[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

TAAKOPDRACHT TASKFORCE VERBETERING AFBAKENING WTCG

Bijlage

Nummer: 2009D03870, datum: 2009-01-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Taakopdracht Taskforce (2009D03868)

Preview document (🔗 origineel)


TAAKOPDRACHT TASKFORCE VERBETERING AFBAKENING WTCG

Aanleiding

Op 1 januari jongstleden is de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en
gehandicapten in werking getreden (Wtcg). Deze wet behelst een nieuwe
regeling voor de tegemoetkoming in de meerkosten van chronisch zieken en
gehandicapten. Meerkosten zijn kosten die samenhangen met de
gezondheidsproblemen waar deze mensen mee kampen, zoals hogere
stookkosten, vervoerskosten en extra kosten voor kleding of beddegoed.
Deze regeling vervangt de buitengewone uitgaven regeling in de
inkomstenbelasting die per 1 januari jongstleden is vervallen.

Een belangrijk onderdeel van de Wtcg betreft de zogeheten forfaitaire
tegemoetkoming (verder “forfait” genoemd) voor chronisch zieken en
gehandicapten. Er is op dit moment nog geen gestandaardiseerde definitie
voor chronisch zieken en gehandicapten beschikbaar. Daarom heeft het
kabinet er voor gekozen de groep mensen met meerkosten af te bakenen op
basis van bepaalde vormen van zorggebruik die thans al op landelijke
basis en op uniforme wijze geregistreerd worden. Volgens het rapport
“Compensatie regeling Chronisch Zieken en Gehandicapten” (verder
“Vektisrapport” genoemd) kan namelijk op basis van de gekozen vormen
van zorg een selectie worden gemaakt van personen waarvan het zeker of
zeer aannemelijk is dat zij tot de groep chronisch zieken en
gehandicapten behoren. Daarnaast is het op die manier mogelijk om het
forfait automatisch, dat wil zeggen zonder dat de betrokkenen daar een
aanvraag voor hoeven in te dienen, door het CAK te laten toekennen.

Het kabinet is er zich van bewust dat er mensen met (zeldzame)
aandoeningen en aanzienlijke meerkosten zijn wier zorggebruik in de nu
gehanteerde landelijke bestanden niet wordt geregistreerd en daardoor
niet in aanmerking komen voor het forfait. Op basis van het
Vektis-rapport kan worden afgeleid dat er een kleine 0,2 miljoen mensen
zijn die thans buiten de afbakening van de forfaitaire regeling vallen.
Het kabinet streeft daarom naar een verbetering van de afbakening van de
doelgroep voor de forfaitaire regeling. Het kabinet heeft structureel
€ 50 miljoen  gereserveerd voor thans nog niet geïdentificeerde
groepen chronisch zieken en gehandicapten. Tijdens de parlementaire
behandeling van de Wtcg heeft het kabinet laten weten dat het een
commissie van onafhankelijke deskundigen zal instellen die de beoogde
verbetering in 2009 voortvarend ter hand zal nemen. Daarnaast heeft het
kabinet laten weten dat het een onderzoek zal starten naar de
mogelijkheden van de zogeheten ICF-classificatie.

Onderhavige nota voorziet in de taakopdracht voor de Taskforce. In
paragraaf 2 komt het forfait en de daarbij behorende aandachtspunten aan
de orde. Paragraaf 3 bevat vervolgens de concrete taakomschrijving.
Daarna komen in paragraaf 4 de randvoorwaarden en in paragraaf 5 het
tijdpad aan de orde. 

Het forfait en de aandachtspunten nader beschouwd

Voor de toekenning van het forfait wordt uitgegaan van de volgende
gegevens op grond van de uitvoering van de Zorgverzekeringswet (1 tot en
met 5), de AWBZ (6) en de Wmo (7):

intensief gebruik van bepaalde geneesmiddelen;

gebruik van ziekenhuiszorg voor een bepaalde aandoening;

gebruik van bepaalde hulpmiddelen;

gebruik van fysiotherapie of oefentherapie voor een aandoening die
voorkomt op de lijst met chronische aandoeningen in het Besluit
zorgverzekering;

gebruik van revalidatiezorg in aangewezen revalidatiecentra;

indicatie voor AWBZ-zorg;

gebruik van huishoudelijke verzorging op grond van de Wmo.

