Antwoord op vragen van het lid Thieme over de broedplek van een lepelaarkolonie in het Sloegebied (Zeeland)
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2009D07999, datum: 2009-02-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G. Verburg, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z01479:
- Gericht aan: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Gericht aan: G. Verburg, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Indiener: M.L. Thieme, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
FORMTEXT Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
FORMTEXT Directie Natuur
FORMTEXT Willem Witsenplein 6
Postadres: FORMTEXT Postbus 20401
FORMTEXT 2500 EK 's-Gravenhage
Telefoon: FORMTEXT 070 - 3786868
Fax: FORMTEXT 070 - 3786100
FORMTEXT De Voorzitter van de Tweede Kamer
FORMTEXT der Staten-Generaal
FORMTEXT Postbus 20018
FORMTEXT 2500 EA 's-GRAVENHAGE
FORMTEXT
FORMTEXT
FORMTEXT
FORMTEXT
FORMTEXT
FORMTEXT 29 januari 2009 FORMTEXT 2009Z01479/
2080911230 FORMTEXT DN. 2009/242 FORMTEXT 20 februari 2009
FORMTEXT Kamervragen over de broedplek van een lepelaarkolonie in het
Sloegebied (Zeeland) FORMTEXT 3784937 FORMTEXT
Geachte Voorzitter,
Hierbij ontvangt u, mede namens de minister van Justitie, mijn
antwoorden op vragen van het lid Thieme (PvdD) over de broedplek van een
lepelaarkolonie in het Sloegebied (Zeeland) (ingezonden 29 januari
2009).
1
Kent u het bericht “Vernielen van nesten lepelaars toestaan”?
Ja.
2
Bent u bekend met het gegeven dat er plannen zijn om het betreffende
perceel aan de Frankrijkweg in Vlissingen-Oost, waar de nesten van de
lepelaars zich bevinden, bouwrijp te maken?
Ja.
3
Deelt u de mening dat bij het bouwrijp maken van het terrein de nesten
van de lepelaars zullen worden vernield en dat dit in strijd is met
Europees beleid, voortvloeiende uit de Vogelrichtlijn, zoals verwoord in
de Guidance 2007?
Zo ja, deelt u dientengevolge de mening dat het bouwrijp maken van het
terrein in strijd is met artikel 11 van de Flora- en faunawet? Zo nee,
waarom niet?
Het Guidance document waar u naar verwijst en de daarin opgenomen
definitie van “breeding sites” heeft betrekking op de diersoorten
van bijlage IV van de Habitatrichtlijn. Dat zijn zoogdieren, reptielen,
amfibieën, vissen en lagere dieren, maar géén vogels. De definitie
van “breeding sites” in het Guidance document is niet van toepassing
op vogels.
De Vogelrichtlijn vereist bescherming van nesten van vogels, niet van
“breeding sites”. Voor zover vogels elk jaar of voor elk broedsel
een nieuw nest maken, geldt die bescherming slechts gedurende de periode
dat er gebroed wordt of dat er nog jongen in het nest verblijven. De
reikwijdte van artikel 11 van de Flora- en faunawet is met betrekking
tot vogels geen andere dan die onder de Vogelrichtlijn. Lepelaars keren
vaak terug naar hetzelfde terrein om te broeden, maar zij bouwen ieder
jaar een nieuw nest. Dat betekent dat de verbodsbepalingen van artikel
11 van de Flora- en faunawet slechts gedurende het broedseizoen op de
nesten van de lepelaars van toepassing zijn. Het buiten het broedseizoen
bouwrijp maken van het terrein is niet in strijd met de Vogelrichtijn of
artikel 11 van de Flora- en faunawet. Een uitspraak van de Rechtbank
Rotterdam van 21 april (dossiernummer 07/2775 en registratienummer WET
07/2775-FRC) in een vergelijkbare zaak bevestigt dat.
4
Bent u bereid, wanneer activiteiten om het bouwrijp maken van het
betreffende terrein starten zonder dat er een ontheffing ingevolge de
Flora- en faunawet is verleend, handhavend op te treden vanwege
strijdigheid met de Flora- en faunawet? Zo nee, waarom niet?
Nee. Er is buiten het broedseizoen geen ontheffing vereist. Zie mijn
antwoord op vraag 3.
5
Deelt u de mening dat er een oplossing in deze kwestie mogelijk is door
als voorwaarde in een ontheffing ingevolge de Flora- en faunawet op te
nemen dat op zijn vroegst ná het broedseizoen het bouwrijp maken van
het perceel een aanvang mag nemen, en dat het terrein dusdanig zal
worden ingericht en onderhouden dat de lepelaars er kunnen blijven
broeden? Zo ja, bent u bereid hierover in overleg te treden met het
Havenschap Zeeland Seaport en met bijvoorbeeld de landelijke werkgroep
Lepelaar die over veel expertise beschikt? Zo nee, waarom niet?
Nee. Er staan mij geen wettelijke middelen ter beschikking om uitvoering
te geven aan wat u vraagt. Zie mijn antwoord op vraag 3.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Provinciale Zeeuwse Courant, 15 januari 2009
Op een braakliggend terrein op het bedrijventerrein Sloegebied in
Vlissingen broedt al jaren een kolonie van lepelaars. Lepelaars zijn
zéér plaatsgetrouw aan hun geboorteplek. Na hun geboorte trekken de
jongen met hun ouders naar overwinteringsplaatsen in Afrika. In
februari/maart komen de dieren terug in Nederland, waar ze meteen aan
het broeden slaan. Nederland is voor het voortbestaan van de lepelaars
in Noordwest-Europa bijzonder belangrijk
Hierin is immers bepaald dat “breeding sites” het hele jaar dienen
te worden beschermd. Deze worden omschreven als broedplaatsen/nesten
waar vogels jaarlijks, of met tussenpozen van meerdere jaren, terugkeren
om te broeden
Guidance document on the strict protection of animal species of
Community interest under the Habitats Directive 92/43/EEC, February 2007
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
REF datum \* MERGEFORMAT 20 februari 2009 REF onskenmerk \*
MERGEFORMAT DN. 2009/242 PAGE \* MERGEFORMAT 1
Directie Natuur
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
onderwerp doorkiesnummer bijlagen