbestedingsplicht bij projectontwikkeling SHAPE \* MERGEFORMAT Paraaf WWI Paraaf DGR Paraaf DBO Pagina PAGE 1 van NUMPAGES 3 Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken Datum 16 december 2008 Kenmerk BJZ2008115754 Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken Rijnstraat 8 Postbus 20951 2500 EZ Den Haag www.vrom.nl Contactpersoon Kenmerk BJZ2008115754