[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” zoekmachine] [wat is dit?]

verstekvonissen

Bijlage

Nummer: 2009D07105, datum: 2009-02-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Geannoteerde agenda JBZ-Raad, 26 en 27 februari 2009 (2009D07097)

Preview document (šŸ”— origineel)






RAAD VAN

DE EUROPESE UNIE

Brussel, 30 september 2008

(OR. en)

Interinstitutioneel dossier:

2008/0803 (CNS)

11638/08

  DOCVARIABLE "LWCons_CoteSec"    





COPEN 138

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN

Betreft:	KADERBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Kaderbesluit
2002/584/JBZ, Kaderbesluit 2005/214/JBZ, Kaderbesluit 2006/783/JBZ,
Kaderbesluit 2008/.../JBZ en Kaderbesluit 2008/ā€¦/JBZ en tot
versterking van de procedurele rechten van personen, tot bevordering van
de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen
gegeven ten aanzien van personen die niet verschenen zijn tijdens het
proces



KADERBESLUIT 2008/ā€¦/JBZ VAN DE RAAD

van

tot wijziging van Kaderbesluit 2002/584/JBZ, Kaderbesluit 2005/214/JBZ,

Kaderbesluit 2006/783/JBZ, Kaderbesluit 2008/.../JBZ*

en Kaderbesluit 2008/ā€¦/JBZ** en tot versterking van

de procedurele rechten van personen, tot bevordering van de toepassing

van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen gegeven ten
aanzien van personen die niet verschenen zijn tijdens het proces

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op
artikel 31, lid 1, onder a), en artikelĀ 34, lid 2, onder b),

Gezien het initiatief van de Republiek Sloveniƫ, de Franse Republiek,
de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Zweden, de Slowaakse Republiek,
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittanniƫ en Noord-Ierland en de
Bondsrepubliek Duitsland,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)	Het recht van een verdachte om in persoon te verschijnen tijdens het
proces maakt deel uit van het recht op een eerlijk proces dat is
voorzien in artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van
de mens en de fundamentele vrijheden, zoals uitgelegd door het Europees
Hof voor de Rechten van de Mens. Het Hof heeft tevens verklaard dat het
recht van de verdachte om in persoon tijdens het proces te verschijnen,
niet absoluut is, alsook dat de verdachte onder bepaalde voorwaarden uit
eigen beweging uitdrukkelijk of stilzwijgend, maar op ondubbelzinnige
wijze afstand kan doen van dat recht.

(2)	In de verschillende kaderbesluiten van de Raad ter toepassing van
het beginsel van wederzijdse erkenning op onherroepelijke rechterlijke
beslissingen wordt de kwestie van beslissingen gegeven na een proces
waarbij de betrokkene niet in persoon is verschenen, niet op een
consistente wijze behandeld. Deze diversiteit kan het werk van de
personen die deze instrumenten toepassen bemoeilijken en de justitiƫle
samenwerking belemmeren.

(3)	De in deze kaderbesluiten opgenomen oplossingen zijn niet
bevredigend voor de gevallen waarin de betrokkene niet over het verloop
van de behandeling kon worden geĆÆnformeerd. Op grond van de
Kaderbesluiten 2005/214/JBZ inzake de toepassing van het beginsel van
wederzijdse erkenning op geldelijke sancties, 2006/783/JBZ inzake de
toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen
tot confiscatie, 2008/ā€¦/JBZ inzake de toepassing van het beginsel van
wederzijdse erkenning op strafrechtelijke beslissingen waarbij
vrijheidsstraffen of tot vrijheidsbeneming strekkende maatregelen worden
opgelegd met het oog op de tenuitvoerlegging ervan in de Europese Unie*
en 2008/../JBZ inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse
erkenning op vonnissen en proeftijdbeslissingen met het oog op het
toezicht op proeftijdvoorwaarden en alternatieve straffen** mag de
uitvoerende autoriteit de tenuitvoerlegging van dergelijke vonnissen
weigeren. Krachtens Kaderbesluit 2002/584/JBZ betreffende het Europees
aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten
mag de uitvoerende autoriteit eisen dat de uitvaardigende rechterlijke
autoriteit een voldoende garantie geeft dat de persoon tegen wie het
Europees aanhoudingsbevel is uitgevaardigd, in de gelegenheid zal worden
gesteld in de uitvaardigende lidstaat om een nieuw proces te verzoeken
en aanwezig te zijn op de terechtzitting. Over de vraag of die garantie
voldoende is, wordt beslist door de uitvoerende autoriteit, en daardoor
is het moeilijk om exact vast te stellen wanneer de tenuitvoerlegging
kan worden geweigerd.

(4)	Er moeten derhalve duidelijke, gemeenschappelijke gronden worden
bepaald voor het niet erkennen van beslissingen die zijn gegeven na een
proces waarbij de betrokkene niet in persoon is verschenen. Dit
kaderbesluit strekt ertoe zulke gemeenschappelijke gronden nauwkeuriger
te omschrijven, waardoor de uitvoerende autoriteit de beslissing met
volledige inachtneming van het recht van verdediging van de betrokkene
ten uitvoer kan leggen ondanks de afwezigheid van de betrokkene tijdens
het proces. Dit kaderbesluit beoogt niet vormen en methodes, met
inbegrip van de procedurevoorschriften, die worden gebruikt om de in dit
kaderbesluit gespecificeerde resultaten te behalen, te regelen; deze
blijven een zaak van het nationale recht van de lidstaten.

(5)	Deze aanpassingen vereisen een wijziging van de bestaande
kaderbesluiten betreffende toepassing van het beginsel van wederzijdse
erkenning op definitieve rechterlijke beslissingen. De nieuwe bepalingen
moeten tevens dienen als basis voor toekomstige instrumenten op dit
gebied.

