agenda
Bijlage
Nummer: 2009D13780, datum: 2009-03-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Geannoteerde agenda JBZ-Raad, 6 en 7 april 2009 (Herdruk) (2009D13778)
Preview document (🔗 origineel)
Geannoteerde agenda voor de bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 6 en 7 april 2009 te Luxemburg Zoals gebruikelijk ontvangt u bij deze annotaties de laatst beschikbare versie van een document dat betrekking heeft op het genoemde onderwerp. Dit hoeft niet de documentversie te zijn die daadwerkelijk ter bespreking aan de Raad zal voorliggen. Alleen als in het document zelf expliciet in de aanhef staat dat het document gericht is aan de Raad, betreft het een document dat in de Raad zal worden besproken. Hetgeen is aangegeven over de openbaarheid van de onder de agendapunten opgenomen documenten, geeft de stand van zaken weer van 19 maart 2009. Een actuele weergave is te vinden in het documentregister van de Raad. I Raad 1. Goedkeuring van de voorlopige agenda A-punten 2. Goedkeuring van de lijst van A-punten 2a. Besluit tot oprichting van de Europese Politiedienst (EUROPOL) document : 8706/3/08 EUROPOL 47 REV 3 (NL) status document : openbaar rechtsgrondslag : artikel 30, eerste lid, onder b, artikel 30, tweede lid, en artikel 34, tweede lid onder c, Unie-Verdrag instemmingsrecht : van toepassing, formele vaststelling van het ontwerp-besluit Uw Kamer heeft reeds ingestemd met het ontwerp-besluit Tijdens de bijeenkomst van de Raad van 17 en 18 april 2008 heeft de Raad politieke overeenstemming bereikt over het voorstel voor een besluit van de Raad voor de oprichting van Europol. Het ontwerp-besluit ligt nu ter formele goedkeuring voor aan de Raad. 2b. Goedkeuring van het verslag over de uitvoering van de Aanbeveling van de Raad van 27 april 2006 over het opstellen van overeenkomsten tussen politie, douane en andere speciale handhavingsdiensten in verband met het voorkomen en bestrijden van criminaliteit documenten : 5827/2/09 ENFOPOL 27 ENFOCUSTOM 20 REV 2 (EN) 5827/2/09 ENFOPOL 27 ENFOCUSTOM 20 REV 2 COR 1 (EN) status documenten : niet openbaar rechtsgrondslag : artikelen 29 en 30, eerste lid, EU-Verdrag instemmingsrecht : niet van toepassing Naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad van 27 april 2006 om tot betere samenwerking te komen tussen politie en douanediensten is in 2008 een enquête gehouden onder de lidstaten naar bestaande vormen, thema’s en manieren van samenwerking tussen deze diensten. De resultaten ervan zijn neergelegd in een rapport met conclusies en aanbevelingen, dat thans aan de Raad wordt aangeboden. Het rapport bevat een beschrijving van de formele afspraken die op dit terrein binnen de lidstaten bestaan. Deze afspraken regelen veelal de toegang tot elkaars gegevensbestanden, de ontwikkeling van “best practices”, maar ook gezamenlijke operationele acties. Ook het opzetten van gezamenlijke onderzoeksteams, beoordelingsanalyses en het delen van apparatuur e.d. zijn als fenomenen van samenwerking genoemd. Behalve de constatering dat vrijwel alle lidstaten een formele overeenkomst tussen de diensten kennen, is het beeld over de 27 lidstaten nogal geschakeerd en divers (Nederland kent één samenwerkingsconvenant tussen het Douane Informatie Centrum en de KLPD, dat zich beperkt tot informatie-uitwisseling, aangezien de douane als zodanig geen opsporingsbevoegdheden heeft). De conclusies komen er dan ook op neer dat vrijwel alle lidstaten voldoen aan de aanbeveling van de Raad uit 2006 en voldoende multidisciplinaire acties aanwenden ter voorkoming en bestrijding van criminaliteit. Nog onvoldoende echter, zo wordt geconstateerd, is door de lidstaten gebruik gemaakt van gezamenlijke “intelligence teams” en praktische samenwerkingsplatforms. Deze laatste constatering bevat tegelijkertijd de aanbeveling om dergelijke vormen in de toekomst beter aan te pakken en de samenwerking tussen politie en douanediensten verder nauwgezet te monitoren. 