Nadrr rapport
Bijlage
Nummer: 2009D09684, datum: 2009-03-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.J.M. Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Preview document (🔗 origineel)
Afdeling Verdragen DJZ/VE-030/09 AAN DE KONINGIN Luchtvaartverdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden ten aanzien van de Nederlandse Antillen en de Bondsrepubliek Duitsland inzake luchtvervoer tussen de Bondsrepubliek Duitsland en de Nederlandse Antillen; Berlijn, 14 augustus 2008 (Trb. 2008, 168) ’s-Gravenhage, 2 februari 2009 Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 24 oktober 2008, nr. 08.003085, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State van het Koninkrijk zijn advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 11 november 2008, nr. W02.08.0450/II/K, bied ik U hierbij aan. De Raad van State van het Koninkrijk onderschrijft de strekking van het verdrag, maar plaatst daarbij een kanttekening. De Raad vraagt zich af welke gevolgen de staatkundige hervorming van de Nederlandse Antillen zal hebben voor de toepasselijkheid van het verdrag op het luchtvervoer tussen de Bondsrepubliek Duitsland en de luchthavens op het grondgebied van de eilanden die thans deel uitmaken van de Nederlandse Antillen, en dan met name de gevolgen voor Bonaire. De Raad vraagt zich specifiek af of de op 28 september 1956 te ’s Gravenhage totstandgekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake het luchtverkeer (Trb. 1956, 132) voor Bonaire na de staatkundige hervorming zal herleven. De Raad adviseert in de toelichtende nota op dit punt in te gaan. Gevolg gevend aan het advies van de Raad is de toelichting aangevuld. Ik moge U verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal en tevens over te leggen aan de Staten van de Nederlandse Antillen. De Minister van Buitenlandse Zaken,