Antwoord op vragen van het lid Van der Burg over aftrek van punten van de huurprijs in het kader van het woningwaarderingsstelsel in het geval van bodemverontreiniging en vervolgens de sanering daarvan
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2009D04776, datum: 2009-02-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.E. van der Laan, minister voor Wonen, Wijken en Integratie
Onderdeel van zaak 2009Z00165:
- Gericht aan: E.E. van der Laan, minister voor Wonen, Wijken en Integratie
- Indiener: B.I. van der Burg, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter, Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de schriftelijke vragen van het lid Van der Burg (VVD) over aftrek van punten van de huurprijs in het kader van het woningwaarderingsstelsel in het geval van bodemverontreiniging en vervolgens de sanering daarvan. (Ingezonden 8 januari 2009) Vragen van het lid Van der Burg over aftrek van punten van de huurprijs in het kader van het woningwaarderingsstelsel in het geval van bodemverontreiniging en vervolgens de sanering daarvan. (Ingezonden 8 januari 2009) Vraag 1 In hoeverre zijn, in het kader van het woningwaarderingsstelsel, bodemverontreiniging en vervolgens de sanering daarvan een reden voor aftrek van punten van de huurprijs, met als gevolg een lagere huur? Antwoord Indien er sprake is van hinder in de woonomgeving kan een aftrek worden toegepast van totaal maximaal 40 punten. In de directe omgeving van de woning optredende niet-incidentele bodemverontreiniging is één van de mogelijke redenen voor puntenaftrek. Voor de beslissing om al dan niet puntenaftrek toe te passen is niet van belang of de bodemverontreiniging directe sanering noodzakelijk maakt. Vraag 2 In hoeverre wordt een gemeente betrokken bij het beantwoorden van de vraag door de huurcommissie of er bij sanering van bodemverontreiniging sprake is van feitelijke hinder en/of gebruiksbeperkingen voor de huurders, die een lagere huur rechtvaardigen? Antwoord Of er sprake is van een ernstige verontreiniging, en of er sprake is van spoedeisendheid om te saneren wordt vastgelegd in een beschikking. In deze beschikking wordt tevens vastgelegd wat het te bereiken saneringsdoel is. Deze beschikkingen worden afgegeven door het bevoegd gezag Wet bodembescherming i.c. Gedeputeerde Staten en 29 gemeenten die bevoegd gezag zijn op grond van artikel 88 van de Wet bodembescherming. De Huurcommissie heeft aangegeven dat zij uit oogpunt van transparantie en uniformiteit als beleidslijn hanteert of het bevoegd gezag met betrekking tot een of meerdere kadastrale percelen een saneringsbeschikking (zoals bedoeld in de Wet bodembescherming) heeft afgegeven. De gemeente is dus betrokken indien deze bevoegd gezag is. De Huurcommissie baseert zich vervolgens op de wettelijk verplichte registratie van saneringsbeschikkingen bij het Kadaster. Daarbij heeft de Huurcommissie aangegeven de hoogte van de puntenaftrek afhankelijk te stellen van de termijn waarbinnen ingevolge de saneringsbeschikking met de sanering dient te worden aangevangen. Vraag 3 Hoe beoordeelt u de situatie dat in het geval van sanering van bodemverontreiniging enerzijds de huurcommissie meent dat deze verontreiniging en sanering als een hinderlijke situatie moeten worden aangemerkt en aftrekpunten moeten worden berekend, terwijl anderzijds een gemeente voor die betreffende situatie stelt dat de bodemverontreiniging en de wijze van saneren geen gebruiksbeperkingen en/of feitelijke hinder voor de huurders met zich meebrengen? Deelt u de mening dat de hierboven geschetste situatie merkwaardig is en voor burgers onbegrijpelijk? Zo nee, waarom niet? Op welke wijze zou een gemeente bij de onderhavige kwestie betrokken kunnen worden? Antwoord De huurcommissie heeft aangegeven dat de geschetste situatie zich in één geschil heeft voorgedaan waarin er in 2007 een saneringsbeschikking was afgegeven die enerzijds aangaf dat er geen onaanvaardbare risico’s waren voor mens en eco-systeem, maar anderzijds aangaf dat de sanering in 2009 moest zijn voltooid. In deze situatie heeft de Huurcommissie zich inhoudelijk geen eigen oordeel gevormd over de noodzaak van sanering, maar is zij hiervoor uitgegaan van het oordeel van het bevoegd gezag. De Huurcommissie heeft voorts aangegeven dat zij de bij dit geschil betrokken instanties op de hoogte heeft gesteld van het feit dat saneringsbeschikking mede tot gevolg heeft dat de huurcommissie aftrekpunten toekent. De mening dat deze situatie merkwaardig is en voor burgers onbegrijpelijk deel ik niet aangezien de saneringsbeschikking in kwestie duidelijk aangaf dat sanering noodzakelijk was. Vraag 4 Is het u bekend of het vaker voorkomt dat er een verschil van inzicht bestaat tussen de huurcommissie en een gemeente als het gaat om bodemverontreiniging en de gevolgen van sanering daarvan voor de hoogte van de huur? Bent u bereid daar onderzoek naar te laten doen? Zo nee, waarom niet? Antwoord Zoals hiervoor aangegeven is niet gebleken, dat de Huurcommissie zich in het geval van bodemverontreiniging een eigen oordeel vormt over de noodzaak van sanering. Van een verschil van inzicht kan dan ook geen sprake zijn. Ik zie dan ook geen reden om hiernaar onderzoek te doen. Vraag 5 Valt wijziging van de relevante regelgeving te overwegen? Zo ja, op welke punten is wijziging mogelijk en nodig? Bent u bereid wijziging van de regelgeving te entameren? Zo nee, waarom niet? Antwoord Nee. De relevante regelgeving geeft eenduidig aan wie bevoegd is om vast te stellen of er sprake is van verontreiniging die sanering behoeft. De regelgeving is er dus op gericht om bij de burger geen onzekerheid te laten bestaan over de noodzaak van sanering. De beleidslijn van de Huurcommissie om uit te gaan van de saneringsbeschikking sluit hierop aan. Hoogachtend, de minister voor Wonen, Wijken en Integratie, E.E. van der Laan Pagina PAGE 2 van NUMPAGES 4 de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Datum 4 februari 2009 Betreft Vragen van het lid Van der Burg over aftrek van punten van de huurprijs in het kader van het woningw SHAPE \* MERGEFORMAT Pagina PAGE 1 van NUMPAGES 4 Vragen van het lid Van der Burg over aftrek van punten van de huurprijs in het kader van het woningwaarderingsstelsel in het geval van bodemverontreiniging en vervolgens de sanering daarvan. Portefeuille Wonen, Wijken en Integratie Directie Aandachtsgroepen, Betaalbaarheid en Corporaties cluster Huurbeleid en Aandachtsgroepen Datum 4 februari 2009 Kenmerk ABC 2009007240 Portefeuille Wonen, Wijken en Integratie Directie Aandachtsgroepen, Betaalbaarheid en Corporaties cluster Huurbeleid en Aandachtsgroepen Rijnstraat 8 Postbus 30941 2500 GX Den Haag www.vrom.nl www.vrom.nl Contactpersoon Kenmerk ABC 2009007240 Uw kenmerk 2080909170 VROM verandert en krijgt een nieuwe huisstijl. Kijk voor meer informatie op HYPERLINK "http://www.vrom.nl" \o "http://www.vrom.nl/" www.vrom.nl