(6)	De bepalingen van dit kaderbesluit tot wijziging van andere
kaderbesluiten leggen vast onder welke voorwaarden de erkenning en
tenuitvoerlegging van een beslissing die is gegeven na een proces
waarbij de betrokkene niet in persoon is verschenen, niet behoort te
worden geweigerd. Het gaat om alternatieve voorwaarden. Indien aan Ć©Ć©n
van de voorwaarden is voldaan, geeft de uitvaardigende autoriteit door
de desbetreffende rubriek van het Europees aanhoudingsbevel of van het
relevante certificaat bij de andere kaderbesluiten in te vullen, de
garantie dat aan de voorschriften is of zal worden voldaan, hetgeen
voldoende zou moeten zijn voor de tenuitvoerlegging van de beslissing op
grond van het beginsel van wederzijdse erkenning.

(7)	De erkenning en tenuitvoerlegging van een beslissing die is gegeven
na een proces waarbij de betrokkene niet in persoon is verschenen, mag
niet worden geweigerd indien hij persoonlijk was gedagvaard en daarbij
op de hoogte was gebracht van het tijdstip en de plaats van het proces
dat tot de beslissing heeft geleid of indien hij anderszins
daadwerkelijk officieel in kennis is gesteld van het tijdstip en de
plaats van dat proces, waardoor op ondubbelzinnige wijze vaststaat dat
hij op de hoogte was van het voorgenomen proces. In dit verband dient de
betrokkene die kennisgeving "tijdig" te hebben ontvangen, dat wil zeggen
lang genoeg van tevoren om hem in staat te stellen bij het proces
aanwezig te zijn en zijn recht van verdediging effectief uit te oefenen.

(8)	Het recht op een eerlijk proces van een verdachte is gegarandeerd
door het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de
fundamentele vrijheden, zoals uitgelegd door het Europees Hof voor de
Rechten van de Mens. Dit recht omvat het recht van de betrokkene om in
persoon tijdens het proces te verschijnen. Om van dit recht gebruik te
kunnen maken, dient de betrokkene op de hoogte te zijn van het
voorgenomen proces. Ingevolge dit kaderbesluit dient elke lidstaat er
overeenkomstig het nationale recht zorg voor te dragen dat de betrokkene
op de hoogte is van het proces, met dien verstande dat het nationale
recht in overeenstemming moet zijn met het genoemde Verdrag. Uit de
jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens blijkt,
dat in voorkomend geval bij het beoordelen of de wijze van kennisgeving
voldoende waarborgt dat de betrokkene op de hoogte is van het proces,
ook in het bijzonder kan worden overwogen of de betrokkene voldoende
diligent is geweest de aan hem gerichte kennisgeving in ontvangst te
nemen.

(9)	Om praktische redenen kan het tijdstip van het proces aanvankelijk
worden aangegeven in de vorm van verscheidene mogelijke data binnen een
korte tijdspanne.

(10)	De erkenning en tenuitvoerlegging van een beslissing die is
gegeven na een proces waarbij de betrokkene niet in persoon is
verschenen, kan niet worden geweigerd indien de betrokkene op de hoogte
was van het voorgenomen proces en zijn verdediging werd gevoerd door een
gemachtigd raadsman zodat concrete en effectieve rechtsbijstand was
gegarandeerd. Het doet in dit verband niet ter zake of de raadsman was
gekozen, benoemd en betaald door de betrokkene, dan wel was benoemd en
betaald door de staat, met dien verstande dat de betrokkene
uitdrukkelijk moet hebben verkozen te worden vertegenwoordigd door een
raadsman in plaats van in persoon tijdens het proces te verschijnen. De
aanwijzing van de raadsman en daarmee verband houdende vraagstukken zijn
een zaak voor het nationale recht.

(11)	Bij de gemeenschappelijke oplossingen voor de in de betrokken
kaderbesluiten opgenomen gronden voor niet-erkenning moet rekening
gehouden worden met de verschillende situaties in verband met het recht
van de betrokkene op een nieuw proces of een rechtsmiddel. Het nieuwe
proces of het rechtsmiddel is gericht op de waarborging van de rechten
van de verdediging en wordt gekenmerkt door de volgende elementen: de
betrokkene heeft het recht aanwezig te zijn, de zaak wordt opnieuw ten
gronde behandeld, met inbegrip van nieuw bewijsmateriaal, en de
procedure kan leiden tot herziening van de oorspronkelijke beslissing.

(12)	Het recht op een nieuw proces of een rechtsmiddel moet worden
gewaarborgd wanneer de beslissing reeds is betekend of, in het geval van
het Europees aanhoudingsbevel, wanneer de beslissing nog niet werd
betekend maar zulks na overlevering onverwijld zal gebeuren. Deze
laatste situatie kan zich voordoen wanneer de autoriteiten er niet in
zijn geslaagd met de betrokkene in contact te treden, met name omdat
deze heeft getracht zich aan justitie te onttrekken.

(13)	Indien het Europees aanhoudingsbevel is uitgevaardigd met het oog
op de tenuitvoerlegging van een tot vrijheidsbeneming strekkende straf
of maatregel en de betrokkene nog niet officieel van de tegen hem
bestaande strafprocedure in kennis is gesteld en hem nog geen vonnis is
betekend, dient hij, louter ter kennisgeving, na een verzoek in de
uitvoerende lidstaat, een afschrift van het vonnis te ontvangen. De
uitvaardigende en de uitvoerende rechterlijke autoriteit dienen in
voorkomend geval in onderling overleg na te gaan of het nodig en
mogelijk is de betrokkene een vertaling te doen toekomen van het vonnis,
althans van de hoofdbestanddelen daarvan, in een taal die de betrokkene
begrijpt. Door dergelijke overhandiging van het vonnis mag noch de
overleveringsprocedure noch de beslissing tot tenuitvoerlegging van het
Europees aanhoudingsbevel vertraging oplopen.

(14)	Dit kaderbesluit beperkt zich tot de nauwkeurigere omschrijving van
gronden voor niet-erkenning in regelingen ter toepassing van het
beginsel van wederzijdse erkenning. Derhalve hebben bepalingen als die
betreffende het recht op een nieuw proces alleen betrekking op de
omschrijving van die gronden voor niet-erkenning. Ze zijn niet bedoeld
om de nationale wetgevingen onderling aan te passen. Dit kaderbesluit
laat toekomstige regelgeving van de Europese Unie tot onderlinge
aanpassing van de nationale wetgevingen op strafrechtelijk gebied
onverlet.

