[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verzamelbrief

Bijlage

Nummer: 2009D05421, datum: 2009-02-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Bijlage bij: Verzamelbrief aan gemeenten (februari 2009) (2009D05420)

Preview document (🔗 origineel)


Colleges van Burgemeester en Wethouders

I.a.a.

Directeuren Sociale Dienst

Hoofden Sociale Zaken

Directeuren/hoofden I&A

Gemeenteraadsleden p/a Griffier

Hoofdkantoor UWV

UWV/Werkbedrijven

IWI

Wsw-bedrijven

  DOCPROPERTY  iStraat  \* MERGEFORMAT      DOCPROPERTY  iNr  \*
MERGEFORMAT      DOCPROPERTY  iToev  \* MERGEFORMAT   

  DOCPROPERTY  iPostcode  \* MERGEFORMAT       DOCPROPERTY  iPlaats  \*
MERGEFORMAT   

  DOCPROPERTY  iKixCode  \* MERGEFORMAT   



Postbus 90801

2509 LV Den Haag

Anna van Hannoverstraat 4

Telefoon (070) 333 44 44

Fax (070) 333 40 33

www.szw.nl





  DOCPROPERTY  kCP  \* MERGEFORMAT  Contactpersoon 	Gemeenteloket

  DOCPROPERTY  kDoorkies  \* MERGEFORMAT  Doorkiesnummer 	(070) 315 20
10

  DOCPROPERTY  kEmail  \* MERGEFORMAT  E-mail 	gemeenteloket@minszw.nl



  DOCPROPERTY  kOnsKenmerk  \* MERGEFORMAT  Ons kenmerk 	RUA/RB/2009/684



  DOCPROPERTY  kDatum  \* MERGEFORMAT  Datum 	9 februari 2009 
DOCPROPERTY  iDatum  \@ "d MMMM yyyy"  

 





Dit is de eerste Verzamelbrief van dit jaar en tevens de eerste die u
van mij, Jetta Klijnsma, ontvangt in mijn functie als staatssecretaris
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Mijn voorganger, Ahmed Aboutaleb,
is burgemeester van Rotterdam geworden. Zelf ben ik de laatste elf jaar
werkzaam geweest als wethouder in Den Haag. Ik hecht veel waarde aan de
samenwerking en communicatie tussen rijk en gemeenten. Ik verheug me dan
ook zeer op de komende SZW-dagen en hoop u op een van die dagen te
ontmoeten! 

De Verzamelbrief bevat deze keer informatie over de volgende
onderwerpen: 

Algemeen

1. Kredietcrisis

WWB

2. Aanvraag ‘regelluwe’ bestedingsruimte participatiebudget

3. Decentralisatie langdurigheidstoeslag

4. Uitbreiden mogelijkheden categoriale bijstand

5. Consequenties voor bijstand van Wet tegemoetkoming chronisch zieken
en gehandicapten

6. Beslag op de eenmalige 50 euro eindejaarsuitkering in 2008

7. Voorlopige teruggaaf; schatting belastbaar inkomen
bijstandsgerechtigden voor 2009 

8. Toeslag nominale zorgpremie

9. Uitbetaling alleenstaande ouderkorting en combinatiekorting in 2009

10. Afschaffing BFJS-statistiek

11. IPW-project ‘Erop af! Doen en delen!’ 

Bbz 2004

12. Zelfstandigen in de financiële problemen en het besluit
bijstandverlening zelfstandigen

Keten

13. Wijziging Wet SUWI per 1 januari 2009

14. Digitaal Klantdossier fase 2

Re-integratie / Arbeidsparticipatie

15. Wet stimulering arbeidsparticipatie (STAP)

16. Wet premiekorting oudere werknemers: 50 jaar of ouder en een
uitkering?

17. Extra aanvraagtijdvak ESF actie A in maart 2009

Armoede en schuldhulpverlening

18. Beslagvrije voet bij verrekening en beslaglegging – Rekentool

Diversen

19. Aansluiting gemeenten op webloket Regelhulp

20. SZW-dagen 2009

21. Algemeen Overleg Handhaving 5 febr. 2009 

1.	Kredietcrisis

Er is sprake van een kredietcrisis en u als gemeenten hebt daar volop
mee te maken. Het ministerie van SZW is bezig met maatregelen om de
gevolgen van de kredietcrisis tegen te gaan. De hoofdpunten van dit
beleid zijn arbeidsmobiliteit, ontwikkeling van werk naar werk, scholing
en omscholing en tot slot nieuwe zekerheden en flexibiliteit.

Ter oriëntatie op te nemen maatregelen hebben minister Donner en ik in
januari gesproken met wethouders uit gemeenten waar mobiliteitscentra
zijn of op korte termijn geplaatst zullen worden. Aan de wethouders is
onder meer gevraagd in hoeverre hun regio is getroffen door de
kredietcrisis en welke kansen zij zien om de crisis in hun regio het
hoofd te bieden. Aanwezig waren wethouders uit Eindhoven, Helmond,
Rotterdam, Nijmegen, Den Bosch, Breda, Emmen, Beverwijk, Sittard/Geleen
en Noordenveld. Afgesproken is om op termijn opnieuw bijeen te komen, om
zo een vinger aan de pols te houden bij de ontwikkelingen in het land. 

De kredietcrisis stond ook op de agenda van het Bestuurlijk Overleg dat
ik onlangs met de VNG heb gevoerd, en afgesproken is dat de VNG nauw
wordt betrokken bij allerlei activiteiten rond dit onderwerp. 

Op de komende SZW-dagen en de wethoudersmiddag zal de kredietcrisis
zeker aan de orde komen. Twee suggesties wil ik u nu vast doen. Ten
eerste, kijk creatief naar wat er met het Participatiebudget gedaan kan
worden. En ten tweede, stimuleer de samenwerking tussen alle partijen in
de regio die zich bezighouden met vraag en aanbod van werk: ondernemers,
onderwijs en overheid. Samenwerking is essentieel, zeker in tijden van
tegenslag. Aangezien werk zich doorgaans niet tot de gemeentegrenzen
beperkt, is het van belang dat de samenwerking regionaal gebeurt.

2.	Aanvraag ‘regelluwe’ bestedingsruimte participatiebudget

Op 30 oktober 2008 heeft mijn ambtsvoorganger met de VNG een akkoord
gesloten om in deze kabinetsperiode 10.000 extra mensen zonder werk en
zonder uitkering aan betaald werk te helpen of - indien de afstand tot
de arbeidsmarkt nog te groot is - maatschappelijk te laten participeren
(zie Verzamelbrief van november 2008). Gemeenten worden beloond voor het
aan het werk helpen van personen zonder werk en uitkering met meer
bestedingsruimte in het participatiebudget. Als een gemeente een persoon
uit de bedoelde groep duurzaam (minimaal een half jaar) aan betaald werk
helpt, mag de gemeente het jaar daarop éénmalig € 12.000 van het
participatiebudget regelluw besteden aan participatie. Dit wordt
juridisch vormgegeven door een wijziging van het Besluit
participatiebudget. De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het
betreffende ontwerpbesluit voor advies aan de Raad van State wordt
gezonden. De tekst van het besluit wordt openbaar bij publicatie in het
Staatsblad.

Gemeenten zal - onder voorbehoud van aanvaarding van dit besluit - de
mogelijkheid worden geboden om een verzoek in te dienen om de helft van
de in 2009 te verdienen ‘regelluwe’ ruimte al in 2009 te gebruiken.
Voor deze zogenaamde voorfinanciering geldt dat het college een verzoek
moet indienen uiterlijk binnen een week na publicatie van dit besluit in
het Staatsblad. Over de aanvraagprocedure wordt u zo spoedig mogelijk
nader geïnformeerd via het SZW-Gemeenteloket. U behoeft deze aanvraag
alleen in te dienen indien u gebruik wilt maken van de mogelijkheid om
de helft van de ‘regelluwe’ ruimte al in 2009 te gebruiken. Indien u
ervoor kiest om de volledige ‘regelluwe’ ruimte pas in 2010 te
gebruiken (of om geen gebruik te maken van de ‘regelluwe’ ruimte),
dan behoeft u niets te doen.

3.	Decentralisatie langdurigheidstoeslag

Per 1 januari 2009 is de regeling van de langdurigheidstoeslag aan de
gemeenten gedecentraliseerd. De langdurigheidstoeslag is daarmee een
bijzondere vorm van categoriale bijzondere bijstand geworden. Door de
decentralisatie van de langdurigheidstoeslag - die niet langer de
strikte voorwaarden van de oude gecentraliseerde regeling kent - zijn de
gemeenten gehouden een langdurigheidstoeslag te verstrekken aan personen
als zij langdurig op een minimuminkomen zijn aangewezen, geen in
aanmerking te nemen vermogen en geen uitzicht op inkomensverbetering
hebben. Gemeenten dienen in een verordening regels te stellen ten
aanzien van de hoogte van de toeslag en de invulling van de begrippen
langdurig en laag inkomen.

