Bevoegdheden IGZ
Bijlage
Nummer: 2009D15373, datum: 2009-03-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Samenwerkingsprotocol OM-IGZ (2009D15371)
Preview document (🔗 origineel)
BIJLAGE A Bevoegdheden IGZ De IGZ beschikt over een aantal bestuursrechtelijke en strafrechtelijke bevoegdheden. Een groot deel van de bestuursrechtelijke bevoegdheden is vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in hoofdstuk 5 Handhaving, met name paragraaf 5.2 dat handelt over toezicht op naleving. Behalve deze algemene bevoegdheden beschikt de IGZ nog over extra bestuursrechtelijke bevoegdheden op grond van specifieke wetgeving, zoals - mededeling en termijnstelling bij niet voldoen aan wettelijke bepalingen (Geneesmiddelenwet) - geven van aanwijzing m.b.t. inrichting en toestand van de apotheek en de wijze waarop daarin de artsenijbereidkunst wordt uitgevoerd (Geneesmiddelenwet) - in beslag nemen van geneesmiddelen (Geneesmiddelenwet) - geven van een schriftelijke aanwijzing van de hoofdinspecteur aan een arts m.b.t. registratie toediening opiumwetmiddelen (Opiumwetbesluit) - geven van een bevel (Kwaliteitswet , Wet BIG of Wet inzake bloedvoorziening) - geven van een advies aan de minister tot het geven van een aanwijzing (Kwaliteitswet) - doen van een voordracht door de inspecteur bij het College van Medisch Toezicht voor het treffen van een voorziening m.b.t. een beroepsbeoefenaar wegens diens geestelijke of lichamelijke gesteldheid of wegens diens gewoonte van drankmisbruik of het gebruik van opiumwetmiddelen (Wet BIG) - indienen van een tuchtklacht tegen een beroepsbeoefenaar (Wet BIG) - opleggen van een bestuurlijke boete (Geneesmiddelenwet, Infectieziektewet) Daarnaast maakt de IGZ gebruik van ‘verscherpt toezicht’. Verscherpt toezicht is een geïntensiveerde vorm van toezicht. Dit gaat vaak vooraf aan interventies zoals het advies aan de minister tot het geven van een aanwijzing, opleggen van een bevel, opleggen van een bestuurlijke boete en/of de inzet van opsporing, tenzij er een directe noodzaak is het strafrechtelijke traject te volgen. VWS is doende de toezichtsbevoegdheden van de inspectie uit te breiden in de specifieke wetgeving met de bestuurlijke boete en de last onder dwangsom (wetsontwerp WUBHV). De IGZ heeft een aantal buitengewone opsporingsambtenaren, BOA’s, (ex artikel 142 WvSv) in dienst. Bij opsporing vindt onderzoek plaats onder leiding van de officier van justitie n.a.v. een redelijk vermoeden dat een strafbaar feit is gepleegd op het gebied van de gezondheidszorgwetgeving dan wel wanneer er sprake is van een aanwijzing in de zin van de Wet op de economische delicten. Het optreden van de BOA’s is op strafrechtelijke afdoening gericht en gebonden aan regels van het Wetboek van Strafvordering. De wettelijke handhavingsinstrumenten bij opsporing zijn o.a. het staande houden of aanhouden van een verdachte, het betreden van plaatsen en het in beslag nemen / bevel uitlevering stukken. In het kader van opsporing zijn er nog meer handhavingsinstrumenten, maar die kunnen slechts in specifieke gevallen worden aangewend door of met toestemming van een (hulp)officier van justitie of een rechter-commissaris (ophouden voor onderzoek, doorzoeken van plaatsen, onderzoek aan lichaam, plaatsen van telefoontaps, bevel uitlevering stukken ex artikel 105 Sv etc.). Uitsluitend voor de delicten in het kader van de Wet op de economische delicten (WED) beschikken de opsporingsambtenaren over een drietal instrumenten die ook in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn genoemd. Ze kunnen in het belang van de opsporing: inzage vorderen in gegevens en bescheiden, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is; zaken onderzoeken en bemonsteren, verpakkingen openen e.d.; (de lading van) vervoermiddelen onderzoeken. Inzake de handhaving is de IGZ in een aantal gevallen afhankelijk van VWS en het OM omdat laatstgenoemden over bevoegdheden beschikken die de IGZ zelf niet heeft maar wel tot het handhavingsinstrumentarium voor de gezondheidswetgeving behoren. Te denken valt aan aanwijzing op grond van de KZi, bestuursdwang/dwangsom op grond van Gnw/KZi/Wet BIG en handhavingsinstrumenten die slechts in specifieke gevallen worden aangewend door of met toestemming van een (hulp)officier van justitie en/of een rechter-commissaris (ophouden voor onderzoek, doorzoeken van plaatsen, onderzoek aan lichaam, plaatsen van telefoontaps etc.). PAGE 2 PAGE 2