(15)	De gronden voor niet-erkenning zijn facultatief. De vrijheid
waarover de lidstaten beschikken om deze gronden in de nationale
wetgeving op te nemen, wordt echter vooral bepaald door het recht op een
eerlijk proces, waarbij tegelijkertijd rekening moet worden gehouden met
het algemene doel van dit kaderbesluit, te weten het versterken van de
procedurele rechten van personen en het faciliteren van de justitiƫle
samenwerking in strafzaken,

HEEFT HET VOLGENDE KADERBESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Doelstellingen en werkingssfeer

1.	Doelstellingen van dit kaderbesluit zijn de procedurele rechten van
personen tegen wie een strafprocedure loopt, te versterken, de
justitiƫle samenwerking in strafzaken te faciliteren, in het bijzonder
het bevorderen van de wederzijdse erkenning van rechterlijke
beslissingen tussen de lidstaten.

2.	Dit kaderbesluit kan niet tot gevolg hebben dat de verplichting tot
eerbiediging van de grondrechten en de fundamentele rechtsbeginselen die
zijn neergelegd in artikelĀ 6 van het Verdrag, inclusief de rechten van
de verdediging van personen tegen wie een strafprocedure loopt, en alle
verplichtingen die in dat verband op de gerechtelijke autoriteiten
rusten, worden aangetast.

3.	Dit kaderbesluit stelt gemeenschappelijke regels vast voor de
erkenning en/of tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen in een
lidstaat (de uitvoerende lidstaat) die in een andere lidstaat (de
uitvaardigende of beslissingslidstaat) zijn uitgevaardigd na een proces
waarbij de betrokkene niet aanwezig was, overeenkomstig artikelĀ 5,
lidĀ 1, van Kaderbesluit 2002/584/JBZ, artikelĀ 7, lidĀ 2, onderĀ g),
van KaderbesluitĀ 2005/214/JBZ, artikelĀ 8, lidĀ 2, onderĀ e), van
Kaderbesluit 2006/783/JBZ, artikelĀ 9, lidĀ 1, onderĀ f), van
Kaderbesluit 2008/.../JBZ* en artikelĀ 11, lidĀ 1, onderĀ h), van
Kaderbesluit 2008/ā€¦/JBZ**.

Artikel 2

Wijzigingen in Kaderbesluit 2002/584/JBZ

Kaderbesluit 2002/584/JBZ wordt als volgt gewijzigd:

1)	het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 4 bis

Beslissingen gegeven na een proces waarop de betrokkene niet in persoon
is verschenen

1.	De uitvoerende rechterlijke autoriteit kan de tenuitvoerlegging van
het Europees aanhoudingsbevel voor de uitvoering van een tot
vrijheidsbeneming strekkende straf of maatregel ook weigeren, indien de
betrokkene niet in persoon is verschenen op het proces dat tot de
beslissing heeft geleid, tenzij in het Europees aanhoudingsbevel is
vermeld dat, overeenkomstig nadere in het nationale recht van de
uitvaardigende lidstaat bepaalde procedurevoorschriften:

a)	de betrokkene tijdig

i)	persoonlijk is gedagvaard en daarbij op de hoogte is gebracht van het
tijdstip en de plaats van het proces dat tot de beslissing heeft geleid
of anderszins daadwerkelijk officieel in kennis is gesteld van het
tijdstip en de plaats van dat proces, zodat op ondubbelzinnige wijze
vaststaat dat hij op de hoogte was van het voorgenomen proces;

	en

ii)	ervan in kennis is gesteld dat een beslissing kan worden gegeven
wanneer hij niet op het proces verschijnt;

	of dat

b)	de betrokkene op de hoogte was van het voorgenomen proces, een zelf
gekozen of van overheidswege toegewezen raadsman heeft gemachtigd zijn
verdediging op het proces te voeren, en op het proces ook werkelijk door
die raadsman is verdedigd;

	of dat

c)	de betrokkene nadat de beslissing aan hem was betekend en hij
uitdrukkelijk was geĆÆnformeerd over zijn recht op een verzetprocedure
of een procedure in hoger beroep, waarop hij het recht heeft aanwezig te
zijn, waarop de zaak opnieuw ten gronde wordt behandeld en nieuw
bewijsmateriaal wordt toegelaten, en die kan leiden tot herziening van
de oorspronkelijke beslissing:

i)	uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dat hij de beslissing niet
betwist;

	of

ii)	niet binnen de voorgeschreven termijn verzet of hoger beroep heeft
aangetekend;

	of dat

d)	de beslissing niet persoonlijk aan de betrokkene is betekend, maar:

i)	hem na overlevering onverwijld persoonlijk zal worden betekend en hij
uitdrukkelijk zal worden geĆÆnformeerd over zijn recht op een
verzetprocedure of een procedure in hoger beroep, waarop hij het recht
heeft aanwezig te zijn, waarop de zaak opnieuw ten gronde wordt
behandeld en nieuw bewijsmateriaal wordt toegelaten, en die kan leiden
tot herziening van de oorspronkelijke beslissing;

	en

ii)	dat de betrokkene wordt geĆÆnformeerd over de termijn waarover hij
beschikt om verzet of hoger beroep aan te tekenen, als vermeld in het
desbetreffende Europees aanhoudingsbevel.

2.	Ingeval het Europees aanhoudingsbevel wordt uitgevaardigd met het oog
op de tenuitvoerlegging van een tot vrijheidsbeneming strekkende straf
of maatregel onder de voorwaarden van lid 1, onder d), en de betrokkene
nog niet officieel van de tegen hem bestaande strafprocedure in kennis
is gesteld, kan hij wanneer hij van de inhoud van het Europees
aanhoudingsbevel in kennis wordt gesteld, verzoeken een afschrift van
het vonnis te ontvangen alvorens te worden overgeleverd. De
uitvaardigende autoriteit overhandigt het afschrift onmiddellijk na van
het verzoek in kennis te zijn gesteld via de uitvoerende autoriteit aan
de betrokkene. Het verzoek van de betrokkene mag noch de
overleveringsprocedure noch de beslissing tot tenuitvoerlegging van het
Europees aanhoudingsbevel vertraging doen oplopen. De overhandiging van
het vonnis aan de betrokkene geschiedt louter ter kennisgeving, is niet
te beschouwen als officiƫle betekening van het vonnis en doet geen
termijnen voor het aantekenen van verzet of hoger beroep ingaan.