De nieuwe regeling van de langdurigheidstoeslag stelt gemeenten in staat
om de uitvoering op zodanige wijze vorm te geven dat er voor de
belanghebbenden een prikkel blijft bestaan om deel te nemen aan het
arbeidsproces en hun individuele mogelijkheden maximaal te benutten.
Immers gemeenten kunnen op deze wijze een optimale aansluiting maken
tussen het inkomensondersteuningsbeleid en het re-integratiebeleid,
waarvoor zij op grond van de WWB verantwoordelijk zijn. Zo kunnen de
gemeenten maatwerk leveren waar het gaat om individuele mogelijkheden en
beperkingen, afstand tot de arbeidsmarkt, de inzet van de belanghebbende
bij re-integratieactiviteiten en de mogelijkheden die de WWB biedt om
financiële incentives te verlenen in het kader van de
arbeidsinschakeling. Dit stelt de gemeenten ook in staat om in te spelen
op de financiële prikkel van het gebudgetteerde I-deel. 

Op deze wijze draagt de decentralisatie van de langdurigheidstoeslag bij
tot bevordering van de arbeidsparticipatie van de betreffende groep
personen en is de gemeente in staat om te voorkomen dat het verstrekken
van een toeslag prikkels wegneemt om werk te verkrijgen en te
aanvaarden. De aansluiting tussen de gemeentelijke
re-integratieverordening en die inzake de verlening van de
langdurigheidstoeslag heeft een belangrijke meerwaarde doordat beter en
duidelijker kan worden geregeld hoe de rechten en plichten van de
belanghebbenden zich tot elkaar verhouden.

Ik zal de Inspectie Werk en Inkomen (IWI) verzoeken om de wijze waarop
de langdurigheidstoeslag in de uitvoeringspraktijk wordt vormgegeven
voor wat betreft de doelgroep, de duur van de periode met een laag
inkomen en de hoogte van de toeslag, een jaar na inwerkingtreding van de
wet, te onderzoeken. Zoals in de memorie van toelichting staat vermeld
wordt ervan uitgegaan dat dit onderzoek plaatsvindt zonder de gemeenten
hierbij extra te belasten.

4.	Uitbreiding mogelijkheden categoriale bijzondere bijstand

De mogelijkheden voor gemeenten om categoriale bijzondere bijstand te
verstrekken op grond van artikel 35 WWB zijn per 1 januari 2009
uitgebreid. Deze wetswijziging stelt gemeenten in staat om ook
categoriale bijzondere bijstand te verstrekken aan ouders met
schoolgaande kinderen ten behoeve van de bevordering van de
maatschappelijke participatie van die kinderen. De wet schrijft voor dat
de gemeenten deze voorzieningen in natura (en niet als geldbedrag)
zullen verstrekken om deze zoveel mogelijk ten goede te laten komen aan
de kinderen zelf. Als dit leidt tot een ondoelmatige uitvoering kan van
deze voorwaarde worden afgeweken. Daar waar de gemeenten kinderen willen
laten deelnemen aan voorzieningen die gericht zijn op verbetering van
het perspectief op een goede toekomst, maar niet of slechts tegen hoge
kosten in natura kunnen worden verstrekt, houdt de gemeente de
mogelijkheid om hier op andere wijze in te voorzien.

Met de genoemde wetswijziging hebben de gemeenten meer mogelijkheden
voor een gerichte benadering van de groep ouders met schoolgaande
kinderen. Zo kunnen de gemeenten categoriale bijzondere bijstand
verlenen in de vorm van een naturaverstrekking van bijvoorbeeld een
sportabonnement of een computer voor het huiswerk van kinderen. Hiermee
hebben de gemeenten een instrument in handen om concrete voorzieningen
te leveren die  bijdragen aan het vergroten van de maatschappelijke
participatie van kinderen en de vicieuze cirkel te doorbreken waarbij de
sociaaleconomische situatie thuis ook de mogelijkheden van kinderen om
zich economisch en maatschappelijk te ontplooien beperkt. De
naturaverstrekking beoogt dat de voorziening daadwerkelijk voor deze
participatiebevordering wordt ingezet. Verstrekking in natura betekent
dat wordt afgeweken van de gebruikelijke vorm van bijzondere bijstand
die als een geldbedrag wordt verstrekt. 

5.	Consequenties voor bijstand van Wet tegemoetkoming chronisch zieken
en gehandicapten (zie bijlage)

Vanaf 1 januari 2009 geldt de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en
gehandicapten (Wtcg). Hierin wordt geregeld dat chronisch zieken en
gehandicapten gecompenseerd worden voor de extra kosten die zij hebben
door hun ziekte of handicap met een bedrag dat jaarlijks wordt
uitgekeerd. De regeling buitengewone uitgaven is per 1 januari 2009
vervallen. Alleen specifieke zorgkosten blijven aftrekbaar. Verder is er
een kortingsregeling voor eigen bijdragen AWBZ en Wmo hulp bij het
huishouden. Ook worden ouderen en arbeidsongeschikten gecompenseerd voor
het vervallen van het ouderdomsforfait en het
arbeidsongeschiktheidsforfait die golden binnen de regeling buitengewone
uitgaven. 

In bijlage 5 wordt een nadere toelichting gegeven op de verschillende
onderdelen van de Wtcg.

Voor nadere informatie over de Wtcg kunt u ook terecht op de volgende
website:

  HYPERLINK "http://www.veranderingenindezorg.nl" 
http://www.veranderingenindezorg.nl  

De overgang van de buitengewone uitgavenregeling naar de Wtcg heeft in
beginsel geen consequenties voor het recht op algemene en bijzondere
bijstand. Mensen met een inkomen op of rond het minimum kunnen nog
steeds voor bepaalde medische kosten een beroep doen op bijzondere
bijstand. De kosten die via de bijzondere bijstand worden vergoed,
kunnen niet als specifieke ziektekosten worden afgetrokken. Net als bij
de buitengewone uitgavenregeling is er voor minima dus de keus om
bepaalde kosten ofwel via bijzondere bijstand ofwel via fiscale aftrek
gecompenseerd te krijgen. De algemene tegemoetkoming die veel chronisch
zieken en gehandicapten automatisch ontvangen komt in de plaats van het
chronisch ziekenforfait binnen de regeling buitengewone uitgaven. Het is
dus niet zo dat deze tegemoetkoming de categoriale bijzondere bijstand
voor chronisch zieken en gehandicapten vervangt. De invoering van de
Wtcg geeft dan ook geen aanleiding tot herziening van regelingen die
gemeenten hebben voor categoriale bijstand.

Tevens is in de Wtcg geregeld dat zowel de algemene tegemoetkoming voor
chronisch zieken en gehandicapten als de specifieke tegemoetkoming voor
arbeidsongeschikten niet behoren tot de middelen die bepalend zijn voor
het toekennen van de algemene bijstand op grond van de Wet werk en
bijstand en Wet werk en inkomen kunstenaars. Ook heeft de fiscale aftrek
– zowel onder de buitengewone uitgavenregeling als de Wtcg – geen
invloed op het recht op algemene bijstand op grond van de Wet werk en
bijstand en Wet werk en inkomen kunstenaars. 

6.	Beslag op de eenmalige 50 euro eindejaarsuitkering in 2008

In zijn brief d.d. 24 oktober 2008 (kenmerk W&B/B&K/08/29863) heeft mijn
ambtsvoorganger u de mogelijkheid gegeven uw inwoners met een inkomen
tot 120% van de bijstandsnorm financieel extra te ondersteunen met een
eenmalige eindejaarsuitkering van 50 euro. U bent daarbij geïnformeerd
over het feit dat dit bedrag niet als inkomen aangemerkt mocht worden en
niet voor beslag in aanmerking kon komen. Toch bereikten mij signalen
dat in sommige gevallen door toedoen van gemeenten beslag is gelegd op
de 50 euro om de schuldenlast van mensen in een schuldsaneringstraject
te verminderen. 

Wellicht ten overvloede, wil ik u er nogmaals op wijzen dat de eenmalige
eindejaarsuitkering van 50 euro werd verstrekt als bijzondere bijstand
(art. 35 WWB) en derhalve niet vatbaar is voor beslag (art. 46 lid 2
WWB). 

7.	Voorlopige teruggaaf; schatting belastbaar inkomen
bijstandsgerechtigden voor 2009 (zie bijlage)

Bij nieuwe aanvragen en bij wijzigingen in de omstandigheden van de
belanghebbende, die de hoogte van de voorlopige teruggaaf kunnen
beïnvloeden, zal het nodig zijn dit door te geven aan de
Belastingdienst. Op het aanvraagformulier heffingskortingen moet de
belanghebbende aan de Belastingdienst opgeven hoe hoog het belastbaar
inkomen is dat hij het komende jaar zal hebben. In verband daarmee is
een overzicht opgesteld van de bijstandsinkomens voor het jaar 2009. De
gegevens zijn gebaseerd op de stand van 1 januari 2009. Alle bedragen
zijn inclusief vakantie-uitkering. 

U vindt het overzicht in bijlage 7.

8.	Toeslag nominale zorgpremie

Er is wellicht enige verwarring ontstaan over de toeslag nominale
zorgpremie (art. 23, lid 2, WWB) i.v.m. een tijdelijke onjuiste
vermelding op het Gemeenteloket. Voor de duidelijkheid informeer ik u
nogmaals over de correcte bedragen. 

