Bijlagen: Feiten en cijfers (PM cijfers jaarrapport integratie 2008) en Overzicht bestaande en in voorbereiding zijnde maatregelen
Bijlage
Nummer: 2009D04049, datum: 2009-01-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Aanpak Marokkaans-Nederlandse probleemjongeren: Grenzen stellen en Perspectief bieden (2009D04045)
Preview document (🔗 origineel)
Bijlagen: 1. Feiten en cijfers (PM cijfers jaarrapport integratie 2008) 1a Marokkaans-Nederlandse gemeenschap (bron CBS/SCP/WODC) Bevolking (1-1-2008) Totaal aantal Marokkaanse Nederlanders 335.127 (2% van de totale bevolking) waarvan bijna de helft deel uit maakt van de tweede generatie. Gemeenten waar veel Marokkaanse Nederlanders wonen (tussen 66.356 en 4000, aflopend): Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag, Gouda, Almere, Eindhoven,Tilburg, Leiden, Haarlem, Breda, Den Bosch, Amersfoort. Gemeenten waar relatief veel Marokkaans-Nederlandse jongens (10-24 jaar) wonen (tussen de 14.9 % en 6.3% aflopend): Amsterdam, Gouda, Utrecht, Culemborg, Rotterdam, Den Haag, Zeist, Gorinchem, Weesp, Schoonhoven, Maassluis, Roosendaal, Bergen op Zoom, Veenendaal, Boskoop, Weert. Opleidingsniveau Zorgleerlingen: 25% van de Marokkaans-Nederlandse leerlingen krijgt leerwegondersteuning, tegen 8% van de autochtone leerlingen (percentage van de eerste groep is vergelijkbaar met Turks-Nederlandse leerlingen). Deelname Marokkaans-Nederlandse jongeren aan het VO in leerjaar 3 VMBO 79% (35% basis, 20% kader, 21% TL) (tegen 53% autochtonen) HAVO/VWO 21% (tegen 47% autochtonen) Instroom Hoger onderwijs 2005 Marokkaans-Nederlandse jongeren (18-22) 33% Autochtone jongeren (18-22) 54% Voortijdig schoolverlaten Het percentage nieuwe voortijdig schoolverlaters onder Marokkaans-Nederlandse jongens (VO en MBO samen) in schooljaar 2005-2006 bedraagt bijna 9% (tegenover minder dan 4% onder autochtone jongens) (Bron, SCP 2007) Jeugdwerkloosheid De werkloosheid onder Marokkaans-Nederlandse jongens van 15 tot en met 24 jaar bedraagt 26% (ten opzichte van ongeveer 9% onder autochtone jongens in deze leeftijdscategorie). Verdachtenpercentage en recidive Onder minderjarigen hebben Marokkaanse jongeren het hoogste verdachtenpercentage (8,1% tegen 1.6% onder autochtone jongeren). Het percentage recidivisten is het hoogst onder Marokkaanse jongeren (12 tm17 jaar): ruim 80% recidiveerde in de periode 1999-2004 (tegen 58% onder autochtone jongeren). In de leeftijdscategorie 18-60 jaar is de recidive onder Marokkaanse Nederlanders 70% tegenover 45% onder autochtonen. 1b Statistische gegevens Tabel 1 Jongens en jonge mannen verdacht van een misdrijf naar herkomstland en leeftijd, 2000-2005 (in procenten) Herkomstland 2000 2001 2002 2003 2004 2005 12-17 jaar Marokko 11,2 11,2 11,0 12,2 13,8 15,1 Turkije 5,0 5,3 5,0 5,8 7,0 7,6 Suriname 6,5 7,2 6,7 7,0 8,1 8,3 Antillen/Aruba 8,3 9,3 10,2 10,2 11,3 13,0 Overig niet-westers 4,2 4,3 4,6 5,1 5,6 6,6 Nederland 1,7 1,9 2,1 2,3 2,5 2,8 18-24 jaar Marokko 16,3 16,7 17,7 19,3 19,9 19,8 Turkije 7,9 8,5 8,8 9,2 9,8 10,4 Suriname 10,0 10,1 11,1 12,1 12,8 12,4 Antillen/Aruba 11,9 11,9 13,4 13,2 14,3 14,4 Overig niet-westers 6.3 6,1 6,9 7,4 8,2 7,5 Nederland 3,2 3,5 3,9 4,3 4,8 5,1 Bron: CBS-statline, thema veiligheid en recht Tabel 2. Jonge mannen (18-24 jaar) verdacht van een misdrijf, naar herkomstland, werk-geen werk en uitkering-geen uitkering, 2005 (in procenten) Herkomstland Geen werk Wel werk geen uitkering Uitkering Marokko 27,6 13,2 19,1 26,4 Nederland 6,2 4,8 4,8 9,4 Bron: CBS-statline, thema veiligheid en recht Tabel 3 Jongeren verdacht van een misdrijf, naar