3.	Ingeval de betrokkene wordt overgeleverd onder de voorwaarden van
lid 1, onder d), en verzet of hoger beroep heeft aangetekend, wordt
diens vrijheidsbeneming in afwachting van de procedure van verzet of
hoger beroep en zolang deze niet is voltooid, herzien overeenkomstig het
recht van de uitvaardigende staat, hetzij op regelmatige basis, hetzij
op verzoek van de betrokkene. Bij die herziening wordt in het bijzonder
de mogelijkheid tot schorsing of onderbreking van de vrijheidsbeneming
overwogen. Het verzet of hoger beroep wordt na de overlevering tijdig
ingeleid.";

2)	in artikel 5 wordt lid 1 geschrapt;

3)	in de bijlage ("EUROPEES AANHOUDINGSBEVEL") wordt punt d) vervangen
door:

"

d)	Gelieve te vermelden of de betrokkene in persoon is verschenen op het
proces dat heeft geleid tot de beslissing:

1.	ļ„† Ja, de betrokkene is in persoon verschenen op het proces dat
heeft geleid tot de beslissing.

2.	ļ„† Nee, de betrokkene is niet in persoon verschenen op het proces
dat heeft geleid tot de beslissing.

3.	Indien u het vakje "nee" (keuzemogelijkheid 2) heeft aangekruist,
gelieve een van de volgende gevallen te bevestigen:

ļ„† 3.1a	de betrokkene is persoonlijk gedagvaard op ā€¦ (dag/maand/jaar)
en is daarbij op de hoogte gebracht van het tijdstip en de plaats van
het proces dat tot de beslissing heeft geleid, en is ervan in kennis
gesteld dat een beslissing kan worden gegeven wanneer hij niet op het
proces verschijnt;

OF

ļ„† 3.1b	de betrokkene is niet persoonlijk gedagvaard, maar is
anderszins daadwerkelijk officieel in kennis gesteld van het tijdstip en
de plaats van het proces dat tot de beslissing heeft geleid zodat op
ondubbelzinnige wijze vaststaat dat hij op de hoogte was van het
voorgenomen proces, en is ervan in kennis gesteld dat een beslissing kan
worden gegeven wanneer hij niet op het proces verschijnt;

OF

ļ„† 3.2	de betrokkene was op de hoogte van het voorgenomen proces, heeft
een zelf gekozen of van overheidswege toegewezen raadsman gemachtigd
zijn verdediging op het proces te voeren, en is op het proces ook
werkelijk door die raadsman verdedigd;

OF

ļ„† 3.3	nadat de beslissing aan hem was betekend op ā€¦ (dag/maand/jaar)
en hij uitdrukkelijk was geĆÆnformeerd over zijn recht op een
verzetprocedure of een procedure in hoger beroep, waarbij hij het recht
heeft aanwezig te zijn, waarbij de zaak opnieuw ten gronde wordt
behandeld en nieuw bewijsmateriaal wordt toegelaten, en die kan leiden
tot herziening van de oorspronkelijke beslissing

ļ„†	heeft de betrokkene uitdrukkelijk te kennen gegeven dat hij de
beslissing niet betwist;

OF

ļ„†	heeft de betrokkene niet binnen de voorgeschreven termijn verzet of
hoger beroep aangetekend;

OF

ļ„† 3.4.	de beslissing is niet persoonlijk aan de betrokkene betekend,
maar

ā€“	de beslissing zal hem na overlevering onverwijld persoonlijk worden
betekend en

ā€“	de betrokkene zal na de betekening van de beslissing uitdrukkelijk
worden geĆÆnformeerd over zijn recht op een verzetprocedure of een
procedure in hoger beroep, waarbij hij het recht heeft aanwezig te zijn,
waarbij de zaak opnieuw ten gronde wordt behandeld en nieuw
bewijsmateriaal wordt toegelaten, en die kan leiden tot herziening van
de oorspronkelijke beslissing, en

ā€“	de betrokkene zal geĆÆnformeerd worden over de termijn waarover hij
beschikt om verzet of hoger beroep aan te tekenen, namelijk ā€¦ dagen.

4.	Gelieve voor het in punt 3.1b, 3.2 of 3.3 aangekruiste vakje te
vermelden op welke wijze aan de desbetreffende voorwaarde is voldaan:

........................................................................
........................................................................
........................................................................
........................................................

".

Artikel 3

Wijzigingen in Kaderbesluit 2005/214/JBZ

Kaderbesluit 2005/214/JBZ wordt als volgt gewijzigd:

1)	artikelĀ 7, lidĀ 2, wordt als volgt gewijzigd:

a)	punt g) komt als volgt te luiden:

"g)	volgens het in artikelĀ 4 bedoelde certificaat de betrokkene, in het
geval van een schriftelijke procedure, niet in overeenstemming met het
recht van de beslissingsstaat persoonlijk of via een naar het nationale
recht bevoegde vertegenwoordiger in kennis is gesteld van zijn recht om
de zaak te betwisten, alsmede van de termijnen waarbinnen dat
rechtsmiddel moet worden aangewend";

b)	de volgende punten worden toegevoegd:

"i)	volgens het in artikelĀ 4 bedoelde certificaat de betrokkene niet in
persoon is verschenen op het proces dat tot de beslissing heeft geleid,
tenzij in het certificaat is vermeld dat de betrokkene, overeenkomstig
nadere in het nationale recht van de beslissingsstaat bepaalde
procedurevoorschriften:

i)	tijdig

persoonlijk is gedagvaard en daarbij op de hoogte is gebracht van het
tijdstip en de plaats van het proces dat tot de beslissing heeft geleid
of anderszins daadwerkelijk officieel in kennis is gesteld van het
tijdstip en de plaats van dat proces, zodat op ondubbelzinnige wijze
vaststaat dat hij op de hoogte was van het voorgenomen proces,

	en

ervan in kennis is gesteld dat een beslissing kan worden gegeven wanneer
hij niet op het proces verschijnt;

	of

ii)	op de hoogte was van het voorgenomen proces, een zelf gekozen of van
overheidswege toegewezen raadsman heeft gemachtigd zijn verdediging op
het proces te voeren, en op het proces ook werkelijk door die raadsman
is verdedigd;

	of

iii)	nadat de beslissing aan hem was betekend en hij uitdrukkelijk was
geĆÆnformeerd over zijn recht op een verzetprocedure of een procedure in
hoger beroep waarbij hij het recht heeft aanwezig te zijn, waarbij de
zaak opnieuw ten gronde wordt behandeld en nieuw bewijsmateriaal wordt
toegelaten, en die kan leiden tot herziening van de oorspronkelijke
beslissing:

uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dat hij de beslissing niet
betwist;

	of

niet binnen de voorgeschreven termijn verzet of hoger beroep heeft
aangetekend;

j)	volgens het in artikelĀ 4 bedoelde certificaat de betrokkene niet in
persoon is verschenen, tenzij in het certificaat is vermeld dat de
betrokkene, na uitdrukkelijk te zijn geĆÆnformeerd over de procedure en
over de mogelijkheid om in persoon aanwezig te zijn op het proces,
uitdrukkelijk heeft verklaard afstand te doen van zijn recht op een
mondelinge behandeling en uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dat hij
de zaak niet betwist.";

2)	artikelĀ 7, lidĀ 3, wordt vervangen door:

"3.	In de gevallen bedoeld in lidĀ 1 en in lidĀ 2, onderĀ c), g), i) en
j), raadpleegt de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat,
voordat zij besluit een beslissing geheel of gedeeltelijk niet te
erkennen of niet ten uitvoer te leggen, de bevoegde autoriteit van de
beslissingsstaat, in voorkomend geval met het verzoek onverwijld alle
noodzakelijke gegevens te verstrekken.";

3)	in punt h) van de bijlage ("CERTIFICAAT") wordt punt 3 vervangen
door:

"

3.	Gelieve te vermelden of de betrokkene in persoon is verschenen op het
proces dat heeft geleid tot de beslissing:

1.	ļ„† Ja, de betrokkene is in persoon verschenen op het proces dat
heeft geleid tot de beslissing.

2.	ļ„† Nee, de betrokkene is niet in persoon verschenen op het proces
dat heeft geleid tot de beslissing.

3.	Indien u het vakje "nee" (keuzemogelijkheid 2) heeft aangekruist,
gelieve een van de volgende gevallen te bevestigen:

ļ„† 3.1a	de betrokkene is persoonlijk gedagvaard op ā€¦ (dag/maand/jaar)
en is daarbij op de hoogte gebracht van het tijdstip en de plaats van
het proces dat tot de beslissing heeft geleid, en is ervan in kennis
gesteld dat een beslissing kan worden gegeven wanneer hij niet op het
proces verschijnt;

	OF



ļ„† 3.1b	de betrokkene is niet persoonlijk gedagvaard, maar is
anderszins daadwerkelijk officieel in kennis gesteld van het tijdstip en
de plaats van het proces dat tot de beslissing heeft geleid zodat op
ondubbelzinnige wijze vaststaat dat hij op de hoogte was van het
voorgenomen proces, en is ervan in kennis gesteld dat een beslissing kan
worden gegeven wanneer hij niet op het proces verschijnt;



OF

ļ„† 3.2	de betrokkene was op de hoogte van het voorgenomen proces, heeft
een zelf gekozen of van overheidswege toegewezen raadsman gemachtigd
zijn verdediging op het proces te voeren, en is op het proces ook
werkelijk door die raadsman verdedigd;



OF

ļ„† 3.3	nadat de beslissing aan hem was betekend op ā€¦ (dag/maand/jaar)
en hij uitdrukkelijk was geĆÆnformeerd over zijn recht op een
verzetprocedure of een procedure in hoger beroep, waarbij hij het recht
heeft aanwezig te zijn, waarbij de zaak opnieuw ten gronde wordt
behandeld en nieuw bewijsmateriaal wordt toegelaten, en die kan leiden
tot herziening van de oorspronkelijke beslissing

ļ„†	heeft de betrokkene uitdrukkelijk te kennen gegeven dat hij de
beslissing niet betwist;

OF

ļ„†	heeft de betrokkene niet binnen de voorgeschreven termijn verzet of
hoger beroep aangetekend;

OF

ļ„† 3.4	de betrokkene, na uitdrukkelijk te zijn geĆÆnformeerd over de
procedure en over de mogelijkheid om in persoon te verschijnen op het
proces, heeft uitdrukkelijk verklaard afstand te doen van zijn recht op
een mondelinge behandeling en heeft uitdrukkelijk te kennen gegeven dat
hij de zaak niet betwist.

4.	Gelieve voor het in punt 3.1b, 3.2, 3.3 en 3.4 aangekruiste vakje te
vermelden op welke wijze aan de desbetreffende voorwaarde is voldaan:

........................................................................
........................................................................
........................................................................
........................................................................
....



".

Artikel 4

Wijzigingen in Kaderbesluit 2006/783/JBZ

Kaderbesluit 2006/783/JBZ wordt als volgt gewijzigd:

1)	in artikel 8, lid 2, wordt punt e) vervangen door:

