Preview document (🔗 origineel)

---

Datum

25 februari 2009

Onderwerp

Beantwoording Kamervragen van de leden Haverkamp en Koppejan (beiden
CDA) over de berichtgeving over een 'zeeslag' tussen Denemarken en
Nederland.



In antwoord op uw brief van 20 januari 2009, deel ik u mee, mede namens
de Minister van Defensie, dat de schriftelijke vragen van de leden
Haverkamp en Koppejan (beiden CDA) van uw Kamer over de berichtgeving
over een ‘zeeslag’ tussen Denemarken en Nederland (ingezonden 19
januari 2009) worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze
brief.



De Staatssecretaris van Justitie,

	

Antwoorden van de staatssecretaris van Justitie mede namens de minister
van Defensie op vragen van de leden Haverkamp en Koppejan (beiden CDA)
over de berichtgeving over een ‘zeeslag’ tussen Denemarken en
Nederland . (nr. 2080910020; ingezonden 19 januari 2009)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving over een ‘zeeslag’ tussen
Denemarken en Nederland en over door de Deense marine gevangen genomen
en in een kooi vastgehouden piraten? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat de piraten gearresteerd zijn bij een poging tot overval
van een Antilliaans schip dat onder Nederlandse vlag vaart? 

Antwoord

De piraten zijn aan boord genomen van een Deens fregat en daar
vastgehouden, nadat hun eigen schip in brand was geraakt ten gevolge van
het afslaan van een kaping door het aangevallen koopvaardijschip. Het
koopvaardijschip vuurde daartoe “flares” af op het schip van de
piraten. Het aangevallen koopvaardijschip vaart onder Koninkrijksvlag en
is geregistreerd in het Antilliaanse scheepsregister. 

Vraag 3

Heeft Nederland jurisdictie ten aanzien van de betrokken piraten? Zo ja,
om welke redenen is tot dusver geen uitsluitsel gegeven over hun
overdracht? 

Antwoord

Ja. Nederland kent universele jurisdictie over zeeroof (zeepiraterij)
ongeacht de nationaliteit van de verdachten en de plaats van het delict.
Nederland heeft in dit geval jurisdictie op grond van artikel 4, onder 5
van het Wetboek van Strafrecht. Daarin is bepaald dat de Nederlandse
strafwet van toepassing is op een ieder die zich buiten Nederland
schuldig maakt aan onder meer zeeroof zoals neergelegd in artikel 381
van het Wetboek van Strafrecht. 

De verdachten zijn op bevel van de officier van justitie door
medewerkers van de Nationale recherche en Koninklijke Marechaussee
aangehouden. Aanhouding heeft plaatsgevonden op het Deense schip.
Inmiddels zijn zij in Nederland voor de rechter-commissaris geleid die
alle vijf de verdachten in bewaring heeft gesteld.

Vraag 4

In hoeverre speelt de mogelijkheid van het aanvragen van asiel in
Nederland een rol in deze houding, alsmede de mogelijke problemen bij
uitzetting naar Somalië na het uitzitten van een gevangenisstraf in
Nederland?

Antwoord

Wij stellen voorop dat de vervolging van deze verdachten zwaarder weegt.
Nu de verdachten voor vervolging aan Nederland zijn overgedragen, zal na
afronding van het strafrechtelijk proces in beginsel terugkeer naar
Somalië aan de orde zijn. 

Indien de betrokkenen een asielverzoek indienen, zal dit verzoek zoals
gebruikelijk op individuele merites worden beoordeeld aan de hand van op
dat moment geldend beleid. Hierbij worden eventuele antecedenten in
aanmerking genomen.

Vraag 5

Hoe beoordeelt u de teleurstelling hierover van de Deense minister van
Defensie en de reactie van de woordvoerder van de parlementaire
defensiecommissie om in het vervolg geen bescherming meer te bieden aan
Nederlandse schepen die bedreigd worden door piraten?

Antwoord

Zoals in het antwoord op vraag 3 is aangegeven zijn de verdachten
inmiddels in Nederland aangekomen en in afwachting van hun verdere
berechting in bewaring gesteld. 

Vraag 6

Bent u bereid verdergaande afspraken te maken met internationale
partners in de strijd tegen de piraterij, om dit soort situaties zoveel
mogelijk te voorkomen?

Antwoord

Tijdens de laatste Raad van Justitie en Binnenlandse Zaken van de
Europese Unie (JBZ-Raad) is door de Minister van Justitie gepleit voor
meer samenwerking en een actievere houding bij de vervolging van
aangehouden piraten.

Op dit moment vinden in het kader van onder andere de EU-missie Atalanta
onderhandelingen plaats met internationale partners over bestrijding van
piraterij. Het doel is om een gezamenlijk gecoördineerde aanpak te
bewerkstelligen. Ten aanzien van de vervolging en berechting is in
EU-verband contact met landen die grenzen aan Somalië over een
overnameregeling, voor vervolging en berechting van gevangen genomen
piraten. 

1) De Telegraaf, 15 januari 2009: “Nederland weigert gevangen
piraten”

  IF   REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT     = " " "

" "

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT  Test  

"   

 

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Bestuurlijke en Juridische Zaken

Datum

25 februari 2009

Ons kenmerk

  REF dvRefGegevensOnsKenmerk \* MERGEFORMAT  5589744/09 

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT    	Pagina   PAGE \*
MERGEFORMAT  3  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  3  



Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Bestuurlijke en Juridische Zaken

Schedeldoekshaven 100

2511 EX  Den Haag

Postbus 20301

2500 EH  Den Haag

www.justitie.nl

Ons kenmerk

5589744/09

Uw kenmerk

2080910020

Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden.

Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen.

 	  IF   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  3 > 1"Pagina   PAGE \* MERGEFORMAT
 1  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  3  " " "  Pagina 1 van 3   



> Retouradres Postbus 20301 2500 EH  Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500  EA  DEN HAAG