De toeslag nominale zorgpremie  bedraagt m.i.v. 1 januari 2009 voor een
alleenstaande € 43 (was € 54) en voor gehuwden € 80 (was € 77).
Dit heeft te maken met het feit dat in de Wet op de Zorgtoeslag (art. 2,
lid 3) het percentage van 3,5% is aangepast naar 2,7% m.i.v. 1 januari
2009. Hierdoor is de normpremie lager geworden, waardoor de zorgtoeslag
is toegenomen. Per saldo ontstaat er dus geen inkomensachteruitgang voor
deze groep mensen.

De berekening is als volgt:

Standaardpremie alleenstaanden	€ 1209

Zorgtoeslag				€  692 -/-

					=====

Ten laste blijvende premie		€  517

Per maand 517/12= € 43

9.	Uitbetaling alleenstaande ouderkorting en combinatiekorting in 2009

In de Verzamelbrief van 11 december 2008 bent u geïnformeerd over de
uitbetaling van de alleenstaande ouderkorting in 2009. In aansluiting
hierop verstrek ik u hierbij de volgende nadere informatie.

Alleenstaande ouderkorting

Op het Belastingplan 2009 is via een amendement (Kamerstukken II,
2008/9, 31 704, nr. 69) een wijziging aangebracht in de hoogte van de
alleenstaande ouderkorting. Dit amendement voorziet erin dat de
alleenstaande ouderkorting in 2009 niet met € 840 maar met € 582 per
jaar wordt verlaagd. De AOK gaat daarmee € 73,08 per maand bedragen
(in plaats van € 51,58). Voor de alleenstaande ouder betekent dit een
financieel voordeel van € 21,50 per maand. In het eerste halfjaar van
2009 zal dit bedrag echter nog niet tot uitbetaling komen. Vanaf 1 juli
2009 zal de Belastingdienst wel het juiste bedrag aan alleenstaande
ouderkorting gaan uitbetalen. Het tot die datum te weinig uitbetaalde
bedrag zal verspreid over de maanden juli tot en met december 2009
(“ingedikt”) worden nabetaald.

Bijstandsgerechtigde alleenstaande ouders mogen uiteraard geen
financieel nadeel ondervinden van het vorenstaande. Daarom dienen
gemeenten bij de verrekening van de alleenstaande ouderkorting
voorshands uit te gaan van de daadwerkelijk door de Belastingdienst
uitbetaalde alleenstaande ouderkorting ad € 51,58 per maand, dus
exclusief de verhoging waar het amendement toe leidt. Na 1 juli 2009 kan
met het verhoogde bedrag van 

€ 73,08 per maand rekening worden gehouden en kan de nabetaling worden
verrekend.

Combinatiekorting

Bij het vorenbedoelde amendement is ook de combinatiekorting (ad €
3,67 per maand) per 1 januari 2009 afgeschaft. De betaling van de
combinatiekorting zal echter tot 1 juli 2009 doorlopen, waarna de
Belastingdienst de reeds uitbetaalde combinatiekorting zal terugvorderen
of verrekenen. 

Nu de over de periode van 1 januari tot 1 juli 2009 ontvangen
combinatiekorting moet worden terugbetaald, ligt het niet in de rede om
deze in de maanden dat die ontvangen wordt tot de middelen te rekenen.
Hierbij verdient het de aandacht dat de Belastingdienst de teveel
betaalde combinatiekorting gaat verrekenen met de later na te betalen
alleenstaande ouderkorting, zodat de alleenstaande ouder dus een lagere
nabetaling ontvangt. Als de gemeente dus nu de combinatiekorting niet
verrekent, moet vanaf 1 juli 2009 niet de lagere nabetaling als middel
in aanmerking worden genomen, maar de nabetaling die zou zijn ontvangen
als de Belastingdienst de combinatiekorting niet met de nabetaling zou
hebben verrekend. 

Door de afschaffing van de combinatiekorting is de inkomensafhankelijke
aanvullende combinatiekorting hernoemd tot inkomensafhankelijke
combinatiekorting. In verband hiermee is in het meergenoemde amendement
artikel 31, tweede lid, onderdeel c, van de Wet werk en bijstand per 1
januari 2009 gewijzigd. In deze bepaling is «de combinatiekorting en de
aanvullende combinatiekorting» vervangen door: de inkomensafhankelijke
combinatiekorting. De combinatiekorting die in de periode 1 januari tot
1 juli 2009 ontvangen wordt door alleenstaande ouders met een kind
jonger dan vijf jaar valt dus niet (meer) onder de reikwijdte van
meergenoemde bepaling. Daarom is er geen aanleiding om voor deze
doelgroep een uitzondering te maken op het gestelde in de vorige alinea.


Administratieve afwikkeling

In een volgende verzamelbrief zal nader worden ingegaan op de
administratieve afwikkeling van het vorenstaande.

10.	Afschaffing BFJS-statistiek

Sinds de invoering van de WWB in 2004 is er door SZW in samenwerking met
het CBS en de VNG een succesvol beleid gevoerd m.b.t. de
derapportage-doelstelling. De informatie-uitvraag aan gemeenten werd tot
de meest noodzakelijke gegevens beperkt en overlap in de uitvraag werd
zoveel mogelijk geëlimineerd. Belangrijke voorwaarden voor het
welslagen van dit beleid zijn: een goede onderbouwing van de
noodzakelijkheid van de informatieverplichtingen door SZW en een
betrouwbare en volledige aanlevering van voor SZW noodzakelijke
informatie door gemeenten. 

De afschaffing van de Financiële Jaarstatistiek Bijzondere Bijstand
(BFJS) per 1 januari 2009 is opnieuw een tastbaar resultaat van de
gezamenlijke inspanningen van gemeenten, CBS en SZW binnen dit
informatiebeleid. Tot nu toe heeft het CBS de gegevens over de uitgaven
van gemeenten voor bijzondere bijstand altijd vanuit de BFJS
gepubliceerd. De uitvraag daarover in de Bijstandsuitkeringenstatistiek
(BUS) bleef onbenut omdat deze gegevens van onvoldoende kwaliteit waren.


In de periode 2006-2008 heeft het CBS een aantal onderzoeken uitgevoerd
waarin de gegevens uit de BUS en de BFJS met elkaar werden vergeleken.
Het doel was om de kwaliteit van de BUS zodanig te verbeteren dat de
(overlappende) uitvraag van de BFJS-statistiek niet meer nodig zou zijn.
Mede dankzij de medewerking van een aantal bij de onderzoeken betrokken
gemeenten hebben de CBS-onderzoeken uiteindelijk tot het gewenste
resultaat geleid: de kwaliteit van de gegevens over de bijzondere
bijstand in de BUS-statistiek is aanzienlijk verbeterd en wordt door het
CBS op dit moment in principe voldoende geacht om in de toekomst te
publiceren. Daarom is in onderling overleg tussen CBS en SZW besloten om
voor de publicatie van gegevens over de uitvoering van de bijzondere
bijstand vanaf het verslagjaar 2008 uitsluitend de BUS-statistiek als
bron te gebruiken. De BFJS-statistiek kan daarmee komen te vervallen.

Toch zal de BFJS in 2009 nog één keer worden uitgevraagd. Niet voor
publicatiedoeleinden maar om nog een laatste jaar de beschikking te
hebben over controlecijfers ter verdere versterking van de
BUS-statistiek.  

     

   

11.	IPW-project ‘Erop af! Doen en delen!’

Gemeenten werken hard aan hun ambities op het terrein van participatie,
werk en inkomen en de daaraan verbonden doelen uit het Bestuurlijk
Akkoord. Om hier nog een extra impuls aan te geven heeft SZW in het
kader van het Innovatieprogramma Werk en Bijstand (IPW) in december 2008
een subsidie toegekend aan de VNG voor het project ‘Erop af! Doen en
delen!’. De VNG gaat in dit project gezamenlijk met Divosa aan de slag
om gemeenten en andere relevante organisaties gericht en, desgevraagd,
actief te ondersteunen, te stimuleren en te faciliteren bij de
uitvoering en realisatie van vooraf gekozen doelstellingen uit het
bestuurlijk akkoord, deelakkoord participatie VNG-SZW. De ondersteuning
van de VNG en Divosa zal in vorm en inhoud aansluiten bij de behoeften
van gemeenten. De ondersteuning kan variëren van het organiseren van
een workshop of congres tot het tijdelijk detacheren van een
gemeenteambtenaar uit een andere gemeente met de expertise waar behoefte
aan is. 

U wordt binnenkort nader geïnformeerd over dit project.

12.	Zelfstandigen in de financiële problemen en het besluit
bijstandverlening zelfstandigen (Bbz 2004)

Tijdens het Algemeen Overleg van 21 januari 2009 met de Tweede Kamer
over de WWB heeft de Kamer nadrukkelijk de aandacht gevraagd voor de
financiële positie van (kleine) zelfstandigen die getroffen zijn of
dreigen te worden door de gevolgen van de kredietcrisis. De leden
dringen erop aan dat bijstandsaanvragen van zelfstandigen die in de
problemen zijn geraakt met zoveel mogelijk spoed worden afgehandeld en
dat de gemeenten zo breed mogelijke bekendheid geven aan de
mogelijkheden die het besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz 2004)
biedt voor zelfstandigen in financiële problemen. 