voortijdig schoolverlaten-schoolgaand en herkomstland, 2006 (in procenten) Marokko Turkije Suriname Antillen/ Aruba Overig nw Nederland Voortijdig schoolverlaters 46,4 28,7 32,5 39,8 23,7 17,5 Schoolgaanden 21,6 12,0 12,2 16,0 9,8 4,6 Bron: CBS-statline, thema veiligheid en recht Bijlage 2. Overzicht bestaande en in voorbereiding zijnde maatregelen Bestaande grenzenstellende maatregelen Actieplan overlast en verloedering (BZK, Justitie, J&G en WWI) In het kader van het project Veiligheid begint bij Voorkomen en het Actieplan Overlast en Verloedering zijn diverse maatregelen in gang gezet om overlastgevende en criminele jongeren aan te pakken. De aanpak van overlast en verloedering heeft met het Actieplan overlast en verloedering (maart 2008, looptijd tot 2011) een extra impuls gekregen. (Super)snelrecht (Justitie) Met de Raad voor de rechtspraak is overeengekomen dat bij alle rechtbanken de mogelijkheid wordt gecreëerd om zaken die zich daartoe kwalificeren binnen de termijn van inbewaringstelling op zitting te brengen (snelrecht). In geval van (te verwachten) grootschalige openbare ordeverstoringen of in het kader van evenementen, voetbalwedstrijden of gerichte (alcohol)controles, kan eveneens bij alle rechtbanken de zaak binnen de termijn voor inverzekeringstelling op zitting worden gebracht (supersnelrecht). Veiligheidshuizen/casusoverleg (Justitie) Op lokaal niveau worden momenteel goede ervaringen opgedaan met de samenwerking bij de aanpak van deze jongeren in het Veiligheidshuis of het justitieel casusoverleg. In de loop van 2009 zal een landelijk dekkend systeem van Veiligheidshuizen gerealiseerd zijn door de realisatie van circa 40 Veiligheidshuizen. Groepsaanpak en persoonsgerichte aanpak (Justitie en BZK) Een groepsaanpak is in veel gevallen een effectieve strategie om structurele groepsgebonden overlast en criminaliteit - waar het hier veelal om gaat - tegen te gaan. De groepsaanpak wordt ten eerste gekenmerkt door confrontatie: er wordt helder gemaakt (door onder meer politie en justitie) welke normoverschrijding niet wordt aanvaard en wat de reactie daarop zal zijn, mede door daar consequent uitvoering aan te geven. Hierbij staat tevens direct contact en het uit de anonimiteit halen van het individu voorop. Ten tweede gaat het in de groepsaanpak om differentiatie: het verstoren van een voortgaande negatieve groepsdynamiek door enerzijds de leiders hard aan te pakken en daarbij te isoleren van de meelopers, die weer perspectief wordt geboden naar school en werk. Daarnaast - of in vervolg op de groepsaanpak - is een persoonsgerichte aanpak aangewezen. Deze krijgt vorm in het justitieel casusoverleg of overleg in het kader van het Veiligheidshuis. De aanpak van deze jongens vraagt enerzijds om duidelijk en vroegtijdig grenzen stellen door middel van een lik-op-stuk-beleid en anderzijds om consequent en vasthoudend handhaven. Beke/Ferwerda aanpak/ Shortlist methode (BZK en Justitie) In verschillende gemeenten zijn zeer goede ervaringen opgedaan met de zogeheten groepsaanpak volgens de systematiek van Beke en Ferweda. Met deze systematiek worden op lokaal niveau 3 typen jeugdgroepen in kaart gebracht zodat een gerichte aanpak kan worden ingezet. Het gaat om “hinderlijke”, “overlastgevende”en “criminele” jeugdgroepen. Het ministerie van BZK heeft aan de politiekorpsen financiële middelen beschikbaar gesteld om de registratie van jeugdgroepen op lokaal niveau te verbeteren en om vanaf eind 2009 een jaarlijks beeld van de jeugdgroepen te realiseren. Landelijk Expertise Centrum Diversiteit (LECD) (BZK) Vanuit dit