2c. Voorstel van de Commissie voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening van het Protocol van Luxemburg bij het Verdrag inzake Internationale Belangen in Mobiel Spoorwegmaterieel en roerende goederen documenten : 17103/08 JUSTCIV 263 TRANS 469 (NL) COM(2009) 94 definitief (NL) status documenten : openbaar rechtsgrondslag : artikel 61, onder c, juncto artikel 300, tweede lid, eerste alinea, en artikel 300, derde lid, eerste alinea, EG-Verdrag In 2001 zijn in Kaapstad totstandgekomen het Verdrag inzake internationale zekerheden op mobiel materieel en het Protocol betreffende luchtvaartmaterieel. In 2007 is in Luxemburg totstandgekomen het Protocol betreffende spoorwegmaterieel. Het voorstel betreft de ondertekening door de Gemeenschap van het Protocol van Luxemburg en sluit aan bij het voorstel uit 2008 voor de sluiting door de Gemeenschap van het Verdrag van Kaapstad en het Protocol van Kaapstad voor luchtvaartmaterieel. De bevoegdheid van de Gemeenschap is beperkt tot het terrein waarop de EG exclusief bevoegd is, te weten jurisdictie, insolventie en internationaal privaatrecht, alsmede de richtlijn interoperabiliteit en de verordening Europees Spoorwegbureau. Voor zover er geen exclusieve bevoegdheid is, behouden de lidstaten hun bevoegdheid en onderhandelen zij individueel. Als de EG gebruik maakt van de toetredingsmogelijkheid, gaan de gedeelten waarvoor zij bevoegd is, automatisch gelden in alle lidstaten, ongeacht of die lidstaten partij zijn. Materieel heeft dit weinig om het lijf, nu het beperkt is tot het terrein waarop de EG exclusief bevoegd is. Tegen de ondertekening door de Gemeenschap bestaat dus geen bezwaar. Nederland zal vooralsnog niet tot ratificatie van het hele verdrag en de protocollen overgaan. Het verdrag en de protocollen zijn in belangrijke mate afgestemd op de situatie van ontwikkelingslanden die moeilijkheden hebben met het aantrekken van financiering, omdat zij de belangen van de financier niet voldoende kunnen waarborgen. Met het oog daarop voorziet het verdrag in een vergaande versterking van de positie van de financier, die gemakkelijk een onereus karakter jegens de geldlener kan aannemen. Ratificatie is beperkt gebleven tot ontwikkelingslanden en twee industrielanden op het terrein van luchtvaartmaterieel (Ierland en de Verenigde Staten) en Luxemburg waar het Spoorwegprotocol tot stand is gekomen. B-punten 1. Ontwerp-Raadsbesluit betreffende de benoeming van de directeur van Europol document : niet beschikbaar rechtsgrondslag : artikel 29, tweede lid, Europol-overeenkomst instemmingsrecht : niet van toepassing Tijdens de bijeenkomst van de Raad van 26 en 27 februari jl. kon er geen overeenstemming worden bereikt over de benoeming van de directeur van Europol. Het streven is erop gericht om tijdens deze bijeenkomst van de Raad een akkoord te bereiken over dit besluit. 2. (Eventueel) Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende één enkele aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning voor onderdanen van derde landen om op het grondgebied van een lidstaat te verblijven en te werken en betreffende een gemeenschappelijk pakket rechten voor werknemers uit derde landen die legaal in een lidstaat verblijven documenten : 14491/07 MIGR 105 SOC 414 (NL) 14491/07 MIGR 105 SOC 414 ADD 1 (EN) 14491/07 MIGR 105 SOC 414 ADD 2 (NL) status documenten : openbaar rechtsgrondslag : artikel 63, derde lid, onder a, EG-Verdrag instemmingsrecht : in het algemeen van toepassing, thans mogelijk enkel discussie over knelpunten Met dit voorstel beoogt de Europese Commissie respectievelijk de bestaande toelatingsprocedures voor arbeidsmigranten te vereenvoudigen door een “one-stop-shop” (één loket) in het leven te roepen voor onderdanen afkomstig van derde landen die willen werken in een lidstaat; de bestaande toelatingsprocedures voor arbeidsmigranten en de controle op illegale tewerkstelling te vereenvoudigen door afgifte aan de arbeidsmigrant van één