Ad 1. Het intensief gebruik van bepaalde geneesmiddelen 

Het gaat hierbij om geneesmiddelen die zijn ingedeeld in de zogeheten
Farmaceutische kostengroepen (FKG’s). Om ingedeeld te worden in een
FKG, moet een verzekerde in een jaar minimaal 180 standaarddagdoseringen
van een medicijn voor de desbetreffende chronische ziekte voorgeschreven
hebben gekregen. Daarnaast moet het gaan om geneesmiddelen die niet zijn
verstrekt door bijvoorbeeld ziekenhuizen of verplegings- of
verzorgingsinstellingen. 

Een aandachtspunt bij het gebruik van FKG’s als een van de
afbakeningscriteria voor het forfait is onder andere het feit dat
intramuraal toegediende geneesmiddelen (bijvoorbeeld het geneesmiddel
remicade voor reumapatiënten) niet “meedoen” bij de bepaling van
het recht op een forfaitaire tegemoetkoming. 

Ad 2. Gebruik van ziekenhuiszorg voor een bepaalde aandoening

Hierbij gaat het om diagnosekostengroepen (DKG’s). Deze DKG’s geven
informatie over ziekenhuisopnamen samenhangend met chronische
aandoeningen. Alleen de diagnosegroepen waarvan door een groep van
medische deskundigen is vastgesteld dat zij eenduidig wijzen op de
aanwezigheid van ernstige, chronische aandoeningen, zijn ingedeeld in de
DKG’s. 

Als gevolg van het gebruik van DKG’s als afbakeningscriterium
“lopen” poliklinische behandelingen voor chronisch zieken en
gehandicapten evenmin “mee” bij de bepaling van het recht op een
forfaitaire tegemoetkoming.

Ad 3. Het gebruik van bepaalde hulpmiddelen 

Bij de hulpmiddelen gaat het om de verstrekte hulpmiddelen in het kader
van de Zorgverzekeringswet. Het kabinet heeft tijdens de parlementaire
behandeling van de Wtcg in de Tweede Kamer laten weten dat het de
mogelijkheden van registreren van het meerjarig hulpmiddelengebruik zal
onderzoeken. 

Wmo-hulpmiddelen (waaronder rolstoelen) zijn op dit moment nog niet
meegenomen in de afbakeningscriteria. Dit komt omdat er helaas geen
uniforme landelijke registratie van Wmo-hulpmiddelen bestaat. De motie
Tang c.s. verzoekt –kort samengevat- het kabinet om het gebruik van
een rolstoel of vergelijkbaar hulpmiddel te registreren. Het kabinet is
inmiddels gestart met de voorbereidingen om samen met de VNG te bezien
op welke wijze Wmo-hulpmiddelen kunnen worden geregistreerd. Op basis
van de resultaten van die inventarisatie, zal bezien worden hoe binnen
afzienbare termijn, zo mogelijk met ingang van 2010, een sluitend
systeem van registratie opgezet kan worden.

Ad 4. Het gebruik van fysiotherapie of oefentherapie voor een aandoening
die voorkomt op de lijst met chronische aandoeningen in het Besluit
zorgverzekering

Voor mensen ouder dan 18 jaar gaat het om fysiotherapie of oefentherapie
op grond van bijlage 1 van het Besluit zorgverzekering. Deze bijlage
bevat een lijst van chronische aandoeningen waarbij langdurige of
intermitterende fysiotherapie of oefentherapie nodig kan zijn. 

Verzekerden die jonger zijn dan 18 jaar krijgen altijd de eerste negen
behandelingen vergoed, ongeacht of deze behandelingen betrekking hebben
op de genoemde bijlage 1 bij het Besluit zorgverzekering. Daarom is
bepaald dat verzekerden onder 18 jaar die in de twee jaren voorafgaande
aan het jaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft, voor meer dan
een bepaald bedrag aan fysiotherapie of oefentherapie hebben gebruikt,
recht hebben op het forfait. 

Ad 5. Het gebruik van revalidatiezorg

Het gaat hier alleen over revalidatie in revalidatiecentra die bij
ministeriële regeling worden aangewezen. Revalidatie in algemene
ziekenhuizen kan nog niet worden meegenomen, omdat hiervan thans geen
specifieke gegevens beschikbaar zijn. Met ingang van 2009 wordt de
situatie anders, omdat de revalidatiezorg -ook die verleend in algemene
ziekenhuizen- dan op basis van de nieuw ontwikkelde revalidatie-dbc’s
zal worden gedeclareerd. Dat maakt het in principe eenvoudiger de
revalidatiezorg in algemene ziekenhuizen als zodanig te
onderscheiden. De Stuurgroep implementatie Wtcg, die de implementatie
van het forfait begeleidt, zal binnen afzienbare termijn met de
zorgverzekeraars in overleg treden om na te gaan wat de mogelijkheden
zijn om aan de hand van deze revalidatie-dbc's uniforme en betrouwbare
gegevens betreffende het gebruik van revalidatie in algemene
ziekenhuizen ter beschikking te krijgen. 