Ik onderschrijf de inbreng van de leden van de Tweede Kamer volledig.
Bij deze wil ik u dan ook verzoeken om maximaal de mogelijkheden te
benutten die het Bbz 2004 u biedt om  inkomensondersteuning te verlenen
aan zelfstandigen, die als gevolg van een (tijdelijke) terugval in
inkomsten niet in de noodzakelijke kosten van het bestaan kunnen
voorzien. Ik ben voornemens om in overleg met de verschillende
organisaties van zelfstandigen de mogelijkheden van het Bbz 2004 breed
onder de aandacht te brengen. In dat kader verzoek ik u om binnen uw
gemeente eveneens brede bekendheid te geven aan de mogelijkheden van het
Bbz 2004.

Gezien de huidige situatie doe ik een beroep op u om aanvragen van
zelfstandigen met spoed en dienstvaardigheid in behandeling te nemen en
u bij de beoordeling van een bijstandsaanvraag in het kader van het Bbz
2004 in eerste instantie zoveel mogelijk te richten op het lenigen van
de directe financiële problematiek. Hierbij vraag ik nadrukkelijk uw
aandacht voor het belang van tijdige bevoorschotting ten einde te
voorkomen dat de zelfstandige in liquiditeitsproblemen geraakt.
Bevoorschotting van de algemene bijstand dient uiterlijk binnen vier
weken na indiening van de aanvraag plaats te vinden (artikel 14, tweede
lid, Bbz 2004 juncto artikel 52 WWB).

Wellicht ten overvloede wijs ik u erop dat het recht op bijstand niet
alleen bestaat als de zelfstandige in bijstandsbehoeftige omstandigheden
verkeert, maar ook als deze in dergelijke omstandigheden dreigt te
geraken (artikel 11 WWB). 

13.	Wijziging Wet SUWI per 1 januari 2009

Met ingang van 1 januari 2009 is de Wet SUWI (Structuur
Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen) gewijzigd (zie Staatsblad 2008,
600). De belangrijkste elementen van de wetswijziging betreffen de fusie
van UWV en CWI en de introductie van geïntegreerde dienstverlening. 

De fusie van UWV en CWI is zo vormgegeven dat CWI is opgehouden te
bestaan en dat de taken van CWI zijn overgegaan naar UWV. Deze taken
vormen onderdeel van het zogeheten Werkbedrijf (zie hiervoor ook de
Verzamelbrief november 2008). 

Geïntegreerde dienstverlening is onderdeel van het als gevolg van de
wetswijziging aangescherpte samenwerkingsconcept in de keten werk en
inkomen. Het wordt van belang geacht dat UWV en gemeenten hun
dienstverlening niet alleen op elkaar afstemmen, maar deze samen
organiseren, zodat er één samenhangend – geïntegreerd – pakket
van dienstverlening wordt geboden, zowel richting werkzoekenden als naar
werkgevers toe. De klant staat centraal met als doel een snelle en
effectieve bemiddeling en re-integratie. Van groot belang hierbij is dat
de werkzoekende op basis van een goede diagnose op het juiste moment en
gegeven de in de situatie van betrokkene van toepassing zijnde
materiewetten op activering gerichte dienstverlening op maat krijgt
aangeboden.

Eén aanspreekpunt behoort tot de elementen die onlosmakelijk met het
beoogde dienstverleningsconcept zijn verbonden. De hiermee samenhangende
bundeling van activiteiten in de ‘front office’ heeft in elk geval
betrekking op de diagnose aan de kop van het proces, de intake voor de
Werkloosheidswet, de Toeslagenwet, de Wet werk en bijstand en de Wet
inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze
werknemers, alsmede op de bemiddeling en (opdrachtgeverschap)
re-integratie voor de klanten van UWV en gemeenten. Gefaseerd zal ook de
dienstverlening aan mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering van
UWV via deze lijn worden georganiseerd. 

Naast de dienstverlening aan de werkzoekende klant behoort zoals gezegd
ook de werkgeversbenadering volgens het concept van geïntegreerde
dienstverlening te worden vormgegeven. 

De geïntegreerde dienstverlening moet volgens artikel 10 van de
gewijzigde Wet SUWI vorm krijgen op zogeheten ‘Locaties Werk en
Inkomen’. De wettelijke benaming is LWI; in de praktijk heten deze
locaties veelal ‘Werkplein’. De Tweede Kamer heeft mij verzocht te
bevorderen dat er een eenduidige naam komt voor de locaties werk en
inkomen. Ik heb het UWV, het Algemeen Ketenoverleg en de VNG gevraagd
dit streven over te nemen.  

Wettelijk is voorgeschreven dat op het niveau van deze locaties partijen
gezamenlijk invulling geven aan cliëntenparticipatie (waarbij de
bestaande voorschriften betreffende cliëntenparticipatie voor gemeenten
en UWV in stand blijven). 

Een deel van de LWI-locaties heeft bovenlokale/regionale taken. Een
voorbeeld daarvan is de uitvoering van de indicatiestelling Wsw, die een
grotere schaalomvang vereist. 

Het Besluit SUWI en de Regeling SUWI zijn aan bovengenoemde
wetswijziging aangepast. Vindplaats van deze wijzigingen is
respectievelijk Staatsblad 2008, 597 en Staatscourant 2008, 253. 

14. 	Digitaal Klantdossier fase 2 (zie bijlage)

Eind 2008 is de tweede fase van het DKD-programma (Digitaal
Klantdossier) gestart. UWV/Werkbedrijf, gemeenten (vertegenwoordigd door
VNG, Divosa en Coördinatiepunt ICT), SVB en BKWI werken daarin samen om
de resultaten van de eerste fase te verankeren, te verbeteren en uit te
breiden. Dit gebeurt door het ondersteunen van het gebruik van het DKD,
vooral ook op de Werkpleinen, en door het uitbreiden en toevoegen van
gegevens, klantdiensten en functionaliteiten, zoals een
triggermechanisme waarmee voor u relevante signalen automatisch worden
gegenereerd.

Het CP-ICT organiseert in januari, februari en maart twintig
regiobijeenkomsten van een halve dag verspreid door het land, waarin het
doel is om, via discussie met vakgenoten en informatie-uitwisseling,
dieper in te gaan op de vraag hoe geïntegreerde dienstverlening kan
worden vormgegeven. 

Ook de mogelijkheden die het DKD daarbij biedt, om dienstverlening
klantvriendelijker en efficiënter in te richten, om niet-gebruik tegen
te gaan, op het terrein van handhaving, de samenhang met andere
beleidsterreinen en bij de ondersteuning van ketensamenwerking, komen
daar aan bod.

U kunt zich opgeven voor deze bijeenkomsten via de speciale site  
HYPERLINK "http://www.degemeentekrijgtantwoord.nl" 
www.degemeentekrijgtantwoord.nl .

Indien u als gemeente mee wilt denken en werken (bijvoorbeeld als pilot,
of bij een onderzoek) in het kader van het DKD-programma, kunt u zich
hiervoor aanmelden bij het CP-ICT, 

via   HYPERLINK "mailto:cp-ict@divosa.nl"  cp-ict@divosa.nl  of
030-2332337. Datzelfde e-mailadres of telefoonnummer kunt u ook
gebruiken voor andere vragen over DKD of ICT voor Werkpleinen.

In bijlage 14 vindt u uitgebreide informatie over de ICT voor
Werkpleinen in 2009.

15.	Wet stimulering arbeidsparticipatie (STAP) (zie bijlage)

Gemeenten willen ook het minst kansrijke deel van hun
bijstandsgerechtigden perspectief bieden. Uit gesprekken met gemeenten
blijkt dat gemeenten onvoldoende houvast hebben om deze mensen optimaal
te kunnen helpen. Gemeenten zijn terughoudend om uitkeringsgerechtigden
een langere periode te laten werken met behoud van uitkering omdat zij
huiverig zijn voor het risico van een arbeidsovereenkomst. In de per 18
juli 2008 in werking getreden artikelen 10a van de WWB, 38 van IOAW en
38 van de IOAZ worden de kaders van de zgn. participatieplaatsen (werken
met behoud van uitkering) beschreven waaraan moet worden voldaan wil er
geen sprake zijn van een arbeidsovereenkomst. Deze kaders hebben onder
meer betrekking op de duur van de activiteiten en het begrip
additionaliteit. Het is aan de gemeente om invulling te geven aan de
participatieplaatsen. 

Op 1 januari 2009 is de Wet stimulering arbeidsparticipatie (STAP) in
werking getreden (Stb. 2008, 590 en 591). In deze wet wordt een aantal
wijzigingen op de participatieplaatsen geregeld. Wijzigingen die ervoor
moeten zorgen dat uitkeringsgerechtigden nog beter worden toegerust voor
de arbeidsmarkt en die regelen dat het UWV voor zijn
uitkeringsgerechtigden ook over de participatieplaatsen kan beschikken. 

In bijlage 15 wordt beschreven welke wijzigingen STAP inhoudt m.b.t. de
participatieplaatsen en de loonkostensubsidie UWV. 

