[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk ‘residentieel onderwijs’

Bijlage

Nummer: 2009D03879, datum: 2009-01-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Criteria 'residentieel, intensief en kleinschalig' onderwijs (2009D03877)

Preview document (🔗 origineel)


Concept  Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk ‘residentieel
onderwijs’     



2 december 2008        

Inhoud

  TOC \o "1-3" \h \z    HYPERLINK \l "_Toc215977787"  1	Inleiding	 
PAGEREF _Toc215977787 \h  3  

  HYPERLINK \l "_Toc215977788"  2	Beoordelingskader	  PAGEREF
_Toc215977788 \h  4  

 



Inleiding

Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten uit de huidige
beoordelingskaders voor accreditatie en toets nieuwe opleidingen (TNO)
met specifieke aandacht voor residentieel onderwijs. Onder residentieel
onderwijs wordt kleinschalig en intensief onderwijs verstaan waarin een
onlosmakelijke samenhang wordt gerealiseerd tussen het curriculum en de
sociale context. Het beoordelingskader is voorts gebaseerd op het
Addendum bijzondere kwaliteitskenmerken, de met de Colleges afgestemde
definitie voor Residentiële Colleges uit juni 2008 en het
beoordelingskader voor opleidingen met selectie aan de poort zoals
gehanteerd door de commissie Sminia.

Opleidingen met een residentieel karakter kennen een aanmerkelijk
verhoogde onderwijsintensiteit en verbinden onderwijs en
extra-curriculaire activiteiten zodat een internationale ‘academic
en/of professional community’ ontstaat waarin studenten en stafleden
veel nauwer op elkaar betrokken zijn dan bij reguliere
onderwijsprogramma's het geval is. Kenmerkend voor dit type opleidingen
is dat de leerdoelen worden bereikt in een onlosmakelijke samenhang
tussen curriculum en sociale context. Er is daarbij een intensieve
toelatingsprocedure (inclusief een individueel interview) gericht op een
optimale match tussen de student en de opleiding. Daarbij staan
academische en/of professionele capaciteiten en motivatie centraal. Het
kleinschalige karakter is een belangrijke voor het ontstaan van een hoog
niveau en de vorming van een dergelijke ‘academic en/of professional
community’. Een eigen gebouw is essentieel. Deze opleidingen zijn ten
slotte bedoeld voor zeer gemotiveerde en getalenteerde studenten. Dat de
opleidingen deze studenten optimaal onderwijs bieden dient te blijken
uit de gerealiseerde eindkwalificaties van studenten, het hoge niveau
van het onderwijs en de rendementen.

Beoordelingskader

In het onderstaande kader is vet aangegeven hoe het bijzonder kenmerk
‘residentieel onderwijs’ per facet van het accreditatiekader
beoordeeld wordt. Er is niet bij ieder facet een uitwerking gegeven.
Niet alle facetten komen daarom terug in dit kader.

Facet 1.3 Oriëntatie

De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de volgende
beschrijvingen van een Bachelor en een Master in het HBO en WO:

HBO:

De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak
met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of
beroepscompetenties.

Een HBO-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van de beginnend
beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van
beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist of dienstig is.

Een HBO-master heeft de kwalificaties voor het niveau van zelfstandig
en/of leidinggevend beroepsbeoefenaar in een beroep of spectrum van
beroepen, dan wel het niveau van het functioneren in een
multidisciplinaire omgeving waarvoor een hbo-opleiding vereist is of
dienstig is.

WO:

De eindkwalificaties zijn ontleend aan eisen vanuit de wetenschappelijke
discipline, de internationale wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in
aanmerking komende opleidingen de relevante praktijk in het toekomstige
beroepenveld.

Een WO-bachelor heeft de kwalificaties voor toegang tot tenminste één
verdere WO-studie op masterniveau en eventueel voor het betreden van de
arbeidsmarkt.

Een WO-master heeft de kwalificaties om zelfstandig wetenschappelijk
onderzoek te verrichten of multi- en interdisciplinaire vraagstukken op
te lossen in een beroepspraktijk waarvoor een WO-opleiding vereist is of
dienstig is.

De beoogde eindkwalificaties niet alleen gericht op het bereiken van een
hoog niveau in de wetenschappelijke discipline en/of de beroepspraktijk,
maar ook op verbreding: het opleiden van sociaalvaardige en
initiatiefrijke academici en/of beroepsbeoefenaren met een brede
belangstelling voor maatschappelijke ontwikkelingen en problemen in een
multi- en/of interdisciplinaire context.

Facet 2.2 Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma

Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties,
qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen.

De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van
(onderdelen van) het programma

De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de
geformuleerde eindkwalificaties te bereiken.

De inhoud van het programma zorgt in een onlosmakelijke samenhang met
relevante extra-curriculaire activiteiten voor het niveau en de
verbreding zoals geformuleerd in de beoogde eindkwalificaties.

Facet 2.5 Instroom

Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de
instromende studenten:

HBO-bachelor: VWO, HAVO, middenkader-opleiding of specialistenopleiding
(WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit
toelatingsonderzoek

WO-bachelor: VWO, HBO-propedeuse, HBO of daarmee vergelijkbare
kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek

HBO- en WO-master: bachelor en eventueel (inhoudelijke) selectie.

De opleiding hanteert een selectieprocedure gericht op de instroom van
een internationale groep van gemotiveerde en academisch en/of
professioneel getalenteerde studenten.

Facet 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud

Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen.

De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept.

Het opleidingsconcept is gericht op de vorming van een ‘academic’
en/of ‘professional community’. Kernbegrippen zijn kleinschalig en
intensief georganiseerd onderwijs, leidend tot aan hoog aantal
contacturen, een nauwe betrokkenheid tussen studenten en docenten en
tussen studenten onderling en gemeenschappelijke relevante
extra-curriculaire activiteiten.

Facet 3.2. Kwantiteit personeel

Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste
kwaliteit te verzorgen.

Er is voldoende personeel om kleinschalig en intensief onderwijs te
kunnen verzorgen en individueel contact tussen docenten en studenten
vorm te kunnen geven.

Facet 3.3 Kwaliteit personeel

Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige
en organisatorische realisatie van het programma.

De docenten zijn van een goede inhoudelijke kwaliteit en voelen zich
betrokken bij het bijzondere karakter van de opleiding.

Facet 4.1 Materiële voorzieningen

De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het
programma te realiseren.

De opleiding beschikt over een eigen gebouw met voorzieningen voor
kleinschalig en intensief onderwijs en gemeenschappelijke
extra-curriculaire activiteiten.

Facet 6.1 Gerealiseerd niveau

De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de
nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en
domeinspecifieke eisen.

De inhoud en het niveau van de eindwerkstukken zijn in lijn met het
niveau en de verbreding zoals geformuleerd in de beoogde
eindkwalificaties.

Afgestudeerden worden toegelaten tot prestigieuze vervolgopleidingen
en/of functies.

Facet 6.2 Onderwijsrendement

Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in
vergelijking met relevante andere opleidingen.

Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers.

De rendementen zijn substantieel hoger dan bij relevante andere
opleidingen.

pagina   PAGE  \* MERGEFORMAT  3  

 PAGE   6 

NVAO |   REF BkmBronTitel \h  \* MERGEFORMAT  Concept  Beoordelingskader
voor het bijzondere kenmerk ‘residentieel onderwijs’  |   REF
BkmBronDatum \h  \* MERGEFORMAT  2 december 2008  |