Ad 6. Een indicatie voor AWBZ-zorg

Indien een verzekerde is geïndiceerd voor zorg die op grond van de AWBZ
wordt verstrekt, heeft hij recht op een forfaitaire tegemoetkoming. 

Ad 7. Het gebruik van huishoudelijke verzorging op grond van de Wmo

Het gaat hier vooralsnog alleen om huishoudelijke verzorging in natura.
Er zijn op dit moment helaas nog geen uniforme gegevens beschikbaar van
mensen die gekozen hebben voor een persoonsgebonden budget (PGB) voor
huishoudelijke verzorging op grond van de Wmo. Dit is daarom een van de
onderwerpen die de Stuurgroep implementatie Wtcg in 2009 met voorrang
ter hand zal nemen.

De hoogte van het forfait is afhankelijk van de intensiteit van het
zorggebruik. Mensen met een laag zorggebruik (bijvoorbeeld alleen een
hulpmiddel) komen vanwege de verwachte beperkte meerkosten niet in
aanmerking voor een forfait. Voor mensen met een gemiddeld zorggebruik
(bijvoorbeeld het gebruik van huishoudelijke verzorging op grond van de
WMO) of die in een intramurale instelling zijn opgenomen is vanwege de
verwachte meerkosten gekozen voor een forfait van € 300 voor
65-minners en € 150 voor 65-plussers. Voor de mensen met een hoog
zorggebruik (bijvoorbeeld door de combinatie van huishoudelijke
verzorging en fysiotherapie) is vanwege de verwachte meerkosten gekozen
voor een forfait van € 500 voor 65-minners en € 350 voor
65-plussers.

Zoals uit het voorgaande blijkt, is sprake van een aantal
aandachtspunten bij de gekozen criteria voor het forfait. De
aandachtspunten bij het meerjarig gebruik van Zvw-hulpmiddelen, de
Wmo-hulpmiddelen, revalidatiezorg in algemene ziekenhuizen en de PGB’s
bij huishoudelijke verzorging op grond van de Wmo betreffen het
ontbreken van uniforme landelijke registraties. Het onderzoek naar de
mogelijkheden voor het opzetten van dergelijke registraties behoort tot
de verantwoordelijkheid van de Stuurgroep implementatie Wtcg. Dit
onderzoek is inmiddels gestart (WMO-hulpmiddelen of PGB’s bij
huishoudelijke verzorging) of zal op zeer korte termijn worden opgepakt
(meerjarig gebruik van Zvw-hulpmiddelen, revalidatie in algemene
ziekenhuizen). Daarnaast heeft het kabinet toegezegd dat de Stuurgroep
implementatie Wtcg zal onderzoeken of mantelzorg kan worden meegenomen
bij de afbakeningscriteria van de Wtcg.

De Taskforce wordt verzocht zich te buigen over de vraag hoe chronisch
zieken en gehandicapten die te kampen hebben met meerkosten maar wier
zorggebruik op grond van de Zorgverzekeringswet thans niet onder FKG’s
of DKG’s valt, toch onder de afbakening kunnen worden gebracht. 

Concrete taakomschrijving

3.1	Verbetering huidige afbakening 

De Taskforce wordt verzocht om met inachtneming van het in de inleiding
genoemde  budget van € 50 miljoen aanvullende criteria te ontwikkelen
waardoor een betere afbakening ontstaat van de groep chronisch zieken en
gehandicapten die te kampen hebben met meerkosten maar wier zorggebruik
op grond van de in paragraaf 2 genoemde afbakeningscriteria thans geen
grond is voor een toekenning van een tegemoetkoming. De Taskforce wordt
verzocht om daarbij de onderstaande drie invalshoeken, zo mogelijk in
onderlinge samenhang, te betrekken. 