expertteam opereren tientallen ervaren politiemensen met vaak een allochtone achtergrond (veelal Marokkaans-Nederlands en Turks-Nederlands). Zij worden ingezet op plekken in het land, waar politieteams extra kennis en/of competenties nodig hebben om met straat- en de Marokkaanse cultuur om te gaan. Bovendien werkt de politie aan een meer divers samengesteld personeelsbestand. Experiment FFKappe (BZK) Onder verantwoordelijkheid van de minister van BZK zullen in een aantal gemeenten vervolgpilots plaatsvinden met de ‘FFKappe’-aanpak, waarin met jongeren die overlast veroorzaken een contract wordt gesloten over hun gedrag. Wanneer dit niet leidt tot afname van de overlast, kan de jongere een bevel van de burgemeester krijgen. Overtreding van dit bevel kan leiden tot strafrechtelijke vervolging. Gedragscodes in buurten en op scholen (Justitie) Het kabinet stimuleert het opzetten van lokale gedragscodeprojecten teneinde het wederzijds respect en vreedzame omgangsvormen tussen burgers te bevorderen. Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) heeft in opdracht van het Ministerie van Justitie hiervoor een handreiking ontwikkeld, die de vorm van een stappenplan heeft. De handreiking is via de website www.hetccv.nl voor iedereen beschikbaar. Buurtbemiddeling en jongerenbuurtbemiddeling (Justitie) Ook bemiddelingsprojecten zijn in het kader van normstelling en het tegengaan van ongewenst gedrag relevant. Buurtbemiddeling draagt bij aan sociale cohesie, veiligheid en leefbaarheid van wijken. Uit de evaluatie ‘het succes van buurtbemiddeling’ (2004) bleek dat meer dan 90% van de lokale betrokkenen tevreden tot zeer tevreden over buurtbemiddeling zijn. Justitie wil deze effectief gebleken aanpak stimuleren en streeft derhalve naar een verdubbeling van het aantal buurtbemiddelingsprojecten van 70 in 2007 naar 150 in 2010. Jongerenbuurtbemiddeling richt zich specifiek op buurtconflicten met of tussen jongeren. Voor deze variant op buurtbemiddeling wordt momenteel een aanpak ontwikkeld. In januari 2009 zal in vijf gemeenten een pilot met jongerenbuurtbemiddeling van start gaan. Ontwikkeling van effectieve gedragsinterventies voor jeugdigen (Justitie) Met het oog op verbetering van de persoonsgerichte aanpak worden effectieve gedragsinterventies ontwikkeld, die ter beoordeling worden voorgelegd aan de Erkenningcommissie Gedragsinterventies Justitie. Inmiddels zijn dertien gedragsinterventies voor minderjarigen (voorlopig) erkend. De persoonsgerichte aanpak heeft ook een nieuwe impuls gekregen door de inwerkingtreding (op 1 februari 2008) van het wetvoorstel gedragsbeïnvloeding jeugdigen. De wet biedt de rechter de mogelijkheid om alle jeugdsancties met elkaar te combineren en heeft een nieuwe maatregel toegevoegd, namelijk de gedragsbeïnvloedende maatregel. In voorbereiding zijnde grenzenstellende maatregelen Wetsvoorstel maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast (BZK en Justitie) Het wetsvoorstel maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast maakt het mogelijk om in een vroegtijdig stadium te interveniëren. De burgemeester krijgt met dit wetsvoorstel de mogelijkheid om diegenen die structureel overlast veroorzaken een gebiedsverbod, een groepsverbod en/of meldingsplicht op te leggen. In geval van een gepleegd strafbaar feit waardoor de openbare orde ernstig is verstoord, dan wel in verband waarmee vrees bestaat voor ernstig belastend gedrag van de verdachte jegens personen dan wel aanhoudende vernielingen, kan de officier van justitie – vooruitlopend op het oordeel van de rechter - een gedragsaanwijzing