[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda

Bijlage

Nummer: 2009D04189, datum: 2009-02-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofin van 9 en 10 februari 2009 (2009D04188)

Preview document (šŸ”— origineel)


Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofin Raad van 9 en 10 februari 2009 

Economische situatie en ontwikkeling financiƫle markten

Tijdens de Ecofin vergadering van 10 februari is de economische situatie
en de ontwikkeling op de financiƫle markten niet expliciet geagendeerd.
Hier zal echter zeker over gesproken worden naar aanleiding van de
recente voorspellingen van de Europese Commissie en het IMF die sterk
neerwaarts zijn bijgesteld. 

De Commissie heeft tijdens de vorige Ecofin vergadering haar Interim
Voorspellingen gepresenteerd. Hierin zijn de economische vooruitzichten
voor het eurogebied naar beneden bijgesteld. De BBP groei voor het
eurogebied wordt geraamd op -1,9% in 2009 en 0,4% in 2010. Ook voor
Nederland is de economische groei in 2009 naar beneden bijgesteld. De
BBP groei in 2009 wordt geraamd op -2,0% met een licht herstel in de
tweede helft van 2009. In 2010 herstelt de economie naar een matige
groei van 0,2%. De Commissie verwacht dat de inflatie in het eurogebied
snel zal teruglopen naar 1,0% in 2009 en vervolgens zal oplopen tot 1,8%
in 2010. In Nederland daalt de inflatie van 2,2% in 2008 naar 1,9% in
2009 en, bij ongewijzigd beleid, naar 1,8% in 2010. Het inflatieverschil
met het eurogebied in 2009 kan deels worden verklaard doordat de
stijging van de olieprijs in Nederland vertraagd doorwerkt in de
gasprijzen. Ook op de arbeidsmarkt heeft de vertragende economie
gevolgen. Naar verwachting zal de werkloosheid in het eurogebied oplopen
tot 9,3% in 2009 en 10,2% in 2010. De relatief krappe arbeidsmarkt van
Nederland presteert beter dan gemiddeld met 4,1% in 2009 en 5,5% in
2010.

Op woensdag 28 januari heeft ook het IMF zijn Interim voorspellingen
gepubliceerd. Voor het eurogebied raamt het IMF een krimp van 2% in 2009
en een licht herstel (+0,2%) in 2010. Het IMF gaat ook uit van lagere
inflatie; voor de ontwikkelde economieƫn verwacht het Fonds dat de
inflatie zal dalen naar 0,25% in 2009 en uit zal komen op 0,75% in 2010.
Voor Nederland heeft het Fonds geen nieuwe raming gedaan. 

Ten behoeve van de financiƫle sector zijn onlangs nieuwe
steunmaatregelen aangekondigd in lidstaten als het Verenigd Koninkrijk,
Denemarken, Frankrijk en Duitsland. Ook Nederland heeft nieuwe
maatregelen genomen, omdat goed functionerende financiƫle markten een
voorwaarde zijn voor een gezonde economie, zeker daar de financiƫle
sector in Nederland relatief groot is. Zo heeft de Nederlandse overheid
recent overleg gevoerd met banken, verzekeraars en pensioenfondsen om
het gebruik van de garantieregeling van 200 miljard euro te stimuleren
en heeft zij nieuwe maatregelen getroffen om ING bank te ondersteunen.

Voorbereiding Voorjaarsraad: Europees Herstelplan; Horizontale evaluatie
van de herstelprogramma's

Document: Nog niet beschikbaar

Aard bespreking: Oriƫnterend debat

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

De Ecofin Raad zal waarschijnlijk in februari spreken overĀ een
horizontale evaluatie van deĀ CommissieĀ van deĀ nationale
stimuleringsmaatregelen en de budgettaire situatie. Het is echter nog
niet duidelijk of de Ecofin Raad hierover conclusies zal aannemen. Wat
betreft de budgettaire situatie zijn geen conclusies voorzien. In de
komende maanden zullen de Stabiliteits- en Convergentieprogrammaā€™s
worden besproken en eventuele beslissingen in het kader van het
Stabiliteits- en Groeipact (SGP)Ā worden genomen. De verwachting is dat
de eerste set van landen in de Ecofin van maart zal worden besproken.

