Beleidsreactie IOB-impactevaluatie
Bijlage
Nummer: 2009D11742, datum: 2009-03-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: IOB-evaluatie sectorsteun in milieu en water en IOB-impactevaluatie van programma's voor drinkwater en sanitaire voorzieningen in Jemen (2009D11740)
Preview document (š origineel)
Beleidsreactie IOB-impactevaluatie: āSupport to Rural Water Supply and Sanitation in Dhamar and Hodeidah Governorates, Republic of Yemenā. Inleiding Het doel van deze impactevaluatie is inzicht te verkrijgen in de effecten van door Nederland gesteunde programmaās voor water- en sanitaire voorzieningen in de Goevernoraten Dhamar en Hodeidah in Jemen en hieruit lessen en aandachtspunten voor beleid en/of uitvoering van beleid te destilleren. De beoogde effecten van deze programmaās gaan verder dan het vergroten van de toegang van de bevolking tot verbeterde water- en sanitaire voorzieningen. De programmaās zijn ook gericht op vermindering van de werklast van met name vrouwen en meisjes, op verbetering van de gezondheid, op gebruik van de extra beschikbare middelen (tijd en water) voor deelname van meisjes aan onderwijs, voor voedselvoorziening en/of inkomen. Deze secundaire effecten werden in het verleden in evaluatieonderzoeken niet of alleen zeer beperkt onderzocht. Het Nederlandse drinkwater- en sanitatieprogramma in Jemen was in eerste instantie geconcentreerd op de Regio Dhamar die in 1982 getroffen werd door een zware aardbeving. In de loop der jaren is het Support for Rural Water Supply Project (SURWAS) voortgezet in vijf opeenvolgende fasen. De projectmatige financiering van het programma werd in de loop van 2001 beĆ«indigd. Het IOB onderzoek heeft betrekking op de activiteiten van de laatste twee fasen van het programma (SURWAS IV en V). Tijdens de betreffende tienjarige periode 1991-2001 werd het programma in Dhamar uitgefaseerd en richtte de interventie zich op de naburige regio Hodeidah en werd in toenemende mate aandacht besteed aan bredere institutionele ondersteuning van de betreffende overheidsdiensten en eindgebruikersgroepen. Algemene appreciatie De hoofdbevindingen van de evaluatie laten een substantiĆ«le bijdrage zien in de toename van het aandeel van de bevolking dat toegang heeft tot veilig drinkwater via een verbeterde waterbron. In totaal zijn in beide regioās in de periode 1991-2001 170.000 mensen voorzien van goede drinkwater- en sanitaire voorzieningen. Vanwege de hoge bevolkingsgroei in diezelfde periode zijn echter additionele inspanningen nodig. Zonder deze inspanningen zullen de sectorale MDG doelstellingen niet worden gehaald. Zeer bemoedigend is de bevinding dat binnen de steekproef van geselecteerde projecten vrijwel alle huishoudens toegang hebben tot de verbeterde voorzieningen, dit ondanks de relatief hoge kosten. Het programma heeft geleid tot aanzienlijke vermindering van de tijd die besteed wordt aan het halen van water en de met het ontbreken van goede water- en sanitaire voorzieningen verband houdende ziektes zijn afgenomen. Deze positieve bevindingen op het punt van tijdbesteding en gezondheid zijn bemoedigend. Een kwantitatieve meting van de impact op het terrein van gezondheid blijft echter moeizaam bij afwezigheid van goede statistische informatie. Het IOB rapport concludeert dat de Nederlandse financiĆ«le ondersteuning in sterke mate heeft bijgedragen aan de behaalde resultaten, maar dat de lange termijn duurzaamheid van de watervoorzieningen nog niet verzekerd is. Het is verheugend te constateren dat 10-15 jaar na dato 85 procent van de voorzieningen nog goed functioneert. Overheidssteun om dit percentage te handhaven blijft echter nodig. Om te garanderen dat het Nederlandse hulpprogramma aan de sector effectief bijdraagt aan de opbouw van basisvoorzieningen, zal de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking erop toezien dat de thans verstrekte begrotingssteun gekoppeld is aan concrete resultaten op het gebied van basisvoorzieningen, inclusief het in stand houden van bestaande voorzieningen. Activiteiten gericht op verbetering van sanitaire voorzieningen en hygiĆ«nisch gedrag hebben geleid tot een grotere bewustwording van