Het bericht dat woningcorporaties in geldnood komen, de woningmarkt instort en de wijkaanpak in gevaar kan komen
Schriftelijke vragen
Nummer: 2009D08553, datum: 2009-02-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B.I. van der Burg, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z03341:
- Gericht aan: E.E. van der Laan, minister voor Wonen, Wijken en Integratie
- Indiener: B.I. van der Burg, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2009-03-12 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-04-15 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2009Z03341 Vragen van het lid Van der Burg (VVD) aan de minister voor Wonen, Wijken en Integratie over het bericht dat woningcorporaties in geldnood komen, de woningmarkt instort en de wijkaanpak in gevaar kan komen. (Ingezonden 24 februari 2009) 1 Heeft u kennisgenomen van het artikel in Spits, getiteld “Corporaties in geldnood”, waarin staat vermeld dat veel woningcorporaties in geldnood zijn gekomen, omdat de huizenmarkt is ingestort en dat, als de crisis nog het hele jaar voortduurt, de wijkaanpak in gevaar kan komen? 1) 2 Is het waar dat een onderzoeksbureau, in casu Quintis, onlangs heeft becijferd dat een meerderheid van de 430 woningcorporaties in liquiditeitsproblemen verkeert? 3 Zo ja, welke consequenties hebben de liquiditeitsproblemen voor de 40-wijkenaanpak en de aanpak van wijken in het algemeen? Bestaat er een risico dat woningcorporaties hierdoor failliet gaan? Zo ja, kunt u uiteenzetten hoeveel woningcorporaties dit risico lopen en of deze woningcorporaties bezit hebben in de 40 wijken of niet? 4 Gaat het hier om een tijdelijk probleem of is er een structurele negatieve ontwikkeling waarneembaar in de liquiditeitspositie van woningcorporaties? 5 Doet het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting nieuw onderzoek naar deze problematiek, of betreft het hier reguliere werkzaamheden op basis waarvan u voor 1 december de oordeelsbrieven opstelt? Zo ja, wanneer is, naar verwachting genoemd onderzoek gereed en bent u bereid zo spoedig mogelijk nadat het rapport gereed is gekomen het rapport ter beschikking van de Kamer te stellen, alsmede de Kamer te informeren over uw reactie op de uitkomsten van het onderzoek? 1) Spits, 19 februari 2009