Antwoord op vragen van het lid Thieme over de jacht in ganzenfoerageergebieden
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2009D02978, datum: 2009-01-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G. Verburg, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z08230:
- Gericht aan: G. Verburg, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Indiener: M.L. Thieme, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (π origineel)
FORMTEXT Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
FORMTEXT Directie Natuur
FORMTEXT Willem Witsenplein 6
Postadres: FORMTEXT Postbus 20401
FORMTEXT 2500 EK 's-Gravenhage
Telefoon: FORMTEXT 070 - 3786868
Fax: FORMTEXT 070 - 3786100
FORMTEXT De Voorzitter van de Tweede Kamer
FORMTEXT der Staten-Generaal
FORMTEXT Postbus 20018
FORMTEXT 2500 EA 's-GRAVENHAGE
FORMTEXT βββββ
FORMTEXT βββββ
FORMTEXT βββββ
FORMTEXT βββββ
FORMTEXT βββββ
FORMTEXT 2 december 2008 FORMTEXT 2008Z08230 /
2080906770 FORMTEXT DN. 2008/3691 FORMTEXT 27 januari 2009
Kamervragen over plezierj FORMTEXT acht in ganzenfoerageergebieden
waarin de samenleving miljoenen investeert FORMTEXT 3785051
FORMTEXT βββββ
Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u de antwoorden op vragen van het lid Thieme (PvdD)
over de jacht in ganzenfoerageergebieden.
1
Kunt u uiteenzetten op welke wijze de voorwaarden voor jacht in
foerageergebieden voor overwinterende ganzen die u noemt in uw
beantwoording op vraag 3, in regelgeving zijn vastgelegd, en welke
strafbepalingen gelden bij overtreding van deze voorwaarden?
De voorwaarden zijn niet als zodanig vastgelegd in regelgeving. De
genoemde voorwaarden zijn een specificering van de algemene bepalingen
omtrent jacht en beheer en schadebestrijding en zijn de uitwerking van
het Beleidskader Faunabeheer. Er bestaan geen directe strafbepalingen
bij het overtreden van deze voorwaarden, niet anders dan de algemene
strafbepalingen die gelden bij overtredingen van de Flora- en faunawet.
2 en 3
Deelt u de mening dat de twee adviezen van Alterra waarop u zich
baseert, bij het toestaan van jacht op de vijf vrij bejaagbare soorten
(houtduif, wilde eend, haas, konijn en fazant) in
ganzenfoerageergebieden juist concluderen dat:
jacht van anderhalf uur voor zonsondergang tot een half uur na
zonsondergang ernstige verstoring geeft, niet te verenigen is met de
doelstelling de vogels er optimaal te kunnen laten foerageren, en daarom
ontoelaatbaar is;
ook het invoeren van incidentele jachtdagen niet zonder risicoβs is;
en als al een afstand tot de foeragerende ganzen zou moeten worden
gehanteerd, een minimale afstand tussen de 500 en 1500 meter wordt
genoemd;
verstoring ook leidt tot extra kosten van ganzenbeheer, omdat
verontruste ganzen de beschermde gebieden verlaten en elders gaan
foerageren, hetgeen leidt tot extra schadeclaims uit het Faunafonds? Zo
neen, waarom niet?
Deelt u de principiΓ«le vraag in de twee rapporten van Alterra in
hoeverre ook maar de geringste verstoring van de overwinterende ganzen
door jacht verenigbaar is met de doelstellingen van de veilige
opvanggebieden voor ganzen? Zo neen, waarom niet?
Ganzen wennen aan verstoringen. De hierboven genoemde conclusies gelden
ten aanzien van verstoringen binnen een straal van 500 meter. Daarbuiten
hebben de verstoringen minimaal tot geen verstorend effect, afhankelijk
van de gewenning van de ganzen. Hiervan uitgaande concludeer ik
vooralsnog dat deze verstoringen geen significant effect hebben op de
beleidsdoelstellingen van het Beleidskader Faunabeheer.
4
Deelt u de mening dat de plezierjacht in ganzenfoerageergebieden geen
enkel doel dient, anders dan vermaak, en in geen enkel opzicht opweegt
tegen de doelstellingen van de veilige opvanggebieden voor ganzen, waar
de overheid ook nog eens jaarlijks miljoenen in investeert? Zo neen,
waarom niet?
Nee. De jachthouder heeft een zorgplicht voor zijn jachtveld en die
houdt de instandhouding van een redelijke wildstand in. Dat is bij wet
vastgelegd in artikel 37, eerste lid, van de Flora- en faunawet.
5 en 6
Deelt u de mening dat de verstoring, die plaatsvindt in de periode van
half oktober tot eind januari, jΓΊist samenvalt met de periode dat deze
gebieden het meest kwetsbaar zijn (overwinterende ganzen uit het hoge
noorden), en daarmee haaks staat op datgene wat we met deze gebieden
willen bereiken, namelijk zo min mogelijk schade buiten de
foerageergebieden? Zo neen, waarom niet?
Bent u bereid de jacht op de vijf bejaagbare soorten in
ganzenfoerageergebieden te verbieden, gelet op bovenstaande conclusies?
Zo ja, op welke wijze en binnen welke termijn? Zo neen, waarom niet? Hoe
legitimeert u de combinatie van verstorende hobby-activiteiten met het
beleid van gedogen van ganzen in aangewezen gebieden, waar deze
activiteiten volgens deskundigen met elkaar in strijd zijn?
Nee. Zie mijn antwoorden op vraag 2 en 3.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
REF datum \* MERGEFORMAT 27 januari 2009 REF onskenmerk \*
MERGEFORMAT DN. 2008/3691 PAGE \* MERGEFORMAT 2
Directie Natuur
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
onderwerp doorkiesnummer bijlagen