vergunning, voor zowel verblijf als tewerkstelling en informatie over de toegang tot op de arbeidsmarkt toe te voegen aan de vergunning. Voorts beoogt het voorstel de toekenning van sociaal-economische rechten voor arbeidsmigranten, gelijk aan de rechten die gelden voor onderdanen van de betreffende lidstaat. Het voorzitterschap is meegegaan met de Nederlandse wensen met betrekking tot de mogelijkheid om een apart document als bijlage bij de gecombineerde verblijfs- tewerkstellingsvergunning te voegen. Op dit document zal de informatie worden opgenomen die van belang is voor de voorwaarden waaronder gewerkt mag worden. Hiermee is de handhaafbaarheid van de gecombineerde vergunning gewaarborgd. Naar aanleiding van een advies van de Juridische Dienst van het Raadssecretariaat is er een discussie ontstaan over de reikwijdte van artikel 12 (gelijke behandeling) van de ontwerp-kaderrichtlijn. Volgens dit advies zou de reikwijdte van artikel 12 beperkt moeten worden tot houders van een gecombineerde vergunning (dit zijn de arbeidsmigranten voor wie nu de tewerkstellingsvergunningsplicht geldt). Voor een ruimere werkingssfeer zou het EG-verdrag (artikel 63) geen basis bieden. De Europese Commissie bestrijdt dit en wil alle vreemdelingen die rechtmatig in een EU-lidstaat verblijven en mogen werken (dus ook bijvoorbeeld vreemdelingen die in het kader van gezinsmigratie zijn toegelaten), onder de werkingssfeer van dit artikel houden. Nederland beraadt zich ten aanzien van deze kwestie. 3. Eindrapport van het “European Security Research and Innovation Forum" (ESRIF) document : niet beschikbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing Op 11 september 2007 is het European Security Research and Innovation Forum (ESRIF) geïnstalleerd. Dit is een overlegorgaan waarbij publieke en private organisaties uit de Europese lidstaten een Gemeenschappelijke Veiligheids Onderzoeks Agenda formuleren voor het technologisch onderzoek op het gebied van Veiligheid. Deze onderzoeksagenda vormt de lange termijn visie om te komen tot een veiliger Europa. De werkzaamheden zijn erop gericht om uiteindelijk de basis te vormen voor een werkprogramma van het Zevende Kaderprogramma. In 2007 ging het Zevende Kaderprogramma (kortweg KP7) voor onderzoek en technologische ontwikkeling van start. Tot en met 2013 trekt de Europese Commissie ruim 50 miljard euro uit voor het stimuleren van innovatie. Het forum heeft een tijdelijk karakter en zal eind 2009 worden ontbonden. De finale versie van de onderzoeksagenda staat gepland voor 2 juli 2009, maar een eerste presentatie door de voorzitter zal tijdens deze Raad gegeven worden. Nederland neemt deel aan ESRIF en ondersteunt de aanpak. De voortrekkersrol voor KP7 ligt bij het Ministerie van Economische Zaken. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties speelt alleen een rol als het over veiligheid gaat. 4. (Eventueel) Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van een procedure voor de onderhandelingen over en de sluiting van overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen en betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken, inzake ouderlijke verantwoordelijkheid en inzake onderhoudsverplichtingen en betreffende het recht dat van toepassing is inzake onderhoudsverplichtingen document : 7515/09 JUSTCIV 60 (EN) status document : niet openbaar rechtsgrondslag : artikel 61 onder c, artikel 65 en artikel 67, tweede en vijfde lid, EG-Verdrag instemmingsrecht : van toepassing, mogelijk politiek akkoord voorzien Het oorspronkelijke voorstel van de Commissie heeft tot doel een procedure vast te stellen waarmee de Gemeenschap kan beoordelen of er een voldoende communautair belang is voor het sluiten van bilaterale overeenkomsten met derde landen op in de overeenkomst specifiek te bepalen gebieden die verband houden met justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken die onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap vallen en bij gebrek daaraan, de lidstaten kan machtigen om die overeenkomsten met derde landen te sluiten. Het huidige document van het voorzitterschap beoogt de procedure daarnaast open te stellen voor het sluiten van regionale overeenkomsten tussen een beperkt aantal lidstaten en derde landen. Het voorstel van de Commissie gaat uit van 31 december 2014 als einddatum van de verordening (de zogeheten horizonbepaling). De voorzitter zal tijdens deze bijeenkomst van de Raad proberen overeenstemming te bereiken over de verdere aanpak van dit voorstel. Nederland heeft op het gebied van internationaal privaatrecht geen traditie van bilaterale verdragen. Het is standaard Nederlands beleid om bij voorkeur aansluiting te zoeken bij multilaterale verdragen en om andere lidstaten en derde landen aan te moedigen dat ook te doen. Nederland heeft dan ook geen bijzonder belang bij de totstandkoming van dit instrument. De belangrijkste nog openstaande punten in de onderhandelingen zijn het toepassingsbereik en de horizonbepaling van de verordening. Nederland stelt voor de horizonbepaling te schrappen. Nederland kan instemmen met de tekst zoals die thans voorligt. Het voorstel wordt thans nog besproken in de betreffende Raadswerkgroep. Naar verwachting zal het voorzitterschap met een nieuw document komen. 5. (Eventueel) Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een procedure voor de onderhandelingen over en de sluiting van overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen en betreffende het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst en op niet-contractuele verbintenissen document : 7517/09 JUSTCIV 61 CODEC 351 (EN) status document : niet openbaar rechtsgrondslag : artikel 61 onder c, artikel 65, artikel 67, tweede lid en artikel 251 EG-Verdrag instemmingsrecht : niet van toepassing Het oorspronkelijke voorstel van de Commissie heeft, net als het voorstel onder agendapunt B4, tot doel een procedure vast te stellen waarmee de Gemeenschap kan beoordelen of er een voldoende communautair belang is voor het sluiten van bilaterale overeenkomsten met derde landen op in de overeenkomst specifiek te bepalen gebieden die verband houden met justitiële samenwerking in burgerlijke en handelszaken die onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap vallen en bij gebrek daaraan, de lidstaten kan machtigen om die overeenkomsten met derde landen te sluiten. Het huidige document van het voorzitterschap beoogt de procedure daarnaast open te stellen voor het sluiten van regionale overeenkomsten tussen een beperkt aantal lidstaten en derde landen. Het voorstel van de Commissie gaat uit van 31 december 2014 als einddatum van de verordening (de zogeheten horizonbepaling). De voorzitter zal tijdens de bijeenkomst van deze Raad proberen overeenstemming te bereiken over de verdere aanpak van dit voorstel. Nederland heeft op het gebied van internationaal privaatrecht geen traditie van bilaterale verdragen. Het is standaard Nederlands beleid om bij voorkeur aansluiting te zoeken bij multilaterale verdragen en om andere lidstaten en derde landen aan te moedigen dat ook te doen. Nederland heeft dan ook geen bijzonder belang bij de totstandkoming van dit instrument. De belangrijkste nog openstaande punten in de onderhandelingen zijn het toepassingsbereik en de horizonbepaling van de verordening. Nederland stelt voor de horizonbepaling te schrappen. Nederland kan instemmen met de tekst zoals die thans voorligt. Het voorstel wordt thans nog besproken in de betreffende Raadswerkgroep. Naar verwachting zal het voorzitterschap binnenkort met een nieuw document komen. 6. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad over het recht dat van toepassing is, jurisdictie en erkenning van beslissingen en administratieve maatregelen met betrekking tot erfenissen en testamenten - Presentatie van het voorstel document : niet beschikbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : in het algemeen van toepassing, thans enkel presentatie van het voorstel Het voorstel heeft tot doel om uniforme regels vast te stellen voor het toepasselijk recht voor diverse aspecten van de afwikkeling van erfopvolging en nalatenschap. Nederland heeft zich tijdens het Nederlands voorzitterschap in 2004 sterk gemaakt voor opneming van het internationaal erfrecht in het Haags programma. De Commissie heeft in 2006 een Groenboek gepubliceerd. Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, heeft daarop positief gereageerd. Nederland is momenteel partij bij het Haags verdrag van 1989 inzake het recht dat van toepassing is op erfopvolging. Tijdens deze bijeenkomst van de Raad zal de Commissie het voorstel presenteren en toelichten. 7. Voorstel voor een kaderbesluit over het voorkomen en oplossen van jurisdictiegeschillen in strafzaken - stand van zaken document : niet beschikbaar rechtsgrondslag : artikel 31, eerste lid, onder c en d en artikel 34, tweede lid, onder b, EU-Verdrag instemmingsrecht : van toepassing, mogelijk politiek akkoord voorzien Dit dossier werd voor de eerste keer besproken tijdens de bijeenkomst van de Raad van 26 en 27 februari jl. Het voorzitterschap heeft aangekondigd naar een politiek akkoord te streven tijdens deze bijeenkomst van de Raad. De inspanningen van Nederland, Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en sommige andere lidstaten tijdens de onderhandelingen zijn erop gericht het zeer omvangrijke voorstel terug te brengen tot de kern. Dat is het voorkomen van een dubbele bestraffing van een persoon voor dezelfde feiten, nadat is komen vast te staan dat in twee lidstaten een strafvervolging is ingesteld. Het doel van Nederland en de genoemde lidstaten is om een voor de praktijk eenvoudig uitvoerbare regeling te treffen, waarmee het beoogde doel kan worden bereikt en waarbij ook rekening wordt gehouden met de bevoegdheden van Eurojust. Het voorzitterschap heeft nog enige moeite met deze vereenvoudigingsdrang, maar verwacht wordt dat in de komende weken tijdens de besprekingen in de Raadswerkgroep en het Comité van Artikel 36 (CATS) een bevredigend resultaat kan worden bereikt. In de aangevulde geannoteerde agenda zult u nader over de stand van zaken van de besprekingen worden geïnformeerd. 8. Voorstel tot wijziging van het kaderbesluit 2004/68/JBZ betreffende seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie - Presentatie van het voorstel document : niet beschikbaar rechtsgrondslag : artikel 29, 31, eerste lid en artikel 34, tweede lid, onder b, EU-Verdrag instemmingsrecht : in het algemeen van toepassing; thans enkel presentatie van het voorstel De Europese Commissie presenteert tijdens deze bijeenkomst van de Raad een voorstel tot wijziging van het kaderbesluit tot bestrijding van seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie van 22 december 2003 (2004/68/JBZ). De verwachting is dat de Commissie zal voorstellen om het beschermingsniveau van het kaderbesluit te brengen naar het niveau van het Verdrag van de Raad van Europa inzake de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik. Nederland verwelkomt het voorstel en wacht het document af. 9. Voorstel tot wijziging van kaderbesluit 2002/329/JBZ betreffende bestrijding van mensenhandel - Presentatie van het voorstel document : niet beschikbaar rechtsgrondslag : artikel 29, artikel 31, onder e en 34, tweede lid, onder b, EU-Verdrag instemmingsrecht : in het algemeen van toepassing, thans enkel presentatie van het voorstel De Europese Commissie zal aan de Raad een voorstel tot wijziging van het kaderbesluit 2002/329/JBZ betreffende bestrijding van mensenhandel presenteren. De voorgestelde wijzigingen hebben betrekking op definities, rechtsmacht, het sanctie- mechanisme, preventie en bescherming van slachtoffers van mensenhandel. Nederland verwelkomt het wijzigingsvoorstel en wacht het document af. 10. (Eventueel) Uitkomsten van de Conferentie over de positie van kwetsbare slachtoffers in het strafproces document : niet beschikbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing De conferentie over de positie van slachtoffers in het strafproces heeft op 16 en 17 maart jl. plaatsgevonden in Praag. Thans is er nog geen informatie beschikbaar over de uitkomsten van deze conferentie. Mogelijk zal hier in de aangevulde geannoteerde agenda op worden teruggekomen. 