opleggen. Hierbij kan het gaan om een gebiedsverbod, een meldingsplicht, een contactverbod en een aanwijzing zich te doen begeleiden. Met deze maatregelen kan ernstig overlastgevend gedrag sneller en effectiever aangepakt worden. Het wetsvoorstel zal naar verwachting binnenkort worden behandeld in de Tweede Kamer. In aanvulling op dit voorstel is de minister van Justitie voornemens de rechter de bevoegdheid te geven om een wijkverbod als zelfstandige maatregel op te leggen bij gevallen van overlast. Wijkverbod (Justitie) Rechters krijgen de mogelijkheid een wijkverbod als zelfstandige maatregel op te leggen om overlast van probleemjongeren effectief te bestraffen. De rechter kan de vrijheidsbeperkende maatregel opleggen in plaats van of naast een geldstraf of vrijheidsstraf. In de praktijk zal het effect van een wijkverbod als zelfstandige maatregel groter zijn omdat voor een langere duur kan worden gekozen dan bij een voorwaardelijke gevangenisstraf. Hierdoor kan het strafrecht bijdragen aan de leefbaarheid in steden en wijken. Bovendien sluit het goed aan bij het snelrecht en de ontwikkeling van de Veiligheidshuizen, waarin gemeenten, jeugd- en zorginstellingen, politie en justitie onder één dak samenwerken. Regierol gemeenten veiligheidsbeleid (BZK en Justitie) De regierol van gemeenten op het gebied van het gemeentelijke veiligheidsbeleid zal wettelijk worden verankerd. Tenminste één maal in de vier jaar wordt een veiligheidsbeleidsplan opgesteld op grond van een analyse van de lokale veiligheidssituatie en de te verwachten ontwikkelingen in de eerstvolgende vier jaar. Kennisfundament (Justitie) Door het WODC van het Ministerie van Justitie is het Kennisfundament ontwikkeld voor de ondersteuning van de gemeenten bij de aanpak van de criminaliteit onder Marokkaans-Nederlandse jongens. In het rapport Kennisfundament is de actuele wetenschappelijke kennis voor de aanpak van de jeugdcriminaliteit onder de doelgroep geïnventariseerd en samen gebracht in een model. Advies- en Onderzoeksbureau Beke en het WODC doen in twee steden een praktijkproef om het Kennisfundament tot te passen. Hierover wordt voor 1 april 2009 gerapporteerd. Op grond hiervan wordt een aanbod ontwikkeld voor de steden die daarvan gebruik willen maken. Twaalfminners (Justitie, J&G en BZK) Steeds meer gemeenten geven aan dat jonge kinderen betrokken zijn bij incidenten. In het kader van de verbeterde aanpak van 12-minners zal in 2009 worden gestart met de eenduidige registratie van 12-minners met politiecontacten. Daarnaast zullen in 2009 vier pilots worden gestart om een instrument voor signalering van risico's bij kinderen te testen. De 12-min verdachte wordt voor bepaalde delicten aangemeld voor een STOP-reactie bij Halt. Als de politie zich zorgen maakt over het mogelijk afglijden van de 12-min verdachte dan wordt deze jongere met een zorgformulier aangemeld bij het Bureau Jeugdzorg. Er komt tevens een wettelijke regeling die het mogelijk maakt om kinderen beneden de twaalf jaar die op straat rondhangen en overlast veroorzaken, thuis te brengen. Daarnaast wordt onderzocht of er financiële sancties kunnen worden opgelegd aan ouders. Snelle inzet van kinderbeschermingsmaatregelen. (J&G en JUS) Het kabinet wil de mogelijkheid bieden dat de rechter bij relatief lichte probleemsituaties een kinderbeschermingsmaatregel kan opleggen, waardoor het mogelijk wordt ondersteuning bij de opvoeding dwingend op te leggen. Het wetsvoorstel Herziening kinderbeschermings-maatregelen wordt dit voorjaar (2009) aan de Tweede Kamer aangeboden. Daarin wordt het