"e)	de betrokkene volgens het in artikelĀ 4, lid 2, bedoelde certificaat
niet in persoon is verschenen bij de procedure die heeft geleid tot de
beslissing tot confiscatie, tenzij het certificaat aangeeft dat de
betrokkene, overeenkomstig nadere in het nationale recht van de
beslissingsstaat bepaalde procedurevoorschriften:

i)	tijdig

persoonlijk is gedagvaard en daarbij op de hoogte is gebracht van het
tijdstip en de plaats van de procedure die tot de beslissing tot
confiscatie heeft geleid of anderszins daadwerkelijk officieel in kennis
is gesteld van het tijdstip en de plaats van die procedure, zodat op
ondubbelzinnige wijze vaststaat dat hij op de hoogte was van de
voorgenomen procedure;

	en

ervan in kennis is gesteld dat zo'n beslissing tot confiscatie ook kan
worden gegeven wanneer hij niet bij de procedure verschijnt;

	of

ii)	op de hoogte was van de voorgenomen procedure, een zelf gekozen of
van overheidswege toegewezen raadsman heeft gemachtigd zijn verdediging
bij de procedure te voeren, en bij de procedure ook werkelijk door die
raadsman is verdedigd;

	of

iii)	nadat de beslissing tot confiscatie aan hem was betekend en hij
uitdrukkelijk was geĆÆnformeerd over zijn recht op een verzetprocedure
of een procedure in hoger beroep waarbij hij het recht heeft aanwezig te
zijn, waarbij de zaak opnieuw ten gronde wordt behandeld en nieuw
bewijsmateriaal wordt toegelaten, en die kan leiden tot herziening van
de oorspronkelijke beslissing tot confiscatie,

uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dat hij de beslissing tot
confiscatie niet betwist;

	of

niet binnen de voorgeschreven termijn verzet of hoger beroep heeft
aangetekend.";

2)	In de bijlage ("CERTIFICAAT") wordt punt j) vervangen door:

"

j)	Procedure die heeft geleid tot de beslissing tot confiscatie

Gelieve te vermelden of de betrokkene in persoon is verschenen bij het
proces dat heeft geleid tot de beslissing tot confiscatie:

1.	ļ„† Ja, de betrokkene is in persoon verschenen bij het proces dat
heeft geleid tot de beslissing tot confiscatie.

2.	ļ„† Nee, de betrokkene is niet in persoon verschenen bij het proces
dat heeft geleid tot de beslissing tot confiscatie.

3.	Indien u het vakje"nee" (keuzemogelijkheid 2) heeft aangekruist,
gelieve een van de volgende gevallen te bevestigen:

ļ„† 3.1a	de betrokkene is persoonlijk gedagvaard op ā€¦ (dag/maand/jaar)
en is daarbij op de hoogte gebracht van het tijdstip en de plaats van
het proces dat tot de beslissing tot confiscatie heeft geleid, en is
ervan in kennis gesteld dat een beslissing tot confiscatie kan worden
gegeven wanneer hij niet bij het proces verschijnt;

OF

ļ„† 3.1b	de betrokkene is niet persoonlijk gedagvaard, maar is
anderszins daadwerkelijk officieel in kennis gesteld van het tijdstip en
de plaats van het proces dat tot de beslissing tot confiscatie heeft
geleid zodat op ondubbelzinnige wijze vaststaat dat hij op de hoogte was
van het voorgenomen proces, en is ervan in kennis gesteld dat een
beslissing tot confiscatie kan worden gegeven wanneer hij niet bij het
proces verschijnt;

OF

ļ„† 3.2	de betrokkene was op de hoogte van het voorgenomen proces, heeft
een zelf gekozen of van overheidswege toegewezen raadsman gemachtigd
zijn verdediging bij het proces te voeren, en is bij het proces ook
werkelijk door die raadsman verdedigd;

OF

ļ„† 3.3	nadat de beslissing tot confiscatie aan hem was betekend op ā€¦
(dag/maand/jaar) en hij uitdrukkelijk was geĆÆnformeerd over zijn recht
op een verzetprocedure of een procedure in hoger beroep, waarbij hij het
recht heeft aanwezig te zijn, waarbij de zaak opnieuw ten gronde wordt
behandeld en nieuw bewijsmateriaal wordt toegelaten, en die kan leiden
tot herziening van de oorspronkelijke beslissing tot confiscatie

ļ„†	heeft de betrokkene uitdrukkelijk te kennen gegeven dat hij de
beslissing tot confiscatie niet betwist;

OF

ļ„†	heeft de betrokkene niet binnen de voorgeschreven termijn verzet of
hoger beroep aangetekend.

4.	Gelieve voor het in punt 3.1b, 3.2 of 3.3 aangekruiste vakje te
vermelden op welke wijze aan de desbetreffende voorwaarde is voldaan:

........................................................................
........................................................................
........................................................................
........................................................................
....



".

Artikel 5

Wijzigingen in Kaderbesluit 2008/ā€¦/JBZ

Kaderbesluit 2008/.../JBZ* wordt als volgt gewijzigd:

1)	in artikel 9, lid 1, wordt punt i) vervangen door:

"i)	volgens het in artikelĀ 4 bedoelde certificaat de betrokkene niet in
persoon is verschenen op het proces dat tot de beslissing heeft geleid,
tenzij in het certificaat is vermeld dat de betrokkene, overeenkomstig
nadere in het nationale recht van de beslissingsstaat bepaalde
procedurevoorschriften:

i)	tijdig

persoonlijk is gedagvaard en daarbij op de hoogte is gebracht van het
tijdstip en de plaats van het proces dat tot de beslissing heeft geleid
of anderszins daadwerkelijk officieel in kennis is gesteld van het
tijdstip en de plaats van dat proces, zodat op ondubbelzinnige wijze
vaststaat dat hij op de hoogte was van het voorgenomen proces;

	en

ervan in kennis is gesteld dat een beslissing kan worden gegeven wanneer
hij niet op het proces verschijnt;

	of

ii)	op de hoogte was van het voorgenomen proces, een zelf gekozen of van
overheidswege toegewezen raadsman heeft gemachtigd zijn verdediging op
het proces te voeren, en op het proces ook werkelijk door die raadsman
is verdedigd;

	of

iii)	nadat de beslissing aan hem was betekend en hij uitdrukkelijk was
geĆÆnformeerd over zijn recht op een verzetprocedure of een procedure in
hoger beroep waarbij hij het recht heeft aanwezig te zijn, waarbij de
zaak opnieuw ten gronde wordt behandeld en nieuw bewijsmateriaal wordt
toegelaten, en die kan leiden tot herziening van de oorspronkelijke
beslissing:

uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dat hij de beslissing niet
betwist;

	of

niet binnen de voorgeschreven termijn verzet of hoger beroep heeft
aangetekend.";

2)	In punt i) van de bijlage ("certificaat") wordt punt 1 vervangen
door:

"

1.	Gelieve te vermelden of de betrokkene in persoon is verschenen op het
proces dat heeft geleid tot de beslissing:

1.	ļ„† Ja, de betrokkene is in persoon verschenen op het proces dat
heeft geleid tot de beslissing.