11. Diversen - Guantánamo Tijdens deze bijeenkomst van de Raad zal een terugkoppeling plaatsvinden van de reis van het voorzitterschap, Commissaris Barrot en de Contra-Terrorisme Coördinator De Kerckhove naar de Verenigde Staten, die op 16 en 17 maart jl. heeft plaatsgevonden. In dit verband zal de discussie over een mogelijke gecoördineerde benadering van dit thema in verband met het Schengen-acquis worden voortgezet. De afwikkeling van de voorgenomen sluiting van de detentiefaciliteit te Guantánamo Bay is slechts één van de onderwerpen die tijdens bovengenoemd bezoek besproken werden. De drie hebben geen mandaat voor onderhandelingen. Het doel van het bezoek, voor wat betreft Guantánamo, is enkel het verkrijgen van informatie. Er zouden geen afspraken gemaakt worden die vooruit lopen op mogelijke beslissingen van lidstaten om ex-gevangenen over te nemen. - Terug- en overnameovereenkomst met Marokko Stand van zaken onderhandelingen De laatste ronde van de onderhandelingen tussen de EG en Marokko over een terug-en overnameovereenkomst vond plaats in januari 2009. Naar aanleiding daarvan is een ontwerp-overeenkomst (samen met een protocol als bijlage) opgesteld. Beide partijen waren het op het niveau van de onderhandelaars eens over de aanvaardbaarheid van de ontwerp-tekst, alhoewel geen formele overeenstemming werd bereikt. De Commissie onderhandelt namens de EG. De lidstaten hebben nog niet ingestemd met het onderhandelingsresultaat. De ontwerp-tekst is sindsdien door Marokko nader bestudeerd. Begin maart liet Marokko aan de Europese Commissie weten nog een aantal opmerkingen te hebben. Deze zien onder meer op de termijnen waarbinnen een terug- en overnameverzoek moet zijn beantwoord. De door Marokko voorgestelde termijnen worden door een aantal lidstaten, waaronder Nederland, te lang geacht. De tekst van de ontwerp-bijeenkomst wordt in de laatste week van maart in het Strategisch Comité voor Immigratie, Grenzen en Asiel (SCIFA) besproken. - E-Justice; overzicht van beschikbare EU-fondsen De Europese Commissie zal een overzicht geven van de beschikbare EU-fondsen ten behoeve van e-Justice projecten. Om Europese e-Justice te bevorderen, zijn meer financiële middelen nodig. Daarmee kan e-Justice op nationaal niveau worden bevorderd, om op die manier de weg te effenen voor Europese e-Justice. Ook kunnen daarmee op Europees niveau meer projecten worden gestart die tot doel hebben het grensoverschrijdend gebruik van moderne technologie te bevorderen. Voor 2008 en 2009 was in totaal 45 miljoen beschikbaar. Dit bedrag zal de komende jaren significant hoger moeten worden. Nederland neemt thans deel aan drie internationale projecten die voor 80% zijn gesubsidieerd door de Europese Commissie: een project ter bevordering van het verbinden van insolventieregisters, het project “Role and Rights Based Access” en een project dat tot doel heeft te onderzoeken of tolken en vertalen met behulp van videoconferentie mogelijk is. Gemengd Comité 1. SIS II - stand van zaken document : niet beschikbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing De voorzitter en de Commissie zullen de ministers informeren over de voortgang van het Schengen Informatiesysteem van de tweede generatie (SIS II). Tijdens de bijeenkomst van de Raad van 26-27 februari jl. heeft Commissaris Barrot gemeld dat er geen structurele problemen zijn met de ontwikkeling van SIS II. De Commissie en de lidstaten trekken gezamenlijk op bij het afwerken van de testen en het onderzoeken van een alternatief scenario. Beide scenario's -doorgaan met SIS II of het aanpassen