kabinetsvoornemen opgenomen om de burgemeester via de Raad voor de Kinderbescherming toegang te geven tot de kinderrechter om opvoedondersteunig af te kunnen dwingen in situaties waarom dat voor de ontwikkeling van het kind noodzakelijk is en ondersteuning niet op vrijwillige basis wordt aanvaard. Nazorg na detentie (Justitie) Er wordt een systeem opgezet om te kunnen waarborgen dat een passend nazorgtraject wordt aangeboden aan alle jongeren die een JJI verlaten, op strafrechtelijke titel of na schorsing uit voorlopige hechtenis. Dat systeem zal naar verwachting vanaf 1 april 2009 in werking zijn. Praktijk- en implementatieteams (BZK) Het kabinet wil door het inzetten van praktijkteams en implementatieteams gemeenten ondersteunen bij het effectief vormgeven én uitvoeren hun veiligheidsbeleid en aanpak overlast. Deze teams worden mede ingezet in gemeenten of regio’s die te maken hebben met overlast door Marokkaanse jongeren. Bestaande perspectief biedende maatregelen Inburgeringstrajecten (WWI) Een OGO traject (opvoeding, gezondheidszorg en onderwijs) is een inburgeringstraject bestaande uit het verwerven van taalvaardigheden en Kennis van de Nederlandse Samenleving. In een OGO traject wordt het accent gelegd op het verwerven van taalvaardigheden die veel voorkomen in de sectoren opvoeding, gezondheidszorg en onderwijs. Opvoedondersteuning voor inburgeraars (WWI en OCW) Het kabinet streeft ernaar dat inburgeringstrajecten zoveel mogelijk duaal worden. In een duaal traject kan inburgering gecombineerd worden met opvoedingsondersteuning. De inburgeraar combineert het inburgeringstraject met participatie activiteiten op het gebied van opvoedingsondersteuning, vrijwilligerswerk (bijv. op een school of consultatiebureau). Een participatie-activiteit kan naast opvoedondersteuning ook werk, reïntegratie, vrijwilligerswerk of beroepsopleiding betreffen. Taalomgevingsanalyse (OCW en J&G) In opdracht van OCW en J&G wordt momenteel een instrument ontwikkeld waarmee CJG-professionals een taalomgevingsanalyse van jonge kinderen kunnen uitvoeren. Op basis van deze analyse kunnen de ouders een VVE-advies voor hun kinderen krijgen. De analyse wordt voorjaar 2009 opgeleverd. Experimenten achter de voordeur: één gezin-één plan (WWI en J&G) Er zijn relatief veel Marokkaans-Nederlandse gezinnen waar zich problemen ontwikkelen rondom de kinderen. Het gaat in veel gevallen om multiproblemen. In het kader van de wijkaanpak starten het kabinet in samenwerking met een zestal gemeenten met een experiment hoe de gecoördineerde hulpverlening aan multiprobleemgezinnen het best georganiseerd kan worden. Looptijd 2009-2010. Uitbreiding inzet Interactieteam FORUM (WWI) Het Interactieteam telt op dit moment 26 leden, de samenstelling is multidisciplinair en multi-etnisch. Vanuit het Interactieteam wordt gevraagd en ongevraagd geadviseerd over de aanpak van zich op lokaal niveau voordoende problemen op gebied van (allochtone) jeugd en veiligheid en interetnische spanningen. Diversiteit in het jeugdbeleid (J&G en WWI) Het programma ‘diversiteit in het jeugdbeleid’ omvat drie programmalijnen: de lijn interculturele kennisontwikkeling, de lijn intercultureel vakmanschap en de lijn van versterking van (lokale) jeugdvoorzieningen. In drie gemeenten lopen inmiddels pilots op dit terrein gericht op interculturalisatie van het CJG. Tevens maakt het versterken van frontlinie-aanpakken ten behoeve van het verbeteren van het bereik van de moeilijkste groepen deel uit van deze programmalijn. Campussen (J&G, BZK, OCW, SZW, Justitie en WWI) Het kabinet wil jongeren zonder zicht