2.	ļ„† Nee, de betrokkene is niet in persoon verschenen op het proces
dat heeft geleid tot de beslissing.

3.	Indien u het vakje "nee" (keuzemogelijkheid 2) heeft aangekruist,
gelieve een van de volgende gevallen te bevestigen: 

ļ„† 3.1a	de betrokkene is persoonlijk gedagvaard op ā€¦ (dag/maand/jaar)
en is daarbij op de hoogte is gebracht van het tijdstip en de plaats van
het proces dat tot de beslissing heeft geleid, en is ervan in kennis
gesteld dat een beslissing kan worden gegeven wanneer hij niet op het
proces verschijnt;

OF

ļ„† 3.1b	de betrokkene is niet persoonlijk gedagvaard, maar is
anderszins daadwerkelijk officieel in kennis gesteld van het tijdstip en
de plaats van het proces dat tot de beslissing heeft geleid zodat op
ondubbelzinnige wijze vaststaat dat hij op de hoogte was van het
voorgenomen proces, en is ervan in kennis gesteld dat een beslissing kan
worden gegeven wanneer hij niet op het proces verschijnt;

OF

ļ„† 3.2	de betrokkene was op de hoogte van het voorgenomen proces, heeft
een zelf gekozen of van overheidswege toegewezen raadsman gemachtigd
zijn verdediging op het proces te voeren, en is op het proces ook
werkelijk door die raadsman verdedigd;

OF

ļ„† 3.3	nadat de beslissing aan hem was betekend op ā€¦ (dag/maand/jaar)
en hij uitdrukkelijk was geĆÆnformeerd over zijn recht op een
verzetprocedure of een procedure in hoger beroep, waarbij hij het recht
heeft aanwezig te zijn, waarbij de zaak opnieuw ten gronde wordt
behandeld en nieuw bewijsmateriaal wordt toegelaten, en die kan leiden
tot herziening van de oorspronkelijke beslissing

ļ„†	heeft de betrokkene uitdrukkelijk te kennen gegeven dat hij de
beslissing niet betwist;

OF

ļ„†	heeft de betrokkene niet binnen de voorgeschreven termijn verzet of
hoger beroep aangetekend.

4.	Gelieve voor het in punt 3.1b, 3.2 of 3.3 aangekruiste vakje te
vermelden op welke wijze aan de desbetreffende voorwaarde is voldaan:

........................................................................
........................................................................
........................................................................
........................................................................
....

".

Artikel 6

Wijzigingen in Kaderbesluit 2008/ā€¦/JBZ

Kaderbesluit 2008/../JBZ* wordt als volgt gewijzigd:

1)	in artikel 11, lidĀ 1, wordt punt h) vervangen door:

"h)	volgens het in artikelĀ 6 bedoelde certificaat de betrokkene niet in
persoon is verschenen op het proces dat tot de beslissing heeft geleid,
tenzij in het certificaat is vermeld dat de betrokkene, overeenkomstig
nadere in het nationale recht van de beslissingsstaat bepaalde
procedurevoorschriften:

i)	tijdig

persoonlijk is gedagvaard en daarbij op de hoogte is gebracht van het
tijdstip en de plaats van het proces dat tot de beslissing heeft geleid
of anderszins daadwerkelijk officieel in kennis is gesteld van het
tijdstip en de plaats van dat proces, zodat op ondubbelzinnige wijze
vaststaat dat hij op de hoogte was van het voorgenomen proces;

	en

ervan in kennis is gesteld dat een beslissing kan worden gegeven wanneer
hij niet op het proces verschijnt;

	of

ii)	op de hoogte was van het voorgenomen proces, een zelf gekozen of van
overheidswege toegewezen raadsman heeft gemachtigd zijn verdediging op
het proces te voeren, en op het proces ook werkelijk door die raadsman
is verdedigd;

	of

iii)	nadat de beslissing aan hem was betekend en hij uitdrukkelijk was
geĆÆnformeerd over zijn recht op een verzetprocedure of een procedure in
hoger beroep, waarbij hij het recht heeft aanwezig te zijn, waarbij de
zaak opnieuw ten gronde wordt behandeld en nieuw bewijsmateriaal wordt
toegelaten, en die kan leiden tot herziening van de oorspronkelijke
beslissing:

uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dat hij de beslissing niet
betwist;

	of

niet binnen de voorgeschreven termijn verzet of hoger beroep heeft
aangetekend.".

2.	In de bijlage ("certificaat") wordt punt h) vervangen door:

"

h)	Gelieve te vermelden of de betrokkene in persoon is verschenen op het
proces dat heeft geleid tot de beslissing:

1.	ļ„† Ja, de betrokkene is in persoon verschenen op het proces dat
heeft geleid tot de beslissing.

2.	ļ„† Nee, de betrokkene is niet in persoon verschenen op het proces
dat heeft geleid tot de beslissing.