Zie voor meer informatie ook   HYPERLINK
"http://www.gemeenteloket.szw.nl"  http://www.gemeenteloket.szw.nl 

 

16.	Wet premiekorting oudere werknemers: 50 jaar of ouder en een
uitkering?

In de Verzamelbrief van november 2008 bent u geïnformeerd over het
wetsvoorstel dat werkgevers de mogelijkheid biedt om premiekorting toe
te passen als ze oudere uitkeringsgerechtigden in dienst nemen. Dit
wetsvoorstel is per 1 januari 2009 in werking getreden.

Deze wet is interessant voor personen van 50 jaar en ouder die een
uitkering genieten van de gemeente. Dit kan een uitkering zijn op grond
van de Wet werk en bijstand, de Wet werk en inkomen kunstenaars, de Wet
inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze
werknemers, of de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

Een werkgever kan voortaan gedurende drie jaar een premiekorting van €
6.500 per jaar toepassen bij het in dienst nemen van
uitkeringsgerechtigden van 50 jaar en ouder. Hierdoor zullen oudere
uitkeringsgerechtigden sneller in dienst worden genomen. 

Werkgevers moeten voor controle door de Belastingdienst een verklaring
in hun loonadministratie opnemen van de uitkeringsinstantie waaruit
blijkt dat de werknemer onmiddellijk voorafgaand aan de dienstbetrekking
recht had op uitkering. Hiervoor is een model ontwikkeld door de VNG met
de Belastingdienst. De VNG heeft dat model voor de gemeenten op haar
website geplaatst (   HYPERLINK
"http://www.vng.nl/eCache/DEF/84/078.html" 
http://www.vng.nl/eCache/DEF/84/078.html  ).

Met deze wet sluit de regering aan op de aanbevelingen van de Commissie
Arbeidsparticipatie over de bevordering van de arbeidsparticipatie van
ouderen. De premiekorting komt in de plaats van de voordien bestaande
premievrijstelling voor oudere werknemers. De premievrijstelling voor
werknemers die al in dienst zijn bij werkgevers en 55,5 jaar of ouder
zijn op 1 januari 2009 wordt geleidelijk afgebouwd.

De werkgever kan bij het in dienst houden van werknemers van 62 jaar en
ouder ook premiekorting toepassen. Deze premiekorting bedraagt € 2.750
met ingang van 2009 en € 6.500 met ingang van 2013. Hierdoor zullen
werkgevers meer geneigd zijn 62-plussers in dienst te houden waardoor
vervroegde uittreding wordt beperkt.

17.	Extra aanvraagtijdvak ESF actie A in maart 2009

In de maand maart 2009 wordt een extra aanvraagtijdvak ESF voor actie A,
de additionele toerusting van personen met een achterstand op of tot de
arbeidsmarkt, opengesteld.

Voor het aanvraagtijdvak maart 2009 is in totaal een bedrag beschikbaar
van € 90 miljoen. Om de benutting van de beschikbare middelen te
vergroten zijn de kring van aanvragers en de doelgroepen uitgebreid.

 

Naast UWV en gemeenten worden ook Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen
(O&O-fondsen) als aanvrager onder actie A toegelaten.  Voor de
O&O-fondsen geldt wel dat zij samen moeten werken met gemeenten en UWV.

 

Actie A kende de doelgroepen ouderen (55+) en gedeeltelijk
arbeidsgeschikten in de Wwb en de niet-uitkeringsgerechtigden. Daaraan
zijn nu toegevoegd de ouderen (55+) en gedeeltelijk arbeidsgeschikten
met een UWV uitkering. Aanvullend is de definitie van
niet-uitkeringsgerechtigden aangepast, deze doelgroep wordt nu aangeduid
met de term niet-uitkeringsontvangers. 

 

Van 2 maart 2009 om 09:00 uur tot en met 31 maart 2009 om 17:00 uur
kunnen gemeenten, UWV en O&O fondsen aanvragen voor ESF actie A
indienen.

Uit de cijfers van de afgelopen drie tijdvakken blijkt er een stijgende
tendens in de aanvragen ESF Actie A te zijn. Er blijft echter nog veel
geld onbenut en dat is heel jammer. U kunt bij het Agentschap SZW
terecht voor advies en begeleiding inzake de aanvraag en het project
zelf. Pak die kans en doe een aanvraag!

Voor meer informatie kunt u terecht op   HYPERLINK
"http://www.agentschapszw.nl/"  www.agentschapszw.nl .

18.	Beslagvrije voet bij verrekening en beslaglegging - Rekentool

Op 11 maart 2008 heeft mijn ambtsvoorganger tijdens het in ontvangst
nemen van het rapport ‘Mensen met schulden in de knel’ van de
Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden (LOSR), toegezegd het punt
van de beslagvrije voet bij verrekening en beslaglegging nog eens bij u
onder de aandacht te brengen. 

Uit de bevindingen van de steekproef die de LOSR heeft uitgevoerd onder
gemeenten blijkt dat sociale diensten problemen hebben met het correct
toepassen van de beslagvrije voet. SZW wil de sociale diensten graag
behulpzaam zijn bij het opvolgen van de wettelijke voorschriften op dit
punt. Temeer daar het hier gaat om een kwetsbare groep. Door onjuiste
berekening van de beslagvrije voet houden uitkeringsgerechtigden een te
laag besteedbaar inkomen over. Uit de steekproef van de LOSR is gebleken
dat er in voorkomende gevallen op jaarbasis tot € 500,- teveel
verrekend wordt. Armoedebestrijding staat hoog op de agenda. Een
onjuiste berekening van de beslagvrije voet kan afbreuk doen aan uw
gemeentelijk armoedebeleid. 

Om u te ondersteunen in het correct berekenen van de beslagvrije voet
heb ik in samenwerking met Stimulansz en de LOSR een rekentool hiervoor
ontwikkeld. Deze rekentool wordt met ingang van 1 februari 2009 gratis
aan u beschikbaar gesteld.

De rekentool is te vinden op   HYPERLINK "http://wwb-beslagvrijevoet.nl"
 http://wwb-beslagvrijevoet.nl . Met deze rekentool kunt u binnen enkele
minuten de beslagvrije voet en daarmee de incassoruimte voor
bijstandsgerechtigden berekenen. 

De rekenhulp hanteert de systematiek zoals die in de wet is vastgelegd.
De ‘kale’ beslagvrije voet van 90% wordt verhoogd met de woonkosten
en de premie zorgverzekeringen conform artikel 475d van het Wetboek van
Burgerlijke Rechtsvordering. Deze werkwijze impliceert dat u bij de
uitkeringsgerechtigden de hoogte van de (reken)huur en de premie
ziektekosten-verzekering (incl. aanvullende verzekeringen) uitvraagt,
voordat u beslag legt of gaat verrekenen. De hoogte van de huurtoeslag
en de zorgtoeslag kunnen door de rekentool automatisch worden berekend.
Ik adviseer u deze rekenhulp ter beschikking te stellen aan uw
medewerkers.

Daarnaast roep ik u op om de bestaande beslagleggingen en verrekeningen
tegen het licht te houden en te actualiseren. Mogelijk wordt er teveel
ingehouden, waardoor mensen verder in de knel komen. Periodiek (per 1
januari en 1 juli) dient de beslaglegging of verrekening aangepast te
worden aan de indexering van de bijstandsnorm, huur, huurtoeslag,
zorgtoeslag en premie ziektekostenverzekering. Ook daarvoor kunt u de
rekentool gebruiken.

19. 	Aansluiting gemeenten op webloket Regelhulp (zie bijlage)

Op   HYPERLINK "../../office/www.regelhulp.nl "  www.regelhulp.nl 
vinden chronisch zieken, gehandicapten en ouderen informatie over
belangrijke voorzieningen in de zorg en sociale zekerheid. Bovendien
kunnen zij via dit webloket met één formulier meerdere voorzieningen
tegelijk aanvragen bij de uitvoeringsorganisaties CIZ, UWV en
UWV/WERKbedrijf.

Door aansluiting op Regelhulp kunt u als gemeente extra service verlenen
aan uw inwoners. Dankzij Regelhulp kunnen zij gemakkelijk in één keer
landelijke én lokale (Wmo) voorzieningen aanvragen. Dit geldt ook voor
de Wmo-voorzieningen van uw gemeente. 

Daarnaast geeft Regelhulp invulling aan de taak van gemeenten om
aanspreekpunt te zijn voor alle geledingen van de overheid. 

In bijlage 19 vindt u meer informatie over Regelhulp en de aansluiting
van gemeenten.

20.	SZW-dagen 2009

Onder de noemer ‘Meedoen door Maatwerk’ organiseert het Ministerie
van SZW samen met VNG, Divosa en het WERKbedrijf  de SZW- dagen 2009. De
dagen vinden plaats op 11 februari in Rotterdam (Engels), 18 februari in
Zwolle (Buitensociëteit) en 11 maart in Eindhoven (Dorint Sofitel
Cocagne). Met deze dagen wil ik u in de gelegenheid stellen om de handen
inéén te slaan en van elkaar te leren. Als we de grote afstand van
mensen tot de arbeidsmarkt willen verkleinen, zijn we immers van elkaar
afhankelijk. Vooral in deze economisch moeilijke tijden is het van
belang om samen te werken en doeltreffende acties uit te zetten om
iedereen de kans te geven mee te (blijven) doen in onze samenleving.
Daarom stel ik uw komst tijdens de dagen zo op prijs! Er is een
gevarieerd programma van praktische, interactieve workshops. Ook
organiseren we een uitgebreide informatiemarkt waar u veel bruikbare
informatie kunt vergaren. Ik ontmoet u graag op de SZW-dagen 2009!