op opleiding of arbeid die dreigen af te glijden naar maatschappelijk ongewenst gedrag, terugleiden naar maatschappelijke participatie met een nieuw instrument: de campussen. Negen pilotprojecten zijn in het land gestart. Ze moeten geven in de meest effectieve aanpak voor deze groep jongeren. Zorg advies teams (ZAT’s) (J&G en OCW) Soms zijn er problemen bij leerlingen waarbij niet voldoende hulp door de school kan worden geboden. In Zorg- en Adviesteams werken professionals samen met scholen om problemen van kinderen op te lossen. In deze teams werken professionals vanuit de zorg, welzijn, veiligheid, justitie en het onderwijs samen rondom basis en voortgezet onderwijs. Het onderwijs heeft de taak om voor elk kind en elke jongere met een beperking een goed onderwijsaanbod te creëren. Voor niet onderwijsgerelateerde problemen is hulp van andere professionals, zoals maatschappelijk werk en Jeugd(gezondheids)zorg noodzakelijk Herstart, Op de Rails en Rebound (OCW) Bedoeld voor jongeren die dreigen uit te vallen van school, niet meer naar school komen of niet meer te handhaven zijn vanwege gedragsproblemen en die een bedreiging vormen voor de veiligheid van medeleerlingen en docenten. Zij kunnen terecht bij Herstart (langdurig thuiszitters), Op de Rails (gedragsproblemen maar zonder indicatie speciaal onderwijs) en Reboundvoorzieningen (gedragsproblemen die leiden tot veiligheidsproblemen in de klas). Doel is dat de jongeren na een aantal maanden weer kunnen instromen in het regulier of speciaal onderwijs. Kwaliteitsteam Veiligheid (OCW) De kwaliteitsteams bestaan uit deskundigen op het terrein van sociale veiligheid. De teams worden op verzoek van (samenwerkingsverbanden van) scholen ingezet. Ze voeren op locatie een quickscan uit en beiden advies op maat. De teams adviseren over mogelijk oplossingen voor gesignaleerde knelpunten, leggen daarbij zonodig de relatie met leerlingenzorg en het ZAT en ondersteunen scholen bij het maken en waarborgen van (bestuurlijke) afspraken. De teams behandelen geen individuele casuïstiek of acute crisissituaties. VVE en Schakelklassen (OCW) De VVE programma’s richten zich op taalstimulering vanuit peuterspeelzaal, kinderdagverblijf en groep 1 en 2 van de basisschool. Doel is kans op goede schoolloopbaan en maatschappelijke carriere te vergroten. Het kabinet streeft naar een 100% aanbod van VVE aan de doelgroep. Schakelklassen hebben tot doel kinderen met een taalachterstand met intensieve begeleiding weer in het reguliere onderwijs of op een hoger onderwijsniveau te laten instromen. Uit onderzoek blijkt dat de resultaten over het algemeen positief zijn. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de voorschoolse educatie en schakelklassen, scholen voor de vroegschoolse educatie. Via de Lokale educatieve agenda maken gemeenten, scholen en kinderopvang maken afspraken over samenwerking, vroegsignalering en de aanpak van achterstanden. Gewichtenregeling PO (OCW) De gewichtenregeling bepaalt hoeveel middelen een basisschool ontvangt voor het bestrijden van onderwijsachterstanden. De school ontvangt een bedrag per leerling. De hoogte van het bedrag is afhankelijk van het opleidingsniveau van ouders. De scholen ontvangen het geld in de vorm van extra personeelsformatie. Vanaf het schooljaar 2009-2010 krijgen scholen die gevestigd zijn in de zogeheten impulsgebieden, naast de gewichtenmiddelen, een extra bedrag per gewichtenleerling. Het gaat dan om scholen die gevestigd zijn in postcodegebieden met veel lage inkomens en/of veel uitkeringen. Het Leerplusarrangement VO (OCW) De ene school voor