Ā 

Nederland vindt datĀ lidstaten zelfĀ de afweging zouden moeten maken
welke maatregelen effectief zijnĀ en in welke mate ze deze nemen,
waarbij financiĆ«le maatregelen enĀ automatische stabilisatoren niet
vergeten moeten worden. Er zijn namelijkĀ duidelijke verschillen tussen
lidstaten en budgettair stimuleren is niet voor iedereen verstandig. 

Ā 

Daarnaast moet budgettair beleid passen binnen het Stabiliteits- en
Groeipact (SGP). Lidstaten zullen waarschijnlijk een langere
correctietermijn voor hun tekort krijgen, dan de gebruikelijke 1 jaar.
Nederland vindt het essentieel dat tegenover dezeĀ langere
correctietermijn een geloofwaardige budgettaire strategie op de
middellange termijn staat en zal zich hier in Europa ook hard voor
maken.Ā Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door omkeerbare of eenmalige
maatregelen te implementeren,Ā door een duidelijke einddatum voor de
maatregelen af te spreken,Ā of doorĀ het nemen van hervormingen op
begrotingsgebied, zoals het invoeren van betere begrotingsregels in
lidstaten zelf (zoals meerjarig uitgavenkaders) en het instellen van
onafhankelijke instituties (zoals bijvoorbeeld het CPB).

Naast de stimuleringsmaatregelen die de lidstaten zelf nemen is in
Europese Raad ook besloten dat er maatregelen op Europees niveau zullen
worden genomen (0,3% van het EU BBP). Op 28 januari heeft de Commissie
concrete voorstellen gepresenteerd voor investeringen in energie en
breedbandprojecten en de daarvoor benodigde financiering via de
EU-begroting. Tijdens de komende Ecofin Raad zal gediscussieerd worden
over de financiering van deze voorstellen. Nederland hecht hierbij grote
waarde aan handhaving van de Financiƫle Perspectieven.

Voorbereiding Europese Voorjaarsraad: Key Issues Paper

Document: Nog niet beschikbaar

Aard bespreking: Oriƫnterend debat

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Het Tsjechische Voorzitterschap heeft een geannoteerde outline voor het
Key Issues Paper (KIP) opgesteld. Dit Key Issues Paper omvat de
belangrijkste financieel-economische boodschappen die de Ecofin naar de
Europese Raad stuurt. Traditioneel zit er voor de Voorjaarsraad (19 en
20 maart) een sterke component in die gericht is op de aanbevelingen die
de Commissie doet in het kader van de Lissabonstrategie. Daarnaast zal
er gesproken worden over het Europees Economisch Herstelplan, de
economische situatie, de budgettaire situatie en de situatie op de
financiƫle markten. De laatste twee punten die de Tsjechen willen
aansnijden zijn de financiƫle architectuur en het voorkomen van crises
in de toekomst. De Ecofin zal op basis van de outline een oriƫnterend
debat houden met het oog op het aannemen van het KIP in de Ecofin van
maart. De Ecofin Raad van maart zal het KIP, na bespreking, uiteindelijk
naar de Europese Voorjaarsraad sturen. 