de bevolking, aldus het IOB rapport. Het perceptieonderzoek bevestigt het belang van een goed flankerend sanitatie- en hygiĆ«ne voorlichtingsbeleid. De constatering dat dit flankerend beleid, dat onder het programma is ingezet, niet gecontinueerd wordt, noopt tot voortgezette aandacht. De toegang tot goede sanitaire voorzieningen en verbetering van het gedrag op het gebied van persoonlijke hygiĆ«ne blijken, meer nog dan de kwaliteit van het drinkwater, de sleutel te zijn tot het terugdringen van gezondheidsproblemen. Mede door initiatieven als het door de VN gelanceerde āInternationale Jaar van Sanitatieā stijgt de bewustwording van het belang van sanitatie en hygiĆ«ne. De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking ondersteunt deze initiatieven door o.a. steun aan het door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) beheerde āGlobal Sanitation Fundā van de āWater and Sanitation Collaborative Councilā. Verder heeft de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking samen met zijn Britse collega het initiatief genomen om de inzet op het behalen van deze doelstellingen in Jemen te vergroten. In Jemen wordt nog weinig voortgang geboekt met een gender specifieke benadering. Sociaal-culturele factoren blijken dermate restrictief dat hulpinspanningen hier nog weinig effectief zijn gebleken. Het belang van een genderspecifieke benadering blijft echter groot in de rurale drinkwater en sanitatieprogrammaās in Jemen. Er wordt expliciet gewerkt aan het actief betrekken van vrouwen bij besluitvorming en uitvoering. De genderspecifieke benadering blijft, conform de DAC-WID criteria, Ć©Ć©n van de hoofdaandachtspunten van het beleid. Het IOB rapport besteedt uitgebreid aandacht aan de effecten van de Nederlandse hulpinspanning op het institutionele vlak. Hoewel de projectresultaten op zichzelf positief zijn, is op dit punt toch sprake van enige teleurstelling. Deze betreft met name de bevinding dat de internationale donorgemeenschap, waarvan Nederland een prominent lid is, er samen met de Jemenitische overheid nog niet in is geslaagd een gezamenlijke institutionele ontwikkelingsstrategie te ontwikkelen voor de sector. Mijn beleid zal de komende jaren erop gericht zijn om alsnog een consensus te bewerkstelligen die door de Jemenitische overheid en alle ontwikkelingspartners in de sector wordt gedragen en ondersteund. Het is verheugend te constateren dat op lokaal niveau de verantwoordelijkheden en taken van alle betrokkenen veelal goed in praktijk worden gebracht. Hiermee is de lange termijn duurzaamheid redelijk verzekerd, zij het niet geheel. Een structuur voor lange termijn ondersteuning van de lokale overheden vormt een belangrijk aandachtspunt binnen het lopende sectorprogramma. De ontwikkeling van een goed monitoringsysteem dat het functioneren van de lokale overheden, alsmede het functioneren van de voorzieningen op belangrijke aspecten (zoals kwaliteit van het water en het functioneren van de waterbron), volgt is hierbij noodzakelijk. Consequenties voor het Nederlandse beleid Gezien het bovenstaande is de conclusie gerechtvaardigd dat de investering in veilige drinkwater- en sanitaire voorzieningen in Jemen heeft bijgedragen aan de verwezenlijking van de hoofddoelstelling van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid: de vermindering van de armoede. De komende jaren zal Nederland de ondersteuning van de drinkwater- en sanitatiesector continueren. Daarbij zal de Nederlandse ambassade in Jemen aan de bevindingen van het IOB rapport extra aandacht besteden. Zo is gestart met assistentie bij het opzetten van een monitoringsysteem van bestaande drinkwater- en sanitatiefaciliteiten. Tevens wordt extra aandacht besteed aan het betrekken van meer vrouwen bij het ontwerp van de systemen en ook zal de hygiĆ«nevoorlichting worden verbeterd. Verder zal de overheid worden geassisteerd bij het opzetten van monitoringscapaciteit ten behoeve van de impact van watervoorziening op bijvoorbeeld gezondheid en educatie. De Nederlandse ambassade in Sanaāa zal deze aandachtspunten opnemen als vast agendapunt tijdens de vergaderingen van de donorcoƶrdinatiegroep. PAGE 2 PAGE 1