voortgezet onderwijs heeft het zwaarder dan de andere school met evenveel leerlingen. Deze andere factoren kunnen leiden tot een opeenstapeling van problemen (‘probleemcumulatie’), zich onder andere uitend in veel leerlingen met een verhoogd risico op spijbelen, vertraging in schoolloopbanen, voortijdig schoolverlaten, criminaliteit en/of jeugdzorgproblematiek. Deze probleemcumulatie kan zich voordoen in alle schoolsoorten. Het Leerplusarrangement VO beoogt scholen die te maken hebben met probleemcumulatie extra te ondersteunen door aanvullende personele bekostiging. Doelstelling van het Leerplusarrangement VO is het bijdragen aan vermindering van voortijdig schoolverlaten, het beter dan voorheen kunnen leveren van meer maatwerk aan leerlingen, en het maximaliseren van de schoolprestaties door onder meer het voeren van expliciet taal(achterstanden)beleid. Voor het Leerplusarrangement VO is per jaar circa 60 miljoen euro beschikbaar. Aanval op de uitval en wegwerken achterstanden (OCW) Het aantal nieuwe schooluitvallers moet in 2012 gehalveerd zijn. Het accent ligt op preventie, hierbij zijn speerpunten: soepele overgang van vmbo naar mbo, betere loopbaanbegeleiding, betere zorg op school, meer aandacht voor 'doe-scholieren', maatwerk. De regionale aanpak VSV houdt in: het Rijk heeft vierjarige prestatieconvenanten (2008-2012) gesloten met gemeenten en scholen in alle 39 RMC-regio's (Regionaal Meld- en Coördinatiefunctie). Daarbij staat een regionale aanpak van voortijdig schoolverlaten met de gemeente als regisseur voorop en ligt de nadruk op preventie van uitval. Daarnaast worden extra programmagelden VSV ingezet in de regio’s voor de periode 2008-2009 en 2010-2011. Binnen de convenanten en programmagelden hebben regio’s de vrijheid om te investeren in een preventieve aanpak van schooluitval voor bepaalde (etnische) groepen. Meedoen allochtone jeugd door sport (VWS en WWI) In dit programma worden de specifieke kenmerken van sport benut voor opvoedings- en integratiedoelen van de allochtone jeugd. Dit gebeurt door het creëren van ontmoeting tussen allochtone en autochtone jeugd in de sport, het betrekken van hun ouders daarbij en het inzetten van sportverenigingen en sportscholen. Doelen en resultaten van het programma zijn: sportdeelname allochtonen vergroten preventie: begeleiden van kwetsbare allochtone jongeren, het bevorderen van volwaardig burgerschap en participatie van allochtonen jongeren in de samenleving, tegengaan van sociaal isolement en het voorkomen van overlast en probleemgedrag zorg: voorkomen van uitval van allochtone jongeren en/of het bewerkstelligen van reïntegratie met behulp van sport en het aanpakken van overlast en probleemgedrag. Psychische- en gedragsproblematiek onder Marokkaans-Nederlandse jongeren (WWI en JUS) Van wetenschappers en professionals uit de praktijk komen steeds meer signalen dat Marokkaans-Nederlandse jongens zijn oververtegenwoordigd in de psychische- en gedragsproblematiek. Het kabinet laat hiernaar in 2009 een onderzoek uitvoeren. Het is ook van belang dat er meer inzicht komt in effectieve methodieken die hulpverleners kunnen gebruiken om psychische problemen onder deze jongens te indiceren en te behandelen. De eerste resultaten zullen begin 2010 bekend zijn. In voorbereiding zijnde perspectief biedende maatregelen Kennisdeling gemeenten via Landelijk Platform (WWI ea.) In het bestuurlijk overleg van 22 oktober jl. is afgesproken dat het kabinet een platform gaat oprichten om de kennisuitwisseling tussen de gemeenten te faciliteren en te bevorderen. Het gaat dan om het delen