Alternatieve wijze voor de bepaling van intensief gebruik van
geneesmiddelen

Tijdens overleg van het ministerie van VWS en de CG-raad met
FKG-deskundigen over een mogelijke verbetering van de afbakening van de
forfaitaire regeling hebben de laatst genoemden laten weten dat zij
perspectief zien in het afbakenen van het geneesmiddelengebruik op basis
van het zogeheten Anatomisch Therapeutisch Chemisch Classificatiesysteem
(ATC-codes) van de Wereldgezondheidsorganisatie. De ATC-codes worden
geregistreerd in de administratie van verzekeraars. Wellicht dat het
gebruik van de ATC-codes tot een betere afbakening van het
geneesmiddelengebruik door chronisch zieken en gehandicapten kan leiden.

Zeldzame ziekten

Ten behoeve van het jaarlijkse onderhoud van het zogeheten
risicovereveningssysteem in het kader van de Zorgverzekeringswet is
enkele jaren geleden onderzoek gedaan naar zeldzame ziekten. Gegeven het
feit dat er circa 8.000 zeldzame ziekten bestaan heeft de toenmalige
begeleidingscommissie zeldzame chronische aandoeningen besloten het
onderzoek uit te voeren op basis van een lijst met 440 zeldzame
aandoeningen van erfelijke ziekten die door de Vereniging Samenwerkende
Ouder- en Patiëntenorganisaties is opgesteld. Deze lijst kan behulpzaam
zijn bij het onderzoek naar de mogelijkheden om mensen met deze zeldzame
aandoeningen op te sporen.

Poliklinische en/of dagbehandelingen

Zoals uit paragraaf 2 is gebleken, vallen bijna uitsluitend
behandelingen die opnamen in een ziekenhuis vergen onder DKG’s. Met
het oog op de beoogde verbetering van de afbakening is een onderzoek
naar de mogelijkheden om meer poliklinische en/of dagbehandelingen als
afbakeningscriterium voor het forfait mee te nemen denkbaar.

De Taskforce wordt tevens verzocht om bij de nadere afbakening de in
paragraaf 2 genoemde aandachtspunten te betrekken (te weten het
meerjarig gebruik van Zvw-hulpmiddelen, de Wmo-hulpmiddelen,
revalidatiezorg in algemene ziekenhuizen, de PGB’s bij huishoudelijke
verzorging en de mantelzorg). Het gaat daarbij om vragen als “dienen
Wmo-hulpmiddelen op dezelfde manier als de Zvw-hulpmiddelen bij de
afbakeningscriteria van de Wtcg behandeld te worden” of “dient
revalidatiezorg verleend door algemene ziekenhuizen op dezelfde manier
behandeld te worden als revalidatiezorg verleend door
revalidatiecentra”? Soortgelijke vragen zijn aan de orde bij de
overige genoemde aandachtspunten. 

Volledigheidshalve zij daarbij nog op twee aspecten gewezen. Zoals ook
in de inleiding is opgemerkt, is het forfait een tegemoetkoming voor de
meerkosten waar chronisch zieken en gehandicapten als gevolgen van hun
aandoening mee te maken hebben. Ook bij de nadere afbakening moet het
dus, analoog aan de huidige afbakeningscriteria, gaan om (zorggebruik
dat voortvloeit uit) aandoeningen op grond waarvan verondersteld mag
worden dat de mensen die daar mee te kampen hebben, ook te maken hebben
met meerkosten als gevolg van die aandoening. Verder zij er op gewezen
dat de afbakening voor de forfaitaire regeling geen statisch geheel is
maar als gevolg van medische ontwikkelingen aan dynamiek onderhevig zal
zijn. Immers, er zullen in de toekomst nieuwe ziekten bij komen. Er
zullen waarschijnlijk echter ook betere behandelmethoden ontstaan
waardoor mensen wellicht kunnen genezen en niet langer te kampen hebben
met meerkosten. Mocht de Taskforce bij haar werkzaamheden ook op die
ontwikkelingen stuiten, dan wordt zij verzocht die in haar bevindingen
mee te nemen.

ICF

Het kabinet heeft tevens laten weten onderzoek te starten naar de
zogeheten “International Classification of Functioning, Disability and
Health” (ICF). De ICF-classificatie is een beschrijving van het
menselijk functioneren en de problemen die daarin kunnen optreden. Op
basis van deze beschrijving is een systematische ordening mogelijk van
aspecten die gerelateerd zijn aan gezondheidsproblemen in

een standaardtaal.

De Taskforce wordt tevens verzocht onderzoek te laten uitvoeren naar de
mogelijkheden van de ICF-classificatie als zodanig en naar de vraag hoe
en op welke termijn een dergelijke classificatie ingevoerd zou kunnen
worden.

Randvoorwaarden

Bij het onderzoek dienen de onderstaande randvoorwaarden betrokken te
worden.