Voorbereiding Voorjaarsraad: Single Market ReviewĀ  

Document: Nog niet beschikbaar

Aard bespreking: Aannemen van Raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: Unanimiteit

Toelichting:

De Ecofin Raad zal conclusies aannemen over het voortgangsrapport ā€œThe
Single Market Review: one year onā€. Deze conclusies zullen
waarschijnlijk inhouden dat maatregelen die lidstaten ondernemen in het
kader van het aangenomen Europees Economisch Herstelplan de regels van
de interne markt moeten respecteren. De belangrijkste beleidsacties voor
verdere ontwikkeling van de interne markt zijn onder andere het
verbeteren van het consumentenvertrouwen, verlagen van de
administratieve lasten voor het MKB, versterken van marktwerking door de
gehele economie, het verhogen van de efficiƫntie in de financiƫle
dienstverlening, bevorderen van openheid en het creƫren van
innovatievriendelijke marktcondities. Verder zal verder naar verwachting
het belang van een op feiten gebaseerde en resultaatgerichte benadering
worden benadrukt. 

Voorbereiding Voorjaarsraad: Verlaagde tarieven BTW

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: discussie

Besluitvormingsprocedure: n.v.t., maar anders unanimiteit

Toelichting:

Op de Ecofin Raad van 10 februari zal de (politieke) discussie over
verlaagde tarieven worden voortgezet. Tijdens de laatste Europese Raad
in December is besloten dat de Ecofin Raad het dossier van de verlaagde
BTW-tarieven uiterlijk maart 2009 ā€˜op moet hebben gelost.ā€™ De
politieke druk die hieruit is ontstaan heeft het Tsjechische
voorzitterschap ertoe aangezet met een ā€œworking planā€ te komen
waarin het gehele proces wordt uitgestippeld tot en met maart. In de
afgelopen Ecofin Raad is dit ā€œworking planā€ door de lidstaten
besproken en geaccepteerd.

Het Tsjechische voorzitterschap geeft thans follow-up aan de politieke
discussie op de februari Ecofin. Voor zover thans kan worden ingeschat
zal daarbij de discussie zich richten op snelle besluitvorming over
verlaagde tarieven op lokaal verrichte arbeidsintensieve diensten en het
nog te verschijnen ā€œgreen tax packageā€. Nederland staat positief
tegenover de inzet van het Tsjechische voorzitterschap om te komen tot
snelle besluitvorming over de verlaagde tarieven op lokaal verrichte
arbeidsintensieve diensten waarvan toepassing niet leidt tot een
verstoring van de interne markt. Om de besluitvorming over de verlaagde
tarieven op arbeidsintensieve diensten enigszins te bespoedigen, is
Nederland er voorstander van dit dossier gescheiden van de discussie
over het nog te verschijnen ā€œgreen tax packageā€ van de Europese
Commissie te voeren. Nederland roept de Europese Commissie op om zo
spoedig mogelijk met haar voorstellen voor een ā€œgreen tax packageā€
te komen.

(eventueel) Financiƫle diensten: Credit Rating Agencies

Document: Definitieve tekst van de Verordening is nog niet beschikbaar;
Consultatietekst wel.Ā 

Aard bespreking:Ā Gemeenschappelijke aanpak, openbare zitting

Besluitvormingsprocedure:Ā n.v.t.

Toelichting:

Op het moment van schrijven zijn de definitieve documenten nog niet
beschikbaar en is nog niet geheel zeker of dit punt op de agenda zal
blijven staan. Er zal eventueel een algemene discussie ontstaan over het
traject dat te bewandelen valt. Vanaf eind oktober hebben er 6
expertvergaderingen plaatsgevonden. Dinsdag 27 januari en woensdag 28
januari zullen de laatste vergaderingen plaatsvinden. 

De Commissie voorziet een vergunningsplicht voor CRAs die actief willen
zijn in de EU. Om daarvoor in aanmerking te komen moet een CRA voldoen
aan i) transparantie- en rapportageverplichtingen, ii) corporate
governance eisen (onder meer management van belangenconflicten) en iii)
kwaliteitsstandaarden inzake het rating proces (bijvoorbeeld monitoring
van bestaande ratings). De Commissie heeft voor deze voorwaarden mede
gebruik gemaakt van de bestaande standaarden van de IOSCO Gedragscode
voor CRAs.