De SZW-dagen zijn bedoeld voor alle wethouders en medewerkers van
gemeenten en het WERKbedrijf die betrokken zijn bij de uitvoering van
het beleid van het Ministerie van SZW op het terrein van werk, inkomen
en scholing. Ga naar   HYPERLINK "http://www.szw-dagen.nl" 
www.szw-dagen.nl  om u aan te melden en voor meer informatie over de
SZW-dagen 2009. 

21.	Algemeen Overleg Handhaving 5 febr. 2009 

Op de valreep wil ik u graag informeren over het Algemeen Overleg van 5
februari jl. met de Tweede Kamer over diverse handhavingsonderwerpen op
het SZW-terrein. Op de agenda stonden onder andere een brief over de
analyse van bijstandsfraudevorderingen i.v.m. verwijtbaar handelen, het
rapport "Doorgroeien. Onderzoek naar borging en verankering van
handhaven in de WWB" en het onderzoek Vreemdelingen en bijstand/WW van
de IND en het IWI.

Alle partijen hebben hun kanttekeningen gezet bij het onderzoek
Vreemdelingen en bijstand/WW. De Minister heeft toegezegd om de
problematiek ‘bijstand en verblijfsvergunning’, zoals het naleven
van de meldingsplicht van gemeenten, uit dit onderzoek te betrekken bij
een verkenning naar de toegang tot en het beroep van migranten op het
sociale stelsel.

De Tweede Kamer was verder kritisch over de vraag of gemeenten voldoende
en concrete resultaten boeken met middelen voor Hoogwaardig Handhaven.
Ik heb geantwoord dat dit de eigen verantwoordelijkheid van gemeenten is
en dat resultaten en effecten ook zullen worden gemeten in 2009 en 2010.

Voor wat betreft het terugvorderingsbeleid van gemeenten heb ik
toegezegd de Tweede Kamer te zullen informeren over de resultaten van
een nog te plannen gesprek met de VNG over invorderingstermijnen en de
hoogte van terugvorderingsbedragen. 