Uitvoerbaarheid in algemene zin

Met het oog op een soepele uitvoering van zowel de forfaitaire regeling
door het CAK als de daarvoor doorgaans vereiste gegevensaanlevering van
zorgverzekeraars aan het CAK is het van belang dat de aanvullende
gegevens voor de afbakening van het forfait met behulp van uniforme
landelijke databestanden kunnen worden aangeleverd. Indien dat
onverhoopt niet op korte termijn realiseerbaar is, wordt de Taskforce
verzocht aan te geven hoe zo snel mogelijk dergelijke databestanden
kunnen worden opgezet.

Tijdige implementatie

Het forfait dat betrekking heeft op jaar t wordt in november van het
jaar t+1 uitgekeerd. Dat wil zeggen dat het CAK het forfait over 2009 in
november 2010 zal uitkeren. 

Tijdens de parlementaire behandeling van de Wtcg heeft het kabinet laten
weten dat het denkbaar is dat wanneer de beoogde verbetering van de
afbakening niet tijdig gereed is, de forfaits met terugwerkende kracht
worden toegekend. Dat wil zeggen dat wanneer mensen op basis van hun
zorggebruik in 2010 in aanmerking komen voor een in november 2011 uit te
keren forfait, verondersteld zal worden dat zij op basis van hun
zorggebruik in 2009 ook recht zouden hebben gehad op een forfait. Het
forfait over 2009 zal dan in november 2011 worden uitgekeerd. Dit vergt
dan wel dat het zorggebruik over 2010 geregistreerd kan worden. Dit
vereist op zijn beurt dat de Taskforce de werkzaamheden inzake de nadere
afbakening én de wijze waarop die geregistreerd dient te worden, eind
2009 afgerond dient te hebben.

Privacy

Bij het opzetten van de hiervoor genoemde uniforme landelijke bestanden
gaat het om medische gegevens van verzekerden. Het spreekt voor zich dat
daarbij de eisen van de Wet bescherming persoonsgegevens onverminderd
van kracht zijn.

Tijdpad

Het kabinet heeft toegezegd beide Kamers twee keer per jaar te
informeren over de voortgang inzake de Wtcg. De eerste
voortgangsrapportage dient op 1 juni aanstaande naar beide Kamers
verstuurd te worden. Het ligt in de rede dat de tweede rapportage vòòr
de behandeling van de VWS-begroting voor 2010 in de Tweede Kamer naar
beide Kamers zal worden verstuurd. In beide rapportages dient het
kabinet in te gaan op de nadere afbakening van de forfaitaire regeling.

Gegeven deze toezegging ligt het in de rede dat de Taskforce 15 mei een
tussenrapportage aanbiedt met daarin de bevindingen tot dan toe. Hierbij
zouden dan in ieder geval de contouren van de mogelijke
oplossingsrichtingen bij de alternatieve wijze van
geneesmiddelenregistratie, de zeldzame ziekten en de poliklinische
behandelingen aan de orde dienen te komen. Tevens zou in de
tussenrapportage nader dienen te worden ingegaan op de wijze waarop het
onderzoek naar de ICF-classificatie wordt vormgegeven. 

Ten behoeve van de tweede voortgangsrapportage zou het eindrapport van
de Taskforce beschikbaar dienen te zijn. Voor zover thans kan worden
overzien, zou dat –afhankelijk van de exacte datum waarop de begroting
van het ministerie van VWS wordt behandeld- in de tweede helft van
oktober dienen te zijn.

 Voor een uitgebreide beschrijving van deze wet alsmede de daaraan
verbonden uitvoeringstechnische aspecten zij verwezen naar kamerstukken
31706, Stb. 2008, 606. 

 Vektis, Compensatie regeling Chronisch Zieken en Gehandicapten, Zeist,
mei 2008.

 Deze commissie heet inmiddels “Taskforce verbetering afbakening
Wtcg” (Taskforce).

 Voor dialyse, chemotherapie, radiotherapie en thuisbeademing wordt op
de eis van klinische periode een uitzondering gemaakt. Deze lopen dus
wel mee in de DKG’s.

 Bij de Zvw-hulpmiddelen zijn de volgende hulpmiddelen uitgezonderd:
pruiken, hulpmiddelen voor anticonceptionele doeleinden, hulpmiddelen
bij diabetes en verbandmiddelen.

 Kamerstukken II, 2008/09, 31706, nr. 28.

 PAGE   6 

 PAGE   7