[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Spies, Blanksma-van den Heuvel en Hijum over het artikel Explosieve toename gebruik pandhuizen

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2009D06119, datum: 2009-02-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z00413:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van de leden
Spies, Blanksma-van den Heuvel en Hijum (allen CDA) over het artikel
“Explosieve toename gebruik pandhuizen”.

Hoogachtend,

de minister van Financiën,

Wouter Bos

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de kamervragen van de leden
Spies, Blanksma-van den Heuvel en Van Hijum (allen CDA) van 14 januari
2009 aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over
het artikel ‘Explosieve toename gebruik pandhuizen’, kenmerk
2009Z00413 / 2080907070. Omdat de Pandhuiswet 1910 tot mijn
beleidsverantwoordelijkheid behoort zijn de vragen ter beantwoording aan
mij overgedragen. 

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel ‘Explosieve toename gebruik
pandhuizen’, dat stelt dat steeds meer Nederlanders de weg weten te
vinden naar pandjesbazen en dat deze pandhuizen daarnaast steeds
duurdere goederen krijgen aangeboden?

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Kunt u uiteenzetten hoeveel mensen goederen in onderpand geven? Is hier
sprake van een daadwerkelijke groei van het aantal mensen dat gebruik
maakt van pandhuizen?

Antwoord

Precieze gegevens hierover zijn niet bekend. Dit hangt onder meer samen
met het feit dat de markt voor pandkrediet niet gereguleerd is. Onder
pandkrediet versta ik overigens ook de verkoop van goederen door de
consument aan een bedrijf waarbij de consument een recht op terugkoop
krijgt. De Pandhuiswet 1910 bevat weliswaar regels voor deze vormen van
dienstverlening, maar de wet is sterk verouderd en in feite een dode
letter. 

Contacten uit de markt van pandkrediet en hulpverleningsinstanties
bevestigen overigens het beeld dat een toenemend aantal mensen gebruik
maakt van deze vormen van dienstverlening.

Vraag 3

Aan welke eisen moeten pandhuizen voldoen willen ze mensen hun diensten
aanbieden?

Antwoord

De Pandhuiswet 1910 mist in de praktijk werking. Wel dienen pandhuizen,
voor zover sprake is van pandkrediet waarbij een recht van pand wordt
gevestigd, de regels inzake pandrecht uit het Burgerlijk Wetboek na te
leven. De meeste particuliere pandhuizen beperken hun activiteiten tot
de variant van verkoop met een terugkoopoptie waarop deze regels niet
van toepassing zijn.

Vraag 4

Is bekend of mensen die goederen bij pandhuizen achterlaten reeds
schulden hebben gemaakt of al problemen hebben?

Antwoord

Volgens relevante marktpartijen en hulpverleningsinstanties maken van
oudsher vooral mensen uit kwetsbare groepen gebruik van pandkrediet.
Recente ontwikkelingen zouden laten zien dat ook andere groepen steeds
vaker een pandhuis bezoeken. 

 

Op dit moment wordt door een extern onderzoeksbureau in opdracht van het
ministerie van Financiën een nadere marktanalyse uitgevoerd. In dit
onderzoek wordt ook het profiel van de gemiddelde klant meegenomen.

Vraag 5

Hoe kan worden voorkomen dat door middel van gebruik van pandhuizen
mensen toenemend verder in armoede verkeren?

Antwoord

De voorbereidingen van de herziening van de Pandhuiswet 1910 zijn in
volle gang. Doel van deze herziening is een betere bescherming van de
consument. In het wetsvoorstel, dat zowel regelgeving voor particuliere
als voor gemeentelijke pandhuizen zal bevatten, zal in ieder geval
aandacht worden besteed aan de kredietvergoeding die aanbieders van
pandkrediet in rekening mogen brengen, de minimale beleentermijn (de
termijn waarbinnen

een goed moet worden gelost) en de informatie die aan de consument moet
worden verstrekt. Voorts zal worden voorzien in een regeling van
handhaving en toezicht.

Overigens is het geen absoluut gegeven dat de financiële positie van
consumenten door middel van gebruik van pandhuizen verslechterd met
toenemende armoede tot gevolg. De consument heeft geen
terugbetalingsverplichting richting een pandhuis. Indien een consument
de beleensom niet aan een pandhuis kan of wil terugbetalen, is hij
slechts de beleende of verkochte zaak kwijt. De transactie tast de
kredietwaardigheid van de consument niet aan en de consument blijft niet
met een restschuld zitten.

Vraag 6

Wat is de huidige stand van zaken aangaande de aangepaste wet- en
regelgeving op het gebied van pandhuizen?

Antwoord

In de afgelopen periode is met betrokken partijen, inclusief een aantal
(zowel gemeentelijke als particuliere) pandhuizen en
hulpverleningsinstanties, overlegd over de wijze waarop de herziening
van de Pandhuiswet 1910 moet plaatsvinden. De uitkomsten hiervan zullen
resulteren in een wetsvoorstel dat gepland is voor indiening
ministerraad medio dit jaar waarna het voorstel aan de Raad van State
ter advisering kan worden voorgelegd. 

Voorafgaand hieraan zal het ontwerp bij relevante (markt-)partijen in
consultatie worden gebracht. Zoals ik heb aangegeven tijdens het
algemeen overleg met uw Kamer op 11 november jl. is de oorspronkelijk
beoogde publicatie van de geactualiseerde wet in het Staatsblad met
zo’n half jaar vertraagd tot medio 2010.

 Metro, 12 januari 2009.

Directie Financiële Markten



Ons kenmerk

FM/2009/218 U







	Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  2  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  4 



Directie Financiële Markten 

Korte Voorhout 7

2511 CW  Den Haag

Postbus 20201

2500 EE  Den Haag 

  HYPERLINK "http://www.minfin.nl"  www.minfin.nl 

Inlichtingen

mw. mr. I. Huinck 

T	070-3427154

F	070-3427984

i.huinck@minfin.nl



Ons kenmerk

FM/2009/218 U

Uw brief (kenmerk)

Bijlagen

> Retouradres Postbus 20201 2500 EE  Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag



Datum

Betreft	Vragen van leden Spies, Blanksma-van den heuvel en Hijum (CDA)
over het artikel "Explosieve toename gebruik pandhuizen" nr
2009Z00413/2080909660





	Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  1  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  4