Ik wil gemeenten oproepen om optimaal gebruik te maken van de
mogelijkheden tot terugvorderen van ten onrechte uitgekeerde
bijstandsuitkeringen, ook als het om kleinere bedragen gaat. Het signaal
moet duidelijk zijn, fraude loont niet. 

~~~~~~~~~~~~~~

Wilt u de Verzamelbrief in het vervolg digitaal ontvangen, stuur dan
een e-mail met uw naam, gemeente, functie en e-mailadres naar
Verzamelbrief@minszw.nl.

Voor vragen met betrekking tot de inhoud van de Verzamelbrief kunt u een
e-mail sturen naar   HYPERLINK "mailto:gemeenteloket@minszw.nl" 
gemeenteloket@minszw.nl .

De reeds verschenen Verzamelbrieven zijn ook te vinden op het
Gemeenteloket,   HYPERLINK "http://www.gemeenteloket.szw.nl" 
http://www.gemeenteloket.szw.nl 

Met vriendelijke groet,



De Staatssecretaris van Sociale Zaken

en Werkgelegenheid,

(J. Klijnsma)  IF   DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT    = "" "" "

"     IF   DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT    = "" ""   DOCPROPERTY
 kBijlagen \* MERGEFORMAT  Bijlagen(n):      IF   DOCPROPERTY iBijlagen
\* MERGEFORMAT    = "" "" "

"     DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT     IF   DOCPROPERTY iCC \*
MERGEFORMAT    = "" ""   IF   DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT 
iBijlagen  = "" "

" "

"  

 "

"     IF   DOCPROPERTY iCC \* MERGEFORMAT    = "" ""   DOCPROPERTY  kCC 
\* MERGEFORMAT  c.c.:      IF   DOCPROPERTY iCC \* MERGEFORMAT    = ""
"" "

"     DOCPROPERTY iCC  \* MERGEFORMAT     IF   DOCPROPERTY iBijlagen \*
MERGEFORMAT    = "" "" "

"     IF   DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT    = "" ""   DOCPROPERTY
 kBijlagen \* MERGEFORMAT  Bijlagen(n):      IF   DOCPROPERTY iBijlagen
\* MERGEFORMAT    = "" "" "

"     DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT     IF   DOCPROPERTY iCC \*
MERGEFORMAT    = "" ""   IF   DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT 
iBijlagen  = "" "

" "

"  

 "

"     IF   DOCPROPERTY iCC \* MERGEFORMAT    = "" ""   DOCPROPERTY  kCC 
\* MERGEFORMAT  c.c.:      IF   DOCPROPERTY iCC \* MERGEFORMAT    = ""
"" "

"     DOCPROPERTY iCC  \* MERGEFORMAT     IF   DOCPROPERTY iBijlagen \*
MERGEFORMAT    = "" "" "

"     IF   DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT    = "" ""   DOCPROPERTY
 kBijlagen \* MERGEFORMAT  Bijlagen(n):      IF   DOCPROPERTY iBijlagen
\* MERGEFORMAT    = "" "" "

"     DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT     IF   DOCPROPERTY iCC \*
MERGEFORMAT    = "" ""   IF   DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT 
iBijlagen  = "" "

" "

"  

 "

"     IF   DOCPROPERTY iCC \* MERGEFORMAT    = "" ""   DOCPROPERTY  kCC 
\* MERGEFORMAT  c.c.:      IF   DOCPROPERTY iCC \* MERGEFORMAT    = ""
"" "

"     DOCPROPERTY iCC  \* MERGEFORMAT     IF   DOCPROPERTY iBijlagen \*
MERGEFORMAT    = "" "" "

"     IF   DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT    = "" ""   DOCPROPERTY
 kBijlagen \* MERGEFORMAT  Bijlagen(n):      IF   DOCPROPERTY iBijlagen
\* MERGEFORMAT    = "" "" "

"     DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT     IF   DOCPROPERTY iCC \*
MERGEFORMAT    = "" ""   IF   DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT 
iBijlagen  = "" "

" "

"  

 "

"     IF   DOCPROPERTY iCC \* MERGEFORMAT    = "" ""   DOCPROPERTY  kCC 
\* MERGEFORMAT  c.c.:      IF   DOCPROPERTY iCC \* MERGEFORMAT    = ""
"" "

"     DOCPROPERTY iCC  \* MERGEFORMAT   



Bijlagen

Verzamelbrief februari 2009

Het nummer van de bijlage verwijst naar het bijbehorende item in de
Verzamelbrief.

Bijlage 5	Toelichting op de Wtcg

Bijlage 7	Schatting belastbaar inkomen bijstandsgerechtigden voor 2009

 

Bijlage 14	Digitaal Klantdossier fase 2 – ICT voor Werkpleinen

Bijlage 15	STAP, participatieplaatsen en loonkostensubsidie UWV

Bijlage 19	Aansluiting gemeenten op webloket Regelhulp

Bijlage 5	Toelichting op de Wtcg

De Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) bestaat
uit verschillende onderdelen. Deze worden hieronder nader toegelicht.

1	Een algemene tegemoetkoming

Veel chronisch zieken en gehandicapten krijgen voortaan één keer per
jaar automatisch een algemene tegemoetkoming. Deze varieert van 150 tot
500 euro. 

Wie hiervoor in aanmerking komt, krijgt automatisch bericht van het
Centraal Administratie Kantoor (CAK). Criteria zijn:

- het gebruik van bepaalde hulpmiddelen

- intensief gebruik van bepaalde medicijnen 

- behandeling door het ziekenhuis voor bepaalde aandoeningen 

- fysio- of oefentherapie voor bepaalde aandoeningen 

- revalidatiezorg in revalidatiecentra

- een indicatie voor langdurige AWBZ-zorg 

- langdurig huishoudelijke hulp in natura via de Wmo

2	Korting op de eigen bijdrage

Er komt een korting op de eigen bijdrage Zorg met Verblijf en Zorg
zonder Verblijf/Wmo hulp bij het huishouden ter compensatie van het feit
dat deze eigen bijdragen niet langer fiscaal aftrekbaar zijn. Voor
mensen die in een instelling wonen geldt dat zij acht procent korting
krijgen als ze 65 jaar of ouder zijn en zestien procent als zij (of hun
partner) nog geen 65 zijn. Voor AWBZ-zorg thuis geldt een korting van 33
procent, evenals voor huishoudelijke hulp vanuit de Wmo. 

3	Aftrek specifieke zorgkosten

In plaats van de buitengewone uitgaven komt de regeling specifieke
zorgkosten. Daarbij gaat het om uitgaven voor voorgeschreven medicijnen
en geneeskundige hulp, extra gezinshulp, extra kleding en beddengoed,
een dieet op medisch voorschrift, hulpmiddelen (zoals steunzolen of een
kunstgebit), ziekenbezoek en vervoer. Deze uitgaven blijven dus
aftrekbaar.

Niet meer aftrekbaar zijn de eigen bijdragen AWBZ/Wmo, de premie voor de
aanvullende verzekering, uitgaven voor begrafenis, crematie of adoptie,
uitgaven voor brilmonturen, glazen, lenzen en ooglaserbehandelingen. Ook
is er geen aftrek meer mogelijk voor ouderdom, arbeidsongeschiktheid
en/of chronische ziekte en de huisapotheek. Aandachtspunt is dat het
inperken van de fiscale aftrekmogelijkheden er toe kan leiden dat het
verzamelinkomen hoger uitvalt, waardoor het recht op
inkomensafhankelijke regelingen (waaronder huurtoeslag, zorgtoeslag,
kindgebonden budget) kleiner wordt.

4	Compensatie arbeidsongeschikten en ouderen

Arbeidsongeschikten met een arbeidsongeschiktheidsuitkering van het
UWV en die ten minste 35% arbeidsongeschikt zijn krijgen een jaarlijkse
tegemoetkoming van 350 euro. Deze bijdrage staat los van de algemene
tegemoetkoming. Verder krijgen ouderen compensatie voor het vervallen
van de aftrek voor ouderdom door een hogere toeslag op hun AOW (de zgn.
AOW tegemoetkoming).

Bijlage 7	Schatting belastbaar inkomen bijstandsgerechtigden voor
2009*) 

Voorlopige teruggaaf 

Loon uit vroegere arbeid (gebaseerd op de bijstandsnormen van januari
2009 op jaarbasis): 

Personen van 65 jaar en ouder

gehuwd, per partner 					€  8.694

alleenstaande ouder					€ 16.092

alleenstaande 						€ 12.690

Personen van 21 tot 65 jaar 

gehuwd, per partner 					€   9.486 

alleenstaande ouder 

- zonder toeslag					€ 13.116 

- met toeslag 						€ 18.247 

alleenstaande 

- zonder toeslag 					€   9.486 

- met toeslag 						€ 14.618 

Personen jonger dan 21 jaar zonder kinderen 

gehuwden, beide partners < 21 jr; per partner 	€ 2.845**) 

gehuwden, één partner < 21 jr; per partner 		€ 5.540**) 

alleenstaande 18, 19 of 20 jaar 			€ 2.845**) 

Personen jonger dan 21 jaar met kinderen 

gehuwden, beide partners < 21 jr; per partner 	€ 4.492**) 

gehuwden, één partner < 21 jr; per partner 		€ 7.854 

alleenstaande ouder 					€ 6.221***) 

*) Bij de berekening van de bedragen is uitgegaan van een volledige
bijstandsuitkering. Er is geen rekening gehouden met een eventuele
samenloop met inkomsten uit tegenwoordige arbeid. 

**) Het inkomen is niet toereikend om de algemene heffingskorting
volledig te vergelden. 

***) Het inkomen is niet toereikend om de alleenstaande ouderkorting
volledig te vergelden.

Bijlage 14	Digitaal Klantdossier fase 2 – ICT voor Werkpleinen

Koers ICT voor Werkpleinen 2009 

Overal in Nederland richten UWV/Werkbedrijf en gemeenten Werkpleinen in.
Op deze Werkpleinen wordt geïntegreerde dienstverlening aangeboden
voor werkzoekenden en werkgevers. Voor deze gezamenlijke uitvoering is
goede, gedeelde ICT-ondersteuning en telefonie nodig. ICT kan de
werkcoach helpen om de kortste weg naar werk te vinden, bijv. door
matching van werkzoekenden en vacatures op basis van beroep, opleiding
en competenties. 

UWV/Werkbedrijf, VNG en Divosa maken afspraken over de manier waarop ze
de Werkpleinen in 2009 willen ondersteunen. Dit zal ondermeer binnen het
kader van het DKD-programma gebeuren.

Hoe is de ICT op de Werkpleinen nu geregeld?

De Werkpleinen regelen hun ICT-ondersteuning op dit moment vooral door
bestaande ICT-oplossingen met elkaar te delen. Dit betekent dat diverse
applicaties van de lokale ketenpartners naast elkaar worden gebruikt.
Dit gebeurt vaak op twee verschillende PC’s: één van het Werkbedrijf
en één van de gemeente. Hierdoor moeten gegevens van een klant vaak
meerdere keren worden ingevoerd. Zo is het lastig zicht te houden op de
klant en zijn traject.

Koers 2009

Omdat deze ICT-situatie een belemmering voor integraal werken vormt,
wordt de centrale aanpak die in 2008 is ingezet in 2009 geïntensiveerd
en als volgt versneld:

Werkplein-PC 

Om alle 100 Werkpleinen z.s.m. in staat te stellen hun integrale teams
op gezamenlijke Werkplein-PC's te laten werken, is afgesproken niet
langer twee maar één oplossing aan te bieden. Gekozen is voor de
gemeentelijke PC, met name omdat de CWI applicaties beter als
webapplicatie te ontsluiten zijn. De komende maanden wordt deze
oplossing door CP-ICT en UWV/Werkbedrijf beproefd en verder verbeterd.
Ook worden de implementatieaanpak en -planning verder uitgewerkt.

Services/ applicaties 

De komende drie jaar wordt een ‘palet’ aan services voor Werkpleinen
uitgewerkt voor klantmanagement, vacaturemanagement, matching en
services voor het eenmalig invoeren, delen en raadplegen van
klantinformatie. Het Werkbedrijf zal hiervoor de bestaande services
(Sonar, ABS, Werkmap, werk.nl) omvormen tot services voor Werkpleinen.
De eerste stappen zijn in 2008 gezet met het aanpassen van Sonar en ABS
voor gebruik in een gemeentelijke omgeving. Binnen de tweede fase van
het DKD wordt prioriteit gegeven aan oplossingen voor het elektronisch
overdragen en delen van gegevens.

Ondersteuning op de Werkpleinen

Om de huidige ICT-situatie (dubbel invoeren van gegevens, werken op 2
PC’s, verrekenkwesties e.d.) zo goed mogelijk werkbaar te maken,
worden slimme lokale oplossingen uitgewerkt in concrete handreikingen