Inhoudelijk gezien is er discussie over de toezichtsstructuur en de
reikwijdte van het voorstel. De algemene indruk van dit voorstel is
gematigd positief. Het kabinet vindt regelgeving op Europees niveau ten
aanzien van CRAs noodzakelijk en wenselijk. De Commissie is bevoegd
regelgeving ten aanzien van CRAs voor te stellen. De subsidiariteit
wordt positief beoordeeld.

(Eventueel) Financiƫle diensten: Anti-fraude verdrag met Liechtenstein

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: discussie en raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting:

Op de Ecofin van 10 februari zal de stand van zaken in de
onderhandelingen met Liechtenstein over een anti-fraude verdrag aan de
orde komen. Doel van het verdrag is het vastleggen van regels voor
wederzijdse assistentie bij het bestrijden van fraude en andere illegale
activiteiten. Dit was uiteraard vooral een wens van EU-zijde. Een
akkoord met Liechtenstein over de start van deze onderhandelingen, in
2006, was destijds verbonden aan de besprekingen over toetreding van
Liechtenstein tot Schengen. De onderhandelingen verliepen aanvankelijk
bijzonder moeizaam totdat Liechtenstein, na de LGT-bank affaire (cd-rom
met zwartbetalers), gedwongen werd zich flexibeler op te stellen. In
juni 2008 werden de onderhandelaars van de Europese Commissie en
Liechtenstein het eens over een concepttekst, die door de Commissie aan
de lidstaten is voorgelegd. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland,
zijn echter van mening dat de concepttekst dermate grote lacunes bevat
dat een effectieve aanpak van de fraude nog steeds niet mogelijk zal
zijn. Vooral het gebrek aan mogelijkheden voor Liechtenstein om
informatie van stichtingen te kunnen vragen zal tot gevolg hebben dat
het akkoord maar in beperkte mate effectief zal zijn.

Nederland is van mening, net zoals meerdere andere lidstaten, dat de
huidige tekst van het akkoord ontoereikend is en dat verdere
onderhandelingen met Liechtenstein gewenst zijn. Nederland steunt de
oproep van het Tsjechisch Voorzitterschap om de Europese Commissie te
verzoeken weer te gaan onderhandelen. Het verdergaande verdrag dat de VS
met Liechtenstein heeft afgesloten, waarin Liechtenstein wel bereid is
gebleken t.a.v. stichtingen de (ook door de EU) gewenste concessies te
doen, zou hierbij de basis moeten zijn. Verder speelt er ook een
duidelijke politieke dimensie mee. Op dit moment, mede in het licht van
de financiƫle crisis, wordt grote druk op Liechtenstein (en andere tax
havens) uitgeoefend om meer openheid van zaken te verlenen. Nu akkoord
gaan met de huidige tekst van het anti-fraude verdrag zou betekenen dat
de mogelijkheid om Liechtenstein te dwingen meer openheid van zaken te
geven voor enige tijd zal zijn verkeken.

Budget van de EU: Dechargeprocedure EU begroting 2007

Document: Jaarverslag Europese Rekenkamer EU begrotingsjaar 2007,
openbaar   HYPERLINK
"http://eca.europa.eu/portal/pls/portal/docs/1/1571598.PDF" 
http://eca.europa.eu/portal/pls/portal/docs/1/1571598.PDF  

Aard bespreking: aannemen Raadsconclusies voor het dechargeadvies

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid

Toelichting: 

De minister zal de Tweede Kamer informeren over de opstelling van
Nederland inzake het dechargeadvies dat de Raad jaarlijks aan het
Europees Parlement verstrekt. Het Europees Parlement is de
dechargeautoriteit voor de Europese begroting. Zij maakt voor het
besluit over dechargeverlening gebruik van het jaarverslag van Europese
Rekenkamer, het advies van de Ecofinraad en de informatie van de
Europese Commissie. De Europese Rekenkamer heeft in haar jaarverslag
over 2007 voor de veertiende maal geen positieve
betrouwbaarheidsverklaring kunnen geven over de EU-begroting. De
voornaamste conclusies van de Europese Rekenkamer zijn: 