van SIS I- dienen vergeleken te worden. Aan de precieze invulling van de criteria, waaraan de beide scenario's getoetst zullen worden, wordt op dit moment gewerkt. De planning is om uiterlijk tijdens de bijeenkomst van de Raad van 4-5 juni a.s. een definitieve keuze te maken. Eerdere besluitvorming lijkt niet reëel: pas wanneer de voor besluitvorming relevante gegevens beschikbaar zijn, kan men op basis van gedegen informatie een gefundeerde keuze maken. Nederland houdt vast aan SIS II, tenzij op basis van de vergelijking blijkt dat het alternatieve scenario het meest geschikt is. - Ontwerp-Raadsconclusies over de ontwikkeling van de Sirene-bureaus in het kader van het SIS document : 7112/09 JAI 127 SIRIS 34 COMIX 191 (EN) status document : niet openbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing Door de uitbreiding van het aantal lidstaten en een intensiever gebruik van het SIS, is het aantal signaleringen de afgelopen jaren nagenoeg verdrievoudigd (van 9,7 miljoen in 2000 naar 27,9 miljoen in 2008. Het aantal hits is meer dan evenredig gestegen. In dit verband onderschrijven de ontwerp-Raadsconclusies de waarde van het SIS, in het bijzonder in het licht van de uitbreiding van het Schengengebied. Voorts onderschrijven de ontwerp-Raadsconclusies de waarde van jaarlijkse statistische informatie over signaleringen en hits en bemoedigen een verdergaande verbetering van het gebruik van het SIS. De Raad signaleert vervolgens een groeiende werklast voor de SIRENE-bureaus en vraagt de lidstaten daar maatregelen voor te nemen en de samenwerking op een hoog kwaliteitsniveau na te streven en vragen voorts in dat verband om gemeenschappelijke training voor SIRENE-personeel te organiseren, teneinde een hoog professioneel niveau te behouden. Nederland onderkent de situatie dat ondanks de verdere uitvoeringspraktijk van het SIS, de bemensing van de SIRENE-bureaus geen gelijke tred heeft gehouden met het gegroeide aantal signaleringen en hits in SIS en de extra taken. Nederland erkent dat dit een negatieve invloed kan hebben op het operationele vermogen van de SIRENE-bureaus en dat maatregelen genomen moeten worden. Nederland onderschrijft de ontwerp-Raadsconclusies, maar tekent daarbij aan dat de te nemen maatregelen afgezet moeten worden tegen de ontwikkeling van SIS II, danwel een eventuele doorontwikkeling van SIS I+ en andere innovatieve ICT-ontwikkelingen, die het mogelijk maken om het operationele vermogen van de SIRENE-bureaus te verhogen en tegelijkertijd de personele inzet te ontlasten. 2. VIS - stand van zaken document : niet beschikbaar rechtsgrondslag : niet van toepassing instemmingsrecht : niet van toepassing De voorzitter zal mondeling verslag doen over de stand van zaken met betrekking tot de implementatie van het VIS. De VIS-verordening regelt de opslag en het gebruik van de gegevens, waaronder biometrische kenmerken (gelaatscan en vingerafdrukken) van visumaanvragers. Nu er een politiek akkoord is over de ontwerp-verordening, die biometrie-afname (en samenwerkingsvormen/’outsourcing’) regelt, is de weg vrij om het VIS daadwerkelijk te implementeren en biometrische gegevens van visumaanvragers af te nemen en op te slaan. De start van de uitrol is voorzien vanaf eind 2009. Voor het coördineren van activiteiten welke met deze uitrol gepaard gaan, is een groep ‘Vrienden van het VIS’ opgericht. http://www.consilium.europa.eu/cms3_fo/showPage.asp?id=549&lang=nl&mode =g Zie voor de geannoteerde agenda, de aanvullende geannoteerde agenda en het verslag van deze bijeenkomst van de Raad, 23 490 nrs. 497, 498 en 501. PB C 124, 2006. Zie voor de geannoteerde agenda en het verslag van deze bijeenkomst van de Raad, 23 490 nrs. 544 en 547. PB L13 d.d. 20 januari 2004. PB L203 d.d. 1 augustus 2002 . Zie voor het verslag van deze bijeenkomst van de Raad, 23 490 nr. 547. A-punt aangenomen in de Raad Concurrentievermogen (Interne Markt, Industrie en Onderzoek) van 5 en 6 maart jl. PAGE PAGE 1