van ervaringen, knelpunten en best practices. Start begin 2009 Betrekken Marokkaans-Nederlandse gemeenschap (WWI) De betrokkenheid en actiegerichtheid van de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap bij de problematiek wordt versterkt. Vertegenwoordigers uit de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap worden hiervoor op landelijk en lokaal niveau geëquipeerd. In november 2008 is een werkconferentie georganiseerd met moskeeën over de maatschappelijke rol die zij kunnen vervullen bij de aanpak van de problematiek met Marokkaans-Nederlandse jongens. In februari 2009 wordt een conferentie georganiseerd waarin o.a. ingezet zal worden op het betrekken van de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap bij de lokale aanpak van Marokkaans-Nederlandse probleemjongens. Gemeentelijke regie jeugdbeleid en CJG’s (J&G) Het kabinet is voornemens om de gemeenten regisseur te maken van de jeugdketen én verantwoordelijk voor de totstandkoming en uitvoering van de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG). Het CJG bundelt lokale functies en taken op gezondheid, opgroeien en opvoeden, voor kinderen en jongeren van -9 maanden tot 23 jaar en hun ouders. Ook Marokkaans-Nederlandse ouders kunnen met hun opvoedvragen laagdrempelig in de wijk terecht bij de in oprichting zijnde Centra voor Jeugd en Gezin. Tegengaan discriminatie voor en door Marokkaans-Nederlandse jongens (WWI) Het Samenwerkingsverband Marokkanen Nederland (SMN) is uitgenodigd om samen met Artikel 1 een plan op te stellen, waarin concrete acties worden geformuleerd om discriminatie van en door Marokkaans-Nederlandse jongens aan te pakken. Daarnaast worden voorstellen vanuit de Marokkaanse gemeenschap tegemoet gezien om vanuit de gemeenschap zelf iets te doen tegen de negatieve beeldvorming. Waar het gaat om homoseksualiteit vinden trajecten plaats om binnen migrantengemeenschappen, waaronder de Marokkaanse, het onderwerp bespreekbaar te maken en om jonge homoseksuele migranten weerbaarder te maken. Wetsvoorstel investeren in Jongeren (SZW, J&G en OCW) Het wetsvoorstel 'Wet investeren in jongeren' verplicht gemeenten jongeren van 18 tot 27 jaar die zich melden voor een uitkering een aanbod te doen. Dit kan een baan zijn, een vorm van scholing of een combinatie van beide, afgestemd op de situatie van de jongeren. Als zij werk accepteren krijgen ze salaris van de werkgever. Bij acceptatie van het leeraanbod krijgen ze waar nodig een inkomen dat even hoog is als de bijstandsuitkering. Als zij het aanbod niet accepteren dan krijgen zij ook geen uitkering van de gemeente. Het wetsvoorstel is op 18 november 2008 naar de Tweede Kamer gestuurd, planning inwerkingtreding 1 juli 2009. Deze stevige aanpak is de ‘Pulling levers’- aanpak zoals die gevolgd is bij jeugdbendes in de USA. David Kennedy. Pulling Levers: Getting Deterrrence Right. NIJ Journal, July 1998,2-8. Hoewel het in Nederland om minder zware groepen gaat, kan de gepresenteerde aanvliegroute ons wat leren. Zie HYPERLINK "http://www.wodc.nl" www.wodc.nl onder ‘aanpak criminaliteit’: rondhangende jongeren. Dat kan in jeugdinrichtingen of in campussen: maar dan staat het weghalen/isoleren voorop en niet primair ‘de verheffing’ van de aanstichter (die natuurlijk, als daartoe de kans zich voordoet, zeker wel naar werk/school begeleid kan worden). Maar niet de ‘diciplinering naar respect’ staat voorop: het effect van repressie zal eerder negatief zijn dan positief op de betrokken individuen, maar dit vormt een noodzakelijke prijs voor van het wegnemen van de groepsellende. PAGE PAGE 1