- 	voor een deel van de begroting zijn duidelijke verbeteringen
zichtbaar, voornamelijk dankzij de inspanningen van de Commissie. Hier
blijft het aantal onregelmatigheden binnen de 2% foutmarge. De
Rekenkamer geeft een positief betrouwbaarheidsoordeel over circa 43% van
de uitgaven in 2007, een lichte stijging ten opzichte van 2006 (40%).
Echter, vooral bij de structuurfondsen, plattelandsontwikkeling en in
mindere mate bij Intern en Extern Beleid is het aantal onregelmatigheden
nog hoog. 

- 	bij de structuurfondsen is het financieel beheer door de lidstaten
slechts deels effectief  en is de supervisie door de Commissie nog matig
effectief: naar schatting had ten minste 11% aan subsidiegelden bij de
structuurfondsen niet mogen worden uitbetaald. Er is bij de
structuurfondsen (gedeeld beheer met de lidstaten) over de afgelopen
jaren weinig vooruitgang zichtbaar.

-	de complexiteit van de onderliggende regelgeving voor m.n. het
plattelandsontwikkeling en het structuurbeleid is een belangrijke reden
dat bij de uitvoering en implementatie veel fouten worden gemaakt. 

Nederland betreurt dat de begroting als geheel voor de veertiende keer
geen betrouwbaarheidsverklaring van de Europese Rekenkamer heeft kunnen
verkrijgen. Nederland is van mening dat in de raadsconclusies naast een
duidelijke omschrijving van de problemen en vereenvoudiging van
regelgeving, een specifieke oproep tot eigen verantwoordelijkheid van
lidstaten voor financieel beheer en verantwoording op nationaal niveau
moet worden opgenomen. Zonder een dergelijke omschrijving en zoā€™n
oproep zal het voor Nederland moeilijk zijn om in te stemmen omdat er
dan onvoldoende vooruitzicht is op verbetering bij de fondsen in gedeeld
beheer. Afhankelijk van de inhoud van het uiteindelijke dechargeadvies
zal het Nederlandse standpunt worden bepaald. 

Hervorming Internationale FinanciĆ«le Architectuurā€/G20

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: bespreking

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting:

Dit onderwerp staat niet op de agenda van de komende Ecofin, maar er zal
zeer waarschijnlijk wel over gesproken worden. De G20-top van 2 april in
Londen wordt voorbereid tijdens een bijeenkomst van de G20 ministers van
Financiƫn, die halverwege maart plaatsvindt. Ook zal er in Berlijn een
voorbereidende Europese top plaatsvinden met landen die deel zullen
nemen aan de G20 top. De bijeenkomst van ministers van Financiƫn wordt
voorbereid in vier G20 werkgroepen. 

Tsjechiƫ neemt als EU-voorzitter deel aan de werkgroepen en de G20 op
regeringsleiderniveau en aan de ministeriƫle bijeenkomsten. Nederland
steunt een gezamenlijke Europese inbreng in deze bijeenkomsten en ziet
voor zichzelf een actieve rol.

Ten aanzien van de eerste 2 werkgroepen (verbetering van regulering en
versterking van transparantie; en verbetering van internationale
samenwerking en bevorderen van integriteit op financiƫle markten) geldt
dat de G20 een belangrijke rol vervult in het coƶrdineren van alle
activiteiten die in verschillende internationale fora worden ontplooid
(zoals BCBS, FSF, IAIS, IOSCO, FATF, IMF). Nederland steunt de
vooruitgang die op veel terreinen wordt gemaakt, zoals het inderdaad
oprichten van colleges voor alle grensoverschrijdende instellingen,
verdere afspraken over crisismanagement, de verbeterde samenwerking
tussen het IMF en het (uitgebreide) FSF en het ontwikkelen van een early
warning systeem. Punten waar aandacht voor gevraagd zal moeten worden,
zijn de haalbaarheid en de daadwerkelijke implementatie van bepaalde
initiatieven. Vooral bij crisismanagement geldt bijvoorbeeld dat goede
afspraken op papier niet altijd voldoende garantie bieden. Er zijn meer
waarborgen nodig. Verder is het belangrijk om ook voldoende aandacht te
blijven besteden aan maatregelen die de verantwoordelijkheid van de
markt zelf vergroten. Dit laatste heeft een morele dimensie, maar heeft
ook betrekking op de vraag hoe binnen een financiƫle instelling het
risicomanagement versterkt kan worden. Daarbij kan onder andere gedacht
worden aan versterking van de positie van de chief risk officer of het
instellen van een comitƩ binnen een instelling dat toezicht houdt op de
belangrijkste blootstellingen en risicoā€™s.