voor alle locaties (uitwisselen van ‘tips en trucs’). Ook wordt door
de CP-ICT regiocoaches, samen met de serviceteams van het Werkbedrijf,
directe ondersteuning op locatie geboden.

Wanneer is wat beschikbaar?

De komende paar maanden wordt de koers voor 2009 uitgewerkt in concrete
producten voor de Werkpleinen. Via een online producten-kalender wordt
begin 2009 inzichtelijk gemaakt wanneer wat beschikbaar komt en hoe
(bijv. hoe kan mijn Werkplein gezamenlijke Werkplein-PC’s aanvragen?).
Ook wordt dan bekend welke concrete ondersteuning Werkpleinen op locatie
kunnen krijgen. 

De informatie wordt via   HYPERLINK "http://www.samenvoordeklant.nl" 
www.samenvoordeklant.nl  en eigen sites van de betrokken organisaties
onder de aandacht gebracht.

Bijlage 15	STAP, participatieplaatsen en loonkostensubsidie UWV

Participatieplaatsen

Participatieplaatsen zijn tijdelijke, onbeloonde en additionele
werkzaamheden die met behoud van uitkering kunnen worden verricht door
uitkeringsgerechtigden die vooralsnog niet bemiddelbaar zijn op de
arbeidsmarkt. 

Er moet sprake zijn van re-integratie. De toenadering tot de
arbeidsmarkt staat voorop; de uitkeringsgerechtigde moet baat hebben bij
het opdoen van werkervaring of tijd nodig hebben om te wennen aan
werkgerelateerde aspecten, zoals regelmaat.

Het moet gaan om een additionele functie. Dat wil zeggen een speciaal
gecreëerde functie of een al bestaande functie die een
uitkeringsgerechtigde alleen met speciale begeleiding kan verrichten. 

Wijzigingen Wet stimulering arbeidsparticipatie (STAP) m.b.t.
participatieplaatsen

Het is bekend dat mensen met een startkwalificatie een veel betere
positie hebben en houden op de arbeidsmarkt. Daarom krijgen
uitkeringsgerechtigden zonder startkwalificatie na zes maanden op een
participatieplaats scholing of opleiding aangeboden, tenzij dit naar het
oordeel van B&W niet bijdraagt aan de arbeidsmarktkansen. Het is aan de
gemeente om invulling te geven aan de scholing of opleiding. De
gemeenteraad stelt het kader in een verordening vast. Het is aan het
oordeel van gemeenten of de scholing bijdraagt aan de arbeidsmarktkansen
en gemeenten mogen zelf bepalen welke scholing zij aanbieden.

Ook is het belangrijk dat de uitkeringsgerechtigde er financieel op
vooruit gaat als een langer durende inspanning wordt gevraagd. Daarom is
geregeld dat uitkeringsgerechtigden na zes maanden op een
participatieplaats en vervolgens iedere zes maanden recht hebben op een
premie, tenzij de belanghebbende onvoldoende meewerkt aan de
arbeidsinschakeling. Met de Wet STAP is het mogelijk gemaakt om de
premie tweemaal per jaar te verstrekken. Dit geldt overigens voor de
premie in het algemeen, dus ook voor de premie die buiten de situatie
van een participatieplaats wordt verstrekt. De gemeenteraad legt de
regels omtrent de premie vast in een verordening. Tijdens de behandeling
in de TK is een amendement aangenomen dat regelt dat die regels in ieder
geval zien op de hoogte van de premie die bij de participatieplaats
wordt toegekend, in relatie tot de armoedeval.

U heeft tot 1 april de tijd om deze verordeningen op te stellen of uw
re-integratieverordening aan te passen aan deze wijzigingen.

Het is niet de bedoeling dat uitkeringsgerechtigden onnodig lang op een
participatieplaats zitten, zodra een ander traject of regulier werk meer
geschikt is moet dat ook worden ingezet. Daarom zijn de regels voor
verlenging na twee jaar aangescherpt. Verlenging na twee jaar mag alleen
als daardoor de kans op inschakeling in het arbeidsproces van betrokkene
aanmerkelijk verbetert.

Ook UWV-cliënten kunnen een dusdanig grote afstand tot de arbeidsmarkt
hebben, dat de inzet van een participatieplaats nodig is. Ook staat in
de LWI de integrale ondersteuning van de klant voorop en het is
belangrijk dat gemeenten en UWV zoveel mogelijk over hetzelfde
instrumentarium beschikken. Daarom is met deze wijzigingen geregeld dat
ook UWV de participatieplaats in kan zetten voor zijn
uitkeringsgerechtigden. 

Hoe gaat dit laatste in zijn werk? Het UWV is verantwoordelijk voor de
re-integratie van zijn cliënten. Het UWV indiceert
uitkeringsgerechtigden voor een participatieplaats en kan deze voor de
uitvoering aan gemeenten overdragen. Over deze overdracht maken het UWV
en gemeenten op lokaal niveau praktische afspraken. Na afloop van de
participatieplaats wordt de cliënt weer naar het UWV teruggeleid en
beziet het UWV welke vervolgstappen in het re-integratietraject van
betrokken cliënt noodzakelijk zijn op weg naar werk. Het UWV blijft
immers verantwoordelijk voor de re-integratie. Aan de
uitkeringsgerechtigde wordt steeds duidelijk gemaakt dat het UWV
verantwoordelijk is voor de re-integratie en dat de betrokken gemeente
verantwoordelijk is voor de uitvoering van de participatieplaats. Zie
voor meer informatie ook   HYPERLINK "http://www.gemeenteloket.szw.nl" 
http://www.gemeenteloket.szw.nl  

Loonkostensubsidie UWV

De Wet STAP regelt voorts dat werkgevers die langdurig werklozen of
arbeidsongeschikten, of herbeoordeelden in dienst nemen een beroep
kunnen doen op het tijdelijke instrument loonkostensubsidie van het UWV.
Deze loonkostensubsidie bedraagt maximaal 50% van het WML gedurende 1
jaar (ca. € 8.000,-). 

Voor gemeenten is het van belang te weten dat deze mogelijkheid bestaat.
Het instrument vergroot de mogelijkheden van UWV voor het bieden van
maatwerk en versterkt de samenwerking met gemeenten in de LWI’s, omdat
gemeenten al over de mogelijkheid van loonkostensubsidie beschikken.
Doel is dat het instrument door UWV en gemeenten selectief en
vraaggericht wordt ingezet voor cliënten met een grote afstand tot de
arbeidsmarkt. Voorts is van belang dat personen die herbeoordeeld zijn
voor de WAO, WAZ en Wajong en daarna geen uitkering van het UWV en ook
geen WWB-uitkering ontvangen ook voor een loonkostensubsidie van het UWV
in aanmerking kunnen komen.

Doel is dat loonkostensubsidies die door het UWV worden verstrekt in ten
minste 50% van de gevallen ertoe zullen leiden dat betrokkene na de
subsidie aan het werk blijft in regulier werk.

Het UWV kan de tijdelijke loonkostensubsidie alleen toepassen bij het in
dienst nemen van uitkeringsgerechtigden jonger dan 50 jaar, omdat de
werkgever voor ouderen al de nieuwe premiekorting ouderen mag gaan
toepassen (zie ook onderdeel premiekorting ouderen in deze
Verzamelbrief). De leeftijdsgrens van 50 jaar geldt niet voor personen
die herbeoordeeld zijn voor de WAO, WAZ en Wajong. 

Bijlage 19	Aansluiting gemeenten op webloket Regelhulp

Wmo-voorzieningen

U kunt uw inwoners de mogelijkheid bieden om via Regelhulp ook
Wmo-voorzieningen van uw gemeente aan te vragen door bij Regelhulp aan
te sluiten. Alle gemeenten worden hiervoor benaderd door Stimulansz, de
organisatie die de aansluitingen voor de gemeenten regelt.

Aangesloten zijn inmiddels Eindhoven, Rotterdam, Veldhoven,
Valkenswaard, Baarle-Nassau, Cranendonck, Stein, Valkenburg, Waalre,
Woudenberg, Sint-Oedenrode en Geldrop-Mierlo.

Aan de implementatie van Regelhulp werken op dit moment Leiden,
Alphen-Chaam, Bunnik, Etten-Leur, Gilze en Rijen, Heerhugowaard, Opmeer,
Ridderkerk, Uden, Wijchen en Ede.

De website   HYPERLINK ../../office/www.implementatieregelhulp.nl 
www.implementatieregelhulp.nl  biedt meer informatie en ondersteuning
bij de aansluiting op Regelhulp. Hier kunt u kosteloos een reeks
communicatiemiddelen downloaden of bestellen, die u kunt inzetten bij de
communicatie over Regelhulp naar uw inwoners en/of intermediaire kaders.
Ook is hier de laatste stand van zaken van aangesloten gemeenten te
vinden.

Waarom aansluiten op Regelhulp?

Meedoen met Regelhulp is extra service aan uw inwoners. Dankzij
Regelhulp kunnen zij gemakkelijk in één keer landelijke én lokale
voorzieningen aanvragen. Een centrale redactie actualiseert de
landelijke informatie over zorg en sociale zekerheid. Daar heeft u geen
omkijken naar. U voegt alleen uw specifieke lokale beleid toe, of u
verwijst daarvoor naar uw eigen lokale website. Ook de formulieren
worden centraal beheerd. Bijvoorbeeld bij de overheveling van
voorzieningen uit de AWBZ naar de Wmo begin 2009. U kunt er van op aan
dat wijzigingen op tijd en goed doorgevoerd worden op de site en in de
formulieren.

Regelhulp geeft daarnaast invulling aan de taak van gemeenten om
aanspreekpunt te zijn voor alle geledingen van de overheid. Regelhulp
staat naast de initiatieven die uw gemeente al heeft ontplooid. Het
vervangt uw Wmo-loket niet, maar is een extra kanaal waarmee u uw
inwoners helpt om geschikte voorzieningen te vinden. U bepaalt zelf of u
Wmo-voorzieningen direct aanvraagbaar maakt of dat u eerst een
aanmelding wilt ontvangen voor een gesprek om de gehele situatie van een
cliënt in kaart te brengen.

Regelhulp werkt hard aan doorontwikkeling, samen met de aangesloten en
geïnteresseerde gemeenten. Zo is in december vorig jaar een nieuwe
versie van Regelhulp gelanceerd, waarin u als gemeente zelf bepaalt of u
uw voorzieningen aanvraagbaar maakt of dat u eerst een aanmelding voor
een gesprek wilt ontvangen (compensatiebeginsel Wmo). Ook kunnen
cliënten die dat willen, de aanvraag nu ondertekenen met DigiD en als
gemeente kunt u koppelingen maken naar de adressen van één van de drie
grote sociale kaarten van MEE, de GGD's en de bibliotheken. Zo weet de
cliënt direct waar hij in zijn eigen gemeente kan aankloppen.

Tenslotte is Regelhulp één van de zes voorbeeldprojecten van het
Nationaal  Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-Overheid (NUP) van
het ministerie van Binnenlandse Zaken. Deze projecten op het gebied van
E-overheid zijn geprioriteerd voor  gemeenten. Het projectteam van
Regelhulp werkt samen met EGEM i-teams. Zie ook
www.egem-iteams.nl/weblog-dag-van-de-verbinding.  

Programma Stroomlijning Indicatieprocessen

Regelhulp is onderdeel van het programma Stroomlijning
Indicatieprocessen in Zorg en Sociale Zekerheid (STIP), een initiatief
van de ministeries van VWS en SZW. In het programma werken zij samen
met UWV, UWV/WERKbedrijf, het CIZ en gemeenten. Doel van het programma
is de aanvraag van voorzieningen en uitkeringen voor zorg en sociale
zekerheid te vereenvoudigen. Zie ook   HYPERLINK
../../office/www.programmastip.nl  www.programmastip.nl .

 Stb. 284 en 285, wijziging van de artikelen 10a van de WWB, artikel 38
van IOAW en de IOAZ. 

 Zie ook Verzamelbrief sept/okt 2008. 

 Het gaat hier om de premie zoals bedoeld in artikel 31, tweede lid,
onderdeel j van de WWB, artikel 38, zesde lid van de IOAW en artikel 38,
zesde lid van de IOAZ. 

  DOCPROPERTY  kOnsKenmerk  \* MERGEFORMAT  Ons kenmerk 	RUA/RB/2009/684



 PAGE   21 

  DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT   

 PAGE   27