Preview document (🔗 origineel)

---

Geachte Voorzitter,

Bij brief van 13 november 2008, kenmerk ABC 2008107731, ontving uw Kamer
de antwoorden op de kamervragen van de leden Jansen en Van Raak (beiden
SP) over woningcorporaties die geleend geld uitzetten op IJslandse
spaarrekeningen (met kenmerk 2080902950, ingezonden 16 oktober 2008). 

In die antwoorden is geschetst in hoeverre corporaties WSW-borging
kunnen krijgen en is aangegeven dat het corporaties niet is toegestaan
gelden met WSW-borging aan te trekken voor speculatieve doeleinden. Ook
werd aangegeven dat het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) is
gevraagd een integraal onderzoek met betrekking tot uitstaande
liquiditeitsoverschotten uit te voeren, dat aan uw Kamer zou worden
toegestuurd. Het betreffend onderzoek bied ik u hierbij aan.

Het CFV concludeert op basis van de verkregen informatie dat er,
afgezien van één enkel geval dat uw Kamer reeds werd gemeld, géén
corporaties zijn met spaartegoeden bij IJslandse banken. 

Aangezien de vraag in hoeverre corporaties bewust geld aantrekken met
WSW-borging om dit vervolgens uit te zetten op een spaarrekening in
IJsland volgens het CFV nauwelijks concreet te beantwoorden zou zijn,
heeft hij de vraagstelling van het onderzoek in overleg met mijn
departement breder getrokken. Het fonds heeft onderzocht in welke mate
sprake is van risico’s bij corporaties ten aanzien 

van hun spaar- en beleggingstegoeden, waarbij in de enquête ook is
gevraagd naar beleggingen en derivaten.

  

Op basis van deze inventarisatie concludeert het CFV dat corporaties in
het algemeen zeer risicomijdend zijn ten aanzien van hun uitgezette
spaar- en beleggingstegoeden. 

Ongeveer de helft van de corporaties heeft aangegeven zelfs in het
geheel geen spaar- en beleggingstegoeden aan te houden. Corporaties die
dit wel doen, blijken overtollige liquiditeiten vaak op een rekening
courant te zetten. 43% van de corporaties houden alleen spaar- en
beleggingstegoeden aan bij Nederlandse instellingen met een hoge
kredietwaardigheidbeoordeling. Slechts bij 2,5% van de corporaties is
volgens het CFV sprake van niet risicomijdende beleggingen van
materiële omvang, d.w.z. dat deze minimaal 10% van het totale
beleggings-volume van de corporatie beslaan.

Ook qua omvang van de beleggingen is volgens het CFV sprake van zeer
risicomijdend gedrag. Slechts 2,7% van het beleggingsvolume is niet
risicomijdend belegd. Beleggingen buiten spaartegoeden en obligaties
betreffen voor het overgrote merendeel bovendien risicomijdende
sectorbeleggingen in de vorm van collegiale financieringen en
participaties.

Al met al stelt het beeld zoals dat uit het onderzoek van het CFV blijkt
mij gerust. Het spaar- en beleggingsgedrag van verreweg de meeste
corporaties is zeer prudent, hetgeen ik ook in het belang van het behoud
van het vermogen voor de volkshuisvesting acht.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend,

de minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

E.E. van der Laan 

	Pagina   PAGE  2  van   NUMPAGES  2 





De Voorzitter van de Tweede Kamer



der Staten-Generaal



Postbus 20018



2500 EA  Den Haag

































Datum	2 februari 2009

Betreft	Beantwoording vragen over corporaties die geleend geld uitzetten

op IJslandse spaarrekeningen



  SHAPE  \* MERGEFORMAT   

	Pagina   PAGE  1  van   NUMPAGES  2 

Portefeuille Wonen, Wijken en Integratie







Datum

2 februari 2009

Kenmerk

ABC2009004064



Portefeuille Wonen, Wijken en Integratie







Rijnstraat 8

Postbus 30941

2500 GX  Den Haag

www.vrom.nl









Contactpersoon





















Kenmerk

ABC2009004064

Uw kenmerk

2080902950















































VROM verandert en krijgt een nieuwe huisstijl. Kijk voor meer informatie
op   HYPERLINK "http://www.vrom.nl" \o "http://www.vrom.nl/" 
www.vrom.nl