De derde werkgroep houdt zich bezig met IMF-hervormingen. De
belangrijkste onderwerpen daarbij zijn toereikendheid IMF-middelen,
surveillance, uitleeninstrumenten en vertegenwoordiging. De Nederlandse
inzet voor de eerste drie genoemde onderwerpen is uiteengezet in het
Nederlandse non-paper van afgelopen november. Verder stelt Nederland
zich op het standpunt dat gezien de recent gemaakte afspraken over
stemverhoudingen een heropening van de discussie hierover weinig
productief is. Bovendien zal een dergelijke discussie het IMF alleen
maar afleiden van de hoofdtaak van het IMF: crisisbestrijding. 

De vierde werkgroep betreft de hervorming van de Wereldbank en de
multilaterale ontwikkelingsbanken, en zal met name gaan over het
mandaat, de instrumenten, het kapitaal en de voice & representation van
deze instellingen. Nederland zal conform haar huidige beleid inzetten op
het belang van de toegevoegde waarde en comparatieve voordelen van de
instellingen in een eventuele heroriƫntatie van de mandaten en hun
instrumenten. Ook dienen de instellingen hun kapitaal op een zo
efficiƫnt mogelijke manier in te zetten om hun doelstellingen te
bereiken, en wordt gepleit voor een versterking van de representatieve
positie van ontwikkelingslanden in de zeggenschapsverhoudingen van de
instellingen. 

Short selling

Document: n.v.t.

Aard bespreking: Gemeenschappelijke aanpak

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: 

Door verschillende Europese toezichthouders, inclusief de AFM, zijn er
vanaf september 2008 (tijdelijk) maatregelen getroffen met betrekking
tot short selling. Het gebrek aan internationale afstemming van genomen
maatregelen leidde ertoe dat maatregelen van individuele landen allemaal
hun eigen specifieke kenmerken, vrijstellingen en uitzonderingen kenden.
In de brief over ā€œNadere informatie short sellingā€ van 20 januari
2009 (Kamerstukken II 2008/09, 31371, nr. 86) is aangegeven dat in
Europees verband aandacht zal worden gevraagd voor internationale
consistentie inzake short selling. Nederland wil de internationale
inconsistentie ten aanzien van maatregelen inzake short selling in
Ecofin-verband onder de aandacht brengen en erop aandringen dat hier in
CESR-verband meer aandacht aan wordt besteed.

Toezeggingen

Een antwoord op de toezeggingen die u zijn gedaan wordt geformuleerd. De
antwoorden op uw vraag naar de stimuleringspakketten van andere
lidstaten en het effect van het Duitse pakket op de Nederlandse economie
worden u later deze week en vĆ³Ć³r het Algemeen Overleg toegezonden. Uw
vraag naar het effect van bepaalde stimuleringsmaatregelen is zeer
moeilijk te beantwoorden. De werkgroep Gerritse kijkt op dit moment naar
de effecten van verschillende maatregelen, maar het is onduidelijk op
dit moment of het ook mogelijk zal zijn deze effecten exact te
kwantificeren. Zodra wij meer informatie hebben zullen wij u hiervan op
de hoogte stellen.