3.	Indien u het vakje "nee" (keuzemogelijkheid 2) heeft aangekruist,
gelieve een van de volgende gevallen te bevestigen: 

ļ„† 3.1a	de betrokkene is persoonlijk gedagvaard op ā€¦ (dag/maand/jaar)
en is daarbij op de hoogte gebracht van het tijdstip en de plaats van
het proces dat tot de beslissing heeft geleid, en is ervan in kennis
gesteld dat een beslissing kan worden gegeven wanneer hij niet op het
proces verschijnt;

OF

ļ„† 3.1b	de betrokkene is niet persoonlijk gedagvaard, maar is
anderszins daadwerkelijk officieel in kennis gesteld van het tijdstip en
de plaats van het proces dat tot de beslissing heeft geleid zodat op
ondubbelzinnige wijze vaststaat dat de betrokkene op de hoogte was van
het voorgenomen proces, en is ervan in kennis gesteld dat een beslissing
kan worden gegeven wanneer hij niet op het proces verschijnt;



OF

ļ„† 3.2	de betrokkene was op de hoogte van het voorgenomen proces, heeft
een zelf gekozen of van overheidswege toegewezen raadsman gemachtigd
zijn verdediging op het proces te voeren, en is op het proces ook
werkelijk door die raadsman verdedigd;

OF

ļ„† 3.3	nadat de beslissing aan hem was betekend op ā€¦ (dag/maand/jaar)
en hij uitdrukkelijk was geĆÆnformeerd over zijn recht op een
verzetprocedure of een procedure in hoger beroep, waarbij hij het recht
heeft aanwezig te zijn, waarbij de zaak opnieuw ten gronde wordt
behandeld en nieuw bewijsmateriaal wordt toegelaten, en die kan leiden
tot herziening van de oorspronkelijke beslissing

ļ„†	heeft de betrokkene uitdrukkelijk te kennen gegeven dat hij de
beslissing niet betwist;

OF

ļ„†	heeft de betrokkene niet binnen de voorgeschreven termijn verzet of
hoger beroep aangetekend.

4.	Gelieve voor het in punt 3.1b, 3.2 of 3.3 aangekruiste vakje te
vermelden op welke wijze aan de desbetreffende voorwaarde is voldaan:

........................................................................
........................................................................
........................................................................
........................................................................
...

".

ArtikelĀ 7

Territoriaal toepassingsgebied

Dit kaderbesluit is van toepassing op Gibraltar.

ArtikelĀ 8

Uitvoerings- en overgangsbepalingen

1.	De lidstaten treffen de noodzakelijke maatregelen om uiterlijk ā€¦*
aan dit kaderbesluit te voldoen.

2.	Dit kaderbesluit is met ingang van de in lidĀ 1 genoemde datum van
toepassing op de erkenning en tenuitvoerlegging van buiten de
aanwezigheid van de verdachte in persoongegeven beslissingen.

3.	Indien een lidstaat bij de aanneming van dit kaderbesluit heeft
verklaard ernstige redenen te hebben om aan te nemen dat hij niet op de
in lidĀ 1 genoemde datum aan dit kaderbesluit zal kunnen voldoen, is dit
kaderbesluit uiterlijk op 1Ā januariĀ 2014 van toepassing op de
erkenning en tenuitvoerlegging van door de bevoegde autoriteiten van die
lidstaat buiten de aanwezigheid van de verdachte in persoon gegeven
beslissingen. Elke andere lidstaat kan eisen dat de lidstaat die een
dergelijke verklaring heeft afgelegd, de toepasselijke bepalingen van de
in de artikelen 2, 3, 4, 5 en 6 bedoelde kaderbesluiten in de versie
waarin zij oorspronkelijk werden vastgesteld, toepast op de erkenning en
tenuitvoerlegging van door die lidstaat buiten de aanwezigheid van de
verdachte in persoon gegeven beslissingen.

4.	Tot de datum vermeld in lidĀ 1, respectievelijk in lidĀ 3, zijn de
betreffende bepalingen van de in de artikelen 2, 3, 4, 5 en 6 bedoelde
kaderbesluiten van toepassing in de versie waarin zij oorspronkelijk
werden vastgesteld.

5.	Een overeenkomstig lid 3 afgelegde verklaring wordt bekendgemaakt in
het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij kan te allen tijde worden
ingetrokken.

6.	De lidstaten delen het secretariaat-generaal van de Raad en de
Commissie de tekst mee van de bepalingen waarmee zij hun verplichtingen
uit hoofde van dit kaderbesluit in hun nationale recht omzetten.

Artikel 9

Toetsing

1.	Uiterlijk ā€¦* stelt de Commissie een verslag op, aan de hand van de
informatie die zij op grond van artikelĀ 8, lidĀ 6, van de lidstaten
heeft ontvangen.

2.	Op basis van het in lidĀ 1 bedoelde verslag beoordeelt de Raad

a)	in hoeverre de lidstaten de nodige maatregelen hebben getroffen om
dit kaderbesluit na te leven; en

b)	de toepassing van dit kaderbesluit.

3.	Het in lidĀ 1 bedoelde verslag gaat, indien nodig, vergezeld van
wetgevingsvoorstellen.

Artikel 10

Inwerkingtreding

Dit kaderbesluit treedt in werking op de dag volgende op die van zijn
bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 

	Voor de Raad

	De voorzitter

*	PB: gelieve het publicatienummer in te vullen van dat kaderbesluit in
5602/08.

**	PB: gelieve het publicatienummer in te vullen van dat kaderbesluit in
6836/08.

	PB CĀ 52 van 26.2.2008, blz. 1.

	PB C ...

	Kaderbesluit van 24 februari 2005 (PB L 76 van 22.3.2005, blz.Ā 16.).

	Kaderbesluit van 6Ā oktober 2006 (PB L 328 van 24.11.2006, blz.Ā 59).

	Kaderbesluit van ... (PB L ...).

*	PB: aub het nummer, de datum en de plaats van publicatie invoegen van
dat kaderbesluit in 5602/08.

	Kaderbesluit van ... (PB L ...).

**	PB: aub het nummer, de datum en de plaats van publicatie invoegen van
dat kaderbesluit in 6836/08.

	Kaderbesluit van 13 juni 2002 (PB L 190 van 18.7.2002, blz. 1).

*	PB: gelievehet publicatienummer in te vullen van dat kaderbesluit in
5602/08.

**	PB: gelieve het publicatienummer in te vullen van dat kaderbesluit in
6836/08.

*	PB: aub het publicatienummer invoegen van dat kaderbesluit in 5602/08.

*	PB: aub het publicatienummer invoegen van dat kaderbesluit in 6836/08.

*	24Ā maanden na de datum van inwerkingtreding van dit kaderbesluit.

*	3Ā jaar na de in artikelĀ 8, lidĀ 1, vermelde datum.

11638/08		JVS/mg	

	DG H 2B		NL

11638/08		JVS/mg	  PAGE  \* MERGEFORMAT  30 

	DG H 2B		NL